Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tirza door Arnon Grunberg

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Tirza
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 7283 woorden
  • 12 december 2016
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
12 keer beoordeeld

Boekcover Tirza
Shadow

De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jörgen Hofmeester is vader van twee dochters en werkzaam voor een gerenommeerd bedrijf. Dankzij een uitgekiend financieel beleid woont hij op stand. De vrijheid is hem te bandeloos: bandeloosheid leidt tot rampen. Sti…

De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jörgen Hofmeester is vader …

De vrijheid mag lonken, maar liefst niet de hele dag; wanneer de vrijheid uitsluitend tijdens de zomervakantie lonkt, is het leven al zwaar genoeg. Jörgen Hofmeester is vader van twee dochters en werkzaam voor een gerenommeerd bedrijf. Dankzij een uitgekiend financieel beleid woont hij op stand. De vrijheid is hem te bandeloos: bandeloosheid leidt tot rampen. Stilstand is voor Hofmeester de voorwaarde voor liefde en geluk. Loom houdt hij van zijn dochters. Dat zijn echtgenote hem heeft ingeruild voor een jeugdliefde op een woonboot en dat een gedeelte van zijn vermogen is verdwenen door malversaties van merkwaardige groeperingen die de wereldeconomie beheersen, het deert hem niet. Zolang hij maar van zijn kinderen mag houden. Maar op een avond staat zijn echtgenote weer voor de deur. En dan doet een man zijn intrede in het leven van Jörgen Hofmeester, een man die als twee druppels water op Mohammed Atta lijkt.

Tirza door Arnon Grunberg
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tirza
 
Periode1980-
Auteur = Grunberg, Arnon
Thema = Vader-dochter relatie
Jaar van uitgave = 2006
Taal = Nederlands
Bron tekst = Kraan, Reyer
Bron artikel = NBD Biblion
  Samenvatting
Voor deze bespreking is gebruikgemaakt van: Arnon Grunberg, Tirza. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2006.
Jörgen Hofmeester, de bijna zestigjarige hoofdpersoon, zal ervoor zorgen dat op het eindexamenfeest van zijn dochter Tirza alles tot in de puntjes geregeld is. In de keuken maakt hij Japanse hapjes klaar; sardines komen later aan bod; cocktails zal hij op bestelling bereiden. Kortom, hij zal een volmaakte gastheer zijn, zoals zijn gasten mogen verwachten van iemand die 'op stand' woont, in het mooiste deel van de Amsterdamse Van Eeghenstraat met uitzicht op het Vondelpark. Want het moet een onvergetelijk feest worden voor zijn jongste dochter Tirza, zijn oogappel. Haar vier jaar oudere zuster Ibi ' voluit Isabelle ' heeft al eerder het huis verlaten. Ook zijn aanzienlijk jongere (en in de hele roman naamloze) echtgenote is er drie jaar geleden vandoor gegaan ter wille van een jeugdliefde. Jörgen Hofmeester ziet erg op tegen 'de Tirzaloze fase' (p. 52), de periode dat hij alleen in het pand achterblijft. Want Tirza, zijn 'zonnekoningin' (passim), gaat binnenkort op reis naar Afrika. Maar voor dit feest zal hij nog één keer alles uit de kast halen.
Een tegenvaller is wel, dat zijn echtgenote zes dagen geleden plotseling is teruggekeerd. Opeens stond ze met haar koffer in de hal en volkomen vanzelfsprekend nam ze haar vroegere plaats weer in, ook in het tweepersoons bed. Jörgen voelde er niets voor, liet ook wel een zwak protest horen, maar heeft zich (traditiegetrouw) laten overrompelen. De echtgenote volstaat met de verklaring dat haar minnaar nog een kind wilde. Zij weigerde, is weggegaan en kon nergens anders heen. Ze moeten elkaar maar zien te verdragen.

