Circus Maximus

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Cultureel verslag door een scholier
  • 3e klas havo | 2706 woorden
  • 28 april 2008
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
29 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
1. Inleiding:

Het onderwerp Circus Maximus, een paardenrenbaan, heb ik gekozen omdat het volgens mij een vrij bekend onderwerp is en ik er zelf vrij weinig van weet. Daarom leek het me wel leuk om dit onderwerp te nemen en er dus iets meer over te weten te komen.

2. Wat is het Circus Maximus:

Het Circus Maximus was een paardenrenbaan lag in Rome die tussen de Palatijn en de Aventijn ligt. Tegenwoordig is het een grote gras vlakte met hier en daar nog stukjes bouwwerk. Het parcours waarover gereden werd was U-vormig en ongeveer 250 meter lang en vrij smal. Aan de niet afgeronde zijde stonden de carceres ‘ stallen’ dit waren de stallen voor de paarden en het werd ook gebruikt als startplaats voor de races. Het midden van de baan werd gevormd door de spinia ‘een middenberm’. De gehele spinia was versierd. Aan het uiteinde van de spinia stonden twee metea ‘ keerpunten’ waaromheen de wagens een scherpe bocht moesten nemen. Ook stonden er 7 ova (eieren) en dolfijnen. Na elke ronde werd er 1 ei en 1 dolfijn weggehaald. Zo kon het publiek zien hoeveel ronde er nog gereden moesten worden, Verder stonden er nog 2 obelisken en verscheidene tempeltjes.Behalve bij de carceres zijn overal rondom de baan trapsgewijs zitplaatsen voor de toeschouwers gemaakt De tribunes rusten niet op een berg maar op een ontzettend grote en stevige onderbouw van drie rijenbakstenen bogen. En die onderbouw was er niet alleen voor de stevigheid maar ook om het publiek naar hun zitplaatsen te leiden. Op de tribunes waren dus zitplaatsen voor het publiek een aparte zitplaats voor de jury en de keizerlijke familie had hierop haar eigen loge.

3. Hoe het Circus Maximus is ontstaan en de veranderingen eraan:

Waarschijnlijk stamt het Circus uit de 6e eeuw v. Chr. , maar een precieze datering is niet bekend. Circus Maximus was niet de enige renbaan in Rome, maar was zeker wel de belangrijkste in de keizertijd. Circus Maximus bestond eerst slechts uit starthekken en houten tribunes. Keizer Claudius bouwde marmeren hekken eromheen. Uiteindelijk heeft keizer Trajanus het Circus Maximus omgebouwd tot een ontzettend groot bouwwerk met een totale lengte van 600 m. arena en trappen inbegrepen, en een gemiddelde breedte van 200 m. Het maximale aantal toeschouwers was waarschijnlijk 385.000.

4. wagens, paarden, berijders en wedstrijden:

Het Circus Maximus is een paardenrenbaan. In de tijd van de Romeinen een beroepssport. Het was eveneens een hele belangrijke vorm van vermaak. Bij het wagenrennen werd vaak erg fanatiek gewed. De wagenrenners waren onderverdeeld in verschillende teams. Namelijk de volgende: de Albeta (wit), de Russeta(rood), de Praina (groen) en de Veneta (blauw). Ieder team had dus ook zijn eigen kleur. Een span in de race kreeg altijd steun van de keizer. Je kon dus tegen de keizer demonstreren door tegen het span van de keizer te wedden. Doordat er ook een politieke achtergrond was nam de strijd soms rare vormen aan. Paarden en soms ook de wagen- menners (berijders) werden vergiftigd. Er ontstonden dan ook vaak relletjes, waar zelfs vrij regelmatig mensen bij om het leven kwamen. De paardenmenners hoefden niet van hoge afkomst te zijn om snel rijk en beroemd te zijn. In ongeveer 7 jaar hadden sommige een onmetelijk fortuin bij elkaar gewonnen. Ze moesten natuurlijk wel goed betaald worden, niet alleen voor hun prestaties, maar ook om dat de wedstrijden heel gevaarlijk waren. Veel wagenmenners vonden bij de spelen de dood in de bloei van hun leven door dat ze bv van hun paard werden geslingerd. Erg vervelend voor het slachtoffer, maar plezier voor het volk.

1. Ontstaan van het circus Maximus en korte geschiedenis.

Tegenwoordig zie je er zo goed als niets meer van, maar op het kale grasveld tussen de Palatijn en de Aventijn lag in de klassieke tijd de oudste en grootste renbaan van Rome. De paardenrennen waren zo populair dat ze de meest voorkomende kunst waren. De eerste vermelding van het circus stamt uit de Etruskische periode.In het begin zaten de toeschouwers gewoon op het zand, op de naastgelegen heuvels. Het Circus Maximus werd in de 7de eeuw v. Chr. onder koning Tarquinius Priscus gebouwd. Het werd aanvankelijk ingericht voor paardenrennen, maar het werd later ook gebruikt voor andere spelen.Volgens de overlevering zouden de wedrennen onder koning Romulus op het Campus Martius zijn gehouden, maar Tarquinius Priscus zou met zijn buit die hij op de Latini had behaald, het Circus Maximus hebben laten bouwen. Al in 329 voor Chr. is de bouw van de "carceres" klaar. Letterlijk betekent dit woord kerkers ( of gevangenis), maar hier wordt met carceres de stallen voor de paarden bedoeld. Deze stallen werden ook als startplaats voor de races gebruikt. Aan de buitenkant werd de onderste verdieping voor winkels en kroegen gebruikt en de andere voor versiering met zuiltjes en bogen. Het Circus Maximus dankt zijn naam aan de cirkel, omdat het een ovale vorm heeft, en natuurlijk aan de grootte. Er konden ongeveer 250.000 mensen zitten (in het Coloseum konden er 50.000 mensen), dit is ongeveer een kwart van de toenmalige bevolking van Rome. Pas in de tijd van Caesar heeft het Circus Maximus de vorm gekregen zoals wij het ons voorstellen. Door latere keizers is het verder verfraaid. Eerst werd het gebouwd van hout, maar het is verscheidene keren herbouwd totdat het de vorm die het vandaag de dag heeft aannam. Het Circus Maximus is twee keer door brand vernietigd en twee keer stortten de tribunes in, waardoor veel mensen omkwamen. Bovendien is het een paar keer door overstromingen van de Tiber getroffen, wat aantoont dat het Circus niet was ommuurd. In 167 werd een enorm podium gebouwd voor musici, dansers en toneelspelers. In 194 of 195 eiste de senaat dat de stoelen voor de senatoren werden gescheiden van de plaatsen voor het gewone volk. Ook werd er een aparte loge voor de keizer gebouwd. De onderste verdieping van de tribune bestond uit steen, de tweede en derde verdieping waren van hout. Het stadion is 620 meter lang (1 Romeinse mijl), en op zijn breedste punt 140-150 meter. De laatste race werd gehouden in 599 na Christus.

2. Opbouw van het circus Maximus.

In het midden van het Circus Maximus zie je de spina, dat betekent letterlijk ruggengraat. De spina scheidde de twee helften in het circus en was ongeveer 214 meter lang en 6 meter breed. Volgens sommigen is op de spina in het Circus Maximus Petrus gekruisigd. In het begin was de spina van aarde, maar later werd hij van steen. Aan het uiteinde van de spina had je een meta, een keerpunt. Ook stonden er 7 ova, eieren, en 7 dolfijnen van brons. Na elke ronde werd er een ova en een dolfijn weggehaald, zodat men kon zien aan welke ronde men bezig was. Op de spina stonden standbeelden en fonteinen, en ook twee grote obelisken. De eerste was van Ramses 2 uit de plaats Heliopolis. Deze obelisk was in 10 voor Christus door Augustus uit Egypte gebracht. De andere kwam van Thotmes 3, uit Thebe, en werd in 363 door Constantijn de derde naar Rome gebracht. In 1587 zijn beide obelisken verplaatst naar respectievelijk de Piazza del Popolo en de Piazza San Giovanni in Laterano. Ook trof je op de spina tempeltjes aan van de god Consus en de godin Pollentia en van andere goden die de wedstrijden goed gezind waren. Rondom de baan had je de tribunes, eerste van hout gemaakt, en later van steen. Deze tribunes storten ook wel eens in, en eens kwamen er bij zo’n ongeluk 13.000 mensen om. Ook viel er een keer een zuil op de tribune, met als gevolg meer dan 1000 doden. De tribune had twee lange zijden, en twee korte. Een korte zijde was gebogen, en bestemd voor de toeschouwers, en de andere zijde was recht. Hier stonden de starthokken (carceres) opgesteld. Aan de noordelijke kant (de kant van de Palatijn) was, ter hoogte van de eindmeet, de keizerlijke loge, die in directe verbinding stond met het paleis op de Palatijn. Aan de gebogen oostelijke kant was er een triomfboog waarlangs de plechtige optocht (pompa) vóór de aanvang van de spelen de renbaan binnenkwam.

