CKV Verslagen van Culturele Activiteiten

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Cultureel verslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3664 woorden
  • 17 juni 2013
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
13 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

CKV verslag Muzenplein

Zubi Onwuka 4VB

De Kunstenaars

De beelden zijn gemaakt door beeldhouwer Hildo Krop en de brug is gemaakt door bruggenbouwer Piet Kramer.

Hildo Krop kwam in 1906 als kok in dienst van een echtpaar in Engeland, hier werd ontdekt dat hij een talent had voor tekenen en hierdoor volgde hij en zomercursus beeldende kunst. Terug in Nederland besloot hij dat hij kunstenaar wou  worden en hij vertrok naar Parijs. In Amsterdam werd hij benoemd tot Stadsbeeldhouwer. Krop heeft het beeldhouwwerk bij veel bruggen en panden in Amsterdam verzorgd.

Piet Kramer werkte eerst bij het architectenbureau van Eduard Cuypers waar hij heeft geholpen met het ontwerpen van het scheepvaarthuis. Kramer heeft in totaal zo’n 200 bruggen ontworpen. Soms ontwierp hij ook het brughuisje, het smeedwerk en zelfs de beplanting. Het brughuisje bij het muzenplein was eerst een opslaghuis van de dienst beplantingen, Herman Brood had er later een atelier en nu zit de sierraadkunstenaar Philip Sajet er.

Locatie

Het Muzenplein verbind de Apollolaan en de Churchilllaan.  Brug  419 en 420 maken  een deel uit van het Muzenplein, deze twee bruggen zijn nu monumenten. In totaal staan er 16 beelden als een beeld aan het einde van de Churchilllaan niet wordt meegerekend. Hieronder volgen een plattegrond, korte benaming van alle 16 beelden, beschrijving van de beelden 2, 9 & 10 en een tekening van beeld 9.

Mening

Ik vond het best wel leuk om te zien dat er zoveel beelden waren, als ik er ‘s ochtends langs fiets zie ik er meestal maar 4 of 5 maar het zijn er dus veel meer. Het kwam ook goed uit dat het mooi weer was want dat is wel beter met buitenles.

CKV Verslag FOAM

 Vrijdag twee december ben ik met 4VB naar het FOAM fotografiemuseum in Amsterdam geweest voor ckv. De expositie die we zagen heet ‘What’s Next?’ en gaat over de toekomst van fotografie omdat FOAM tien jaar bestaat, in plaats van terug te kijken op wat er gebeurt is zijn ze vooral bezig met wat er nog te gebeuren staat in de komende jaren. De tentoonstelling had vier deelonderwerpen