De terugkeer van de echtgenote herinnert Jörgen sterk aan de tijd dat hij zich 'een Fremdkörper in dit gezin' voelde (p. 109). Hij denkt terug aan een incident waarbij dat met name het geval was. Om de dure woning in de van Eeghenstraat te bekostigen verhuurde hij de bovenverdieping. Voor de huurders was hij een vrek, een uitzuiger die onder andere contante betaling eiste op de eerste van de maand. Dat geld spaarde hij fanatiek om zijn twee dochters een zorgeloze toekomst te kunnen garanderen. Eerst ging hij zelf maandelijks naar boven om de huur te innen maar al gauw nam Ibi dat van hem over.
Op een avond kwam de vijftienjarige dochter niet meer naar beneden. Hevig verontrust ging hij zelf naar boven en betrapte Ibi terwijl ze vol overgave neukte met de huurder, een jonge Duitse architect. In blinde woede sloeg hij een staande schemerlamp kapot op het hoofd van de Duitser en sleurde zijn dochter de trap af. In het gezin heerste groot onbegrip over Jörgens optreden. De relatie met Ibi was blijvend verstoord. Na haar eindexamen studeerde ze een poosje natuurkunde, maar trok al gauw naar Frankrijk, waar ze samen met een Fransman, 'een kleurling' (p. 81), een Bed&Breakfast is begonnen. Al Jörgens vaderliefde richtte zich toen op de 'hoogbegaafde' Tirza (p. 79). 'Onafscheidelijk waren ze, het kind en hij' (p. 47).
De gasten laten vroeg op de avond nog op zich wachten. Er schiet Jörgen een onaangenaam voorval uit het recente verleden te binnen. Al 33 jaar werkt hij als redacteur vertaalde literatuur voor een gerenommeerde uitgeverij. Een maand geleden is hij onverwacht op non-actief gesteld. Hij krijgt zijn salaris doorbetaald tot aan zijn pensioen maar hij hoeft niet meer op kantoor te komen. Jörgen ervaart het als een vernedering; het moet geheim blijven. Daarom gaat hij elke dag per fiets naar station Zuid/WTC en per trein naar Schiphol. Daar brengt hij zijn dagen door: 's ochtends in de vertrekhallen, 's middags in de aankomsthal.
Om negen uur begint het feest op gang te komen. Enkele docenten en een groep klasgenoten van Tirza laten zich door Jörgen verwennen. Alleen Tirza zelf is er nog niet: ze haalt haar (aan Jörgen nog onbekende) vriendje op. Met de aanwezige docent economie deelt Jörgen zijn financiële zorgen. Ruim één miljoen had hij buiten bereik van de fiscus op een bank in Luxemburg belegd. Hij koos voor een zeer risicovolle belegging in een zogenaamd hedge fund. Maar na de aanslagen op de Twin Towers (11 september 2001) en de ingestorte wereldeconomie is zijn spaargeld opeens verdampt: het hedge fund is spoorloos verdwenen. De docent economie kan hem weinig troost bieden.
Van Tirza's klasgenoten trekt vooral een zeer alternatief gekleed meisje Jörgens aandacht. Ze stelt zich voor als 'Ester zonder h' (p. 165). Terwijl in de kamer geanimeerd wordt gedanst, trekt zij zich in de tuin terug in de schuur. Jörgen converseert wat met haar maar ze geeft er de voorkeur aan alleen te zijn; Jörgen zal een drankje voor haar halen. Dan verschijnt ' het is inmiddels kwart voor elf ' Tirza alsnog, mét haar vriendje. Het is een keurige, beleefde Marokkaan van 23 of 24 jaar, Choukri geheten. Jörgen is geschokt: de jongen lijkt volgens hem sprekend op Mohammed Atta, de leider van de terroristen op 11 september 2001. Hij voelt spontaan een hevige afkeer van de jongen, noemt hem ook consequent Mohammed Atta en ziet in hem steeds sterker de man die hem niet alleen van zijn lievelingsdochter berooft maar die ook verantwoordelijk is voor zijn financiële ondergang.
Het schiet Jörgen te binnen hoe hij zijn dochter op haar veertiende van de hongerdood heeft gered toen ze ernstig leed aan anorexia. In een kliniek in Duitsland is ze ternauwernood in leven gebleven. Hij realiseert zich eens te meer hoezeer hij aan haar is gehecht. Om alle emoties de baas te blijven drinkt hij buitensporig veel.
Naarmate de uren verstrijken ontspoort het feest steeds meer. De echtgenote verslingert zich aan een scholier en voert op de tafel een striptease uit. Jörgen vergrijpt zich in de schuur aan Ester en wordt met zijn broek op de enkels door Tirza betrapt. Ze is verbijsterd en wanhopig. Als alle gasten zijn verdwenen ' ook Tirza's vriendje is het feest al eerder ontvlucht ' probeert Jörgen zijn dochter gerust te stellen: ze hoeft zich geen zorgen over hem te maken. Op zijn dringend verzoek speelt ze voor hem nog een keer op haar cello.
Drie weken na het feest. Tirza zal met Choukri naar Afrika vertrekken. Jörgen zal hen naar het vliegveld in Frankfurt brengen. Onderweg zullen ze in de Betuwe nog een weekend doorbrengen in het vroegere huis van zijn ouders. Daar houdt hij regelmatig de tuin bij; het benodigde gereedschap gaat mee in de auto. Het jonge stel zal van Frankfurt naar Windhoek vliegen: in Namibië begint hun trektocht door Zuidelijk Afrika. Jörgen kan het afscheid eigenlijk niet aan. Na het vertrek van de achttienjarige Tirza wacht hem 'de epiloog van een onaanzienlijk leven' (p. 283). 'Nu de kinderen het huis uit zijn, moet hij leren sterven. Maar hij weet niet waar of bij wie hij les kan nemen' (p. 287).
De dagen in de Betuwe verlopen rustig. Jörgen werkt veel in de tuin. Vooral de vruchtbomen snoeit hij drastisch in met zijn zware motorzaag. Tirza en Choukri vermaken zich op eigen wijze. Wel drijft Jörgen zo vaak hij daar de kans voor krijgt, Choukri verbaal in het nauw. De sfeer is daardoor niet optimaal. Volgens afspraak zal Jörgen voor het avondeten een rijsttafel halen in het dorp. Maar als hij terugkomt, is hij er ongewild getuige van hoe Choukri op de eettafel Tirza neukt. Dan voltrekt zich een ramp. Maar Jörgen rijdt de volgende dag 'gewoon' naar Frankfurt om het tweetal uit te zwaaien en keert diep in de nacht terug in Amsterdam.

Als Tirza na een week nog niets van zich heeft laten horen, wordt de echtgenote ongerust. Jörgen belt een paar keer zonder resultaat naar Windhoek. Wanneer er na twee weken nog geen bericht is, besluit hij zelf ter plekke op onderzoek uit te gaan. Op 10 augustus 2005, precies drie weken na Tirza's vertrek, arriveert hij in Windhoek (p. 336). Tamelijk doelloos zwerft hij de volgende dagen door de stad. Dan klampt zich op een dag een negenjarig kindhoertje aan hem vast: 'Do you want company, sir?' (p. 347). Ze heet Kaisa en het lukt Jörgen niet zich van haar los te maken. Gedurende zijn hele tocht door Namibië houdt ze hem gezelschap. Er ontstaat een merkwaardige band tussen de twee. In lange monologen stort Jörgen onbevangen zijn hart bij haar uit.
Telefonisch stelt hij de echtgenote zoveel mogelijk gerust. Met een huurauto trekt hij de woestijn in: hij wil verdwijnen. Dat verdwijnen lukt hem niet en tijdens een slapeloze nacht, half in trance, onthult hij Kaisa wat er in de Betuwe is gebeurd: hoe hij op een gruwelijke manier Tirza en Choukri heeft vermoord.
Een alarmerend telefoontje van de echtgenote dwingt hem in de werkelijkheid terug: Tirza is gevonden; hij moet onmiddellijk naar Amsterdam terugkomen. Hij gaat. Kaisa laat hij in Windhoek achter met de belofte dat hij zal terugkomen met al het geld dat hij daar kan opnemen.
Terug in Amsterdam gaat hij met openbaar vervoer en te voet naar huis. Van ver ziet hij al een oploop voor zijn deur: radio, tv, politie, nieuwsgierigen. Hij belt nog één keer Tirza's mobieltje om haar stem te horen: 'Hoi, dit is Tirza. Ik ben er even niet. Maar laat maar een leuk berichtje achter' (p. 430, slotzin van de roman).   Interpretatie : Thematiek
In al zijn romans varieert Grunberg het grote thema van falen en verlies. In boek na boek rekent hij vanuit een nihilistisch wereldbeeld af met alle illusies en verwachtingen die mensen van het leven hebben, en met de fictie dat het in het leven ook maar enigszins rationeel zou toegaan. In Tirza spitst hij deze thematiek toe op de analyse van een mislukte vader-dochterrelatie én op de vraag: Hoe komt het beest in de mens naar buiten? Hoe raakt iemand de controle kwijt?
Jörgen Hofmeester richt al zijn vaderliefde op het beschermen en opvoeden van Tirza. Hij doet dat op een onbeholpen en eenzijdig intellectuele manier en begrijpt niet hoe verstikkend al die zorg en aandacht op den duur voor het meisje is. Ze moet naar zwemles en naar celloles en bij alles moet ze uitblinken. Want ze was zijns inziens niet slechts hoogbegaafd maar 'hoog-hoogbegaafd' (p. 218-219). Op haar tiende leest hij haar Don Quichot voor, op haar twaalfde Madame Bovary en op haar veertiende Tolstoi en Dostojevski, onder het motto: 'Met een zeker nihilisme kun je niet vroeg genoeg beginnen. Want je moet er doorheen' (p. 350). Totdat Tirza die boeken wegsmijt, onder de dekens wegkruipt en in de anorexia vlucht.
Na Tirza's herstel gedraagt Jörgen zich wel verstandiger. Maar na het vertrek van Ibi en de echtgenote is zij de enige die hij nog heeft. Tot elke prijs wil hij haar beschermen, maar op het examenfeest, als hij haar 'Mohammed Atta' sterk afraadt, schreeuwt ze: 'Niet beschermen, papa. Alsjeblieft, niet beschermen' (p. 227). (De ironie wil dat Atta 'vader' betekent en dat Jörgen in diens bijnaam Tirza's vriendje als een nieuwe vader benoemt.)
Al in de klassieke Oudheid noemden tal van filosofen de mens een animal rationale, een beest met verstand, een beest met dierlijke driften die de ratio onder controle moet houden. In Jörgen Hofmeester demonstreert Grunberg hoe in een keurige, gerespecteerde burger het beest kan losbreken wanneer hij de controle verliest. Jörgen zelf is zich er terdege van bewust dat er een beest in hem schuilt. Hij doet dan ook ijverig zijn best om dat beest onder controle te houden. (Zie onder andere p. 55, 64, 72-73, 151, 153, 235 voor 'het beest'; en p. 26, 37, 70, 116, 236, 257, 363, 389 voor 'onder controle' houden.) Zijn achilleshiel is dat hij gelooft dat hij pas helemaal zichzelf is als hij die controle prijsgeeft. 'Pas toen ik mijn controle verloor, werd ik wie ik was. Dat gedeelte van Jörgen Hofmeester dat buiten de wet staat is zijn harde kern' (p. 389). En: 'Je weet niet wie je bent, tot je de controle verliest' (p. 403). Die wetenschap wordt hem funest.

