Analyse van kinder- en jeugdliteratuur.
Uit het leven van Dik Trom.
Bibliografische gegevens.
Auteur: C. Joh. Kieviet.
Titel: Uit het leven van Dik Trom.
Illustrator/bewerker/vertaler: Geïllustreerd door Johan Braakensiek, omslag van Gerda van Gijzel (origineel omslag Johan Braakensiek).
Plaats van uitgave: ?
Jaar van uitgave: Origineel in 1891, Het boek wat ik had was een 90e druk.
ISBN: 90-206-2048-7
Doelgroep.
Het boek is geschikt voor het oudere schoolkind. Zo rond de leeftijd 9/10 tot een jaar of 14 wel. Ook op oudere leeftijd is het toch ook nog steeds een leuk boek om te lezen.
Functies.
Het boek heeft een ontspannende functie. Het is een al wat oud verhaal, dus de dingen die gebeuren zouden nu niet zo snel meer gebeuren. Het leest wel prettig.
Vormgeving.
De titel is duidelijk verklaarbaar. Het leven van Dik Trom wordt beschreven. Het is een vrij dik boek met een stevige kaft. Het lettertype is vrij groot, maar dat past dan ook wel weer bij de doelgroep waar het boek voor geschreven is. Het lettertype is erg duidelijk je leest heel makkelijk weg. Achterin staat informatie over het boek en de schrijver. Dat is altijd wel leuk om ook te lezen, en handig voor boekverslagen.
Vertelstandpunt/perspectief.
De personages in het boek spreken zelf. Als er iets gevraagd wordt, wordt er ook antwoord gegeven door de personen zelf. Je hebt niet echt het idee dat er verder een nadruk op de schrijver ligt. Hij vertelt de verhaallijn buiten het verhaal.
Opbouw.
Het verhaal is verdeeld in hoofdstukken die in elkaar overlopen. Het hele verhaal is het leven van Dik Trom wat begint met dat hij geboren wordt en eindigt dat hij volwassen is. In elk hoofdstuk beleeft Dik Trom iets. Er loopt dus constant een lijn door het hele verhaal.
Ruimte.
Het verhaal speelt zich af in een dorp ergens in Nederland. (Plaats wordt niet genoemd).
Dit wordt duidelijk beschreven door een aantal plekken te noemen, school, huis, kruidenier en de omgeving. Het grootste deel van het verhaal speelt zich ook buiten af waar de meeste avonturen worden beleefd. De ruimte is erg belangrijk voor het verhaal. Zonder de ruimte is er namelijk helemaal geen verhaal. Het draagt bij aan de sfeer van het hele boek. En het verhaal kan ook alleen in deze ruimte, een dorp, afspelen omdat er veel dingen zijn die je in een stad niet zult hebben.
Tijd.
Het is al een oud verhaal en speelt zich zeker meer dan honderd jaar gelden af. Het verhaal duurt 18 jaar, vanaf het moment dat Dik geboren wordt tot hij deze leeftijd heeft bereikt. Niet elk jaar wordt beschreven, het gebeurt soms dat een aantal jaar over wordt geslagen. Maar dit valt niet echt op als je het verhaal aan het lezen bent.
Het verhaal wordt in een chronologische lijn verteld en daardoor is het makkelijk te volgen, het gaat niet ineens terug in de tijd, of vooruit.
Personages.
De hoofdpersoon in dit boek is Di(r)k Trom. Hij wordt geboren en krijgt de naam Dirk maar door zijn omvang wordt hij al gauw door iedereen Dik genoemd. Dik is een rustige behulpzame jongen. Hij wil iedereen wel helpen. Hij ziet niet gauw het kwade van iets in. Hij heeft er een hekel aan als er wordt gelogen, als hij beschuldigd wordt van iets wat hij helemaal niet heeft gedaan. Dan kan hij wel boos worden. Ook neemt hij het altijd voor iedereen op.
Belangrijke personen in het verhaal zijn natuurlijk zijn ouders, Jan en Griet Trom. Zij hebben het mannetje natuurlijk op de wereld gezet. Door alles wat Dik doet vindt vader dat hij een bijzonder kind is en meldt dat dan ook: ’t Is een bijzonder kind, en dat is-ie.
Over de persoonlijkheden van deze mensen wordt niet zoveel verteld. Het zijn harde werkers. Tot vader een ongeluk krijgt en niet meer kan werken als timmerman.
