A. Zakelijke gegevens:
1. Titel: Toch Gered
2. Schrijver: J.W. van den Berg
3. Motto: -
4. Uitgever: Stark-Texel
5. Druk: 1e druk
6. –
B. Samenvatting van de inhoud:
De hoofdpersoon is Henk van Wingerden. Dat is een jongen van ongeveer 16 jaar oud, hij zit op een christelijke MAVO in 3D en heeft blond haar en is 1.75 lang.
Als er een kermis in de stad komt, willen een aantal kinderen ernaar toe. Henk wil dat niet. Maar als hij op een gegeven moment een uur vrij heeft gaat hij toch mee naar de kermis. Op de kermis is een waarzegster die madame Weleda heet, ze zit doodstil voorhaar gebouwtje. Maar als Kees fluistert „ Wat een wijf hé? ” beweegt ze. Henk schuift wat weg achter Meydert. Wat is dat in die ogen van die vrouw? Het lijkt wel alsof ze dwars door je heen kijken, ze houden je gevangen. Dan plotseling begint ze te spreken met een ietwat hese stem „jij daar, kom eens hier ” Ze wijst naar Henk die nog verder wegkruipt achter Meydert. Dan gaat hij toch hij moet. Hij gaat naar binnen waar helemaal alles rood is en er zit een zwarte poes. Het is stil. Madame Weleda schuift een geheimzinnige bol naar hem toe, in de bol ziet hij een man helemaal in het zwart, een smal gezicht met een klein snorretje, donkere ogen en gitzwarte achterovergekamde haren. Dan zegt madame Weleda ,, Pas op voor die man, hij zal je leven gaan beheersen,je zult hem in alles gehoorzamen”. De hese stem verbreekt de betovering waarin Henk gevangen zat. Hij rent naar buiten en fietst weg.
Na een tijd is het vakantie. Hij was in de vakantie wezen werken in een supermarkt samen met Jan. Het was wel hard werken, maar hij had er wel een aardig zakcentje mee verdient. En vond het ook wel leuk maar hij zit nu in de auto om op vakantie te gaan naar Zwitserland voor drie weken lang. Ze komen veilig aan en het is wel een leuk huisje.
’t Is al bijna weer zaterdag. Henk en z’n vader zouden vandaag naar Sessel gaan. De eerste Sessellift in en uit de tweede Sessellift in en uit en nu zijn ze op ongeveer 1500m. nadat ze wat gegeten en gedronken hebben gaan ze kijken hoe ze moeten lopen. Na een hele tijd lopen komen ze bij een restaurantje, ze gaan weer wat eten en wat uitrusten. Maar dan voelt Henk zijn neus verbranden had hij nu maar zonnebrandcrème meegenomen zo meteen hangen de vellen erbij. Dan komen er twee dames het terrasje op, het zijn ook Hollanders, Henk slentert er naar toe, maar dan blijft hij verbaasd staan die ene vrouw heeft een blad op haar neus dat is de oplossing! Nadat Henk gezegd heeft dat hij het een goed idee vindt, krijgt hij ook een blad van die dames. Na een tijd gaan ze weer weg. Het wordt een mooie tocht naar beneden. Nu mag Henk voorop, de vorige keer was vader voorop geweest en Henk wil een mooie foto maken. Dan komen er een paar stoeltjes aanzweven, in de eerste zit een meisje, in de tweede een vrouw, de derde is leeg, en in de vierde daar….daar zit die man in een zwart overhemd en een zwarte broek. Dat is…. Dat is die man uit die kristallen bol! Henk is helemaal wit geworden het zweet parelt over zijn gezicht. Vader vraagt of hij misselijk is en Henk knikt ja. Als ze bij de auto komen heeft Henk zijn gewone kleur weer terug. Opeens begint vader keihart te lachen want hij heeft het blad nog op z’n neus Thuis merkt moeder niets, Henk vertelt evengoed wat ze die dag gedaan hebben.
Een paardagen later komt er een man helemaal in het zwart hotel Santis binnen ze vinden het maar een rare man. Na een poosje rijdt de man in een Ferrari langs de huisjes hij stopt voor de huisjes met de naam ,,haselstude”, Henk kijkt nieuwsgierig naar buiten maar dan schrikt hij heel erg. Daar is-t-ie weer! De donkere ogen houden Henk’s blik gevangen. Willoos slaat hij zijn been over de vensterbank, hij moet, hij kan niet anders, en hij springt. Dan toetert er een auto het is het Dafje van de twee dikke dames de betovering is uitgewerkt. De dames stappen het autootje uit en gaan naar Henk. Iets later op het terras verteld Henk hortend en stortend een smoesje. Moeder wil al bijna boos worden maar vader beduid dat ze niet boos moet worden. Mevrouw Staat, een van de dames verteld wat er gebeurd is. Een poos later gaan vader en Henk naar het Hotel. Als ze klaar zijn en weer naar buiten lopen staat Henk ineens stil, daar is die man in het zwart weer. Hij stoot er uit ,,Daar is-t-ie weer”. Vader schrikt,juffrouw Staat had dus toch gelijk het kwam door die man. Vader pakt Henk beet als de man weg is laat hij hem weer los. Op de terugreis begint Henk te vertellen dat hij in Sessel niet misselijk was maar dat hij die man toen ook zag. Zo praten ze nog even verder.
Als ze weer terug zijn van vakantie komt Jan Henk’s vriend. En verteld over allerlei dorpjes en kerkjes waar hij is geweest.
