letterkunde

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 5e klas havo | 1578 woorden
  • 11 juni 2012
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding
Een bloemlezing bestaat uit het werk van meerdere schrijvers, maar kan ook uit het werk van één schrijver zijn samengesteld. Een bloemlezing kan werk bevatten uit een bepaald tijdvak, een bepaalde literaire stroming of een bepaald genre, maar kan ook thematisch zijn. Voor deze Nederlands letterkunde opdracht is dit laatste van toepassing. Deze bloemlezing bevat 4 gedichten over hetzelfde onderwerp. Op twee van deze gedichten ga ik dieper in en analyseer de formele kanten van de poëzie. Van alle 4 de gedichten wordt de inhoud en mening besproken.

De zomer is bij mijn bloemlezing de thematische samenhang. Dit thema heb ik gekozen omdat hier goede en indrukwekkende gedichten over geschreven zijn. Het leek me leuk om dit thema te doen omdat het weer in Nederland niet altijd even goed is en Nederlanders altijd fantaseren over goed weer en vakantieomstandigheden. In deze bloemlezing zie je verschillende gedichten die over verschillende kanten van de zomer gaan. Bijvoorbeeld waar je naar kan verlangen en waarom de zomer fijn is, maar ook waarom de zomer toch niet het beste jaargetijde is. De gedichten geven veel variatie en laten je helemaal meegaan in de gevoelens van de schrijver.

Gedicht 1

De zomers

Klaprozen, korenbloemen, barstenvolle
goudgele aren streelden mijn gezicht.
Groengouden vliegen zoemden een gedicht.
Rood liet het ooft de appelwangen bollen.
Zomernachtdonker is gesmolten licht.
Niet bang zijn voor kabouters en voor trollen.
Ze komen 's nachts het grasveld voor je rollen.
Alleen een dom kind houdt zijn ogen dicht.
Zullen wij dit soort zomers nooit meer zien?
Ging dan het paradijs voorgoed verloren
omdat wij aan de wereld toebehoren?
Huil niet, huil niet, de hemel zal misschien
een zolder in een huis zijn zonder zorgen.
Daar hebben ze die zomers opgeborgen.
Kees Stip
uit: Au! de rozen bloeien.


Sonnetten van bedreigd geluk.

Bert Bakker 1983

Inhoud & mening
Dit gedicht past bij het thema omdat het symbolen van de zomer verteld. Een hiervan is bloemen, deze zijn in volle bloei in de zomer. Zonder bloemen zou de zomer heel anders zijn en de zomer kan niet zonder. De eerste zin van de tweede strofe heeft het over de lichtvolle avonden. Veel mensen vinden het licht in de avonden een symbool voor de zomer. Hoe langer het licht is, hoe dichterbij de zomer. De tweede en derde zin van strofe 2 zeggen voor mij dat je in de zomer je minder zorgen maakt over allerlei dingen. Het einde van het gedicht kan twee dingen zeggen; dat jaar is een slechte zomer geweest of het is winter en de schrijver vraagt zich af waar de zomer blijft.

Ik vind de woorden van dit gedicht goed gekozen. Het is wel grappig dat ik dit gedicht nu lees, want veel mensen om me heen hebben de vragen van de laatste strofe. Het begint met een opsomming van bloemen, dit geeft gelijk aan dat het echt over de zomer gaat.

Analyse
In dit gedicht herken je gelijk rijm. De laatste woorden van de regels rijmen. Dit wordt eindrijm genoemd. Bij eindrijm kan er spraken zijn van een patroon. In dit gedicht zie je dit ook terug. Hier wordt gebruikt gemaakt van omarmende eindrijm. Er vindt dus a-b-b-a plaats, dit zegt welke woorden rijmen. In strofe 1 zie je bijvoorbeeld barstenvolle en bollen, dit rijmt. De woorden/lettergrepen zijn niet geheel gelijk, hier is dus geen sprake van rijk rijm. Wat hier wel aan de orde is, is vol rijm. In dit geval ligt de klemtoon op het deel dat rijmt. Dit betekent dat het mannelijke vol rijm is. Het hele gedicht door gebeurt dit.

In het bovenstaande gedicht zie je als eerst een asyndeton. Dit is te zien in de eerste regel. Daar is een opsomming zonder verbindingswoorden te zien. De laatste zin van strofe 3 bevat een retorische vraag. Dit betekent dat je voordat je de vraag stelt, je heb antwoord al weet.