3. Omschrijving van een wedstrijd.

Misschien wel de oudste, spectaculairste sport in Rome is het wagenrennen. Het was in de zesde eeuw voor Christus vooral erg populair onder de Etrusken, en het werd later overgenomen door de Romeinen. Ook zien we dat de sport werd beoefend door de Lucianen op Sicilië, in de vijfde eeuw voor Christus. In het begin werd het paarden racen vooral geassocieerd met religieuze kwesties en begrafenissen, maar later veranderde dat en werd het een populaire sport onder het volk, net als later bij de gladiatoren gevechten. Dit succes was vooral te danken aan het gokken dat met de races gepaard ging. Uit overleveringen blijkt dat de Circus Maximus maar liefst 240 dagen per jaar werd gebruikt. Tijdens de regeringsperiode van keizer Augustus waren er dagelijks 12 wedstrijden, Caligula hield er 34 per dag en onder de Flavische keizers waren het zelfs 100. Belangrijk waren de Ludi Circenses (Circensische Spelen), die soms wel zestig dagen duurden. De races waren een groot spektakel. Er waren twaalf starthokken waarvandaan de wagenmenners (auriga) startten. De lichte wagens werden getrokken door twee (biga), drie of vier (quadriga) paarden. De teugels had de menner rond het lichaam of minstens rond de boven-en onderarmen gedraaid om een optimaal contact met het span te hebben. Renners van vier verschillende stallen namen het tegen elkaar op en vochten om de gunst van het publiek. Soms hadden de races een fatale afloop. Vooral in de bochten wilden er wel eens wagens tegen de tribune te pletter slaan. Ook gingen veel menners dood als ze bijvoorbeeld van de wagen werden geslingerd en daarna terechtkwamen onder de wielen van de volgende. Verschrikkelijk voor de menner, maar plezier voor het publiek. Voor de beste renners viel er wel veel geld te verdienen. C. Appuleius Diocles slaagde er zelfs in meer dan 35 miljoen sestertiën (en dat zou ook in euro’s een miljoenenbedrag zijn) te vergaren. Hij stopte in 150 na Christus, nadat hij 3000 tweespanwedstrijden en 1450 vierspanwedstrijden had gewonnen.  Ook enkele keizers deden mee aan de wagenrennen. Nero maakte het nog wel het bontst: hij liet tegenstanders vermoorden en liet 1800 overwinningen op zijn naam schrijven. In werkelijkheid is hij nooit gefinisht omdat hij van zijn wagen viel. Ook op de tribunes was het onrustig. Er was veel wijn in het spel en rivaliserende fanclubs zorgden voor taferelen waarbij de hooligans van tegenwoordig niets voorstellen. Op de tribunes vielen vaak vele doden en er is zelfs een veldslag bekend waarbij meer dan duizend mensen om het leven kwamen. Een race begon, net zoals later de spelen in de amfitheaters, met een parade die werd geleid door de sponsors. In de parade liepen ook de verschillende teams mee, die zich van elkaar onderscheidden door verschillende kleuren: rood, wit, blauw, groen. Rood en wit waren hiervan de belangrijkste. Het publiek liet zien van welk team ze fan waren, met spandoeken en verschillende kleuren kleding. Het eigenlijke startsein van de race werd gegeven door een witte zakdoek te zwaaien, te midden van een doodse stilte. Maar nauwelijks waren de spannen uit hun boxen (carceres) weggeschoten of een oorverdovend gejuich, geroep en gejoel stegen op die bleven voortdonderen tot de eindmeet overschreden was. De wedstrijd bestond erin om als eerste de zeven ronden van de arena te hebben afgelegd (ongeveer 8 km.), tegen de wijzers van de klok in, vanzelfsprekend met een zo hoog mogelijke snelheid, zo dicht mogelijk tegen de spina, en zo kort mogelijk draaiend langs de metae, de eindpunten van de spina. Deze keerpunten waren het spannendste gedeelte van de wedstrijd. Vooral hier kwam de vaardigheid van de menner boven, want hoe korter hij deze bochten kon nemen, hoe kleiner de totale afstand van de zeven ronden werd, maar hoe groter tevens het risico werd dat de menner met zijn wagentje de meta zou raken. Als dat gebeurde, ging het wagentje gegarandeerd over kop en werd de menner door de paarden meegesleurd, omdat hij vaak niet de tijd had gevonden om de teugels die hem met het span verbonden, door te snijden. Zo’n menner vond bijna altijd de dood. Tijdens de wedstrijd was alles geoorloofd, tot groot plezier van het publiek: elkaar de pas afsnijden, elkaar of elkaars paarden er met de zweep van langs geven, de tegenstrever van rechts insluiten en hem tegen de meta te pletter laten rijden, enzovoort. Tijdens de wedstrijd droegen de menners een tunica (uniform) in de kleur van hun "stal", met daarover een lederen harnas; een helm, kniebeschermers en beenplaten vervolledigden de uitrusting.  