  Interpretatie : Titel en Motto's
De roman is niet genoemd naar hoofdpersoon Jörgen Hofmeester maar naar zijn jongste dochter. Tirza is het Hebreeuwse woord voor 'schoonheid', 'bekoorlijkheid'. In de bijbel komt het als vrouwennaam voor in het boek Numeri (hoofdstuk 26 vers 33) en als naam van een om zijn schoonheid bezongen stad in het Hooglied (hoofdstuk 6 vers 4).
Het motto is ontleend aan Monogamie (1996), een boekje van de Engelse psychotherapeut en schrijver Adam Phillips met filosofische uitspraken over monogame relaties. Het luidt:
'A couple is a conspiracy in search of a crime.
Sex is often the nearest they can get'.
Het motto is zeker toepasselijk op wat Grunberg in de roman laat zien van het huwelijksleven van Hofmeester en zijn echtgenote. En hoe Hofmeester over seks denkt vat hij aan het eind samen voor de kleine Kaisa: 'De kern van seksualiteit tussen volwassenen is de vernedering. Op zichzelf is het niet zoveel, seks, stelt het niet veel voor. Op de vernedering na. Dat is waar het om gaat, dat is feitelijk het enige' (p. 386).  
Interpretatie : Structuur en Techniek
Tirza is strak en zorgvuldig gecomponeerd. Het verhaal wordt, onderbroken door lange flashbacks, chronologisch verteld. Het vertelperspectief ligt steeds bij de hoofdpersoon Jörgen Hofmeester. De roman (430 pagina's) bestaat uit drie delen, elk met een korte titel ' 'De huur', 'Het offer', 'De woestijn' ' die respectievelijk zijn onderverdeeld in drie, vijf en vijf hoofdstukken zonder titel.
De locaties worden volledig conform de werkelijkheid beschreven: plaats- en straatnamen, winkels en hotels, alles klopt. Deel I en II spelen vrijwel volledig in het huis aan de Van Eeghenstraat. In deel III verplaatst het verhaal zich even naar het huis in de Betuwe maar vooral naar Namibië.

Het verhaal speelt in de zomer van 2005. Opvallend is het tijdsverloop in die maanden. Deel I en II, 270 pagina's, spelen zich geheel af tijdens het eindexamenfeest, een tijdsbestek van ongeveer twaalf uur. Het begint met Jörgens voorbereidingen in de keuken en eindigt bij het aanbreken van de nieuwe (zomer)dag. De forse omvang van deze twee delen is vooral toe te schrijven aan de talrijke uitvoerige flashbacks.
Deel III begint drie weken na het feest en beslaat een periode van ongeveer zes weken. Na een kort verblijf in de Betuwe volgt het vertrek naar Namibië. Daar arriveert Jörgen drie weken na Tirza's vertrek (p. 339). Hij zwerft een aantal dagen door Windhoek, trekt naar de woestijn, probeert tevergeefs eerst daar en later in het stadje Lüderitz te verdwijnen en keert dan naar Amsterdam terug.
Wat de plot betreft heeft Grunberg een verrassende kunstgreep toegepast. Vanaf de laatste avond in het huisje in de Betuwe (p. 300) tot Jörgens bekentenis aan Kaisa (p. 401-406) verkeert de lezer in de waan dat Tirza en Choukri nog in leven zijn en dat Hofmeester zelf ook in het duister tast over hun lot. Pas wanneer hij serieus probeert te verdwijnen en tegen Kaisa zegt: 'Mijn leven loopt ten einde, ik kan nergens heen', en 'Het is uit de hand gelopen' (beide p. 364), krijgt de lezer een vermoeden van de ware toedracht.
  Top
Interpretatie : Personages
In de paragraaf de 'Thematiek' is al het een en ander gezegd over de van Grunberg bekende thematische patronen die direct gevolgen hebben voor zijn personages. Hoofdpersoon Jörgen Hofmeester is volgens zo'n vertrouwd Grunberg-recept neergezet. Een keurige burgerman, die er zeer aan hecht te voldoen aan de 'sociale conventies' en 'niets aan het toeval overlaat' (respectievelijk p. 63 en 80). Hij heeft een goede baan bij een bekende firma, woont in het chicste deel van de Amsterdamse Concertgebouwbuurt, is getrouwd, heeft twee mooie dochters en buiten bereik van de fiscus ruim één miljoen op een buitenlandse bankrekening geparkeerd. Een situatie die Grunberg uiteraard zo tekent om vervolgens met verve de slopershamer te hanteren tot van al dat fraais niets maar dan ook niets over is.
Hofmeester is een antiheld, verkrampt en onhandig, erop gebrand het allemaal goed te doen, maar keer op keer mislukt het. Alles breekt hem bij de handen af. 'Een mens is wat hij doet, maar Hofmeester is voornamelijk wat hij niet heeft gedaan' (p. 243). Uit angst zijn lieveling Tirza te verliezen bedelft hij haar onder zijn zorgzaamheid. Later verbindt hij die angst voor verlies met angst voor terroristen, wat leidt tot het haten van Tirza's vriendje. Echt contact weet hij met niemand te maken; hij heeft 'geen talent voor vriendschap' (p. 170).
Tirza tilt hij op een irreëel hoog voetstuk. 'Tirza, de zonnekoningin. De hoog-hoogbegaafde zonnekoningin. Zijn leven. Zijn hoop. Zijn toekomst' (p. 429). Het meisje weet er geen raad mee. Ze ziet de goede bedoelingen van haar vader en wil die ook wel honoreren. Maar ze wil evenzeer haar eigen leven leiden en eigen wegen gaan. Het leidt tot een tragische ontknoping.

Het huwelijk met de echtgenote, beeldend kunstenares, herinnert aan het toneelstuk Who is afraid of Virginia Woolf?. Ze hebben nooit bij elkaar gepast en elkaar nooit aantrekkelijk gevonden. Dat bekennen ze elkaar in terugblik vrijmoedig. Sneeren, snauwen, elkaar afkatten, dat vormt de hoofdmoot van de conversatie. Na een scheiding van drie jaar komt ze bij Jörgen terug, omdat ze bij niemand anders terecht kan. Het zijn twee wrakken bij elkaar. 'Hofmeesters echtgenote is het herkenbaarste wrak dat hij ooit in zijn leven heeft gezien. En in dat herkenbare wrak vindt hij zijn eigen leven terug' (p. 260). Een treurig stemmend gezelschap.
  Interpretatie : Taal en Stijl
Grunberg hanteert een eenvoudige, heldere stijl. Hij gebruikt veel korte zinnen vol aforismen en scherpe observaties, soms onthutsend, soms hilarisch. Bovendien munt hij uit in flitsende dialogen. In de talrijke flashbacks gebruikt hij echter vaak lange, soms zelfs ingewikkelde zinnen. Een kleine greep uit zijn talrijke aforismen: 'Wie niets vergeet, heeft geen leven. In het vergeten zit de toekomst' (p. 84). 'Heiligen hebben een verleden nodig, zondaars een toekomst' (p. 87-88). 'De herinnering aan geluk is ellende' (p. 151).
Grunbergs favoriete stijlfiguur is de herhaling ( repetitio). Soms herhaalt hij letterlijk, zoals in: 'Haar [Ibi's] spijkerrokje was omhoog gestroopt. Gestroopt, dat was het woord dat in Hofmeesters hoofd bleef zitten. Gestroopt. Gestroopt' (p. 96-97). Maar ook herhaalt hij dikwijls licht gevarieerd, bijvoorbeeld in: 'Waarom weet ik niets? Waarom vertelt niemand mij iets? Waarom weet ik altijd alles als laatste?' (p. 112). Zoals uit dit laatste voorbeeld al blijkt heeft Grunberg een sterke voorkeur voor de drievoudige herhaling, de versterkend opgebouwde drieslag. Over seks bijvoorbeeld: 'Ik heb haar, ik neem haar, ik gebruik haar' (p. 100). De Duitse architect/huurder is 'te aardig, te slijmerig, te onderdanig' (p. 100). De voorbeelden zijn werkelijk legio.
Verder zorgt Grunberg niet alleen voor komische scènes, maar hanteert hij ook allerlei taalmiddelen met een humoristisch effect. De voortdurende herhaling bijvoorbeeld van 'Ester zonder h' werkt op den duur hilarisch. En de verrassende zinswendingen waarin Grunberg grossiert zijn vaak bijzonder geestig. Bijvoorbeeld over een scholier die zich voorstelt op het feest: '"Bas". Hij praat met volle mond. Maar "Bas" is een naam die je ook met volle mond goed kunt uitspreken' (p. 208). Kortom, door zijn zeer gevarieerde taalgebruik geeft Grunberg de lezer veel te genieten.
  Top
Interpretatie : Situering binnen het werk
Tirza is de zesde roman die Arnon Grunberg sinds 1994 onder zijn eigen naam publiceerde. Daarnaast verschenen er twee onder het pseudoniem Marek van der Jagt en publiceerde hij novellen, essays en toneelwerk.
Grunberg (1971) debuteerde als 23-jarige met de roman Blauwe maandagen. Het was meteen een bestseller, die dubbel werd bekroond: met de Anton Wachterprijs voor het beste en met het Gouden Ezelsoor voor het meest verkochte debuut van dat jaar.
De volgende romans, Figuranten (1997) en Fantoompijn (2000) ' de laatste bekroond met de AKO Literatuurprijs ' sluiten nauw bij zijn debuut aan. Thematisch werkt hij volgens bekende lijnen, er is veel slapstick en de hoofdpersonen zijn onmiskenbare afsplitsingen van de auteur.

