De jongen
Houd ik van haar
of houd ik niet van haar…
En hij gooide een gulden op,
kruis was houden van.
Het was kruis
en hij hield van haar met nietsontziende liefde,
voor eeuwig, misschien zelfs voor altijd.
Maar als het nu eens munt was geweest,
dacht hij.
Bladeren vielen van de bomen,
vogels vlogen weg
en weer gooide hij een gulden op.
1.Zakelijke gegevens:
a. Titel: De jongen
b. Dichter: Toon Tellegen
c. Bundel: Kruis en munt, Em. Querido’s uitgeverij BV, Rotterdam-Amsterdam, 2000.
2. Eerste reactie:
a. Keuze: Ik heb dit gedicht gekozen, omdat ik de inhoud snapte. Het gedicht is niet langdradig en er zitten geen moeilijke woorden in. Ook heb ik hem gekozen omdat hij niet te kort en niet te lang was zodat ik de vragen makkelijker kon
beantwoorden.
b. Inhoud: Ik vindt het een grappig gedichtje en je kan je makkelijk inleven in de persoon waar het over gaat. Mijn eerste indruk van het gedicht was dat het duidelijk, bondig en realistisch was. Het gedicht behandeld een vraagstuk waar iedereen mee worstelt, valt er te twisten met het lot?
3. Verdieping
a. Samenvatting: Het gaat over het lot, een jongen gooit een gulden op en deze blijkt kruis te zijn. Dit betekend dat hij voor altijd van zijn geliefde zal houden. Maar dan begint hij te twijfelen of zijn lot afhankelijk is van een gulden. Hij denkt er bij na hoe het anders was geweest als hij munt had gegooid. Hij word droevig bij de gedachten en het word herfst. Hij gooit nog een keer.
De jongen is aan het woord. Het gedicht gaat eigenlijk over 2 personen, de jongen en zijn geliefde. Het gedicht speelt zich af in de herfst want de bladeren vallen van de bomen. Er is sprake van een weergave van een gevoel, hij uit zijn twijfels over zijn lot. Regel 6 spreekt mij het meest aan door de woorden ‘’ nietsontziende liefde’’.
b. De stijlfiguren die in het gedicht zitten zijn herhaling, tautologie, tegenstelling en hyperbool.
Herhaling vind je terug in de eerste twee regels ‘’haar’’, en tautologie vind je terug in regel zeven ‘’eeuwig’’ en ‘’altijd’’. Ook zie je in regel zeven een hyperbool bij ‘’eeuwig’’ en ‘’altijd’’. Als laatste zie je in de eerste twee regels ook nog een tegenstelling ‘’houd ik van haar of houd ik niet van haar’’.
De beeldspraak die in het gedicht zit is een metafoor in regel tien en elf. Met bladeren vallen van de bomen wilt de dichter zeggen dat het herfst word.
De rijm die je in het gedicht terug ziet zijn volrijm, en halfrijm. Een voorbeeld van halfrijm is de assonantie in de regels zes, acht en elf in de woordgroepen‘’ niets ontziende liefde’’, ‘’vogels vlogen’’ en ‘’eens geweest’’. Een andere halfrijm die je terug ziet is alliteratie in de regels één, twee, zes, tien en elf in de woordgroepen ‘’houd van haar’’, ‘’gooide gulden’’, ‘’hij hield haar, ‘’bladeren bomen’’ en ‘’vogels vlogen’’. Het eindrijm van dit gedicht is vrije vers. Het is een modern gedicht en het gedicht is opgebouwd in de volgende volgorde: men begint met een vraag, dan komt de oplossing, dan komt de twijfel en het eindigt met herhaling van de handeling. De strofeopbouw die voorkomt is distichon en terzine. De kernregel van het gedicht is ‘’ Maar als het nu eens munt was geweest’’. De rode draad is het lot en het verband tussen de titel en het thema is dat de jongen zijn eigen lot in handen heeft.
4. Beoordeling:
Het gedeelte van het gedicht dat voor mij positief werkt in strofe 3.
Het was kruis
en hij hield van haar met nietsontziende liefde,
voor eeuwig, misschien zelfs voor altijd.
Omdat dit het stukje is waar de liefde word benadrukt, het benadrukt iets waar iedereen naar verlangt, namelijk ‘’nietsontziende liefde’’. Het gedeelte dat voor mij negatief werkt is strofe 5.
Bladeren vielen van de bomen,
vogels vlogen weg
en weer gooide hij een gulden op.
Dit komt omdat het stukje de negatieve kanten van het leven benadrukt. Het word herfst, het word koud en bladeren sterven af, kortom de tijd van depressies bij mensen. Het thema van het gedicht spreekt mij aan omdat niemand weet of het lot echt te beïnvloeden is, en niemand gaat hier op in.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden