Frida Wolf groeit op naast de koepelgevangenis in Haarlem, waarvan haar vader de directeur is. Haar moeder is psychoanalytica en werkt veel, ze heeft weinig aandacht voor haar dochter. Als Frida twaalf is verongelukt haar moeder. Frida’s vader is erg excentriek, zijn bizarre opvoeding heeft grote invloed op haar. In losse hoofdstukken volg je Frida’s jeugd, totdat ze als volwassene terugkeert naar de koepel, die nu omgebouwd wordt tot cultureel centrum.
De roman gaat vooral over Frida en haar vader Timofey. Timofey is heel dominant en driftig maar Frida kan hem goed aan, ze is slim en heeft er geen moeite mee hem haar weerwoord te geven. Hun gesprekken zijn vaak heel grappig. Het boek leest snel en makkelijk, ook doordat de hoofdstukken eerder losse verhalen zijn. Ze hebben allemaal een andere vorm en soms ook een ander vertelperspectief. Een hoofdstuk heeft bijvoorbeeld een tweede verhaal in voetnoten eronder lopen, een ander hoofdstuk bestaat uit genummerde stukjes, weer een ander hoofdstuk is in de tweede persoon geschreven. Soms heeft het iets verwarrends maar meestal is het verrassend en leuk om te lezen.
Frida’s vader Timofey heeft heel merkwaardige ideeën over de opvoeding. Hij vertelt haar vreselijke verhalen over geweldadige gevangenen, zoals over een pedofiele psychopaat die kinderen heeft vermoord en een man die zijn vrouw heeft doodgeslagen met een bierflesje. Als een klasgenoot van Frida op de middelbare school zijn vriendin doodsteekt heeft Timofey vooral medelijden met de ouders van die jongen. Hij leert haar ook dingen als een pistool afschieten en ongezien spullen uit winkels stelen. Niet wat je verwacht van een gevangenisdirecteur. Als Frida ouder wordt, wordt ze ook kritischer tegenover haar vader en vraagt zich vaker af of hij wel gelijk heeft met zijn uitspraken en zijn gedrag. Ze vraagt zich af of ze niet eigenlijk een heel rare jeugd heeft. Dan zegt haar vader: ‘Je hebt een buitengewoon geslaagde opvoeding gehad.’
REACTIES
1 seconde geleden