Grunberg is dol op mystificaties. Onder het pseudoniem Marek van der Jagt debuteerde hij in 2000 opnieuw ( De geschiedenis van mijn kaalheid). Het pseudoniem werd zo zorgvuldig geheimgehouden dat hij opnieuw de Anton Wachterprijs kreeg! Hij schreef twee Marek van der Jagt-romans, waarin als opvallende verandering te constateren valt, dat de hoofdpersonen niet langer alter ego's zijn van de schrijver. Al zijn het bepaald geen alledaagse typen.
Een nieuwe wending viel te constateren in zijn roman De asielzoeker (2003), waarmee hij opnieuw de AKO Literatuurprijs verwierf. Thematisch zijn de patronen nog vertrouwd, maar de slapstick raakt op de achtergrond en de hoofdpersoon heeft zijn leven goeddeels achter de rug.
In die lijn past ook het hier besproken Tirza (2006): een bekende thematiek (falen en verlies), een minimum aan slapstick en een hoofdpersoon die (weliswaar onvrijwillig) met werken is gestopt. Een zestiger op weg naar het einde, die in lange flashbacks terugkijkt op zijn leven. Grunberg is een serieuzer schrijver geworden. En zijn hoofdpersoon Jörgen Hofmeester wordt, ondanks alles, met enig mededogen getekend. Met name zijn omgang met het Namibische kindhoertje en zijn lange monologen tegen haar zijn bepaald ontroerend. Wel lijkt de auteur ' is ook dat een nieuwe wending? ' steeds meer gefascineerd te worden door bruutheid en lichamelijk geweld.
  Reacties
De talrijke recensies van Tirza waren bijna zonder uitzondering zeer lovend. Alleen Kees 't Hart in De Groene Amsterdammer (22 september 2006) en Fleur Speet in Het Financieele Dagblad (23 september 2006) toonden weinig waardering voor de roman. Om met hun oordeel te beginnen: Fleur Speet erkende weliswaar dat Grunberg meesterlijk schreef 'over de beklemmende wreedheid van een liefdeloos huwelijk', maar zij stoorde zich aan de sterke overdrijving. Daardoor overtuigde het verhaal volgens haar niet en was Jörgen Hofmeester vervormd tot 'een marionet in een poppenspel'. 'Het spelelement is in deze roman letterlijk van stal gehaald', schreef zij, 'en net als een aantal aforismen en "dramatische" feiten te vaak herhaald om nog serieus te nemen. En dat is verdomde jammer, want als Grunberg meer had geschrapt en de makkelijke overdrijving had vermeden, had hij werkelijk geraakt.'
Negatiever nog was Kees 't Hart. Hij had zich geërgerd aan het trage, uitgerekte verhaal over het eindexamenfeest. 'Tragisch of meeslepend wordt het niet, het blijft plat en uitgemeten. Grunberg heeft zijn antiheld niet voldoende toegestaan zich te ontworstelen aan de eendimensionale gedachtewereld die hij hem heeft toebedeeld.' Alleen het Namibië-deel had hem geboeid: 'daar bleef ik bij de les. Dan gaat de roman schuren en wringen en krijgt de lulligheid van die Hofmeester diepte. Het klinkt misschien raar, maar ik heb me bij dit boek hoofdzakelijk verveeld, behalve dan die laatste honderd bladzijden in Namibië.'
Maar verder had Grunberg over waardering niet te klagen. Een kleine selectie uit de prijzende karakteristieken: 'De beste roman van Grunberg tot nu toe' (Johan Bakker in het Nederlands Dagblad , 29 september 2006'; 'Een ontstellende proeve van matuur meesterschap' (Mark Schaevers in Humo, 3 oktober 2006); 'Waarschijnlijk Grunbergs aangrijpendste roman tot nu toe' (Marieke Kremer in Spits, 3 oktober 2006). Nog een iets uitvoeriger typering: 'De nieuwe roman van Arnon Grunberg zou wel eens dé roman over de Lage Landen van na elf september 2001 kunnen zijn. Hij toont een angstwekkend portret van onze gezapige samenleving' (Matthijs de Ridder in De Standaard, 22 september 2006).
Meer specifiek signaleerde Tjerk de Reus in C.V.Koers (1 oktober 2006) dat christelijke schrijvers het nodige van Grunberg kunnen leren. '[Hij] brengt de afgronden van het bestaan in beeld: het destructieve in de mens, de waanzin die ons lijkt voort te drijven, het kwaad dat huist in de krochten van ons bestaan en daar gekoesterd wordt. Christelijke literatuur boort maar heel zelden deze lagen van de menselijke ziel aan. De problemen van het bestaan worden vaak heel oppervlakkig in beeld gebracht en navenant opgelost. Grunberg kan hier gedegen lessen bieden. (...) Grunberg tast de grenzen af. Het beest in de mens komt in beeld. Niet alleen christelijke lezers, maar ook veel christelijke schrijvers kunnen daar iets van leren. De afgronden die de mens omringen zijn diep. Alleen wie erin durft te kijken, zal goede boeken schrijven.'

Jeroen Vullings belichtte met grote waardering in een uitvoerige recensie ( Vrij Nederland, 23 september 2006) vooral Grunbergs technisch meesterschap. Toch eindigde hij met een advies: '[Hij] toont in dit onweerstaanbare relaas van levenslang falen meer dan ooit hoe goed hij zijn materiaal doseren kan. Zodanig zelfs, dat hij daarin overmacht tentoonspreidt. Nu hij dat niveau bereikt heeft, mag hij de teugels welbewust weer wat laten vieren. Dan breekt Grunberg pas door zijn plafond heen; dan zegeviert niet meer de techniek of het wereldbeeld, maar zijn zeldzame schrijfkunst'.
Tirza werd bekroond met zowel de Gouden Uil Literatuurprijs als de Libris Literatuur Prijs 2007 en genomineerd voor de AKO Literatuurprijs van dat jaar. Het boek werd in 2010 verfilmd door Rudolf van den Berg.
Voor wie meer wil weten
- Bakker, Johan. 'Knipperen tegen het binnenvallende licht'.
In: Nederlands Dagblad, 29 september 2006.
- Bergh, Thomas van den. 'Vader en dochter'.
In: Elsevier, 23 september 2006.
- De Ridder, Matthijs. 'Mohammed Atta! Arnon Grunberg in topvorm'.
In: De Standaard, 22 september 2006.
- Fortuin, Arjen. 'Wie is die man die de tonijn snijdt?'.
In: NRC Handelsblad, 22 september 2006.
[Een enigszins bekorte versie van deze recensie verscheen onder de titel 'Het beest is niet te temmen' in NRC.Next, 26 september 2006.]
- Hart, Kees 't. 'Vertraagde film'.
In: De Groene Amsterdammer, 22 september 2006.
- Jacobs, Herman. 'De afschaffing van de liefde'.

In: Knack, 20 september 2006.
- Kremer, Marieke. 'Vaderliefde volgens Grunberg'.
In: Spits, 3 oktober 2006.
- Peters, Arjan. 'Eclips van een overtollig mens'.
In: de Volkskrant, 22 september 2006.
- Reus, Tjerk de. 'Durf in de afgrond te kijken'.
In: C.V.Koers, 1 oktober 2006.
- Schaevers, Mark. 'Arnon Grunberg: "Tirza"'.
In: Humo, 3 oktober 2006.
- Schouten, Rob. 'Zonder geld beteken ik niets'.
In: Trouw, 23 september 2006.
- Speet, Fleur. 'Samen maar toch alleen'.
In: Het Financieele Dagblad, 23 september 2006.
- Vogel, Wim. 'Nieuwe parel van Grunberg'.
In: Haarlems Dagblad , 23 september 2006.
[Deze recensie verscheen ook in een aantal andere regionale en lokale dagbladen.]
- Vullings, Jeroen. 'Grunberg sluit zijn wereld'.

