Bibliografie
Titel & Auteur: Ventoux door Bert Wagendorp
Ondertitel: Het boek heeft geen ondertitel
Jaar van uitgave: mei 2013
Uitgeverij: Atlas Contact
Literatuur of niet?
Veel aandacht voor schrijfstijl. Dit boek leest lekker door, de schrijfstijl heeft een prettige vorm om te lezen. De woordkeuze is niet te moeilijk of te makkelijk, de juiste woorden zijn gebruikt om de verhalen te vertellen. Bijvoorbeeld het moment vlak na Peter’s ongeluk; ‘Ik keek naar David, die met bijna liefkozende bewegingen het bloed bleef wegpoetsen van Peters gezicht. Laura was naast hem geknield en hield Peters hoofd vast. Haar handen kleurden rood. Ze huilde wanhopig, zonder geluid. Ik liep over de weg, twee meter omhoog, twee meter omlaag. Ik keek naar beneden, naar de Provence en keek omhoog, naar die vervloekte berg.’ Blz. 146 & 147
Geen voorspelbare personages. Tijdens het lezen van het boek kom je veel te weten over de 5 vrienden. Je leert ze echt kennen. De vrienden veranderen veel in de loop van de jaren, maar over het leven van Peter en Laura blijven veel vraagtekens achter bij de overige 3 vrienden. Zo blijft de oorzaak van Peters dodelijke fietsongeluk een raadsel en is Laura na het ongeluk voorgoed vertrokken. Tijdens de reünie, zo’n 30 jaar na het ongeluk, blijkt dat Laura al die tijd meer wist over de aparte leefstijl van Peter. Joost, André en Bert zijn verbaast en Peter blijkt toch iemand anders te zijn van verwacht. ‘Dit was wat dertig jaar verborgen was geweest. Ze keek naar beneden, in elkaar gedoken, alsof ze verwachtte te worden geslagen. Zeg dat het niet waar is, dacht ik.Zeg alsjeblieft dat het niet waar is. ‘Die klootzak’ zei André. ‘Zat godverdomme iedereen te manipuleren.’ Joost zat sprakeloos naar Laura te kijken. David liep hoofdschuddend naar de keuken’ Blz. 254
Grensverleggend. De passie van de 5 vrienden is wielrennen en fietsen, deze passie vind je terug in het boek. De ik-persoon, Bart, bekijkt dingen ook door de ogen van een wielrenner. Het is dan wel geen informatief boek, ik ben erg veel te weten gekomen over de geschiedenis van de wielersport, en weet nu veel meer verschillende auto -en fietsmerken te benoemen. ‘Achter ons hing André uit het raampje. Hij imiteerde met opgewonden stem Theo Koomen. ‘En daar gaan de matadoren van deze Tour de France, zij aan zij de gevreesde Mont Ventoux op! Het is een magistraal gezicht, luisteraars, deze drie Hollandse jongens te zien strijden, hier op deze Franse berg. En het is me een berg hoor, het is een monster, een beest, een gruwelijke puist. Ze hebben iedereen eraf gereden, en toch niet de geringste kleppers. waar is Hinault? Waar is Thévenet? Waar is de oude Portugees Joaquim Agostinho? Ik zie ze niet! Nee hoor, ik zie ze niet! Ze zijn in geen velden of wegen te bekennen! Hatta!’ Blz. 132
Goede opbouw. Met de vele tijdsprongen kun je wel vaststellen dat het geen chronologisch boek is. De wissels vinden plaats aan het begin van de hoofdstukken en dus niet plotseling in het midden van een alinea. Het boek begint rond het jaar 2013, de vrienden zijn nu zo’n veertig jaar oud en kijken terug op hun tienerjaren. De flashbacks gaan vooral terug naar de jaren rondom het fietsongeluk van Peter, dit gebeurde in juni 1982. De flashbacks maken het boek interessant en minder saai. ‘Hij nam een slok uitzijn bidon. ‘Weet je nog, pol, dat we hier stonden voor we de Ventoux op gingen? En dan door naar de Posbank. Jongens, het ontroert me, echt waar. Ik had de kolerezooi de kolerezooi moeten laten en me er niet mee moeten bemoeien’’ Hij keek opeens intens droevig en schopte een steentje de rivier in. Het pontje was halverwege.’ Blz. 165.
Besproken door erkende recensenten. In totaal staan er zo’n 15 citaten zowel op als in het boek van recensenten. Een aantal zal ik hieronder nogmaals citeren;
‘Dit boek heeft alles. Een oerboek over vriendschap.’ - Boekverkoperspanel DWDD
‘Zo’n boek waarvan het jammer is dat het uit is, echt verslonden’ - Sara van Gorp.
‘Op het ritme van prachtige, heldere, korte zinnen; langs tegelijkertijd hilarische en harde scènes voert Wagendorp de lezer mee. Hij slaagt erin van Ventoux een heel herkenbare roman te maken.’ **** - De Morgen.
