Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Gedichten: De idioot in het bad, Paradise Regained, Toerisme, De moeder de vrouw, De tuinman en de dood, Vlam, Ed Leeflang, MIddelbaar Onderwijs, Voor jou, Waanzin,

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 5e klas vwo | 4749 woorden
  • 29 maart 2012
  • 73 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
73 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Vasalis
De idioot in het bad

C.J. Aarts

Paradise Regained

Jotie T'Hooft

TOERISME

Martinus Nijhoff

De moeder de vrouw

P.D van Eyck

De tuinman en de Dood

H. Marsman

Vlam

4 gedichten naar keuze:
Ed Leeflang
‘’geen titel’’                      Twee gedichten uit: Domweg gelukkig in de Dapperstraat

Driek van Wissen
Middelbaar onderwijs

Twee gedichten uit: 19/20 van Gerrit Komrij
De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw.

Hans Warren
Voor jou

Willem de Merode
Waanzin


DE IDIOOT IN HET BAD
Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
Haast dravend en vaak hakend in de mat,
Lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
Gaat elke week de idioot naar 't bad.

De damp die van het warme water slaat
Maakt hem geruster : witte stoom…
En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat,
Bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.

De zuster laat hem in het water glijden,
Hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst,
Hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
En om zijn mond gloort langzaam aan een groot verblijden.

Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
Zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
Zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden
Komen als berkenstammen door het groen opdoemen.

Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
Hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
Hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
En hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.

En elke keer, dat hij uit 't bad gehaald wordt,
En stevig met een handdoek drooggewreven
En in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
Stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.

En elke week wordt hij opnieuw geboren
En wreed gescheiden van het veilig water-leven,
En elke week is hem het lot beschoren
Opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- - - - - - - - - - - - - - -
Uit: Parken en Woestijnen van M.Vasalis (1909-1998)

Opbouw
Het gedicht is opgebouwd uit zeven strofes. Dit is opzettelijk zo gedaan. Het getal zeven slaat op de dagen van de week. Zoals er een einde komt aan een periode.

Vanaf strofe 1 is er een jambisch metrum, door het hele gedicht door. Ook krijg je te maken met antimetrie. Het opzettelijk doorbreken van het metrum.

In de tweede zin is er iets grappigs aan de hand. Het metrum struikelt als het ware, net zoals de idioot zelf. In de derde zin is er weer sprake van een antimetrie. Dit slaat op het woord ‘’lelijk’’.

Rijm
In strofe drie is er een uitzondering qua rijm. We krijgen hier te maken met ‘’omarmend rijm’’. Hiermee wordt de harmonie aangegeven. De rest van het gedicht bestaat uit gekruist rijm.

Beeldspraak
In de derde strofe treed er een vergelijking op bij ‘’komen als berkenstammen’’. De berk staat hier symbool voor de wedergeboorte.

In strofe 4 is er een metafoor. ‘’Hij weet nog niet dat sommige vruchten nimmer rijpen’’ Dit staat symbool voor de idioots domheid, die niet beseft dat hij anders is.

Ook is er sprak van een anafora. Waarmee bedoeld wordt dat hetzelfde woord herhaald wordt. Er is in de vijfde zin drie keer een herhaling van het woordje ‘’niet’’ in één zin.

Stijlfiguren
Laatste twee strofes krijgt ‘’hij’’ de nadruk. Hij is nu uit het water en meteen weer dom en onbeholpen, zoals altijd.

Interpretatie
Dit gedicht gaat over een man, die door zijn handicap erg onbeholpen is. In bad gaan doet hem telkens weer verblijden. In het water is hij namelijk verlost van zijn beperking. Het water wordt door de idioot ervaren als de baarmoeder. Het is alsof hij opnieuw geboren wordt. Als hij uit het bad wordt gehaald, komt hij weer tot bezinning en beseft dat dit maar voor even is. De moeilijkheden van het dagelijks leven moet hij weer aanvaarden.

Mening
Dit gedicht geeft me goed beeld van hoe een gehandicapt persoon zich moet voelen. Vaak krijg ik het idee dat de meesten niet bewust zijn van hun beperking.. Aan de ene kant is het een treurig gezicht, maar aan de andere kant vind ik het mooi om te zien hoe deze man van de kleine dingen in het leven kan genieten.