Gedicht 2

Waar ik naar verlang vandaag
Waar ik naar verlang vandaag
een frisse zomerjurk te dragen
met blote schouders, een uitgesneden
hals en rug en vooral goed
los om de heupen
waarmee ik dan de tuin in loop
de zon schijnt warm, maar de wind
houdt het draaglijk en brengt
de jurk in beweging en dan
ben jij er natuurlijk ook die
de jurk al even mooi vindt en samen
trekken we hem uit en hangen hem
aan een tak
en liggen te kijken in het gras naar
zo'n frisse zomerjurk in een boom, daar
verlang ik het meest naar vandaag.
Jo Govaerts
uit: 'Waar je naar zit te kijken',
Kritak 1994

Inhoud & mening

Dit gedicht verteld echt waarom mensen naar de zomer kunnen verlangen. Naar dingen waar ze van houden. Het is fascinerend hoe zo iets kleins als een zomerjurk zoveel kan betekenen voor een persoon. Het betekent voor deze persoon dat het echt zomer is, dat ze alles kan doen wat ze wilt en kan dragen wat ze wilt. Het lijkt wel alsof de personage in de zomer alles aan zichzelf perfect vind.

Ik heb dit gedicht gekozen omdat je het gevoel wat de dichter erin heeft gelegd er zo uithaalt. Het is heel simpel geschreven, maar de betekenis is groot. Iedereen heeft wel iets wat de zomer bevestigd. Dit gedicht laat mij echt meeleven in wat de personage het meest verlangt.

Analyse

In dit gedicht is sprak van enjambement. Dit betekent dat de zin doorloopt over de grens van de versregel, dus op de volgende regel gaat dezelfde zin verder.

Aan het einde van strofe 2 staat “de jurk in beweging”. Dit is kan natuurlijk niet, een jurk kan zichzelf niet bewegen. Dit is een tegenstelling en dit noemen we antithese. In strofe 2 staat de zin; “de zon schijnt warm”. Dit is een tautologie, want de zon schijnt altijd warm. Je zegt dingen dus dubbel. Bij het gebruik van de woorden, “de frisse zomerjurk”, maakt frisse de zomerjurk krachtiger. Dit wordt een climax genoemd.

Gedicht 3

Tegen de zomer

Niets is vernielender dan de warmte
De kou houdt in stand, is statisch;
de warmte beweegt met de vernieling mee
en wekt een valse schijn
van zon, gezondheid, zinvolle zonde
De warmte vleit, paait, belooft,
maakt stofgoud van stof
liefde van begeerte,
poëzie van leugens
Ik hou niet van warmte,
broedplaats van muggen en maden
poel van limonade en andere slopende dranken
Schenk mij liever klare
kou en koffie,
destructie bevroren, duidelijk zichtbaar
en aanvaardbaar
Wie in de kou zit schept geen illusies,
Maar schept sneeuw, vrij ongenaakbaar,
in de menselijke
soms bovenmenselijke winter 
Remco Campert,
uit Dichter,
De Bezige Bij, Amsterdam 1995

Inhoud & mening

De schrijver van dit gedicht is blijkbaar niet zo’n fan van de winter. Dit gedicht toont de negatieve kanten van de zomer. In de eerste zin heeft de dichter het over vernielende van de warmte. Dit kan vernielende kan verschillende dingen betekenen. Het kan bedoeld zijn als vermoeidheid, dat je van warmte erg moe word, of als lichamelijke vernieling, de zon is niet goed voor je huid en ogen. De schrijver heeft het over de schijn van de warmte. Ik denk dat hij hiermee bedoeld dat je nooit zeker bent van warmte. De kou is betrouwbaarder, het stelt je niet teleur. De kou vernielt de dingen waar de schrijver niet van houdt. Als je op kou rekent, kan het alleen maar meevallen. De warmte, temperatuur, maakt ook een ander soort warmte los bij mensen. De warmte van liefde, geduld en inspiratie. Uit het gedicht blijkt dat de schrijver hier niet zo van houdt.

Ik heb dit gedicht gekozen omdat het heel veelzeggend. Het zegt dat niet iedereen van warmte houdt. Ik ben het niet met de schrijver van dit gedicht eens. Het opbloeien van mensen in de zomer vind ik juist heel mooi om te zien. Ze krijgen zin om veel te ondernemen en zijn, over het algemeen, beter gehumeurd.

Gedicht 4

Zomeravond

Weer niets gedaan.
En weer was alles vergeefs vandaag.
Ik zocht een verre plek om onder de mensen te blijven.
Een zuivere merel heeft zich daarnet in mijn oren geknoopt
En langzaam zijn de ogen van een vrouw over me heen gegaan
Als veel lauw water 's avonds van een zomerregen.
En slapende paren, mijn ouders misschien, hebben vandaag gehoopt
Op mij, en sloom en treuzelend zijn zij uit mij opgestaan
Als kinderen 's ochtends voor ze naar beneden gaan
Om er te spelen met de wijzers van de klok.
Weer niets gedaan.
Dan dit geluk dat mij wordt aangedaan.
Leonard Nolens
uit: Tweedracht,
Querido, Amsterdam 1996

Inhoud & mening

Dit gedicht gaat over iemand die gelukkig is. Hij heeft het idee dat hij dit geluk niet verdient door dingen te doen, maar het gewoon krijgt. Het maakt niet uit of hij goed of slecht handelt, hij krijgt het geluk. Het personage kan genieten van zijn leven en alle dingen die om zich heen gebeuren. Hij zegt dat mensen in de hoop op hem ’s ochtends hun bed uit kunnen komen.

