A. Primaire gegevens
De titel van het boek dat ik gekozen heb is ‘Zwarte Sneeuw’.
Het boek is geschreven door Simone van der Vlugt, haar echte naam is eigenlijk Simone Wateror. Ze is geboren op 15 december 1966 in Hoorn.
De naam van de uitgever is Lemniscaat. Het is de 3e druk, uitgegeven in 2005 in Rotterdam.
De titel van dit boek, zwarte sneeuw, komt van een keer dat het gesneeuwd had in de winter, en de sneeuw bedekt werd met koolstof die alle mijnwerkers in hun kleding mee naar boven namen. En dus werd de sneeuw daardoor zwart gekleurd.
B. Korte inhoud
Emma Mullenders en haar familie wonen in Slenaken (Zuid Limburg).
Ze wonen op een boerderij en hebben het goed. Totdat de oogst mislukt en ze de huur niet meer kunnen betalen. Ze worden uit hun boerderij gezet en hun kostbare bezittingen worden afgenomen. Vader Sjeng en moeder Annekatrien, die hoogzwanger is, vertrekken met hun vier kinderen, Volkert, Emma, Tom, Sophie & Mayke naar Kerkrade, daar is werk in de kolenmijn. Emma ,die nog maar veertien jaar is, moet met haar vader en twee broers mee de mijn in. Het werk is zwaar en gevaarlijk, elke dag moeten ze om 4 uur opstaan. De dagen zijn lang. Ze moeten 15 uur lang werken ergens 200 meter onder de grond. Op een dag word de mijn bezocht door hoge heren uit hun dorp. Ook de zoon van één van de inspecteurs is mee, hij heet Rudolf. Hoe het er echt aan toe gaat in de mijn laten ze natuurlijk niet zien dus het werk word stil gelegd. Er word alleen nog gewerkt heel diep onder de grond waar de inspecteurs niet komen. Emma neemt Rudolf mee naar beneden, waar wel gewerkt word. Als ze beneden zijn stort een deel van de mijn in, Emma en Rudolf zitten samen vast. Uiteindelijk komen ze na 2 dagen er toch nog levend uit.
Rudolf en Emma worden vrienden en dankzij Rudolf krijgt de familie Mullenders af en toe eten, kleding en kolen omdat ze het zo slecht hebben.
Het werk in de mijn verdient namelijk heel erg slecht. Op en dag gebeurt er weer iets ergs in de mijn, het water komt omhoog en een groot deel van de mijn loopt onder water. Het broertje van Emma, Tom, kan niet zwemmen en hij overleefd dit niet. Emma is doodsbang en wil niet meer terug naar de mijn. Rudolf heeft een ander baantje voor haar kunnen vinden, ze kan dienstmeisje worden van een rijke familie in Maastricht. In Maastricht word ze aangesproken door een man die bij de krant werkt. Emma vertelt alles over de mijn, hoe slecht het was in en hoe zwaar het werk was. Ze doet dit in het geheim. Maar als haar verhaal in de krant komt ontdekken haar werkgevers dat het verhaal van Emma komt en ze word ontslagen. Emma is bang dat ze weer terug naar de mijn moet. Maar gelukkig krijgt ze via de man van de krant een baantje, ze is er erg blij mee. Ze heeft eindelijk weer een toekomst!
C. Hoofdpersonen
De belangrijkste persoon uit dit boek is Emma, een meisje van 14 jaar. Emma is erg behulpzaam, ze helpt mee in het huishouden en ze zorgde voor haar moeder toen ze ziek was.
Emma kan heel aardig zijn, maar tegen mensen die haar niet aardig vinden kan ze ook vreselijk zijn. Een voorbeeld uit het boek; ‘’ Emma wil uit haar fles drinken maar hij is leeg, ze kijkt opzij en ziet de vrouwen elkaar aanstoten en grinniken. Emma stopt haar lege fles terug in de mand. De volgende dag neemt ze 2 flessen mee. Een gevuld met water en de andere gevuld met de inhoud van haar blaas. Als ze een uur later gaat kijken ligt de fles op de grond, leeggestroomd. Ze weet niet wie de eerste slok heeft genomen maar vanaf dat moment laten ze haar met rust.. ‘’
Rudolf is ook een erg belangrijk persoon in dit boek. De leeftijd van Rudolf word niet genoemd maar er word wel gezegd dat hij iets ouder is dan Emma. Rudolf heet van zijn achternaam Brandenburg. Rudolf is de zoon van een rijke landeigenaar. Rudolf is een rustige en behulpzame jongen. Hij is bestwel rijk en had voor dat hij de mijn in ging nog bijna niets van de ‘arme’ wereld gezien. Toen een deel van de mijn was ingestort zaten Rudolf en Emma samen opgesloten in de mijn zorgt Rudolf voor haar, een voorbeeld uit het boek; ‘’ Op gegeven moment ademt ze alleen nog maar korte stoten in, zonder goed uit te ademen. Dan voelt ze Rudolfs handen de hare zoeken. Hij drukt ze tegen haar mond en zegt; ‘Maak er een kommetje van. Adem uit, goedzo. Adem nu dezelfde lucht weer in.. Rustig!’ Het lukt haar niet. ‘Ik stik!’ zegt Emma. ‘Je stikt niet’ klinkt Rudolfs stem zacht.. ‘’
Ook als de winter komt en de familie Mullenders bijna niets te eten meer hebben helpt Rudolf hun. Hij geeft hun een zak vol eten en kleding. Een voorbeeld uit het boek; ‘’ ‘Dat kan wel bij de kleren’ zegt Rudolf en stopt een brood een stuk vlees, een stuk kaas een pastei en losse aardappelen in de zak. ‘’
D. Bijzonderheden
Je valt meteen in het verhaal, er staat dat ze zich omdraait om hun huis nog een keer te bekijken voor het uit het zicht is. De eerste zin van het boek; ‘’ Nog één keer kijkt Emma om.. ‘’
Pas helemaal aan het eind van het 1e hoofdstuk worden de familie leden van Emma voorgesteld.
Het boek was niet zo heel erg spannend. Alleen op de momenten dat een deel van de mijn instort en het water omhoog komt kan je niet stoppen met lezen.
Het verhaal is wel erg aangrijpend en ook wel zielig, zeker als je het stuk leest dat Emma haar broertje Tom dood gaat. Meestal leg ik zielige boeken meteen weg maar ik bleef geïnteresseerd omdat ik helemaal niets wist over kolenmijnen en al helemaal niet hoe zwaar het was (en ik er natuurlijk een boekverslag over moest maken…) Het verhaal wordt extra spannend als je bedenkt dat het er echt zo aan toe ging vroeger in de kolenmijnen en dat er ook echt mensen doodgingen.
In het boek werd er veel gepeinsd en gefilosofeerd, de familie Mullenders dacht steeds terug aan de tijd dat ze wel genoeg geld en eten hadden en ze niet zo hard hoefde te werken.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
Hei dankje wel heb er erg veel aan gehad.
12 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Dankje een heel goed verslag
11 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
ik vind het een cool verslag
11 jaar geleden
Antwoorden