Paradise Regained
De zon en de zee springen bliksemend open:
waaiers van vuur en zij;
langs blauwe bergen van de morgen
scheert de wind als een antilope
voorbij.
zwervende tussen fonteinen van licht
en langs de stralende pleinen van 't water
voer ik een blonde vrouw aan mijn zij,
die zorgloos zingt langs het eeuwige water
een held're, verruk-lijk-meeslepende wijs:
'Het schip van de wind ligt gereed voor de reis,
de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen,
de morgen en nacht twee blauwe matrozen –
wij gaan terug naar 't Paradijs'.

______________________________
__________
Bron: C.J. Aarts en M.C. van Etten (samenstellers), Domweg gelukkig in de Dapperstraat. De bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur. Bert Bakker, Amsterdam, veertiende verbeterde druk 1996.

Opbouw
Het gedicht bestaat uit 14 strofes. Er is herhaaldelijk sprake van enjambement. De meeste onderbrekingen vallen met de rust in de zin, en zijn daardoor niet erg zwaar of onnatuurlijk.

Rijm
Er is in dit gedicht drie keer sprake van eindrijm. Zoals bij ‘zij-voorbij’’, ‘’wijs-reis-paradijs’’, ‘’rozen-matrozen’’. Ook gebruikt de dichter alliteraties. Bij ‘zon en de zee’’ , bij ‘’blauwe bergen’’ en bij ‘’zorgeloos zingt’’.

Beeldspraak

Personificatie komt meerdere keren voor. Zoals bij ‘’De zon en zee springen bliksemend open’’, ‘’de wind scheert als een antilope voorbij’’, ‘’de zon en de maan zijn twee witte rozen en “de morgen en de nacht zijn twee blauwe matrozen’’.

Stijlfiguren

Een hyperbool is er bij de zin ‘’held’re, verukk-lijk-meeslepende wijs’’, waarin de dichter het woord abstraheert en het wijsje tot de verbeelding laat spreken. Daarnaast spreekt hij van ‘’eeuwig water’’, wat tevens een hyperbool is. Water kan niet eeuwig zijn, het lijkt op dat moment alleen maar zo.

Interpretatie
Dit expressionistische gedicht verwijst naar het paradijs in de Bijbel. De titel ‘’Paradise regained’’ betekent ‘het paradijs opnieuw bereiken’. Het gaat denk ik over de eerste dagen van de schepping. Ook is de blonde vrouw waarover hij spreekt vermoedelijk Eva (van Adam). De vier elementen van de natuur komen ook aan bod. Vuur, water, aarde een lucht, die grotendeels vermomd zijn, als wind, water en het plein. Het gedicht moet over het paradijs gaan, maar laat een aardse variant ervan zien.

Mening

Het gedicht spreekt me aan, omdat het lekker kort is en niet volgens de ongeschreven regels zijn zegje doet. Het is ietwat warrig, maar zet je wel aan het denken. Ik vraag me bijvoorbeeld af welk paradijs hier werkelijk bedoeld wordt. Zo zou het net zo goed een vakantiebestemming kunnen zijn.


TOERISME
We zagen de spraakwatervallen van Speed,
hangende tuinen, verre sterrenbeelden
die toch nabijer dan medereizigers waren.

In een bus vol naasten bezochten we
en werden we bezocht door nachtmerries,
visioenen van heiligen en engelen
zongen ons doof en we ontwaakten
in hotel Harmonie.

Twee spiegels, tegenover elkaar geplaatst
boden ons een oneindig perspectief.

En toch, dacht ik, er moet meer zijn.


------------------------------------------------------------------
Uit: 'De laatste gedichten' van Jotie T'Hooft (1956-1977),
die in 1976 voor zijn werk de Reina Prinsen Geerligsprijs ontving.

Opbouw
In regel zes is sprake van een enjambement. Dit zet de lezer op het verkeerde been. De nachtmerries laten hem iets vervelends ondergaan. Eerst denk je dat hij over mooie dingen spreekt. ‘’Heiligen en engelen’’ maar algauw lijken deze goddelijke wezens niet zo vriendelijk te zijn.

Beeldspraak
Er is in dit gedicht sprake van een anticlimax in de eerste alinea. De watervallen zijn het belangrijkste van deze reeks. Vanaf hier wordt het steeds onrealistischer. Hij vergelijkt toerisme met drugs, wat terugslaat op de titel. Ook is er in regel 2 en 3 een paradox ‘’Verre sterrenbeelden die toch nabijer dan medereizigers waren’’.Dit geeft aan hoe eenzaam hij is. Als sterren dichterbij zijn dan mensen om je heen, ben je goed van de kaart.