Als de twee dames op weg zijn naar de familie van Wingerden komen ze die vent weer tegen. Ze schrikken er allebei van. ,,Hoe is het mogelijk” zucht Nel, ,,gister hadden we het nog over hem”. ,,Ja en jij dacht dat ie Henk niet zou kunnen vinden notabene. Zie je hoe machtig de duivel is.” Ze praten er nog een poosje over verder totdat ze bij van Wingerden zijn aangekomen.
Henk ging op een avond naar een orgelconcert in de Grote Kerk samen met Jan. Als ze bijna aan het eind zijn gekomen moet Henk de kant van de preekstoel kijken dan schrikt hij daar zit die man weer. De rest van de avond hoort hij niets meer van het orgelconcert.
Op een keer is Henk niet op catechisatie Jan denkt dat hij ziek is. Als Jan s’avonds thuiskomt gaat de telefoon het is mevrouw van Wingerden om te vragen of Henk soms bij Jan is. Maar bij Jan is geen Henk…..
Door het donker rijdt een snelle sportauto in de richting van de Belgische grens. Er zitten twee personen in, de chauffeur en …. Henk hij ligt te slapen.
Als er op een keer een advertentie in de krant staat dat een er hypnotiseur komt. ,,Nel kijk nou eens! ”. Nel loopt er naar toe en vraagt wat er aan de hand is. Krijntje vertelt dat dat die vent is. Na dat ze er over gepraat hebben of het wel mag om er naar toe te gaan besluiten ze het toch te doen, maar dan wel alleen om een spoor van Henk te vinden.
Henk gaat naar de satanskerk, en cafés hij gebruikt ook drugs.
Er komt een motorboot aanvaren,hij legt aan, op een kleine kade staat een Mercedes met de kofferklep open er worden snel wat plastic vuilniszakken in de auto gelegd en de auto rijdt weer weg. Er komt een politieauto aanrijden en ze springen er uit ,,De tip was goed maar de tijd niet” ze stappen weer terug in de auto nadat ze een klein pakje in grijs papier opgeraapt hebben. Waar drugs in zit.
Er komt weer een motorboot aanvaren en aan de kant staan nu vijf politieauto’s en een Mercedes. Het gaat net zo als de vorige keer totdat er ineens wordt ,,geroepen politie” de Mercedes maakt dat hij weg komt. Snel wordt het doorgegeven aan de politie die buiten het dorpje de wacht houdt, dat er een Mercedes in snelle vaart met gedoofde lampen, en waarschijnlijk is de chauffeur gewapend. Daar komt de Mercedes, aan hij rijdt zonder ook maar een krasje te krijgen langs de politiewagen. De politie zet gauw de achtervolging in wat eigenlijk geen zin heeft want ze halen hem toch niet meer in. Dan ineens zien ze een Mercedes staan dwars; over de weg hij is tegen een boom aangereden de chauffeur is dood.
Henk heeft aangemonsterd op het schip ,,Dracula als matroos.” Hij ligt nu in zijn kooi na te denken over wat hem pas werd verteld ,,Van Develen heeft een ongeluk gehad, hij is tegen een boom aangereden, morsdood!” Hij gaat naar buiten, en na een poosje gaat hij weer naar binnen, hij valt in een diepe droomloze slaap. Als Henk de volgende dag weer bezig is met z’n werk is er een archeoloog. Er komt storm maar er is nog net even tijd een kop koffie te drinken. Hij gaat naast de archeoloog zitten, en trekt een pijnlijk gezicht. De archeoloog vraagt of hij zijn knie heeft bezeert en vervolgt dan, ik hoorde het. Henk zegt zo’n harde dreun was het toch niet? De archeoloog zegt dat hij het hoorde omdat hij vloekte. Henk drinkt gauw z’n drinken op en gaat verder.
Henk heeft koorts. De archeoloog zegt dat hij wel voor hem zorgt en de kapitein vind dat goed. Als de archeoloog wil gaan slapen, en eerst uit zijn Bijbeltje leest roept Henk ,,Nee, weg, weg!” Als de archeoloog weer verder gaat lezen begint Henk heel erg te vloeken. De archeoloog leest weer verder, Henk springt uit zijn bed, gooit het Bijbeltje weg en begint te vechten. Langzamerhand begint de archeoloog te begrijpen dat hij gaat verliezen. Dan ineens struikelt Henk en valt over de stoel.
Meneer en mevrouw van Wingerden zitten in de kamer als ze de brievenbus horen klepperen. Meneer van
Wingerden haalt de post er zit ook een brief uit Spanje bij. Vlug leest hij hem door voor een stukje en zegt dat het over Henk gaat. Zijn vrouw komt er ook bij en leest de letters beginnen te dansen en te springen voor hun ogen Henk leeft nog steeds.
Henk is thuis wat waren ze allemaal blij Henk is gered.
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
word ,,geroepen politie" dat moet toch zijn word geroepen ,, politie"
groetjes elsje
17 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
ik kon het wel gebruiken maar er zaten toch een paar spelfouten in en ook somige zinnen konden beter... maar toch ben ik erg te spreken over je werkstuk... hier en daar kan het wat beter maar over het algemeen is het redelijk goed gemaakt..
hartelijke groeten....
niels
18 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Er staan weinig namen in.
14 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
super goed gedaan!!!!! :) niks van de anderen aantrekken :P
11 jaar geleden
Antwoorden