In: Vrij Nederland, 23 september 2006.
Vragen en discussietips
1. Tirza speelt in een zeer realistisch getekend decor. Toch bevat het verhaal tal van absurditeiten en onwaarschijnlijkheden. In hoeverre vindt u dat storend?
2. Thomas van Bergh schreef in Elsevier (23 september 2006): 'Veel scènes in deze roman lees je met van gêne samengeknepen billen'. Herkent u zich als lezer hierin? Zo ja, kunt u dan enkele van die scènes noemen?
3. Hoe interpreteert u de cover van het boek? Welke verhaalelementen herkent u zoal in het omslag?
4. Over Jörgen Hofmeester oordeelden de critici rijkelijk verdeeld. Thomas van den Bergh karakteriseerde hem in Elsevier (23 september 2006) als 'een pantoffelheld'. Arjen Fortuin schreef in NRC Handelsblad (22 september 2006): 'Jörgen Hofmeester is Grunbergs geloofwaardigste personage tot nu toe ' het doet bijna pijn om over hem te lezen'. Maar Kees 't Hart had in De Groene Amsterdammer (22 september 2006) weinig woorden nodig: 'Het is en blijft een lul'. Hoe ziet u hem?
5. Ook over de compositie oordeelden de critici allerminst eenstemmig. Matthijs de Ridder schreef in De Standaard (22 september 2006): 'Wat Tirza tot een grote roman maakt is de uitgebalanceerde compositie'. En Arjen Fortuin oordeelde in NRC Handelsblad (22 september 2006): 'Niet eerder hield hij [Grunberg] de compositie zo strak in handen, zette hij de bouwstenen van zijn verhaal zo precies neer en knoopte hij de lijntjes allemaal zo zorgvuldig aan elkaar. Dat dwingt grote bewondering af'. Maar Fleur Speet smaalde in Het Financieele Dagblad (23 september 2006): 'Twaalf uur weet Grunberg over 270 pagina's uit te smeren'. En Kees 't Hart ( De Groene Amsterdammer, 22 september 2006) typeerde deel I en II als een 'vertraagde film'. Hoe beoordeelt u de compositie?
6. Welk(e) aspect(en) van Grunbergs stijl en taalgebruik waardeert u het meest?
7. In hoeverre voelde u zich als lezer beetgenomen toen u in het voorlaatste hoofdstuk de ontknoping las? Hoe beoordeelde u in terugblik het romangedeelte (en Jörgens gedrag) tussen de mislukte avondmaaltijd in de Betuwe (p. 300) en Jörgens bekentenis aan Kaisa (p. 401-406)?
8. Arjan Peters schreef in de Volkskrant (22 september 2006) over het slot van de roman: 'De pijnlijke fantasmagorie waarin Hofmeester zich tenslotte in Namibië terugvindt is tegelijk slapstick, schaamteloze driestuiversroman én aangrijpende climax'. Wat is uw oordeel over elk van de drie typeringen die Peters gebruikt?
[Van Dale: 'Fantasmagorie = spookachtige, aan een grillige fantasie ontsproten voorstelling']

9. Sommige recensenten, zoals Johan Bakker in het Nederlands Dagblad (29 september 2006) en Jeroen Vullings in Vrij Nederland (23 september 2006), vonden dat de roman beter, verontrustender was geworden als Grunberg in het midden had gelaten wat er met Tirza en Choukri is gebeurd, dus als de roman op dit punt een open einde had gehad. Wat is uw mening?   Dit uittreksel komt van: https://a-select.nbdbiblion.nl/openaselect/profiles/aselect?a-select-server=aselect1&rid=QAi1tb1B_Sul8YQ-c82dCA .
ANALYSE TITEL EN MOTTO
De titel van het boek is ‘Tirza’.
Tirza is de jongste dochter van Jörgen Hofmeester en zijn hele leven draait om Tirza.
Hij denkt dat hij bestaat, leeft, werkt, alles doet, voor Tirza.
Het verhaal gaat dan ook over Tirza en daarom heet het boek zo. Dan is er het motto, en dat luidt als volgt: 'De kern van seksualiteit tussen volwassenen is de vernedering. Op zichzelf is het niet zoveel, seks, stelt het niet veel voor. Op de vernedering na. Dat is waar het om gaat, dat is feitelijk het enige' (blz. 386).
Dat is wat Jörgen Hofmeester tegen de kleine Kaisa zegt.
Kaisa is een meisje van 9 jaar oud, dat hij tegen komt in Afrika. Het hele verhaal draait om het seksleven, de vreselijke daad die Jörgen Hofmeester verricht na het zien van zijn dochter die samen met Choukri geslachtsgemeenschap heeft, zal hem de rest van zijn leven achtervolgen.

Choukri is Tirza’s vriendje, een Marokkaanse jongen van rond de 23 jaar, die Jörgen Hofmeester op Mohammed Atta vindt lijken.
Er wordt verteld over de geslachtsgemeenschap die Jörgen en zijn vrouw altijd hadden voor ze weg liep naar haar jeugdliefde.
Het waren spelletjes, en wie meespeelden waren beesten.
Ook word er beschreven hoe Jörgen op het feest van Tirza met ‘Ester zonder h’ in de scheur geslachtsgemeenschap heeft en hoe Tirza hem betrapt.
VERHAALLIJNEN
Er is één verhaallijn in het boek, maar die bevat flashbacks. Het begint een paar dagen geleden; Jörgen Hofmeester is bezig met zijn avondeten: de bekende ovenschotel.
Tot de deurbel gaat en daar staat de vrouw met wie hij twee kinderen heeft: Ibi en Tirza, na drie jaar voor zijn neus.
Dan na enige discussies, is het op het moment dat de voorbereidingen voor Tirza’s feest worden getroffen.
Er zijn terugblikken op de jeugd van de kinderen, de tijd dat er nog geen kinderen waren en het moment dat de echtgenote het huis verliet en de jaren na haar vertrek, het vertrek van Ibi naar Frankrijk en daarna Tirza en papa alleen.
Dan is daar Tirza’s feest, de geslachtsgemeenschap tussen Jörgen Hofmeester en ‘Ester zonder h’ in de schuur, de dansende mensen, de docenten, de sushi en sashimi, de sardientjes, de echtgenote die met een veel jongere jongen danst en Tirza die haar vader aan Choukri voorstelt.
Na een aantal dagen gaan Tirza, Choukri en Jörgen naar een huisje op de Betuwe.