Stijlfiguren
Allereerst denk je dat hij het over iets moois heeft, ‘’heiligen en engelen’’. Maar als je beter leest zie je dat hij bedoeld ‘’schijn bedriegt’’. Het is sarcastisch. De engelen zingen hem doof. Het is negatief. Het zijn ook nachtmerries, iets zeer onaantrekkelijks. De interessantheid is hiermee weg. De bladspiegel illustreert wat er wordt gezegd. Dat het over twee spiegels gaat.

De tegenstelling in dit gedicht is, dat het oneindige perspectief niet de waarheid laat zien. Hij ontwaakt uit zijn ‘’trip’’.

Interpretatie

De achterliggende gedachtes van dit gedicht zijn dat drugs niet de oplossing is en dat hij na deze ‘’trip’’ weer alleen is. De hallucinatie en het fijne gevoel zijn maar voor even. Nadat de drugs zijn uitgewerkt is het leven weer net zo naar als eerst. Hij beseft dat het zijn problemen niet oplost. Het gedicht heet waarschijnlijk toerisme, omdat hij tijdens deze ‘’trip’’ een reis door zijn hoofd aflegt en allemaal onbekende dingen tegenkomt.

Mening

Het gedicht is te bizar om me echt te kunnen inleven in deze persoon. Als ik dit gedicht alleen had moeten analyseren was ik er waarschijnlijk niet uitgekomen. De vaagheid ervan geeft goed weer hoever de man heen is. Als ik niet geweten had dat het ook werkelijk door een drugsverslaafde geschreven was, zou ik de boodschap minder snel hebben opgepakt. Door de geschiedenis van de dichter zelf te weten, is dit gedicht extra bijzonder. Ik vind het erg knap dat deze man hier zo open over durft te zijn. Een depressie of drugsverslaving zou ik zelf willen verbergen.


De moeder de vrouw
Martinus Nijhoff

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren
.

________________________________________
Bron: Nederlandse letterkunde : De periode 1920-1945 / samenstelling Rob van Riet. - Utrecht, Antwerpen: Het Spectrum, 1986. Bundel:Nieuwe gedichten

Opbouw
Het gedicht bestaat uit 15 gelijkvormige strofes, waarin regelmaat zit.
Soms is er sprake van enjambement, maar dit is alleen in de natuurlijke rust van de zin.

Rijm

Er is in dit gedicht assonantie bij: ‘’lag in het gras’’, ‘’Wijd en zijd’’, “laat mij daar’’, ‘’god zong’’.

Ook is er meerdere keren sprake van eindrijm.
Het schema is: A-BB-A-C-D-E-C-F-G-F-G-F

Beeldspraak
Er is in dit gedicht sprake van beeldspraak bij ‘’Twee overzijden die elkaar vroeger leken te vermijden worden weer buren’’.

Stijlfiguren
In de eerste twee zinnen is sprake van Parallellisme: Ik ging.. Ik zag.
In de een na laatste zin is sprake van een herhaling bij het woordje ‘’o’’ wat twee keer gebruikt wordt, om de emotie te benadrukken. Het verlangen wordt hierdoor versterkt.

Interpretatie
Het hoofdpersonage in het gedicht verlangt terug naar de tijd dat hij nog bij zijn moeder was. Dit verlangen wordt in gang gezet doordat hij, liggend in het gras, een vrouw op een boot psalmen hoort zingen.

Mening
Dit vind ik een mooi gedicht, omdat verlangen naar iemand die niet meer bij je is, vaak wordt opgewekt door liederen, net zoals in dit gedicht gebeurd. Veel mensen kunnen zich waarschijnlijk met deze man identificeren, hij roept sympathie bij me op. De dichtstijl van Nijhoff vind ik fijn. Het is duidelijk en goed te begrijpen.


De tuinman en de Dood
P.N. van Eyck

Een Perzisch Edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: "Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!" -
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
"Waarom," zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
"Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?"
Glimlachend antwoordt hij: "Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan."


