Waarom is de burger boos? door Maarten van Rossem

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Waarom is de burger boos?
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1167 woorden
  • 26 februari 2012
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
6 keer beoordeeld

Boekcover Waarom is de burger boos?
Shadow
Waarom is de burger boos? door Maarten van Rossem
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Gegevens van het boek
Auteur: Maarten van Rossem (geboren in 1943)
Titel: Waarom is de burger boos? Over hedendaags populisme.
Voor het eerst gepubliceerd in: 2010
Omslagontwerp: Studio Pollmann
Uitgever: Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam, 2010, 1e druk
Aantal pagina’s: 126
Genre: politiek essay

Samenvatting van het boek
Van Rossem begint zijn boekje gelijk met het beantwoorden van de vraag waarom de burger boos is. Dat komt omdat de burger zich zorgen maakt over de toenemende immigratie van met name niet-westerse allochtonen en de vermeende negatieve gevolgen hiervan. Het aandeel van de allochtonen in de totale Nederlandse bevolking bedraagt momenteel zo’n twintig procent. Een dergelijk groot aandeel wordt door veel burgers als bedreigend gezien c.q. ervaren. Vooral gezinshereniging (“ketenintegratie”) van allochtonen heeft geleid tot een enorme toename van het aantal allochtonen in Nederland. Zo geeft Van Rossem als voorbeeld, dat het aantal Marokkanen in 2008 ten opzichte van 1990 verdubbeld is. Deze ontwikkelingen zijn overigens niet uitsluitend kenmerkend voor Nederland.

Ook in de rest van Europa is het immigratiefenomeen aanwezig. Het vormt een ideale voedingsbodem voor het populisme, een beweging die sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw in opkomst is. Kenmerken van deze beweging zijn o.a. de afkeer van het (politieke) partijestablishment, het refereren aan de volkswil en een charismatisch leiderschap. In deze visie moet de “gewone” man meer macht krijgen dan nu het geval is. Zijn stem wordt onvoldoende gehoord en hij wordt nu gemanipuleerd door politieke partijen en een heersende elite die ver van het volk af staan.

Van Rossem geeft een overzicht van de sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen in Europa en in Nederland. Het populisme vloeit hier immers min of meer uit voort. De grote economische groei in de naoorlogse jaren leidden tot het naar Nederland halen van gastarbeiders. Oorspronkelijk kwamen deze uit het Zuiden van Europa, later vooral uit Turkije en Marokko. Zij gingen om begrijpelijke redenen niet allemaal meer terug naar hun land van herkomst. Dit leidde uiteindelijk ook tot de opkomst en groei van populistische politieke bewegingen als het “Vlaams Blok” in België, het “Front National” in Frankrijk en de “Freiheitliche Partei Österreichs” in Oostenrijk.

In Nederland begon het populisme oorspronkelijk met D66, een beschaafde en idealistische club die Nederland wilde laten “ontploffen”. Later nam boer Koekoek (1912 – 1987) met zijn Boerenpartij het stokje over. Toen hij in 1981 uit de Tweede Kamer verdween, vulde de Centrumpartij van Hans Janmaat (1934 – 2002) het populistische gat op. In 1982 werd laatstgenoemde voor deze partij lid van de Tweede Kamer. Door zijn xenofobe houding isoleerde hij zich daar echter volledig.

Van Rossem gaat uitvoerig in op Pim Fortuyn (1948 – 2002) en zijn ideeën. In zijn analyse komt Fortuyn er slecht af. Dat begint al met opmerkingen over zijn naam (die kennelijk Fortuijn moet zijn) en zijn proefschrift (dat kennelijk in eerste instantie door zijn promotor onvoldoende werd bevonden). Verder beschrijft Van Rossem het drama met Leefbaar Nederland en daarna de LPF (Lijst Pim Fortuyn). Hoewel zijn analyse beslist scherp te noemen is, kwalificeert Van Rossem de personen van de LPF als een stel “opportunisten, gelukzoekers, halvegaren en gefrustreerden”. Dat getuigt, vind ik, niet van veel respect voor de medemens in het algemeen en voor deze personen in het bijzonder.