Willet-Holthuys Verslag

 Aan de Herengracht nummer 605 staat een pand dat er van buiten niet anders uitziet dan de omliggende grachtenhuizen, maar van binnen is het een museum. De laatste bewoners van het huis waren Louisa Willet-Holthuysen en Abraham Willet en bewoonden het huis in de 19e eeuw. Louisa’s ouders hadden het huis gekocht en na de dood van haar vader erfde Louisa het huis. In het testament van Louisa stond dat het huis na haar dood een museum moest worden zodat iedereen kon zien hoe er in die tijd geleefd werd. Louisa en Abraham waren rijk, dat is ook op verschillende manieren te zien in het huis, veel versieringen, grote ruimtes, dure meubels, etc. In die tijd wilde men graag laten zien dat ze rijk waren en tijd hadden zich bijvoorbeeld bezig te houden met kamers opnieuw inrichten. Op de keuken en de slaapkamer na zijn alle kamers nog in oorspronkelijke staat. De keuken werd er eerst uitgehaald omdat dit de plek was waar het personeel werkte en dat werd destijds gezien als onbelangrijk, wat er nu te zien is van de keuken bestaat uit samengestelde onderdelen van Amsterdamse keukens in 18e eeuwste stijl, heeft een laag plafond, houten meubels en een betegelde vloer. De slaapkamer is ook veranderd omdat men vond dat dat te prive was voor een museum. In de slaapkamer die wij zagen stond een tweepersoons hemelbed en andere houten meubels. Hier is het plafond iets hoger. De keuken is op de begane grond, daar is het plafond overal laag omdat hier het personeel veel kwam, op de 1e verdieping is het plafond ineens heel hoog om te laten zien dat men het kon veroorloven om ruimte te verspillen. Op deze etage zijn de balzaal en de blauwe kamer. In de balzaal hangt staat een schilderij van de balzaal zelf vanaf het raam getekend waar een hond op een kussen ligt, in de balzaal zelf heeft iemand die iets te snel keek maar een (nep)kat op het kussen neergelegd. Op de verdieping hierboven is het plafond weer iets lager en hier is ook de rookkamer waar de heren zich na de maaltijd terugtrokken met sigaren bijv. Dit museum was best wel interresant om naar toe te gaan vooral omdat het niet saai werd verteld zoals ik wel eens vaker heb meegemaakt,  we kregen dus niet alleen maar saaie feiten te horen maar vooral ook rare dingen die je niet verwacht of ziet op het eerste moment. Al met al was het bezoek aan dit museum wel een geslaagde actie, een niet-vervelende manier om min of meer erachter te komen hoe bepaalde mensen in de 19e eeuw woonden.

Het Willet Holthuysen museum is een pand aan de Herengracht dat in de 19e eeuw werd bewoond door Louisa Willet-Holthuysen en Abraham Willet, en nu als museum te bezoeken is. De ouders van Louisa hadden het huis gekocht in 1855, en zij erfde het huis na de dood van haar vader. In 1861 trouwde zij met Abraham. Zij veranderen het huis in een hele andere stijl. Abraham en Louisa waren de laatste bewoners van dit pand. Louisa wou dat na haar dood een museum werd gemaakt van haar huis. En dat gebeurde ook. De Willet-Holthuysen familie was een erg rijke familie. Zij hadden hun huis ook erg chique ingericht. Bij de ingang aan de linkerkant bevind zich een keuken in 18de eeuwse stijl. Het is niet de keuken van familie Willet-Holthuysen maar het is een samengestelde keuken van verschillende Amsterdamse huizen. Het heeft een marmeren vloer en houten meubels. Het plafond is erg laag en dat geeft een gezellige sfeer. Als je vervolgens de trap op gaat naast de keuken dan heb je daar de bel-etage. Het plafond is daar een stuk hoger. Op deze etage kwam vroeger het deftige bezoek binnen. Er staan twee banken die bedoelt waren voor dames die daar konden uitrusten. Die banken zijn speciaal gemaakt voor het echtpaar Willet-Holthuysen dat zie je aan de familiewapens die erop staan. Dan bevind zich aan de linkerkant de blauwe kamer. Deze kamer is in 18de eeuwse stijl. In deze kamer is het er helemaal donker blauw met veel gouden details. Op het plafond is een schilderij dat uit een ander huis komt aan de Herengracht. Het is geschilderd door Jacob de Wit. Alleen ik vind dat het schilderij andersom had moeten staan,omdat hij dan meteen goed staat als je binnen komt, en dan zie je het beter. Aan de andere kant van de hal is de voorzaal. Ook in deze ruimte werden de gasten ontvangen. Tussen de ramen hangt een portret van meneer Willet. Op het schilderij heeft hij een kostuum aan van een rijke schutter zodat iedereen kon zien dat hij rijk was. Daar achter is een balzaal. In deze ruimte werden gekostumeerde bals en muziekavonden gehouden. De balzaal heeft het een erg barokke sfeer. Het is zoals in de tijd van Willet ingericht. Er hangt een mooie gouden kroonluchter. De vloer is bedekt met lichtblauwe vloerbedekking met roze bloemen erop. De meubels zijn donker blauw met gouden randjes en komen uit Parijs. Ik vind dit een erg mooie en elegante kamer. Willet hield erg van 18de eeuwse Franse kunst. Dat is te zien in de hal aan de schilderijen van Franse schilders. Als je door de hal loopt naar de achterkant van het huis dan heb je aan de rechterkant de eetkamer. Hier is het plafond weer lager dat komt doordat er bij de herinrichting boven deze kamer een buffetkamer werd gemaakt. Op de tafel is heel veel servies dat voldoende was voor 24 gasten. De tafel is wel overdreven groot want er komen helemaal niet zoveel mensen eten. Meneer Willet had een zilver verzameling maar ook een verzameling van porseleinen servies die tuinkamer te zien is. Als je de trap naar boven neemt heb je daar de slaapkamer van het echtpaar Willet. Alle meubels in deze kamer passen bij elkaar. Verder heb je boven nog het koepelkamertje waar de verzamelingen van Willet staan. Ik vond het erg interessant om dit museum te bezoeken, ook omdat er een beetje een familie geheim achter zit, de vrouw van Abraham had namelijk een mannelijk geslachtsdeel en Abraham zelf was dus homo. Je krijgt een heel erg duidelijk beeld hoe de rijke mensen in de 18e eeuw hebben geleefd, en waar zij van hielden en waar zij mee bezig waren. Ze richtten hun huis heel duur en chique in om hun rijkdom aan anderen te laten zien. Ze nodigen vaak mensen uit en zijn dan ook trots op wat zij dan allemaal kunnen laten zien. Ik vond het leuk dat elke kamer in het huis anders was, het ging daardoor niet vervelen. Ik heb veel geleerd en vond het een leuk en interessant museum.

