Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De zee en een lied gedichten

Beoordeling 4.1
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • Klas onbekend | 2177 woorden
  • 3 februari 2009
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 4.1
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De zee een lied – J. Slauerhoff.

DE VAGEBOND

Morgenwind wekt mij, blaadrend in den boom
Waaronder ik in droom lag met een vrouw
Zoo wulpsch als lieflijk, maar zelfs in dien droom,
Toch zeer kortstondig, bleef ik haar niet trouw.

De kim woei open. Ik was weer verheugd
En wiesch mijn warm gezicht in morgendauw.
Ik roofde een landmeisje haar melk en deugd
Met volle teugen, en had geen berouw.

Ik leef. Ik vrees alleen dat 't web van wegen
Dat zich al nauwer om de wereld spant,

Mij niet meer doorlaat naar het ver gelegen,
Steeds wenkend en steeds wijkend wonderland.

• Het rijmschema is abab bij alle drie verzen, dit is gekruist rijm.
• Het gedicht gaat over een man die vaak iets met een vrouw heeft. Hij kan alleen geen enkele vrouw trouw blijven omdat er zoveel mooie vrouwen op de wereld zijn. Hij heeft nu het gevoel dat hij leeft maar hij beseft ook dat hij niet zo door kan gaan. Als hij zo door gaat dan zal hij waarschijnlijk ook nooit echte liefde krijgen. De echte liefde is voor hem wel iets wonderbaarlijks.
• Het gedicht is wat vaag, maar toch kun je door de poetische zinnen heen wel de kern van het gedicht eruit halen. Ook vind ik het mooi geschreven. De inhoud vind ik wel mooi, voor hem is liefde ongrijpbaar.


VOOR DE VERRE PRINSES

Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.

Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis dat ik
Op vleuglen van verlangen rusdoos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.

Maar als het waar is dat door groote droomen
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
Dan zal ik komen, iedren nacht.


• Het rijmschema is abab bij alle drie verzen, dit is gekruist rijm.
• Het gedicht gaat over twee geliefden die uit elkaar zijn gegroeid. De wereld drong tussenbeide. Veranderingen bij beiden hebben hen uit elkaar gedreven. De schrijver van het gedicht hoopt wel dat ze elkaar weer zullen vinden, maar dan moeten ze wel net zo ver tot elkaar komen zoals het vroeger geweest was.
• De titel ‘voor de verre prinses’slaat op zijn liefde die nu ver van hem vandaan staat.
• Ik vind het een heel mooi gedicht. Het is goed te begrijpen en mooi geschreven. Vooral de situatie in het eerste vers vind ik mooi beschreven. Het is ook best een algemeen thema en ik denk dat velen zich hierin kunnen herkennen.

DE SCHALMEI

Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter,
Behalve Wanjka die Iwan heette.

Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.

Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.

'O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen.
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei
Laat andren werken,
Sandalen maken of kerken.
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei.'

• Het rijmschema is abc-defece-eg-hijkgeeg. Dit is geen vast rijmschema.
• Het gedicht gaat over een jongen die heel vrij in het leven staat. Hij wil niet werken, dat vindt hij nergens voor nodig omdat hij al tevreden is met een beetje muziek maken. Hij is daarmee gelukkig en ziet niet in waarom hij zou gaan werken.

• Ik vind het een heel grappig gedicht. Vooral het eerste couplet slaat eigenlijk nergens op! Met allemaal Peters behalve Wanjka die Iwan heette. Dat vond ik erg grappig.

DAME SEULE

Zij voelt zich onder 't donker van de boomen
Zoo eenzaam, dat zij zelf haar schouder liefkoost.
Haar handje, met de ronding ingenomen,
Die over 't zomerkleed is bloot gekomen,
Daalt af, dwaalt af, zij richt zich op en bloost,
Gaat dan weer voort een kledingstuk te zoomen.

• Het rijmschema is abaaba, dit is omarmend rijm.
• Het gedicht gaat over een meisje dat heel erg alleen is. Ze voelt zich zo eenzaam dat zich zelf probeert te omarmen. Ze aait zichzelf. Dan ziet ze dat iemand naar haar kijkt. Ze schaamt zich en gaat weer verder met haar werk
• De titel Dame seule, wat eenzame dame betekent slaat dus op dit meisje dat zich zo eenzaam voelt.
• Ik vind dit een beetje een zielig gedichtje. Het is heel simpel, maar toch ook weer niet. Ik denk dat voor mensen, die zich ook zo eenzaam voelen, dit gedicht herkenbaar is en hen aanspreekt. Dat ze niet de enigen zijn die zich eenzaam voelen, maar dat er meer zijn die het alleen niet laten zien.


HET EINDE

Vroeger toen 'k woonde diep in 't Tand,
Vrat mij onstilbaar wee;
Zooals een gier de lever, want
Ik wist: geen streek geeft mij bestand,
En 'k zocht het ver op zee.

