Succes door Marco Kamphuis

1. Marco Kamphuis, Succes, Hannie Pijnappels, Amsterdam, 1e druk 2001, 123 blz. Roman. 2. Eerste Reactie a. Toen ik op zoek was naar een boek, was het belangrijkste dat ik snel door het boek zou kunnen lezen. En dat gebeurt bij mij altijd het snelst als het boek humor bevat, zo kwam ik aan bij een boek met een tekentje op de rug met de betekenis ‘humor’. Het verhaal op de achterkant sprak mij wel aan, omdat ik nog niet eerder een boek had gelezen waarin een schrijver een verhaal schreef over een schrijver die zou stoppen met schrijven omdat hij het verschrikkelijk vond. b. Het boek bevatte inderdaad veel humor, waarvan het grootste gedeelte bestond uit het vertrouwen in de mens waarin de hoofdpersoon Erwin woont. Erwin is een schrijver die stopt met het schrijven van boeken omdat hij geen succes heeft, en niet erkend wordt als schrijver door de media. 3. Verdieping a. Samenvatting Erwin woont samen met Marion in een huis, en zij schijnt het wel prettig te vinden om met een gekweld genie samen te wonen. Marion verdient het geld in huis en het geld dat door Erwin verdient wordt met zijn boeken is bijna even veel als het vakantiegeld van Marion. Op een dag vertelt Marion hem dat het genoeg is geweest zo en dat ze iemand gevonden had waarmee ze samen wilde wonen, Erwin moest dus een andere woonruimte zien te vinden. Maar om dat te kunnen betalen, was er wel geld nodig, en het geld van zijn boekenopbrengst was dan niet genoeg. Hij moest dus een baan zoeken, en dat deed hij door tien brieven de deur uit te sturen waarna hij een aantal dagen later een brief terug kreeg voor een baan op een ultramodern bankkantoor. Het bleek dat hij niets van geldzaken af hoefde te weten, maar dat het genoeg was dat hij een intellectueel persoon was. De woonruimte vond hij in een nogal asociale buurt, en zodra hij erachter kwam dat hij niet kon klussen kwam Marion met haar nieuwe vriend Alfredo binnen. Als Erwin de stad in gaat om de juiste spullen te halen, zijn ze al bijna klaar als hij weer ‘thuis’ is gekomen. Volgens hem doen ze dit alleen omdat ze hem zo snel mogelijk willen laten verhuizen, en hij voelt zich alweer een beetje slechter. In de paar dagen voordat hij aan het werk kan met zijn nieuwe baan, ontmoet hij mensen uit de flat waar hij woont, waaronder een grote lompe man genaamd Ed van de overkant die hem in elkaar slaat zodra hij een biertje te veel heeft genuttigt, een knap Indisch meisje (Asha), dat hem wel leuk vindt en ook wordt hij lastiggevallen door een ex-vriend van de vorige bewoner, die met een mes voor zijn deur kwam te staan. In korte tijd wordt zijn fiets gestolen, gebeuren er een aantal ongelukken op het kruispunt waar hij op uitkijkt, wordt de auto van zijn moeder gemolesteerd en werd zijn dure koffer uit de berging van de flat gestolen. Die hij trouwens later zag ingeladen worden in een busje vlak voor zijn apartement. Als hij twee pakken op maat van zijn moeder heeft gekregen, loop hij de nacht voor zijn eerste werkdag uit het huis van het Indische meisje, waar hij het begin van de nacht heeft doorgebracht. De ochtend dat hij naar zijn werk moest, stond Asha voor zijn deur om ervoor te zorgen dat hij zich niet verslaapt. Zij is smoorverliefd op hem, maar hij voelt niet evenveel voor haar. De bank waar hij wil gaan werken is de grote concurrent van de bank waar zijn vader een hoge functie inneemt. Hij wilde zijn vader al een tijdje bellen om het hem te vertellen, maar aagezien die in Tokyo zit, kan hij hem niet op het kantoor bereiken. Om 9 uur ’s morgens komt hij op het werk aan, nadat hij op de bushalte nog eens merkte hoe mens onvriendelijk de andere mensen waren in deze buurt. “Hij rechtte zijn schouders, voelde of zijn das goed dat en stak het plein over.”