Tropenmuseum: De Dood Leeft

Vrijdag 9 december heb ik met Felix Meijer en Ian Neys de tentoonstelling ‘De Dood Leeft’ in het Tropenmuseum bezocht, ik zou eerst alleen met Felix gaan maar toevallig liepen we Ian tegen het lijf bij de kassa dus waggelden we driemans verder door het museum. ‘De Dood Leeft’ gaat vreemd genoeg over de dood zelf en hoe daar in allerlei culturen op allerlei plekken ter wereld mee om word gegaan. Deze tentoonstelling staat in het midden van het tropenmuseum opgesteld in een groot zwart vierkant gordijn dat zo ongeveer de hele binnenruimte in beslag neemt en omhoog gaat tot het plafond met drie mezzanines of verdiepingen hoe je het ook wilt zien. Aan twee kanten van deze ‘toestand’ zijn twee openingen die dienen als een ingang en een uitgang en doormiddel van een doolhof-achtig kamer- en gangenstelsel met elkaar zijn verbonden. In deze gangen en ruimtes zijn verschillende dingen te zien, er was een ruimte waar 5 paren van portretfoto’s hingen, steeds van de zelfde persoon maar een foto was genomen toen die persoon nog leefde en de andere vlak na het overlijden. Een andere ruimde liet verschillende doodskisten van over de hele wereld zien: van simpele 6-planken kisten tot ghanese vliegtuigen, lange rieten manden en allerlei andere soorten kisten om doden in te bewaren. Hoewel er wel een soort kamers of zalen waren kon je niet heel duidelijk zeggen waar de ene kamer ophield en waar de andere begon, ook de onderwerpen vloeiden vrij soepel in elkaar over, zo vloeide de doodskist kamer via rouwkleding over in een ruimte waar allerlei geschenken waren te zien die aan doden werden meegegeven. Dit ging weer over in een kamer met doodspalen en daarna kleding die tijdens rouwrituelen word gedragen en uiteindelijk rouwmuziek en daar was ineens de uitgang. Zelf vond ik het best interresant hoe hier met de dood werd omgegaan, het was geen superdepressief gebeuren ook al waren alle ‘muren’ een zwart gordijn, deze tentoonstelling had een vrij diepgaande maar niet te negatieve blik op de dood. Veel onderwerpen werden wel behandeld maar het kreeg geen stroperig duistere sfeer, een vrij nuchtere blik op de dood werd hier afgebeeld. Net zoals in de rest van het tropenmuseum waren er ook wanden met beeldschermen erin en koptelefoons waar je stukjes film kon kijken en luisteren. 