Bron:De Nederlandse Poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten. Gerrit Komrij (verz.) Bert Bakker 1996

Opbouw
Het gedicht is symmetrisch opgebouwd. In de eerste 4 strofen vertelt de edelman over de ontmoeting van zijn tuinman met de Dood. In de laatste 4 strofen vertelt hij over zijn eigen ontmoeting met de Dood.

Rijm
Het eindrijmschema bestaat uit gepaard rijm en gaat als volgt: AA-BB-CC-DD-EE-FF. De vierde en de achtste strofe eindigen beiden op de klank ‘aan’. (Ispahaan).

Beeldspraak
Het begrip ‘’de Dood’’ wordt hier gepersonifieerd. Het is een persoon die men ontmoet. Dit zal bij veel lezers een beeld opwekken van ‘de man met de zeis’.

Stijlfiguren
De hoofdpersoon die spreekt is de edelman. Hij vertelt tegen de lezer.
Er is sprake van inversie bij ‘’Geen dreiging was ‘t’’. Waarbij dreiging extra benadrukt wordt. Het gedicht krijgt een sprookjesachtige gevoelswaarde doordat het zich in hert oude Perzie afspeelt.

Interpretatie
De boodschap is dat geen mens aan de Dood kan ontsnappen, ook al ga je ervoor op de vlucht naar Ispahaan. Zowel de tuinman en de edelman worden, net als tenslotte ieder mens, door de Dood gehaald.

Mening
Het onderwerp, de dood, is iets wat menig mens aan het denken zet. Wat er met je gebeurd nadat je overlijdt is maar de vraag.
Het contrast tussen de edelman en de tuinman vind ik erg mooi. Het toont aan dat iedereen als een gelijke zal sterven.


H. Marsman

Vlam

Schuimende morgen
En mijn vuren lach
Drinkt uit onzaggelijke schalen
Van lucht en aarde
Den opalen dag.

Opbouw

Dit is een kort gedicht, een kwintet. Er is elke zin sprake van zwaar enjambement. De zinnen worden op de volgende regel niet afgemaakt. Het lijkt zelfs alsof de dichter een deel gedelete heeft, en dat we slechts de eerste woorden te zien krijgen.

Rijm
Er is hier eenmaal sprake van rijm. Het schema is : A-B-C-D-A. De eerste en de laatste zin rijmen op elkaar, wat ervoor zorgt dat het verhaaltje als het ware rond is.
Er is sprake van alliteratie bij ‘’onzaggelijke schalen’’, waar de ‘’g’’-klank herhaald wordt. Ook is er in regel 4 sprake van assonantie bij ‘’opalen dag’’, waarbij de ‘’a’’-klank zich herhaald.

Beeldspraak

Mijn vuren lach is een synesthesie. Dat staat voor een vurige lach.
Want ‘’lach’’ staat voor gehoor, vurig / vuur, staat voor gevoel. Dit geeft de lezer een extatisch gevoel.

Ook is er sprake van een vergelijking bij ‘’opalen dag’’, hierbij wordt de dag vergeleken met de kleur opaal. Dit roept een beeld op, een heldere dag.

Stijlfiguren

De bedoeling van een expressionistisch gedicht is om een bepaald gevoel bij de lezer op te roepen. De gevoelswaarde wordt versterkt door het woordje ‘’onzaggelijke’’, wat doet denken aan schalen die oneindig zijn. het woord bestaat niet ,maar je kan je er toch een beeld bij scheppen.

Interpretatie
De hoofdpersoon ( waarschijnlijk de dichter zelf) bruist van levensenergie, Marsman zegt het niet, maar dit kan je opmaken door ‘’mijn vuren lach’’.
Het gedicht komt luchtig en vitaal over op mij.
Het is een kosmisch expressionistisch gedicht, er zit geen houvast in, geen vaste vorm.
Dit gedicht behoort tot deze categorie, omdat er in deze beweging een afkeur bestond voor alles wat klein en burgerlijk was, zoals poëzie die volgens de regels was. Dit zie je terug. De gevoelswaarde staat centraal.

Mijn theorie van dit gedicht is, dat de hoofdpersoon een levensgenieter is, die met vreugde opstaat en zijn dag met een douche begint en zich daarbij inzeept. Dit is voor mij een ‘’schuimende morgen’’. Daarna drinkt hij bij het ontbijt een enorme kop thee, hij ‘’drinkt uit onzaggelijke schalen’’. Hij beschrijft het moment van het aanbreken van de dag alsof het iets bijzonders is. Hij legt sterke focus op een moment wat normaal gevonden wordt.