Uitvoerig weerlegt Van Rossem de stellingen van Fortuyn in diens boek “De puinhopen van acht jaar Paars”. Dat doet Van Rossem overigens op een vakkundige en overtuigende wijze. Jammer is wel, dat hij in dat verband erg veel moeite doet om het imago van de Partij van de Arbeid (PvdA) op te poetsen. Waarom hij dat doet begreep ik pas toen ik las, dat Van Rossem zelf lid is van de PvdA en bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 in Utrecht lijstduwer was voor die partij. Dat is op zich natuurlijk allemaal prima, maar het wekt op deze plaats en op deze wijze wel de schijn van een zekere belangenverstrengeling.

Na de moord op Fortuyn in 2002 won de LPF bij de Kamerverkiezingen gigantisch, maar de partij ging al gauw ten onder aan intern gekibbel. Als opvolgers van Fortuyn traden Rita Verdonk en Geert Wilders aan. In tegenstelling tot Wilders is Verdonk niet islamofoob. Ze mist echter, aldus Van Rossem, het organisatorische vermogen om het vacuüm op politiek rechts adequaat op te vullen. Dat lukt Wilders wel heel goed. Knap is hoe Wilders telkens weer de media weet te bespelen. Toch beschouwt Van Rossem Wilders vanwege zijn rabiate islamofobie als een gevaarlijk iemand. Wilders biedt geen echte oplossingen en zijn ideeën zijn paranoïde. Paranoia, provocatie en theater zijn volgens Van Rossem overigens wezenskenmerken van het populisme.

Van Rossem sluit af met de conclusie, dat het populisme niets oplost, maar slechts schijnoplossingen biedt. En met de islamisering van Nederland valt het volgens Van Rossem eigenlijk ook wel mee.

Beoordeling van het boek
Dit boekje van de historicus Maarten van Rossem geeft een helder overzicht van de oorsprong en groei van de populistische beweging en dan met name in Nederland. Wat ik in dit essay echter mis is de wetenschappelijke distantie tot het onderwerp van behandeling. Van Rossem laat praktisch op iedere pagina zijn eigen - duidelijk antipopulistische - mening nadrukkelijk blijken, vaak ook door een nogal suggestief en emotioneel woordgebruik (o.a. “vermeend”, “paranoïde” en “lachwekkend”). Op deze wijze krijg je dan ook geen helder en objectief beeld van het behandelde onderwerp, maar een zeer persoonlijk getinte en rechtstreekse aanval op het populisme als zodanig.

Al met al vind ik dit dan ook een nogal schamper boekje en dat valt me eigenlijk wel een beetje tegen. De gewone burger wordt vooral weggezet als iemand die dom is en weinig van politiek begrijpt. We hebben het met z’n allen toch eigenlijk hartstikke goed in Nederland (aldus Van Rossem)? Dan is er volgens Van Rossem ook geen enkele reden tot klagen.

Begrijp me goed, er is niets mis met het waarschuwen tegen populisme, maar doe het dan op een verantwoorde, analytische en afstandelijke manier en niet, zoals hier, op een schampere en betweterige wijze. Het boekje lijkt hier en daar ook wel op een persoonlijke tirade tegen Pim Fortuyn. Helemaal normaal vind ik dat eerlijk gezegd niet.

Ik vind Van Rossems argumentatie hier en daar overigens ook wel erg simpel. Je kunt natuurlijk stellen, dat, als 20% van de kiezers op PVV-voorman Geert Wilders stemt, 80% het dus niet met hem eens is. Ik geloof dat echter niet. Ik denk, dat er veel meer mensen zijn die vinden, dat Wilders wel een of meer punten heeft, maar dat die mensen, om wat voor reden dan ook, daadwerkelijk op hem stemmen toch net wat te ver vinden gaan. Ik noem die mensen voor het gemak maar even de “passieve sympathisanten”. Ik vraag me in dat verband ook af of Van Rossem de kiezer überhaupt wel serieus wil nemen. Gelet op zijn duidelijke en uitgesproken minachting voor Fortuyn, Verdonk en Wilders denk ik van niet.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.