Culturele Activiteit

Les Biftecs in Ruigoord
Wie zijn Les Biftecs?
Les Biftecs is een Amsterdamse band die een mix van Soul, Rock en Reggae speelt. De band word wel eens vergeleken met The Doors, Booker T. & the M.G.’s of The Clash. De formatie die ‘Les Biftecs’ heet bestaat sinds 2008, maar voer jaar daarvoor speelde De drummer al samen met twee gitaristen.
Max Franken - Drums

De enige oorspronkelijke Biftec. Max is 60 jaar oud en woont in een woonboot met zijn vriendin. Naast Les Biftecs speelt Max ook in een andere band, Minimal Compact, waarmee hij wel eens toert naar bijvoorbeeld Tel Aviv.’s Nachts werkt hij in een psychiatrische inrichting als toezichthouder en hij slaapt overdag. Dit verklaart zijn regelmatige bezoekjes aan de zonnebank omdat hij anders niet aan zijn benodigde hoeveelheid vitamine D komt. Ook is hij voetballer waardoor hij geen alcohol drinkt en niet rookt (vroeger mocht dat niet als je sporter wilde worden, en deze gewoonte heeft hij geouden). Max’ inbreng in de Biftec sound is vooral een steady beat met niet al teveel poespas waar het publiek op kan dansen. Ook onderhoud hij vaak tijdens het spelen  enig humoristisch contact met mensen uit het publiek. Max heeft Nederlandse roots.

Alain Eskinasi - Toetsen

Alain is in 2010 als eennalaatste bij de band gekomen, toch heeft hij de rol als bandleider. Dit komt omdat hij sinds zijn negende al bezig is met muziek en met zijn 52 jaar veel kennis en ervaring heeft opgebouwd. Op zijn zeventiende is hij uit school en uit huis gegaan en is hij met zijn band naar Hollywood gegaan waar hij allerlei muzikaal werk heeft verricht en sindsdien leeft hij van de muziek. Hij heeft veel gereisd en veel soorten muziek leren kennen en spelen, hij heeft zelfs een keer een hit-album opgenomen (de bandleden incl. Alain waren onder invloed van Psilocybine-Paddestoelen). Alain komt uit een Reggae hoek en brengt ook veel reggaegeluiden in de band zoals zoals het ‘Bubbling Organ’ geluid wat kenmerkend is voor reggae maar hij heeft ook veel Soul, Jazz, Blues, Funk en Afrobeat invloeden die terug zijn te horen. Alain heeft Frans/Belgisch/Israëlische roots.

Tiers Bakker – Zang, dwarsfluit, melodica

Tiers is 42 jaar oud, gelukkige vader van een 1-jarige dochter en zit in het bestuur van Amsterdam Oost. Als lid van de SP heeft Tiers het begrip ‘Biefstuksocialisten’ van de grond geholpen, een term die refereert naar de leden van Les Biftecs (Frans voor ‘de biefstukken’) die alle vier vrij ‘linkse’ ideeën hebben. Geen marxistisch extremisme maar gewoon ‘common sense’. Daarnaast is Tiers ook nog eens hoofdredacteur van het tijdschrift ‘de Groene Amsterdammer’. in 2008 is Tiers erbij gekomen en sindsdien heet de band ‘Les Biftecs’. Tiers draagt bij bijna alle optredens een hoed, zij het een glitterhoed zijn of een met roze bont, zolang het maar een hoed is. Tiers zingt de meeste nummers in het Engels maar wisselt ook wel eens af met Nederlands, Frans en zelfs Duits. Bij optredens past Tiers de text van nummers wel eens aan als een reactie op de omgeving. Het nummer ‘Zeer Interessant’ bijvoorbeeld, live improviseert Tiers wel eens over iemand uit het publiek of de schilderijen aan de wand of kunstenaars in het algemeen, over hoe ‘interresant’ die wel niet zijn. Tiers heeft Nederlands/Franse roots.