Mening
Ik denk dat dit wel het beste literatuur boek is wat ik tot nu toe heb gelezen. Ik heb eerlijk gezegd geen idee waarom, want ik heb helemaal niks met fietsen of wielrennen. Het boek leest lekker door en er zit voor ieder wel wat wils in. Het boek is dan dus ook erg variabel. Een bepaalt leespubliek heeft het boek niet, het is zowel voor een 16-jarige als 50-jarige een erg geschikt boek. Ik zou het dan ook iedereen aanraden.
Keuzeopdracht
Ik heb gekozen om keuzeopdracht B te doen. De vragen komen van de volgende bron: Leesadviezen.nl | Ventoux. (z.d.). Leesadviezen.nl. Geraadpleegd op 25 augustus 2021, van https://www.leesadviezen.nl/boek/ventoux/
Daarnaast heb ik gekozen om opdracht 4 te doen; Brief aan de uitgeverij
Opdracht A: In de loop van het verhaal duiken enkele grote namen op: Nietzsche, Spinoza en Petrarca. Leg uit wat hun rol is in dit verhaal.
Deze namen geven sfeer in het verhaal. Het geeft aan dat Peter bijvoorbeeld qua gedichten heel erg op Nietzsche en Petrarca lijkt. Francesco Petrarca was een Italiaans dichter en prozaschrijver en de grondlegger van het humanisme. Petrarca is vooral bekend van het sonnet. Een sonnet is een speciaal type gedicht. Dit type gedicht gebruikte Peter vaak voor zijn gedichten. Friedrich Wilhelm Nietzsche was een Duitse dichter die wordt gezien als een belangrijke denker uit de geschiedenis. Hij werd soms voor gek verklaard omdat hij vaak het tegenovergestelde dacht als andere mensen. Ook Peter dacht vaak anders dan de mensen in zijn omgeving. En hoewel dat voor zijn vrienden misschien niet meteen duidelijk was, speelde Laura daar juist een rol in. De relatie tussen Peter en Laura wordt in het boek als ‘vreemd’ beschreven. In het boek wordt Peter ook vergeleken met Nietzsche; ‘Laura keek voor zich uit. ‘Wat ik nu ga vertellen is moeilijk.’ Ze pauzeerde en nam een slok van haar wijn. Ze wreef met haar hand over haar voorhoofd, alsof ze pijn had. ‘De volgende film van Cavani heette Beyond Good and Evil. die hebben we ook op de boot zitten kijken. Jullie één keer, Peter en ik veel vaker. Gaat over de ménage à trois tussen Friedrich Nietzsche, de schrijver Paul Rée en Lou Salomé.’ …… ‘ Peter wilde Nietzsche zijn, ik was natuurlijk Lou Salomé. En hij vond dat Bart het meest geschikt was voor de rol van Paul Rée.’ Blz. 254.
Spinoza wordt in het boek niet vergeleken met een hoofdrolspeler in het boek, enkel de prijs die naar de Nederlandse Filosoof is vernoemt word uitgerijkt aan een hoofdrolspeler. De Spinozapremie is een premie die wordt uitgereikt aan Nederlandse onderzoekers die tot de internationale top van de wetenschap behoren. Deze grote premie geeft weer hoe groot Joost uiteindelijk is geworden met zijn kennis. Maar het laat ook zien hoe groot de gevolgen zullen zijn voor zijn toekomst nadat de pers erachter komt dat hij fraude heeft gepleegd.
Opdracht B: Waarom heten bundel en dochter Anna? Bespreek die naamgeving.
Peter was een beginnend dichter en in november 1981 brengt hij zijn eigen bundel uit. Het heet: ‘Gedichten voor Anna’. Eigenlijk gaan de gedichten in de bundel over zijn vriendin Laura, maar hij vond het te voorspelbaar om de hele bundel daarom Laura te noemen. Anna is, zo noemt hij het zelf, haar literaire naam. ‘Na het officiële gedeelte kwam er een man met een zwarte bril en een baard naar Peter toe. Hij stelde zich voor en zei dat hij poëzie recensies schreef. ‘Dus de Anna van de gedichten is een bestaande vrouw,’ stelde hij vast. ‘Ze is een bestaande vrouw die waarschijnlijk aan mijn fantasie is ontsproten.’ De man knikte langzaam. ‘Jaja,’ zei hij. ‘Ik begrijp het. Het woord is vlees geworden.’ Blz. 86 & 87.
Bart noemt zijn eerste dochter Anna als herdenken aan Peter, die op de berg om het leven is gekomen. Later in het boek vertelt Bart zijn dochter over de keuze van haar naam. Bart gaat terug in de tijd met haar en vertelt haar mooie herinneringen van Laura. Niets vermoedend over de keiharde waarheid die hij die zomer te horen zal krijgen; ‘Ik zei dat ik mijn dochter graag Anna wilde noemen. Mijn vrouw kende het gedicht natuurlijk, maar ze had er nooit bij stilgestaan dat je je kind naar een gedicht kon vernomen, althans, naar de vrouw uit een gedicht. Ze had de naam van haar beppe in gedachten, die rekende er ook op dat ze zou worden vernoemd. Bovendien wist ze wie Anna was, en een beetje van mijn verhouding met Laura, al had ik haar nooit alle details verteld.’ Blz. 156 & 157.
REACTIES
1 seconde geleden