Dit gedicht vind ik ontroerend, omdat het tegenwoordig bijzonder is dat iemand van kleine dingen kan genieten. Als je de eerste twee regels lees verwacht je een saai gedicht, maar dit is het niet. Er wordt heel veel verteld. Ik vind dit gedicht wel onduidelijk, ik snap niet wat er met alle woorden en zinnen bedoeld wordt.

Bronnen
Ik heb alle vier de gebruikte gedichten van www.poezie-leestafel.info gehaald. Verder heb ik nog bestand poëziesyllabus van It’s learning gebruikt.

De gedichtbespreking gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden


Sonnetten van bedreigd geluk.

Bert Bakker 1983

Inhoud & mening
Dit gedicht past bij het thema omdat het symbolen van de zomer verteld. Een hiervan is bloemen, deze zijn in volle bloei in de zomer. Zonder bloemen zou de zomer heel anders zijn en de zomer kan niet zonder. De eerste zin van de tweede strofe heeft het over de lichtvolle avonden. Veel mensen vinden het licht in de avonden een symbool voor de zomer. Hoe langer het licht is, hoe dichterbij de zomer. De tweede en derde zin van strofe 2 zeggen voor mij dat je in de zomer je minder zorgen maakt over allerlei dingen. Het einde van het gedicht kan twee dingen zeggen; dat jaar is een slechte zomer geweest of het is winter en de schrijver vraagt zich af waar de zomer blijft.

Ik vind de woorden van dit gedicht goed gekozen. Het is wel grappig dat ik dit gedicht nu lees, want veel mensen om me heen hebben de vragen van de laatste strofe. Het begint met een opsomming van bloemen, dit geeft gelijk aan dat het echt over de zomer gaat.

Analyse
In dit gedicht herken je gelijk rijm. De laatste woorden van de regels rijmen. Dit wordt eindrijm genoemd. Bij eindrijm kan er spraken zijn van een patroon. In dit gedicht zie je dit ook terug. Hier wordt gebruikt gemaakt van omarmende eindrijm. Er vindt dus a-b-b-a plaats, dit zegt welke woorden rijmen. In strofe 1 zie je bijvoorbeeld barstenvolle en bollen, dit rijmt. De woorden/lettergrepen zijn niet geheel gelijk, hier is dus geen sprake van rijk rijm. Wat hier wel aan de orde is, is vol rijm. In dit geval ligt de klemtoon op het deel dat rijmt. Dit betekent dat het mannelijke vol rijm is. Het hele gedicht door gebeurt dit.

In het bovenstaande gedicht zie je als eerst een asyndeton. Dit is te zien in de eerste regel. Daar is een opsomming zonder verbindingswoorden te zien. De laatste zin van strofe 3 bevat een retorische vraag. Dit betekent dat je voordat je de vraag stelt, je heb antwoord al weet.



Gedicht 2

Waar ik naar verlang vandaag
Waar ik naar verlang vandaag
een frisse zomerjurk te dragen
met blote schouders, een uitgesneden
hals en rug en vooral goed
los om de heupen
waarmee ik dan de tuin in loop
de zon schijnt warm, maar de wind
houdt het draaglijk en brengt
de jurk in beweging en dan
ben jij er natuurlijk ook die
de jurk al even mooi vindt en samen
trekken we hem uit en hangen hem
aan een tak
en liggen te kijken in het gras naar
zo'n frisse zomerjurk in een boom, daar
verlang ik het meest naar vandaag.
Jo Govaerts
uit: 'Waar je naar zit te kijken',
Kritak 1994

Inhoud & mening

Dit gedicht verteld echt waarom mensen naar de zomer kunnen verlangen. Naar dingen waar ze van houden. Het is fascinerend hoe zo iets kleins als een zomerjurk zoveel kan betekenen voor een persoon. Het betekent voor deze persoon dat het echt zomer is, dat ze alles kan doen wat ze wilt en kan dragen wat ze wilt. Het lijkt wel alsof de personage in de zomer alles aan zichzelf perfect vind.

Ik heb dit gedicht gekozen omdat je het gevoel wat de dichter erin heeft gelegd er zo uithaalt. Het is heel simpel geschreven, maar de betekenis is groot. Iedereen heeft wel iets wat de zomer bevestigd. Dit gedicht laat mij echt meeleven in wat de personage het meest verlangt.