Mening
Het gedicht is zo bizar dat het geniaal is. Naar mijn mening is expressionisme een van de interessantste kunstvormen, omdat de kunstenaar de ontvanger de kans geeft om zelf een beeld te scheppen. En zijn of haar interpretatie te zoeken. Dit doet H. Marsman ook met ‘’Vlam’’. De boodschap wordt door emoties overgebracht. Emoties worden door iedereen anders ontvangen, zo is het ook bij kunst. Hoe je het ook interpreteert, een ding is duidelijk; pluk de dag alsof het uw laatste is!


Ed Leeflang

'' geen titel''

Ze is zo groot, zo warm, zo zonnig.
Ze haalt haar wijsheid uit een land
Waar vuilnisbakken zijn beverfd met bloemen
’s zomers zeilt zij op haar houten ledikant.

Haar lach vliegt zeer omslachtig
Als een fazant bijvoorbeeld door het lokaal,
Zo kleurig ook; zij houdt van allemaal
En niemand is alleen gelaten.
Ze kan niet haten.

Op het bord zij waaren en hij hete;
Ze is er voor het zijn, en niet voor het weten,
Naar kennis heeft ze nooit gedorst.
Ze is zo groot, zo warm, zo zonnig;
Ze geeft straks heel de klas de borst.

Opbouw

Er is in dit gedicht sprake van zwaar en minder zwaar enjambement, omdat er veel zinnen zijn die niet op de natuurlijke rust in de zin worden onderbroken, zoals bij de tweede zin van dit gedicht. ‘Ze haalt haar wijsheid uit een land, 3e zin: Waar vuilnisbakken zijn beverfd met bloemen. Dit gedicht is een sonnet. Het heeft veertien versregels en een rijmschema. Er is niet sprake van een klassiek sonnet, het rijmschema is anders en tussen het octaaf en het sextet is geen tegenstelling.

Rijm
Dit gedicht bestaat uit eindrijm, zowel vrouwelijk als mannelijk. Zin 2 en 3 zijn mannelijke, aangezien land en ledikant op de laatste beklemtoonde lettergreep vallen. Zin 10 en 11, Hete en weten, zijn vrouwelijke. Er volgt een ombeklemde lettergreep na de beklemtoonde lettergreep.

Schema
1 a
2 b Kwartrijn - gekruiste rijm
3 c
4 b

5 c Kwintet - Gepaarde rijm
6 d
7 d
8 e
9 e

10 f Kwintet – Gepaarde rijm / Gekruiste rijm
11 f
12 g
13 h
14 g

Beeldspraak
Er is sprake van een metafoor bij ‘’zij is zo zonnig’, wat aangeeft dat ze straalt als ze lacht. Ook bij ‘houten ledikant’ hebben we hiermee te maken, dit moet namelijk een zeilboot voorstellen. Er is ook sprake van een metonymia bij zin 5 en 6. ‘Haar lach vliegt zeer omslachtig als een fazant bijvoorbeeld door het lokaal’. Hier is ‘’fazant’’ een metonymia, voor iets wat snel en opvliegend is.

Stijlfiguren
Er is sprake van inversie bij zin 4, waar ’s Zomers voorop wordt geplaatst.
Er is meerdere malen sprake van een opsomming, bijvoorbeeld bij de eerste regel ‘’ Ze is zo groot, zo warm, zo zonnig.’’ Er is sprake van een tegenstelling bij ‘’ Ze is er voor het zijn, en niet voor het weten,’’’(zin 11).

Interpretatie
Ik denk dat de schrijver me met dit gedicht wil vertellen dat iemand die niet op elk vlak mee komt met de rest nog niet perse een buitenbeentje is. Dit gedicht verteld het verhaal over een buitenlands meisje wat de Nederlandse taal niet goed beheerst. Ondanks dat is ze erg vrolijk en geeft ze de hele klas de borst.

