Winterlicht door Jeroen Brouwers

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover Winterlicht
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1899 woorden
  • 16 maart 2003
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
16 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Jeroen Brouwers
Genre
Psychologische roman
Biografie
Taal
Nederlands
Vak
Methode
Eerste uitgave
1984
Pagina's
214
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
3 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Zelfmoord,
Doodsangst,
Kunstwereld

Boekcover Winterlicht
Shadow
Winterlicht door Jeroen Brouwers
Shadow
1 Beschrijving

titelbeschrijving

Jeroen Brouwers. Winterlicht. Amsterdam 1992
a. Motivatie boekkeuze
Ik heb het boek gekozen, omdat ik meer van deze schrijver heb gelezen en mij dat is bevallen.
b. Weergave van de inhoud
De hoofdpersoon uit het boek heeft, via zijn werk bij een uitgeverij, Jacob Voorland leren kennen. Bij zijn werk moest hij beslissen welke boeken worden uitgegeven.
Na het boek van Jacob te hebben gelezen denkt hij een mogelijk talent te hebben ontdekt, maar het tegendeel blijkt waar. Jacob heeft bij veel uitgeverijen al boeken uitgegeven en heeft ook zeer veel ongepubliceerde boeken geschreven.
Jacob is een schrijver die zijn dagen doorbrengt met het drinken van jenever, het doorbellen van columns en het af en toe produceren van een boek. Hij streeft er namelijk naar om net als Vincent van Gogh een meesterwerk te schrijven dat uitblinkt van eenvoud.
De hoofdpersoon helpt Jacob met zijn leven en wisselt veel met Jacob over het schrijven en schrijverschap. Jacob inspireert hem om ook te gaan schrijven. Jacob heeft na een tijdje een “fan, die hij al zijn dierbare boeken toestuurt en die hij op een dag samen met de hoofdpersoon gaat bezoeken, maar tijdens de zoektocht naar haar blijkt al snel dat ze niet een fan is, maar een dame van lichte zeden.
Als de hoofdpersoon jaren later het overlijdensbericht van Jacob leest besluit hij dit boek, als zijnde een requiem te schrijven.
c. Uitgewerkte persoonlijke reactie
Het onderwerp van deze teksten is volgens mij de kunst van het schrijven en het schrijverschap.
Ik verwachtte dat de tekst over het schrijverschap en Nederlads-Indie ging. Deze verwachting kwam alleen voor het eerste deel uit.
Het onderwerp ligt niet helemaal in mijn belevingswereld. Ik denk niet vaak over het onderwerp na.
Ik vind dat de schrijver het onderwerp goed heeft uitgewerkt, omdat het onderwerp serieus, ernstig en mooi is uitgewerkt.
Ik heb wel eens een boek gelezen met ongeveer het zelfde onderwerp. De andere boeken, zoals Giph, zijn wat luchtiger, maar hebben een iets minder mooi taalgebruik. De andere boeken zijn anders, maar niet slechter of beter
De gedachten spelen de belangrijkste rol.
Ik vind de gebeurtenissen logisch uit elkaar voortvloeien.
De gebeurtenissen bleven me boeien, ondanks dat ze niet erg spannend waren.
De gebeurtenissen worden uitgebreid en mooi, maar toch duidelijk verteld. Ik vind dit niet vervelend.
De gebeurtenissen hebben me niet aan het denken gezet.
De hoofdpersoon is volgens mij geen held, maar hij streeft wel naar het ene meesterwerk dat hem naar zijn mening een held maakt.
De personages zijn herkenbaar en levensecht, ook al zijn ze vaak iets te idealistisch neergezet, desondanks zou ik me kunnen voorstellen dat Jeroen Brouwers echt zo leeft.
Ik vind Jacob en de hoofdpersoon sympathiek, omdat ze ondanks tegenslagen hun idealistische schrijverschap blijven nastreven.
Ik keur het gedrag van de hoofdpersoon goed, omdat hij doet wat hij eigenlijk altijd al wilde doen.
De opbouw is niet ingewikkeld, ook al zijn de dromen soms moeilijk te plaatsen..
Ik vind het verhaal niet echt spannend, maar het blijft toch boeien.
De flashbacks waren niet irritant ook al waren de dromen soms moeilijk te plaatsen.
De gebeurtenissen zie je door de ogen van een personage.
Ik vond het boek vanaf het begin boeien.
Ik vind het taalgebruik niet moeilijk, ondanks de soms heel lange zinnen.
Ik vind de verhouding tussen dialoog en gebeurtenissen goed ,want dialogen zijn belangrijk in een verhaal als dit.
Ik vind het taalgebruik bij de personages en het onderwerp passen, omdat het taalgebruik past bij het ambacht wat de personen uitvoeren.
2 Verdieping