Dat huisje was van Jörgen ’s ouders voor ze overleden.
De gesprekken lopen stroef, de nieuwe vriend is niet gelieft, hoe hij zijn best ook doet.
Ze spelen scrabble en Monopoly, eten en drinken.
Maar dan gebeurt het vreselijke…
De dag daarna vertrekt hij gewoon naar  Frankfurt en zwaait Tirza uit op het vliegveld, alsof er niets aan de hand is.
Als na twee weken nog geen bericht uit Afrika, Namibië komt, gaan de echtgenote en Jörgen zich zorgen maken.
En Jörgen vertrekt naar Afrika, hij gaat zelf zijn kind wel zoeken.
In Afrika ontmoet hij Kaisa.
‘Do you want company, Sir?’ is wat Kaisa altijd zegt.
Aan het einde kom je pas te weten wat dat vreselijke wat er gebeurde was.
 
Hij vertelde het aan Kaisa:
Jörgen besluit om in de tuin te gaan werken, maar als hij binnenkomt ziet hij zijn dochter op de tafel liggen, Choukri erbovenop.
Jörgen draait door, hij pakt een pook en slaat daarmee, Tirza dan Choukri.
Hij grijpt naar de kettingzaag en zaagt Choukri in stukjes, zijn linker arm, zijn rechter arm, beneden en zijn hoofd.
Dan begraaft hij de kinderen in de tuin. Dan belt zijn echtgenote, Tirza is gevonden.

Hij belt nog één keer naar Tirza’s telefoon, haar voicemail, de voicemail van zijn zonnekoningin. ‘Hoi dit is Tirza, ik ben er even niet. Maar laat maar een leuk berichtje achter.’ (blz. 430) Het verhaal waar het om ging is gesloten, de grootste vraag: “Waar is Tirza?” is opgelost.
Maar er zou gemakkelijk een deel twee gemaakt kunnen worden, hoe het leven nu verder gaat van Jörgen Hofmeester.    SPANNING EN OPEN PLEKKEN De spanning in het verhaal wordt opgebouwd door open plekken.
Dingen die je niet begrijpt en de grootste vraag die pas aan het einde van het boek beantwoord wordt.
“Waar is Tirza?” is de vraag waar bijna het hele verhaal om draait.
Dus dat is de belangrijkste open plek.
Verder is het vaak dat je niet weet waarom een personage zo reageert: bijvoorbeeld waarom is Tirza boos dat haar moeder voor de deur staat? Later blijkt dat haar moeder haar, in haar ogen, in de steek gelaten heeft.
En wat is die ziekte? 
De ziekte van Tirza blijft een groot gedeelte van het boek geheim, maar als je verder leest kom je erachter dat ze anorexia heeft.   PERSONAGES De hoofdpersoon van dit boek is Jörgen Hofmeester.
Hij is een man rond de 50 á 60 jaar, hij heeft grijs haar en is, voor zijn leeftijd, niet dik.

Jörgen is een man die veel alcohol nuttigt, ik denk dat hij dat doet omdat hij ongelukkig is.
En hij heeft te kampen met een agressieprobleem, hij wil mensen slaan, wurgen, vermoorden als het hem niet naar de zin gaat.
Hij heeft twee kinderen met zijn ex-vrouw gekregen: Ibi en Tirza.
 Deze man heeft zijn eigen kind vermoord.
Hij vind zichzelf een toegewijd ouder.
Hij werkte bij een uitgeverij maar hij is op non-actief gezet.
Jörgen was te oud om ontslagen te worden, maar hij kostte het bedrijf alleen maar geld.
Vanaf dat moment ging hij elke dag naar Schiphol, hij vond dat hij daar de wacht moest houden. De persoon waar het verhaal om draait is Tirza Hofmeester.
Tirza is een tiener die net afgestudeerd is, ze is 18 jaar oud.
Ondanks het feit dat Tirza een meisje is heeft ze geen vrouwelijke vormen, en ze is dun, vreselijk dun, maar dat komt door de anorexia die ze had als kind op de middelbare school.
Tirza lag altijd wel geliefd bij de jongens, ze heeft veel vriendjes gehad maar ook jongens voor één nacht.
Nu heeft ze een relatie met Choukri, maar Hofmeester noemt hem Mohammed Atta.

Tirza wordt door haar vader “de zonnekoningin” genoemd. De bij personages zijn de ex-echtgenote, Ibi, Choukri en een heel belangrijke Kaisa.
De ex-echtgenote is heel belangrijk omdat ze een relatie met Jörgen heeft gehad en de moeder van Ibi en Tirza is.
Ze wil zich eerst uitsloven voor Jörgen maar later beseft ze dat het niet is wat ze wil, Jörgen valt op ordinaire vrouwen, dat is ze ook wel, maar het is nu gewoon niet meer hetzelfde.
Ibi heeft een belangrijke rol omdat ze de zus van Tirza is, vooral de jeugd van Ibi is belangrijk in het verhaal.
Bijvoorbeeld het stuk dat ze op haar vijftiende jaar als met meerdere mannen geslachtsgemeenschap heeft gehad en dat ze nu met de huurder van de bovenetage, Andreas, een Duitse architect dat heeft, dat Jörgen haar betrapt en de situatie uit de hand loopt.
Choukri is het vriendje van Tirza en is belangrijk omdat Jörgen een vreselijk haat aan die jongen heeft.
Door het feit dat hij zag dat Tirza geslachtsgemeenschap had met Choukri heeft Jörgen Choukri en zijn eigen, jongste dochter vermoord.
Kaisa zorgt ervoor dat Jörgen gaat praten, zo weet je als lezer wat er allemaal gebeurde, Tirza kent Kaisa niet, want daar is ze al dood, maar Jörgen noemt Kaisa wel per ongeluk Tirza. Er is sprake van een karakter, Jörgen is een man die je beter leert kennen tijdens het verhaal. THEMA EN MOTIVIEN
Het gaat over de vader-dochter relatie tussen Jörgen en Tirza.
Jörgen verwacht veel van Tirza die hoog-hoog begaafd is, Tirza doet als een verwend kind tegenover haar vader.
Het thema is dus vader-dochter relaties.