Mening
Eerst dacht ik dat dit gedicht over de zon ging, die gepersonifieerd was, maar toen ik het nogmaals las kwam ik toch tot een andere betekenis. Het gedicht vond ik bijzonder, omdat ik me gelijk voorstelde hoe zo iemand eruit zou moeten zien. Ook riep het de vraag in me op; In welk land zijn vuilnisbakken beverfd met bloemen? Het zet je aan het denken. Ik vind het mooi dat de dichter aangeeft dat uit een ander land komen geen negatief iets hoeft te zijn. Iets waarover de politiek de laatste tijd hevig over discussieert…


Driek van Wissen
Middelbaar onderwijs

Het mooiste meisje van de klas
Verschikt onwennig bij haar schouder
Een bandje van haar bustehouder;
Ze draagt dat rare ding maar pas.

De meester, achter brilleglas,
Ziet toe, ontroerd, en denkt: ‘Wat zou d’r
Gebeuren als zij tien jaar ouder
En ik eens tien jaar jonger was’?

Ach, hij vergeet hoe hij verdorde
En hoe haar leven net begint.
In stilte wordt door hem bemind
De schone vrouw, die zij zal worden.

Dan praat ze wat, het lieve kind,
En streng roept hij haar tot orde.

Opbouw

Dit gedicht is een modern sonnet. Het bestaat uit 14 versregels, maar heeft niet de klassieke vorm van: abb-abba-cdc-dcd.

Rijm
Er wordt een alliteratie gebruikt bij ‘’ Een bandje van haar bustehouder’’ ( Bandje en Bustehouder) .

Rijmschema
1 a kwartrijn
2 b
3 b
4 a

5 a kwartrijn
6 b
7 c
8 a

9 d kwartrijn
10 e
11 e
12 d

13 e terzine
14 d

Beeldspraak
Geen beeldspraak aanwezig.

Stijlfiguren
Er is een retorische vraag die de hoofdpersoon uit het gedicht stelt.

‘’ Wat zou d’r
Gebeuren als zij tien jaar ouder
En ik eens tien jaar jonger was?’’

Er wordt een hyperbool gebruikt bij de ‘’ Verschikt onwennig bij haar schouder
Een bandje van haar bustehouder;’’

Interpretatie
De schrijver heeft een simpele situatie geschetst, mogelijk realistisch. Iets wat in elke klas zou kunnen voorkomen. Het gedicht is aan de ene kant droevig, maar aan de andere kant humoristisch. Het laat het klunzige gedrag van het mooie meisje zien en de bedroefde leraar, die beseft dat hij niet meer de jongste is.

Mening
Dit gedicht heb ik uitgekozen omdat ik het een grappig idee vond dat dit misschien ook wel op onze school gebeurd is. Het mooie van gedachtes is natuurlijk dat je ze van elkaar niet kan zien, maar toch, het is een realistische situatie. Alleen is het wel een beetje een eng idee om door ene leraar ‘bemind te worden’. Het grappigste vind ik de laatste twee regels, waarin het gedicht een wending maakt.


Hans Warren
Voor jou

Ben jij het die dit leest? Heb je net
Je astrakan muts afgezet, en vallen nu
Je zwarte krullen warm naar het papier?
Slaat het licht van deze bladzij
Op in de goudspikkels van je ogen,
Glimlach je gelukkig, nu je merkt
dat ik dit weet, en breng je ook
je donkere lippen zo dicht bij de woorden
dat het lijkt of je ze gaat kussen?
Leg je, toch even onzeker, je vinger tussen de bladzijs, druk je het boek
tegen je borst, waar het ritselt
door het bonzen van je hart?
Ben je nóg mooier nu, kijk je door het raam?
Wees gerust: dit is werkelijk voor jou geschreven.

Opbouw
Er is in dit gedicht sprake van een enjambement omdat de zinnen niet worden afgemaakt en ze doorgaan op de volgende regel. Het gedicht omvat 14 versregels. Een quatorzet zou ik dat noemen, aangezien de namen afgeleid worden van het Frans.

Beeldspraak

Er is sprake van een metafoor wanneer er wordt gezegd in het gedicht ‘ de goudspikkels van je ogen’. Waarmee wordt bedoeld dat je ogen stralen als goud.

Stijlfiguren
Dit gedicht speelt vooral met de gevoelswaarde van de lezer, door het persoonlijk te maken. Er is sprake van meerdere retorische vragen waarop de schrijver geen antwoord verwacht, zoals ‘ben je nog mooier nu, kijk je door het raam?