Analyse

In dit gedicht is sprak van enjambement. Dit betekent dat de zin doorloopt over de grens van de versregel, dus op de volgende regel gaat dezelfde zin verder.

Aan het einde van strofe 2 staat “de jurk in beweging”. Dit is kan natuurlijk niet, een jurk kan zichzelf niet bewegen. Dit is een tegenstelling en dit noemen we antithese. In strofe 2 staat de zin; “de zon schijnt warm”. Dit is een tautologie, want de zon schijnt altijd warm. Je zegt dingen dus dubbel. Bij het gebruik van de woorden, “de frisse zomerjurk”, maakt frisse de zomerjurk krachtiger. Dit wordt een climax genoemd.

Gedicht 3

Tegen de zomer

Niets is vernielender dan de warmte
De kou houdt in stand, is statisch;
de warmte beweegt met de vernieling mee
en wekt een valse schijn
van zon, gezondheid, zinvolle zonde
De warmte vleit, paait, belooft,
maakt stofgoud van stof
liefde van begeerte,
poëzie van leugens
Ik hou niet van warmte,
broedplaats van muggen en maden
poel van limonade en andere slopende dranken
Schenk mij liever klare
kou en koffie,
destructie bevroren, duidelijk zichtbaar
en aanvaardbaar
Wie in de kou zit schept geen illusies,
Maar schept sneeuw, vrij ongenaakbaar,
in de menselijke
soms bovenmenselijke winter 
Remco Campert,
uit Dichter,
De Bezige Bij, Amsterdam 1995

Inhoud & mening

De schrijver van dit gedicht is blijkbaar niet zo’n fan van de winter. Dit gedicht toont de negatieve kanten van de zomer. In de eerste zin heeft de dichter het over vernielende van de warmte. Dit kan vernielende kan verschillende dingen betekenen. Het kan bedoeld zijn als vermoeidheid, dat je van warmte erg moe word, of als lichamelijke vernieling, de zon is niet goed voor je huid en ogen. De schrijver heeft het over de schijn van de warmte. Ik denk dat hij hiermee bedoeld dat je nooit zeker bent van warmte. De kou is betrouwbaarder, het stelt je niet teleur. De kou vernielt de dingen waar de schrijver niet van houdt. Als je op kou rekent, kan het alleen maar meevallen. De warmte, temperatuur, maakt ook een ander soort warmte los bij mensen. De warmte van liefde, geduld en inspiratie. Uit het gedicht blijkt dat de schrijver hier niet zo van houdt.

Ik heb dit gedicht gekozen omdat het heel veelzeggend. Het zegt dat niet iedereen van warmte houdt. Ik ben het niet met de schrijver van dit gedicht eens. Het opbloeien van mensen in de zomer vind ik juist heel mooi om te zien. Ze krijgen zin om veel te ondernemen en zijn, over het algemeen, beter gehumeurd.

Gedicht 4

Zomeravond

Weer niets gedaan.
En weer was alles vergeefs vandaag.
Ik zocht een verre plek om onder de mensen te blijven.
Een zuivere merel heeft zich daarnet in mijn oren geknoopt
En langzaam zijn de ogen van een vrouw over me heen gegaan
Als veel lauw water 's avonds van een zomerregen.
En slapende paren, mijn ouders misschien, hebben vandaag gehoopt
Op mij, en sloom en treuzelend zijn zij uit mij opgestaan
Als kinderen 's ochtends voor ze naar beneden gaan
Om er te spelen met de wijzers van de klok.
Weer niets gedaan.
Dan dit geluk dat mij wordt aangedaan.
Leonard Nolens
uit: Tweedracht,
Querido, Amsterdam 1996

Inhoud & mening

Dit gedicht gaat over iemand die gelukkig is. Hij heeft het idee dat hij dit geluk niet verdient door dingen te doen, maar het gewoon krijgt. Het maakt niet uit of hij goed of slecht handelt, hij krijgt het geluk. Het personage kan genieten van zijn leven en alle dingen die om zich heen gebeuren. Hij zegt dat mensen in de hoop op hem ’s ochtends hun bed uit kunnen komen.

Dit gedicht vind ik ontroerend, omdat het tegenwoordig bijzonder is dat iemand van kleine dingen kan genieten. Als je de eerste twee regels lees verwacht je een saai gedicht, maar dit is het niet. Er wordt heel veel verteld. Ik vind dit gedicht wel onduidelijk, ik snap niet wat er met alle woorden en zinnen bedoeld wordt.

Bronnen
Ik heb alle vier de gebruikte gedichten van www.poezie-leestafel.info gehaald. Verder heb ik nog bestand poëziesyllabus van It’s learning gebruikt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.