Walhalla door Tomas Ross

Tijd In de proloog aangegeven; 1990 Plaats Verschillend; veelal Jeruzalem, Tel Aviv en Nice Titel Walhalla: naam van het schip waarop door de IRA in 1984 een lading vuurwapens uit Massachusetts naar Ierland werd gesmokkeld. Hoofdpersoon Martin Finch, een operationeel ambtenaar van de BVD. Hij staat bekend als een uitstekend agent. Finch wordt eerst naar Zuid-Frankrijk en later Jeruzalem en Tel Aviv gestuurd om de zaak van de gestolen wapens en de daarbij gevallen doden te onderzoeken. Bijfiguren Yaakov Schneidermann; een extreem-orthodox Joods winkelier. David Gutmann; agent van de MOSSAD. Niek Vechting; Nederlands dienstplichtig chauffeur. Irene de Vries; beeldhouwster, omgaande met IRA-rebellen. Seamus Hughes; Amerikaans militair van Ierse afkomst, die omging met IRA-rebellen. Nasir Khader; Palestijns activist en politicus. Aboe Habbas; Palestijns zakenman. Jack Kennedy; CIA-man in Den Haag. Zeeger Karsten; superieur van Martin Finch. Aerts van Leeuwen; hoofd van de BVD. Philip Wells; agent van Scotland Yard ‘Special Branch’. Uri Landau; hoofdinspecteur Recherche te Jeruzalem. Chaim Elizara; onderdirecteur MOSSAD. Soshanna Yariv; rechercheur in dienst van Uri Landau. Edward Thornton; schuilnaam van een crimineel betrokken bij operatie waarin wapens werden gestolen. Axel Roozendaal; Nederlands correspondent in Tel Aviv. Verona; vriendin van Martin Finch. Michael Steinberg; medewerker van Chaim Elizara. Cornelis van Beeren; Nederlands multimiljonair, zich ook noemend ‘Le Comte de Trézelles’.
Aandachtspunten Door het onderwerp en de spanning een echte thriller, die bovendien actueel is. Inhoud Op een doorreis naar Duitsland wordt een geheim Amerikaans wapen in het zuiden van Nederland gestolen. De BVD komt achter het bestaan van een complot tegen Israël, waarin extremistische Palestijnen samenwerken met de IRA. De wapens worden door Seamus Hughes, Irene de Vries, Niek Vechting en nog enkele onbekenden in Nederland gestolen. Het is een prima uitgewerkte operatie, waar veel voorbereiding en geld in heeft gezeten. Martin Finch, operationeel ambtenaar bij de BVD wordt naar Zuid-Frankrijk gestuurd om de moord te onderzoeken op een Nederlandse jonge vrouw, Irene de Vries, die omging met IRA-rebellen. Eenmaal in Nice voert het spoor hem naar Jeruzalem, waar hij in contact komt Chaim Elizara, onderdirecteur van de MOSSAD en Aboe Habbas, een Palestijns zakenman. Niet wetende wat voor gevaar hij loopt, besluit Finch Aboe Habbas te zoeken en, als hij hem gevonden heeft, volgt hij hem naar zijn huis. Daar wordt hij ontdekt en vastgezet door Habbas. Habbas is van plan Finch te doden, maar de mooie politievrouw Soshanna Yariv redt Finch uit zijn gevangenschap. Yariv is op zoek naar de man die een moord pleegde in de donkere straatjes van de extreem orthodox-joodse wijk Me’a Shearim. Tot Finch’ verbazing blijkt het slachtoffer alles te maken te hebben met het gestolen Amerikaanse wapen. Maar hij weet ook dat hij op moet passen omdat hij heeft gemerkt dat de MOSSAD, de Israëlische dienst, zich ermee heeft bemoeid. Langzaam maar zeker komt hij samen met Yariv steeds dichterbij en wordt uiteindelijk door Chaim Elizara op de hoogte gebracht van alle feiten, maar Finch kan niet meer verhinderen dat de wapens beschadigd worden.