Interpretatie
Het is waarschijnlijk de schrijver zelf die hier spreekt. Dat kan je zien doordat er geen naam wordt genoemd, maar vanuit een ik-persoon wordt gepraat. Ook lijkt het alsof de schrijver wil doen alsof hij het papier is. Hij laat namelijk zien dat hij alles weet en precies begrijpt hoe jij je voelt. Hij probeert als het ware een soort van spiegel te zijn.

Mening

Dit gedicht vond ik interessant omdat er ook een tikje humor in zit, maar het toch om de liefde gaat. De schrijver gaat af op het gevoel van de lezer, en probeert daardoor de lezer te amuseren.
Vooral de laatste zin ‘wees gerust: dit is werkelijk voor jou geschreven.’ vind ik erg grappig, omdat je dat van te voren natuurlijk niet weet. Ook vind ik het origineel dat dit gedicht voornamelijk uit vragen bestaat. Het spreekt meteen aan.


Willem de Merode
Waanzin

Meen niet, dat hij te scheien stond,
Toen hem het giftige antwoord stak.
Hij voelde, dat iets in hem brak,
Maar hield de glimlach om zijn mond.

Even vertroebelde zijn oog.
Maar daadlijk keek hij strak en koel.
En sterk hield hij het lauw gevoel
Ten onder, dat zijn hart bewoog
Hij zal de eerste stap niet doen.
Zijn fierheid, ten begeerde zoen,
Weigert het goede woord te spreken,
Al zou zijn hunkerend hart ook breken.

Maar toen hij zich vol stugheid wendde,
Snikte hij zachtjes van ellende

Opbouw
Dit gedicht is opgebouwd uit drie strofen. Een kwartrijn, octaaf en een distichon. Er is soms sprake van licht enjambement, die aangegeven word door de komma in de zin.

Rijm
Er is hier sprake van eindrijm. De rijm is afwisselend, de 1e regel bijvoorbeeld rijmt weer op de vierde regel. En de 2e regel rijmt op de 3e regel. In het middenstuk wisselt het af, en de laatste zinnen rijmen ook weer op elkaar.
Dus: ABBA – CDDCEEFF – GG.

Beeldspraak

Er is sprake van een metafoor bij de woorden ‘het giftige antwoord’.
Hiermee bedoelt hij waarschijnlijk de gemene woorden van zijn geliefde.

Stijlfiguren

Er is in dit gedicht sprake van parallellisme. Er wordt herhaaldelijk het woord ‘maar’ gebruikt aan het begin van de zin, in elke strofe.
Ook is er een alliantie bij de woorden ‘hunkerend hart’.

Interpretatie
De jongen uit het gedicht weet niet goed wat hij met zijn gevoelens aan moet. Zijn gedachtes gaan ergens anders heen dan hij eigenlijk wil. Het ziet er naar uit dat de jongen is afgewezen door een meisje, dat maak ik op uit de woorden ‘toen hem het giftige antwoord stak’. De jongen is in paniek en weet niet wat hij moet doen. Je kan lezen dat hij zich groot houdt, maar als hij zich omdraait moet ie toch huilen.

Mening

Ik vind dit gedicht mooi geschreven, ik wist niet gelijk wat er bedoeld werd, maar naarmate ik er eens goed naar gekeken had wist ik wat de schrijver bedoelde met deze woorden.
Dit gedicht heb ik gekozen omdat het nogal mysterieus is, je wil weten waarvoor deze jongen dan wel huilt. Het is me niet duidelijk, maar ik denk dat het om de liefde gaat. Ook is het probleem wat deze jongen heeft herkenbaar bij meerdere jongens die ik ken, ze kunnen moeilijk hun emoties uiten en proberen zich groot te houden tegenover hun naasten. Het bijzondere aan dit gedicht vind ik dat degene waarover het gedicht gaat zich eerst heel sterk houd. Hij probeert zijn gevoelens weg te bijten. Maar aan het einde van het gedicht, in de laatste strofe begeeft hij toch van de emoties en huilt.

REACTIES

M.

M.

OMG ik ben hier zo blij mee, echt bedankt. echt bedankt!!!!

11 jaar geleden

M.

M.

top

10 jaar geleden

R.

R.

De tuinman en de dood. Mening: 'Wat er met je gebeurd nadat je overlijdt is maar de vraag.' 1. Heeft niets met het gedicht te maken. 2. Bovendien is het "gebeurt" / niet "gebeurd"!

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.