Ook de vrienden van Dik spelen een belangrijke rol in het verhaal. Het is een aardige groep maar de belangrijkste zijn Piet van Dril en Jan Vos. Deze jongens zijn net zo behulpzaam als Dik. Ze volgen Dik vooral in alles wat hij doet. Hij is de leider van hun groepje.
Dan zijn er nog twee personages die Dik niet kan uitstaan. De eerste is Bruin Boon die bij hem in de klas is. Bruin is nogal achterbaks en daar houdt Dik helemaal niet van. Dit zorgt dan ook nog wel eens voor oorlog tussen die twee.
De tweede is veldwachter Flipsen, die niet erg geliefd is in het dorp. Hij heeft een ontzettende hekel aan Dik Trom. En probeert alles om hem op te kunnen pakken. Alleen is deze man niet zo slim en blijft Dik hem altijd voor. Hij is eigenlijk altijd chagrijnig.
Stijl.
De tekst van het boek is in deze heruitgave gedeeltelijk aangepast. Omdat zinnen soms niet klopten of woorden niet meer voorkwamen in de Nederlandse taal nu. Toch zijn ook een boel woorden wel gebleven met een verwijzing naar de betekenis hiervan. Ik vind het taalgebruik van de schrijver erg duidelijk. Hij gebruikt geen moeilijke woorden, waardoor het voor iedereen te begrijpen is. De dialogen zijn erg natuurlijk je zou zo geloven dat het echt is. Ook omdat hij ieder persoon duidelijk naar voren probeert te brengen.
Thema, onderwerp en motieven.
In het boek wordt het leven van een jongen, Dik Trom, beschreven. Zijn levensverloop van 0 tot 18. Er wordt beschreven wat hij tijdens deze jaren allemaal meemaakt. Hoe gelukkig ze zijn, maar ook de minder kanten van het leven. Zo zijn ze van een gelukkig gezin, door het ongeluk van vader ineens arm, en kunnen bijna niet meer rondkomen. Ook overlijden er mensen, waardoor het verhaal wel echt wordt. Het is een beschrijving van het echte leven. Grotendeels met veel plezier en ondeugd, maar ook met de minder leuke kanten. Vriendschap is hierin ook een belangrijk onderdeel, en behulpzaamheid naar andere mensen. Het thema is dus het leven met liefde, angst, eenzaamheid, boosheid, etc. Een ander thema komt er niet in voor.
In het verhaal gebeuren zoveel concrete dingen dat ze bijna niet te beschrijven zijn. School is een belangrijk onderwerp, maar ook werken, spelen, feest, vrienden, etc.
Het uiterlijk van Dik is wel een motief. Hier mee wordt eigenlijk groot en deels zijn karakter ook bepaald. Een lief boeren kereltje met een petje. Blond haar en grote trouw kijkende ogen. En altijd klompen. Daardoor geeft het ook een tijd aan.
Verhouding tot de werkelijkheid en maatschappijbeeld.
Het verhaal is erg realistisch. Zoals het geschreven is zo zou het in het echt gebeurd kunnen zijn. Het is de maatschappij van ruim honderd jaar geleden. Met een burgemeester en veldwachter. Een kruidenier en timmermannen. Vrouwen die nog thuis bleven om het huis schoon te houden en de was te doen. Meisjes komen er bijna niet in voor, maar als ze er zijn, zijn ze echte van die meisjes. Spelen met poppen en geen kattenkwaad uithalen. Braaf naar moeder luisteren. En zo af en toe eens flink ruzie maken met elkaar. Vader en moeder zijn de baas. Ze kennen wel angst voor de veldwachter maar hij heeft eigenlijk geen enkele invloed op ze. De normen en waarden zoals niet stelen worden duidelijk verteld. Verder zijn het de normale waarden en normen waar je eigenlijk helemaal niet over nadenkt omdat ze zo normaal zijn geworden.
C. Joh. Kieviet is de schrijver van dit boek. Toen hij dit schreef meer dan honderd jaar geleden was hij onderwijzer in Etersheim, een klein dorpje in Noord-Holland. De kinderen waren dol op zijn verhalen en vonden het geweldig als hij ze voorlas in de klas. Hij leefde van 3 maart 1858 tot 12 augustus 1931. Hij was de tiende van elf kinderen. Hij trouwde in Lisse en kreeg zelf een zoon en een dochter en ook vier kleinkinderen. Hij heeft ongeveer 50 jeugdboeken geschreven, waarvan de serie Dik Trom wel de bekendste is.
Bedoeling/strekking.