Maar nu ik ver gevaren heb
En lag op den Oceaan alleen,
Waar zelfs Da Cunha en Sint-Heleen
Niet boren door de kimmen heen,
Voel ik bet trekken als een eb

Naar 't verre, vaste, bruine land…
Nu weet ik: nergens vind ik vree,
Op aarde niet en niet op zee,
Pas aan die laatste smalle ree
Van hout in zand.

• Het rijmschema is abaab-cdddc-abbba, dit is omarmend rijm.
• Het gedicht gaat over iemand die zich eigenlijk nergens thuis voelt. Op het vaste land voelde hij zich niet thuis, op de zee voelde hij zich niet thuis. Hij voelt zich gewoon nergens thuis. Hij denkt dat hij zich pas thuis voelt in de wereld na zijn dood.
• De titel ‘Het einde’slaat dus op de wereld na zijn dood, waarin hij eindelijk vrede zal vinden.

• Dit gedicht vind ik echt heel vaag. Er worden hier heel veel vage zinnen en woorden gebruikt. Ik vind het wel zielig voor de persoon dat hij zich nooit ergens thuis voelt, maar verder kan ik hier niet zoveel mee.

VOLKSWIJZE

Mager paardje, jaag maar:
De steppe is eindeloos breed,
De vliegen steken je flanken,
De stenen je zere hoeven,
Je mag nooit stilstaan en drinken
En de zon is zoo hart en zoo heet.

Smal scheepje, vaar maar:
Eindeloos is de zee,
Al trillen je ,pede ,astem,
Al heb je te zware lasten,
Toch mag je in geen haven rusten
En aan’t eind van de reis moet je ankren,
Ergens ver buiten de ree.

Arm hartje, klaag maar:
De liefde is eindeloos wreed,
Je krijgt haar niet en haat ze
Of je krijgt haar wel en dan gaat ze
Toch later weer weg en verlaat ze
Het hartje dat haar beminde;
Nooit meer komt er een eind aan het leed.


• Het rijmschema is abcdcb –aefghie-abjjjkb. Dit schema heeft geen naam maar toch zie je enige regelmaat namelijk dat in elk vers het laatste woord van de 2e en de laatste zin rijmde.
• Dit gedicht gaat over de liefde. Die pakt vaak verkeerd uit. Of je zult de liefde nooit kennen en als je ooit verliefd wordt dan wordt uiteindelijk je hart gebroken en blijf je vol verdriet achter.
• En de titel ‘volkswijze’slaat op dat iedereen dus het hele volk deze gebeurtenissen over de liefde wel kent.
• Dit gedichtje vind ik wel leuk! Hoewel het wel erg pessimistisch is kan ik me erin vinden. Liefde kan heel wreed zijn. Ik denk dat iedereen zich hier wel in kan vinden, want ook dit is een algemeen thema.

LANDELIJKE LIEFDE

Wij stonden gebogen over de vliet;
Daaronder leken onze gezichten
Ziende uit een toekomst, toen een lichte
Rimpeling ons glimlachen liet:

Ons spiegelend zooals wij niet
Meer konden zijn. Nooit meer? Ik vroeg haar:
‘Laat alles worden zooals vroeger.’ Zij gaf geen antwoord. Haar voetje stiet

Een steen in’t water en terstond
Verdwenen we. Zoo was het altijd:
Verschijnen, verdwijnen, weerzien, afscheid,
Zoeken in elkaars oogen en mond

Een zoen, niet bij machte kortstondige weelde
Te geven, dien alleen het voorgevoel

Van het wellicht voor ’t laatst te doen
Een zekere ernstige wellust verleende.


• Dit gedicht gaat over 2 verliefden die al lang een relatie hebben en inmiddels zijn er wat jaren voorbij gegaan en elke keer zien ze elkaar weer en nemen ze weer afscheid. De lust is altijd gebleven
• De titel landelijke liefde slaat op dit verliefde stel.
• Dit gedichtje vind ik een beetje saai. Het is een beetje dramatisch en dan saai. Het woordgebruik is niet vervelend, maar toch vind ik de bedoeling van het gedicht wat vaag.


IN NEDERLAND

In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er steeds zijn lusten reven,
Ter wille van de goede buren,
Die gretig door elk gaatje gluren.
‘k Ga liever leven in de steppen,
Waar men geen last heeft van zijn naasten;
Om ’t krijschen van mijn lust zal zich geen reiger reppen,
Geen vos zijn tred verhaasen.

In Nederland wil ik niet sterven
En in de natte grond bederven
Waarop men nimmer heeft geleefd.
Dan blijf ik liever hunkrend zwerven
En kom terecht bij de nomaden.
Mijn landgenooten smaden mij: Hij is mislukt.