Er zijn niet echt expliciete relaties met politieke of sociaal-economische achtergronden.
Jeroen Brouwers grijp in het boek terug op het laatste schilderij van Vincent van Gogh, dit heeft te maken met een culturele achtergrond.
Het boek sluit het best aan bij de gelaagde romans uit de jaren ‘70. Het boek bestaat uit een laag die gaat over het schrijverschap en een laag die bestaat uit een relatie met een vriend en leermeester.
De thematiek van het boek is liefde, literatuur en dood (dit staat ook op p. 24). Vooral de angst voor de dood en de daaruit voortkomende haast zijn belangrijk.
Winterlicht is eigenlijk de literatuur opvatting van Jeroen Brouwers weergegeven in een roman.
Het werk past goed in het oeuvre, omdat het, net als (bijna) alle andere romans, over liefde, literatuur en dood gaat. Het past echter niet goed in het deel van het oeuvre dat over Nederlands-Indie gaat.

Gebruikte secundaire literatuur: Martinus Nijhoff. Lexicon van literaire werken.
NRC Handelsblad, 19 april 2002Het beslissende boek"Ik vond blindeling alles wat Jeroen Brouwers vond"
Maartje Somers Ronald Giphart, auteur van het boekenweekgeschenk 2003, smeet Jeroen Brouwers van het voetstuk, maar blijft hem bewonderen
Toen de Stichting CPNB hem belde met de vraag of hij het boekenweekgeschenk van 2003 wilde schrijven, was Ronald Giphart net begonnen aan een novelle. "De dood speelt er een grote rol in - dat sluit dus keurig aan", zegt hij. Na 'de liefde' (2002) is komend jaar 'de dood' het thema van de boekenweek. Een erg fraai thema, vindt Giphart. "De driehoek Liefde, Literatuur en Dood - daar draait het om, precies zoals Brouwers zegt." De eervolle opdracht zorgt ervoor dat Giphart het komende halfjaar niet hoeft op te treden. Er zullen dus even geen scholieren zijn die tegen hem zeggen: 'Meneer Giphart, u bent mijn Jeroen Brouwers. Ik denk over u zoals u over Jeroen Brouwers dacht.' In de afgelopen jaren is dat Giphart tot zijn genoegen wel overkomen. Nog even, beseft hij, en Giphart zal in de klassieke scène van de literaire vadermoord opnieuw een rol spelen, ditmaal die van vader. Met een opdracht als die van de CPNB is dat een kwestie van tijd. "En zo hoort het", zegt hij. Zijn eigen literaire vadermoord pleegde Giphart in 1993, in zijn tweede roman Giph. Slachtoffer was Jeroen Brouwers, motief diens Winterlicht uit 1984. Uit nevelen van walging en drank, verval en vergetelheid doemt in Winterlicht de schim op van Jacob Voorlandt, baardig en miskend genie, tevens literaire vader van ene Jeroen Brouwers, voor wie alles vergeefs is, behalve dat ene - een onvergetelijk boek schrijven. "Op het Baarns Lyceum", legt Giphart uit, "hadden mijn vrienden Jean-Marc van Tol, Bert Natter en ik de literatuur geadopteerd om ons af te zetten tegen anderen. Zo besloten we op een dag een schoolkrant op te richten en onze drie favoriete meisjes, Daphne, Jacqueline en Sandra, te vragen mee te doen. Vanaf dat moment gingen wij ons gedragen als schrijvers. We zagen dat als een dagtaak. "Een van de plannen was om meer van Nederlandse literatuur te weten te komen dan onze leraar Nederlands. Daartoe richtten we in mijn kamer een hele wand in met het Periodiek Systeem der Schrijvers, ons persoonlijke literaire kaartsysteem. Mijn favorieten waren Maarten't Hart en Jan Siebelink, die van Bert Cees Nooteboom en Jeroen Brouwers - Bert was mij altijd een beetje voor. Maar ik kocht meer boeken dan hij en op een gegeven moment dus ook het mooi gebonden Winterlicht. Wel erg duur, vond ik toen: fl 34,90. "Winterlicht is een dood en doodernstig boek. Vrij puberaal eigenlijk, een schrijver die zo serieus uitlegt hoe een schrijver zich behoort te gedragen en aan welke regels hij moet voldoen. Maar toen beschouwden wij dat allemaal als heilig. Winterlicht was voor ons een oerboek. Ik had het altijd bij me, het zat in mijn tas tussen mijn studieboeken. Hele passages kende ik uit mijn hoofd, Bert en ik konden praten in Winterlicht-citaten. "Onze