Zubi Onwuka – Bas

Zubi is in mei 2011 bij de band gekomen, met 16 jaar haalt hij de gemiddelde leeftijd van de band een stuk omlaag, technisch gezien zou de drummer zijn opa kunnen zijn. Ondanks deze grote leeftijdsverschillen voelt het niet alsof er een barrière tussen zit, integendeel deze vier heren met totaal verschillende achtergronden hebben samen een vrij karakteristiek geluid, de Biftec-sound die nu mede door Zubi’s Psychedelische-Funkinfuus nieuwe frisse wegen bewandelt. Zubi komt uit de P-Funk-Rock hoek van de muziek en dat is terug te zien/horen in zijn carnivore gebruik van effect-pedalen, iets wat vrij ongebruikelijk is voor basgitaar en vooral als het meer dan een zijn. Met deze pedalen voegt hij geluiden van synthesizers, onderzeeërs, en andere vloeistoffen met een hoge viscositeit toe aan het geheel. Zubi heeft Ohafia/Brabantse roots.

Wat is Ruigoord?

Ruigoord is een amsterdams dorp in de Houtrakpolder wat bekend staat als een ‘Hippiedorp’ omdat het in de jaren 70 werd gekraakt door kunstenaars, krakers en andere vrije geesten die er nu nog wonen. In Ruigoord lopen de meest uiteenlopende mensen rond, van vrouwen die karton eten tot mannen met knalgroene snorren (of een rode halve baard aan een kant van het gezicht.), het kan allemaal in ruigoord en niemand kijkt je raar aan, eerder andersom. In ruigoord staat ook een kerk, dat wil zeggen, een gebouw in de vorm van een kerk met een kapel, maar daar houd het op. Dit is waarschijnlijk ook het enige ‘kerkgebouw’ ter wereld waar zeer flamboyant en schaamteloos grote hoeveelheden Cannabis Sativa en Cannabis Indica worden opgerookt. In en om de kerk vinden vaak activiteiten plaats zoals festivals en andere toestanden die vaak iets met muziek te maken hebben. In Ruigoord word niet alleen met euro’s betaald maar ruigoord heeft ook een eigen currency: de Ruigo’s, blauwe plastic muntjes die je als artiest krijgt uitgedeeld, vaak staat er ook nog op dat ze alleen geldig zijn voor een festival uit 2006, terwijl je speelt op 1 april 2012... Dit geeft een idee van de mentaliteit van de inwoners van Ruigoord, vroeger meer beinvloed door spirituele drugs (Cannabis, LSD, Psilocybine, etc.), nu meer door verslavende harddrugs (PCP, Cocaïne, Heroïne, Crack, etc.) wat een duidelijk merkbaar effect heeft op het gedrag. In dit geval resulteert dat in een bepaald soort luiheid en naïviteit.

Wat vond ik ervan?