Ja, dat ik hen niet meer kon schaden,
Heeft mij in vrijheid nog te vaak bedrukt.

In Nederland wil ik niet leven
Men moet er altijd naar iets streven,
Om ’t welzijn van zijn medemenschen denken.
In het geniep slecht mag men krenken,
Maar niet een facie ranslen dat het knalt,
Alleen omdat die trek mij niet bevalt.
Iemand mishandlen zonder reden
Getuigt van tuchtelooze zeden.

Ik wil niet in die smalle huizen wonen,
Die leelijkheid in steden en in dorpen
Bij duizendtallen heeft geworpen…
Daar loopen allen met een stijve boord
- Uit stijlgevoel niet, om te toonen
Dat men wel weet hoe het behoort –
Des Zondags om elkaar te groeten
De straten door in zwarte stoeten.

In Nederland wil ik niet blijven,
Ik zou dichtgroeien en verstijven.

Het gaat mij daar te kalm, te deftig,
Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig,
En danst nooit op het slappe koord.
Wel worden weerloozen gekweld,
Nooit wordt zoo’n plompe boerenkop gesneld,
En nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord.

• Dit gedicht gaat over iemand die niet in Nederland wil wonen laat staan er sterven. Hij houdt er niet van, zich niet uit te kunnen leven zonder dat de buren meekijken. Hij vindt de steden en dorpen lelijk en de mensen te stijf. Ze tonen niet veel emotie, zoals in andere landen wel het geval is.
• De titel ‘In Nederland’ is erg duidelijk en slaat op het hele gedicht, want het gaat in het hele gedicht over Nederland. Hoe het eruit ziet en hoe de cultuur er is.
• Dit gedicht vind ik wel grappig. Ik vind Nederland ook niet zo’n super land, daar ben ik het wel met hem over eens. Het is makkelijk geschreven en te snappen.

DE ONTDEKKER

Hij had het land waarvoor hij scheep ging lief,
Lief, als een vrouw ’t verborgen komende.
Er diep een denken stond hij droomende

Voor op de plecht en als de boeg zich hief

Was ’t hem te moede of ’t zich reeds bewoog
Onder de verten, waarin ’t sluimerde,
Terwijl ’t schip door de waterscheding schuimende,
Op de aanbrekende geboort’ toevloog.

Maar toen het lag ontdekt, leek het verraad.
Geen stille onzichtbre streng verbond hen tweeën
Hij wilde ’t weer verheimlijken – te laat:
Het lag voor allen bloot. Hem bleef geen raad
Dan voort te varen, doelloos, desolaat
En zonder drift – leef, over leege zeeën

• In de eerste 2 verzen is sprake van omarmend rijm. Abba cddc
• Het gaat over een schipper die heel erg van de zee houdt en het ontdekken van nieuwe gebieden. Maar als hij dan bij land aankwam was het al ontdekt en toegankelijk voor iedereen en dan walgde hij ervan en wilde zo snel mogelijk weer weg. Lekker voortvaren op de eindeloze zeeën
• De titel ‘De ontdekker’ slaat op de schipper die graag nieuwe gebieden wil ontdekken.

• Dit gedicht vind ik echt helemaal niks. Het spreekt me totaal niet aan. Het onderwerp niet en ook niet hoe het is geschreven.

ZEEROEP

Ik ging gelooven dat ik nu zou rusten,
De winter in ’t ommuurde stadje blijven,
Een huis bewonen, klare zinnen schrijven
En voor het eerst wat langer voorgekuste
Vrouwen hier bij mij hebben en, ter ruste
Met hen gegaan lang in omhelzing blijven.
En langzaam werden mij hun willige lijven
Vertrouwd als vroeger vaak bezeilde kusten.

Zoo dacht ik zittend in mijn kamer, maar
Vannacht hoor ik de najaarsstorm aan heffen;
Het dakhout maakt als kreunend want misbaar.

Ik woon zoo ver van zee, zoo dicht bij haar’
’t Storten der branding kan mij hier niet treffen.
Hoe kan ik zoo wanhopig klaar beseffen
Dat ik weer scheep zal gaan, voor ’t eind van ’t jaar.

• Het gaat over een man die nu eindelijk dacht de drang van het varen te kunnen negeren en zich te kunnen nestelen in een huis en daar voor lange tijd blijven wonen samen met een vrouw, maar dan voelt hij weer dat de zee hem roept en dat hij de zee niet zal kunnen weerstaan.

• De titel ‘Zeeroep’ slaat op de drang van de man om op zee te varen. De zee roept hem als het ware.
• Dit gedicht gaat ook over zee, maar deze vind ik mooier. Zijn onderdrukte en onbewuste gevoelens die nu bovenkomen en waarnaar hij wel moet luisteren. De boodschap is gewoon mooi en je gaat er wel even over nadenken. Ik vind het een mooi gedicht met een mooie boodschap.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.