letteren-muur werd al gauw een Winterlicht-muur. We zijn dat boek helemaal gaan navlooien op symbolen en metaforen, gingen motieven turven; wolken, kelders, cirkels, zwarte kraaien. En de peer, er zitten heel veel peren in. Nu zie ik hoe ongelooflijk plat Brouwers soms bezig is geweest: ergens refereert hij aan dat perenmotief met het woord periferie. Of hij komt met peren aan in een volstrekt peerloze situatie: dan gaat het over een meisje dat lacht en haar tanden hebben de kleur van het vruchtvlees van een peer." Het kan niet anders, zegt Giphart, of na zo'n periode van absolute adoratie komt absolute verwerping. "Zoiets gaat geleidelijk, maar het is onomkeerbaar. De eerste versies van mijn debuut Ik ook van jou waren min of meer in Brouwers' stijl geschreven - vol metaforen over de zelfverwonding van het meisje Reza; de kleur rood was er een belangrijke lijn in. Maar ik kwam niet verder en op een gegeven moment heb ik een lange brief geschreven aan het meisje dat model stond voor Reza. Die brief was veel vrolijker, gewoner en viel bij mijn vrienden veel meer in de smaak. Ik besloot in die stijl verder te gaan. Licht, en met humor. In Winterlicht staan misschien twee grapjes, de rest is dodelijke ernst. Brouwers is echt een Duitser, hij zoekt de ernst in de diepte. Ik bleek zelf meer een Fransman; die zoeken de ernst in de oppervlakte, in de lichtheid. "Wij vonden blindelings alles wat Brouwers vond. Dat Tom van Deel goede poëzie schreef, bijvoorbeeld. En dat schrijven lijden was, iets voor 'meneren en mevrouwen', iets wat je alleen kon doen met veel drank en een heftig, treurig leven vol doorwaakte nachten. Maar al schrijvend ontdekte ik dat dat helemaal niet klopte. Ik vond schrijven leuk en aangenaam, ik deed het voor mijn plezier. Daarbij leek het mij helemaal niet ter zake doen hoe een boek tot stand komt, makkelijk of in een worsteling. Het is het boek zelf, dat telt." In Giph (1993) laat Giphart, na inleidende bespiegelingen over appel- en peervormige borsten, Brouwers uiteindelijk van zijn voetstuk vallen - vanzefsprekend tijdens een doorwaakte nacht vol drank. "Ik heb Brouwers een keer ontmoet en toen viel ik hem aan op de dogma's in Winterlicht. Zijn antwoord was een ongelooflijke dooddoener: 'dat zeggen mijn personages, jongen, dat zeg ik niet', zei hij, echt een klap voor mijn kop. Daarop besloot ik, dat als Brouwers een personage Brouwers opvoert, het mij vrijstond dat ook, te doen. Tegelijk kon ik mijn eigen dogma's tegenover de zijne zetten." Tot Gipharts tevredenheid noemde Brouwers de vadermoord in een interview met het Algemeen Dagblad 'een eerbetoon'. Op zijn beurt bladert Giphart nog altijd "minstens een keer per jaar" in Winterlicht. "Na die fase van absolute verwerping komt natuurlijk het gezonde stadium, die waarin je nuchter ziet wat goed is en wat niet. Ik bewonder Brouwers nog steeds om zijn onvoorwaardelijke overgave aan het schrijverschap, om Bezonken Rood, het boek, waarom we ons hem zullen herinneren, en om zijn brieven en notities, zoals de twee delen Kroniek van een karakter. Daarnaast staat hij wat stijl betreft nog altijd op eenzame hoogte, hoewel het me telkens weer deugd doet als ik stijl-of taalfouten bij hem aantref - in Winterlicht haalt hij bijvoorbeeld 'die' en 'dat' door elkaar. Ha, gelukkig, denk ik dan. Hij is toch menselijk."
Ik vind het boek niet, zoals Giphar, een bijbel over het schrijven van een boek, maar kon wel, net als de recensent, het boek en het taalgebruik waarderen.
3 Evaluatie

Mijn verwachtingen over Winterlicht zijn gedeeltelijk uitgekomen.
Mijn oordeel is na uitvoering van de verdiepingsopdracht niet veranderd.

Ik vond de beschrijvingsopdracht redelijk moeilijk, omdat ik geen secundaire literatuur bij de hand had en het boek al lang geleden heb gelezen, en nu niet meer in bezit heb, maar ik vond de verdiepingsopdracht niet moeilijk.
Ik ga volgende keer niets anders doen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.