De titel van het boek zegt genoeg, de naam van de dochter, het middelpunt, de zonnekoningin. Het leidmotief van de vader is zijn vaderliefde, hij doet alles voor zijn kind.
Wie aan Tirza komt, komt aan Jörgen; uit die liefde neemt hij vaak foute beslissingen. Het verhaalmotief is eigenlijk hetzelfde als het leidmotief, de liefde die Jörgen voor Tirza heeft als vader.
Zonder die vaderliefde zou dit verhaal niet logisch zijn, want waarom zou hij dan bepaalde dingen doen?
RUIMTE EN TIJD Het verhaal speelt zich af op verschillende plaatsten: het huis van familie Hofmeester en de tuin, Schiphol, buiten, het vakantiehuis op de Betuwe, Afrika.
Het huis van de familie Hofmeester is groot, te groot eigenlijk.
Ze verhuren de bovenverdieping, ook gelijk weer extra inkomsten, maar de woning geeft status.
De woning geeft status omdat het uitzicht op het Vondelpark heeft.
Er zit een grote keuken en een grote woonkamer in en er zijn drie verdiepingen.
Aan dit grote huis zit een tuin verbonden.
Als je door de tuin heen loopt, over het pad in het midden kom je bij een kleine schuur uit. Schiphol, de luchtvaarthaven, is druk.
Mensen die naar de gates gaan, koffers, mensen die afscheid nemen.
Jörgen Hofman zit elke dag op dezelfde plaatsen in de luchthaven. Buiten is in Amsterdam, de drukte, de stank.
Trams, bussen, auto’s, fietsers, mensen. Het vakantiehuis op de Betuwe is van de ouders van Jörgen geweest.

Het heeft een grote tuin, met een heleboel struiken en bloemen.
 In het vakantiehuis zijn twee slaapkamers, een keuken, een woonkamer en een badkamer. In Afrika is het warm, alle mensen die er rondlopen zijn toerist of kleurling.
Van de periode in Afrika zijn plaatsten als hotels, internetcafés, zandvlaktes en achterstandswijken bekend. Aron Grunberg heeft niet veel details gegeven over hoe de locaties eruit zagen.    PERSPECTIEF Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Jörgen Hofmeester.
Dit had als gevolg dat je alles vanuit zijn oogpunt zag, dus niet geleidelijk in zijn mening over dingen meevoer.
Zo had ik niet het gevoel van wat een vreselijke man, maar als je er later aan terug denkt bedenk je wat een vreselijke dingen hij eigenlijk dacht en deed.
Maar als je het las was het normaal, goed.   STRUCTUUR Het boek ‘Tirza’ bestaat uit drie delen; deel 1: de huur, deel 2: het offer, deel drie: de woestijn.
Ieder deel is weer verdeeld in hoofdstukken; deel 1 in 3 hoofdstukken, deel 2 en 3 in 5 hoofdstukken. Het boek heeft een open einde omdat je niet weet hoe het verder gaat.
De hoofdvraag is dan weliswaar beantwoord, Tirza is terecht.
Maar hoe gaat het verder met het leven van Jörgen Hofmeester? Blijft hij bij zijn ex? Gaat hij de gevangenis in?
Er is niet een ze leefden nog lang en gelukkig. Dus daarom vind ik dat het een open einde is, omdat je met vragen blijft zitten. Er is samenhang tussen de grote tekstdelen omdat je herhaling en overeenkomst ziet.

De personages blijven ongeveer hetzelfde, soms worden er stukken tekst herhaaldelijk gebruikt.  Het verhaal begint in medias ras, namelijk op de dag van de aankomst van de ex vrouw, daarvoor zijn nog dingen gebeurt, en daarna gebeuren nog dingen.
De dingen ervoor worden verteld aan de hand van flashbacks en de dingen erna spelen gewoon door. Er is geen sprake van een cyclische opbouw, wat aan het begin van het verhaal  een van de belangrijkste dingen is, het feest van Tirza, is op het einde niet eens meer in beeld.   EIGEN MENING Het verhaal heeft mij zeker op het verkeerde been gezet.
Dat komt omdat ik in het begin dacht dat Jörgen gewoon een huisvader was, maar aan het einde blijkt hij veel meer dan dat te zijn: een agressieve, alcoholist die zijn dochter en vriendje heeft vermoord, die vreselijk met zichzelf in de knoop zit, maar hij is niet ongelukkig vindt hij zelf: hij weet dat hij niet gelukkig is maar dat maakt hem nou juist niet ongelukkig.
Soms zat ik vol spanning te lezen, en onbegrip.
Waarom doet hij zo? Wat zou hij gedaan hebben?
De onbegrip kwam vooral als ik de reacties van mensen niet begreep, of waar ze het over hadden.
Het was zeker een interessant verhaal omdat je meeleeft met Jörgen Hofmeester.
Zijn problemen worden jou problemen, het is heel realistisch geschreven.    VERWERKINGSOPDRACHT 1: PERSONAGES Persoonlijk vind ik dat Jörgen de echte hoofdpersoon is,.
Maar als er drie zouden moeten zijn dan komt Tirza omdat het verhaal om haar gaat en als ik dan een derde zou moeten aanwijzen zeg is Kaisa omdat dit het meisje is dat in het derde deel een heel belangrijke rol vervuld in de reis naar Afrika. Jörgen is een oudere van rond de 50 á 60 jaar.
Hij heeft grijs haar, is niet dik  voor zijn leeftijd. Jörgen heeft een woede probleem. ‘Hofmeester pakte haar met zijn linker hand bij de keel. Hij kneep in haal keel. Ze blies nog een keer. Hij kneep haar keel dicht met afwegend gezicht. Hij zette kracht. ‘Ga zo door,’ fluisterde ze ‘ga zo door. Moet ik weer de politie bellen? Zoals vroeger, Jörgen? Moet ik ze weer bellen?’ Hij duwde haar van zich af. Ze viel tegen de muur naast de badkuip.’ (blz. 59/60).  Uit het ‘‘weer’’ blijkt dat hij het vroeger ook al deed en later in het verhaal staat beschreven over hoe hij zijn dochter Tirza en haar vriendje vermoord. Ook heeft Jörgen een alcoholverslaving, in het boek staat niet ‘hij is een alcoholist’, maar aan de hoeveelheid alcohol die hij nuttigt zou je het wel kunnen zeggen. ‘Hofmeester neemt een grote slok.’ (blz. 198).

‘Zelf houdt hij het bij witte wijn.’ (blz. 199).
‘En doe maar een glas witte wijn.’ (blz. 335).
‘Hij laat cognac bij schenken.’ (blz. 344.) Tirza is een jonge meid, die niet veel vrouwelijke vormen heeft, ze heeft anorexia gehad. 
Ze is graag papa’s prinses en laat zich ook zo behandelen. Kaisa is een meisje van 9 jaar oud, en komt uit Afrika.
Haar moeder overlijd tijdens het verhaal.
Ze is klein, heeft een donkere huid, donkere ogen en korte haren.      

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Tirza door Arnon Grunberg"