De auteur heeft het verhaal in eerste instantie geschreven omdat hij dit leuk vond en de kinderen in zijn klas er mee vermaakte. Een groep jongens die kattenkwaad uithalen, maar toch ook erg vriendelijk en behulpzaam zijn. Hij heeft het verhaal van een jongen uit een klein dorp beschreven. Puur vermakend, zodat anderen er plezier in zouden hebben. Met behulp van de tekeningen van Johan Braakensiek, die hem zijn uiterlijk gaf, is dit aardig goed gelukt.
Illustraties.
De illustraties geven het verhaal iets extra’s. Door de personages te zien heb je een beter beeld van hoe het echt was. Ze dienen vooral ter opsiering, maar voegen ook wel iets extra’s aan het verhaal toe. Het is niet als verduidelijking van tekst.
De illustraties laten een beschreven moment zien. Bijvoorbeeld als ze op het plein aan het spelen zijn zie je hier een tekening van. Ze beelden de tekst uit.
Ik vind dat de werkelijkheid duidelijk is getekend.
Het is een duidelijke stijl, is streperig in het tekenen van kleding, en daardoor wel erg herkenbaar als zijn tekeningen
Humor en spanning.
De grootste humor zit in de situaties die beschreven worden. Dit wordt aangevuld door de humor in de tekeningen. Tekeningen mij een aantal situaties zijn erg komisch, waardoor de situatie echt leuk wordt.
Er zit eigenlijk niet echt veel spanning in het verhaal. Af en toe een klein beetje. Dan begint het met beschrijving van de ene persoon gevolgd door de ander. Tot ze elkaar naderen. Op zo’n moment stijgt de spanning heel langzaam. Het is dus per situatie.
Genre.
Het is een oud hier en nu verhaal. Ik vind niet dat je het historisch kunt noemen ook al zou het nu nooit meer zo voorkomen.
Leesbeleving en waardering.
Ik vond het een erg leuk boek om te lezen. De sfeer van het boek is heel ontspannen. Doordat de jongens steeds weer iets nieuws beleven zit er veel afwisseling in. Dit zorgt voor verschillend gevoel bij de verschillende hoofdstukken. Het verhaal was erg goed te volgen omdat er geen flasbacks of flashforwards in zaten. Dat leest ook veel rustiger en hoef je niet veel te denken. Het verhaal zorgt ervoor dat je een prettig gevoel krijgt als je het leest omdat het wel een heel herkenbaar verhaal is. Het meest aangrijpende stuk was het moment waarop ze dachten dat vader overleden was op de bouw naar het instorten van het huis waar mee ze bezig waren. Maar ook het moment dat zijn werkgever, de dokter, waar hij het rijtuig en paarden voor verzorgt op sterven ligt, en hij snel een andere dokter uit de stad moet gaan halen. Wat ik een ontroerend stuk vond was dat hij eten ging brengen naar de ‘heks’ waar iedereen bang voor is. Terwijl het een oud vrouwtje is met een doodzieke man. Dik is eigenlijk voor niemand bang. En is erg behulpzaam naar iedereen toe. Het boek is niet echt een om over na te gaan denken, maar gewoon om ontspannen te lezen. Je hoeft je niet druk te maken als je het leest.
En het eind is goed. Toch nog een happy end. Waarvan ik eigenlijk ook wel vind dat dit in kinder- en jeugd literatuur hoort. Geen tragisch eind.
Lessuggesties.
Met dit boek moet je niet al te veel doen, het is een leuk boek om voor te lezen in de klas. En dit kan al best vanaf groep 5/6. Het kattenkwaad zorgt voor veel herkenning bij kinderen en zij zullen denk ik dan ook aandachtig luisteren, en benieuwd zijn hoe het verhaal verder zal lopen.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
ergens in het verslag staat dit:
Personages.
De hoofdpersoon in dit boek is Di(r)k Trom. Hij wordt geboren en krijgt de naam Dirk maar door zijn omvang wordt hij al gauw door iedereen Dik genoemd.
dit laatste klopt niet want hij word Dik genoemd omdat hij toen hij anderhalf was de R niet goed kon uitspreken.
als ze vroegen hoe hij heette zij hij 'Dik'.
zo werd hij door iedereen dik genoemd en zijn ouders noemden hem uiteindelijk ook zo.
18 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
ja dat klopt wel
14 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
heeft dit boek enige prijzen gewonnen plz antwoord
13 jaar geleden
Antwoorden