De wagenmenners hadden elk hun supporters, deze hadden ieder een deel van de tribune. De menners en de paarden waren soms echte idolen. De paarden hadden natuurlijk een eigen naam en de namen van beroemde paarden waren door iedereen in Rome gekend. Zo schrijft Martialis in verband met zijn eigen bekendheid :  "Ik ben erg bekend in de hele wereld. Maar waarom is iedereen daarom zo jaloers op mij? Ik ben toch niet beroemder dan het paard Andremoon?" Ook menners genoten een ongekende populariteit. Vaak kwamen ze uit de laagste bevolkingsgroepen, wat hen bij de grote massa natuurlijk sympathiek maakte. Langzaam hadden ze zich opgewerkt tot ze, dankzij hun loon, premies en ontvangen geschenken, ongehoord rijk waren geworden. Maar vaak ook overleden ze op jonge leeftijd.  De beroemdheid van menners blijkt onder meer uit een grafinscriptie van een menner uit de blauwe stal, een zekere Crescens, uit de tijd van keizer Trajanus. Hij had aan 686 wedstrijden deelgenomen, waarvan hij er 46 had gewonnen.  In een carrière van amper 10 jaar had Crescens meer dan anderhalf miljoen sestertiën verdiend! Als er een race was kwamen alle inwoners van Rome en alle bezoekers van de stad naar de circus; het was een ontmoetingspunt voor het maatschappelijk leven. De paardenrennen waren zo populair dat ze de meest voorkomende motieven in de Romeinse figuratieve kunst werden. Mozaïeken, reliëfs, beelden en zelfs sarcofagen werden gebruikt om een wedstrijd weer te geven.  Dat bekakte intellectuelen niet zeer hoog opliepen met de circusspelen, mag blijken uit een brief van Plinius de Jonge aan Calvisius. Plinius verblijft in Rome en laat Calvisius in Como weten hoe hij zijn vrije tijd in Rome doorbrengt (Epistula IX 6).  "Al mijn vrije tijd heb ik te midden van mijn aantekeningen en boeken in zalige rust doorgebracht. 'Hoe was dat mogelijk?' zul je zeggen, 'Hoe kon dat in Rome?' Er waren inderdaad circusspelen, maar je weet dat ik niet in het minst geboeid word door dat genre van spektakel. Nooit zie je iets nieuws, nooit zie je iets origineels, nooit zie je iets dat de moeite loont om het nogmaals te zien. Dat is ook de reden waarom ik me erover verwonder dat zoveel duizenden volwassenen als echte kinderen telkens weer lopende paardjes willen zien en mannetjes die op wagentjes staan die door paardjes worden voortgetrokken. Let wel: ik zou ze geen ongelijk kunnen geven als ze in vervoering werden gebracht door de snelheid van de paarden of door de vaardigheid van de menners. Maar nu juichen ze voor een gekleurde tunica, ze aanbidden een kleur, ze schreeuwen zich schor voor man en paarden van die stal. Maar weet je wat er gebeuren zou als midden in de wedstrijd, in het vuur van de strijd, de ene kleur naar het andere span en de andere kleur naar het ene span zou overgaan? Juist! Hun fanatiek geschreeuw zou mee overgaan en zonder meer zouden ze menner en paarden voor wie ze nu als bezetenen supporteren, als een baksteen laten vallen, ook al kennen ze elk paard en ook de menner bij naam: dat is de almacht van zo'n stuk gekleurde stof! Ach, ik kan nog begrijpen dat het gewone volk daarmee aan zijn trekken komt; dat is immers nog stommer dan de stof van de tunica. Maar sommige ernstige mensen... Als ik bedenk dat die gefascineerd toekijken naar zo'n inhoudloos, dom gedoe, dan geeft het mij grote voldoening dat ik daar geen voldoening in vind. Ik besteed met veel plezier mijn tijd aan de literatuur, terwijl anderen hun tijd verprutsen met domme dingen. Stel het wel." Bij deze hoop ik voldoende informatie gegeven te hebben over het Circus Maximus en de paardenraces die daar plaatsvonden.

4. Geraadpleegde bronnen

www.home.tiscali.nl
www.users.pandora.be
www.belpaese.nl
www.edu.amsterdam.nl
www.rome.nl
www.geschiedenisvoorkinderen.nl
www.satura-lanx.telenet.be

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.