Het optreden zelf ging vrij goed, op een schaal van 1 tot 10 van hoe we hebben gespeeld in het verleden zou ik het een 8+ geven, ook gezien de omstandigheden waar we op een creatieve manier toch wel vrij goed mee zijn omgegaan, er stond midden op het podium namelijk een vrij onbeschrijvelijk ‘ding’, precies waar Max moest zitten met zijn drumstel (zegt ook iets over Ruigoord’s logica want dit ‘ding’ heb ik er nooit zien staan en totaal nodig is het niet). Dit hebben we opgelost door ons naast elkaar op te stellen (zie foto onder), iets wat bijna nooit voorkomt met bands, vooral niet met een drummer erbij. Er was een goede sfeer in de ruimte die vooral werd veroorzaakt door een paar bewoners van Ruigoord die vanaf de eerste noot al begonnen te dansen (een fenomeen onder muzikanten die in Ruigoord hebben gespeeld), dit werkte aanstekelijk en al gauw volgden er meer. Op een paar schreeuwende mensen na (vermoedelijk waren zij blijven hangen in een Acid-trip ergen in de jaren 60-70) bleeft het vrij ‘rustig’ in het publiek, niet heel veel vreemde dingen, wat dansende mensen en hier en daar een paar kinderen die losgingen. We werkten een geïmproviseerde setlist af met 8923948 geïmproviseerde wijzigingen, hetgeen eigenlijk geen negatieve effecten op ons spel had. Al met al reden genoeg voor een goed optreden, niet super goed dat je echt maandenlang bij blijft, nee die extra vonk hadden we niet mee (oh nee!!!) maar slecht was het zeker ook niet, want we hebben wel eens momenten gehad dat de versterker kraakt, je jezelf niet kunt horen, we haast achter elkaar in een lijn moet staan,een snaar breekt midden in een nummer, je erachter komt dat de drummer in een andere maatsoort zit dan jij, etc. Gelukkig was dat hier niet het geval, we zijn immers weer geboekt voor het 3-daagse Landjuweel festival op Ruigoord dus dat zegt ook weer iets over onze prestaties in deze ‘St.Maria’ Kerk 

Willet-Holthuys Verslag

Aan de Herengracht nummer 605 staat een pand dat er van buiten niet anders uitziet dan de omliggende grachtenhuizen, maar van binnen is het een museum. De laatste bewoners van het huis waren Louisa Willet-Holthuysen en Abraham Willet en bewoonden het huis in de 19e eeuw. Louisa’s ouders hadden het huis gekocht en na de dood van haar vader erfde Louisa het huis. In het testament van Louisa stond dat het huis na haar dood een museum moest worden zodat iedereen kon zien hoe er in die tijd geleefd werd. Louisa en Abraham waren rijk, dat is ook op verschillende manieren te zien in het huis, veel versieringen, grote ruimtes, dure meubels, etc. In die tijd wilde men graag laten zien dat ze rijk waren en tijd hadden zich bijvoorbeeld bezig te houden met kamers opnieuw inrichten. Op de keuken en de slaapkamer na zijn alle kamers nog in oorspronkelijke staat. De keuken werd er eerst uitgehaald omdat dit de plek was waar het personeel werkte en dat werd destijds gezien als onbelangrijk, wat er nu te zien is van de keuken bestaat uit samengestelde onderdelen van Amsterdamse keukens in 18e eeuwste stijl, heeft een laag plafond, houten meubels en een betegelde vloer. De slaapkamer is ook veranderd omdat men vond dat dat te prive was voor een museum. In de slaapkamer die wij zagen stond een tweepersoons hemelbed en andere houten meubels. Hier is het plafond iets hoger. De keuken is op de begane grond, daar is het plafond overal laag omdat hier het personeel veel kwam, op de 1e verdieping is het plafond ineens heel hoog om te laten zien dat men het kon veroorloven om ruimte te verspillen. Op deze etage zijn de balzaal en de blauwe kamer. In de balzaal hangt staat een schilderij van de balzaal zelf vanaf het raam getekend waar een hond op een kussen ligt, in de balzaal zelf heeft iemand die iets te snel keek maar een (nep)kat op het kussen neergelegd. Op de verdieping hierboven is het plafond weer iets lager en hier is ook de rookkamer waar de heren zich na de maaltijd terugtrokken met sigaren bijv. Dit museum was best wel interresant om naar toe te gaan vooral omdat het niet saai werd verteld zoals ik wel eens vaker heb meegemaakt,  we kregen dus niet alleen maar saaie feiten te horen maar vooral ook rare dingen die je niet verwacht of ziet op het eerste moment. Al met al was het bezoek aan dit museum wel een geslaagde actie, een niet-vervelende manier om min of meer erachter te komen hoe bepaalde mensen in de 19e eeuw woonden.

Zubi Onwuka

4VB

2011

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.