b. Onderzoek van de verhaaltechniek 1. De schrijfstijl is alledaags, er worden geen ouderwetse woorden gebruikt omdat dit boek in 2001 is geschreven. Het is makkelijk te begrijpen en er hoeft niet al te lang te worden nagedacht over de humor van schrijver. 2. Het speelt zich af in een plaats ergens in Nederland, en het is een beetje een asociale buurt, want er wordt vooral verteld over de minder sociale bewoners. Het speelt zich nu af, dat merk ik door de supermarkten, het bankkantoor, de telefoon, de televisie en het taalgebruik, dat alledaags is. 3. De verhaalfiguren zijn: - Erwin: hij is de hoofdpersoon in het boek en is een schrijver die het eigenlijk wel gehad heeft met zijn schrijverswerk. Hij heeft twee boeken geschreven en heeft er erg veel tijd aan besteed, maar hij wordt niet als schrijver erkend door de media. Nadat hij een andere woonruimte moet vinden van Marion, waar hij een woning mee deelde, verandert zijn hele leven omdat hij opeens werk moet gaan zoeken. Hij komt in een flatje terecht, met een aantal ruige figuren in de buurt. - Marion: is een vrouw van ongeveer een jaar of dertig, die Erwin uit huis wil hebben omdat ze wil gaan samenwonen met haar nieuwe vriend Alfredo. Er wordt verder niet heel veel duidelijk over haar omdat ze niet zo lang in het verhaal voorkomt. - Alfredo: is de nieuwe vriend van Marion, hij is goed in klussen en helpt Erwin bij het in orde maken van zijn nieuwe huis omdat hij zo snel mogelijk bij Marion wil intrekken. Verder kom je niet veel van hem te weten omdat hij niet heel lang in het verhaal voorkomt. - Asha: Een Indisch meisje dat bij Erwin in de flat woont en ook een oogje op de schrijver heeft. Ze heeft een jaloerse kat Kishori, en is sinds een paar jaar geinteresseerd in het Indische leven en de godsdiensten. - Ed: Een grote lompe man, die tegenover Erwin woont. Hij drinkt geen alcohol omdat hij anders erg agressief kan worden. Dit wordt ook duidelijk in het verhaal als hij toch maar een paar biertjes drinkt bij Erwin, die er met een bloedlip vanaf komt. Later komt hij het nog goedmaken en vergoed een vaas, slaat hij de ex-vriend Youssef van de vorige bewoner een gebroken arm met een honkbalknuppel, en helpt hij de gestolen goederen uit de berging van Erwin in een busje te laden. Hierover wordt verder niet veel verteld. 4. Erwin moet plotseling een nieuwe woonruimte zoeken en om dat te kunnen bekostigen moet hij eveneens een baan zoeken. Hij komt ook nog eens een meisje tegen dat verliefd op hem lijkt te zijn, hij moet afkicken met schrijven dat hem makkelijk lijkt af te gaan en hij wil zijn vader bereiken om hem te vertellen dat hij werk heeft gevonden. En wel bij de grote concurrent van het bankbureau van zijn vader. 5. De vertelwijze is alledaags, dus niet moeilijk, geen ouderwetse woorden en er is snel door te lezen. c. Op zoek naar de thematiek. 1. Het thema is: het zoeken naar succes in de, voor de hoofdpersoon, nieuwe wereld van werk en een woningruimte zoeken. 2. De hoofdpersoon gaat op zoek naar werk, heeft dat aardig snel gevonden en heeft ook aardig snel een nieuwe woning gevonden in een verpauperde volkswijk. 3. Het verband tussen de titel en het thema is dat er in het verhaal naar succes wordt gezocht door de hoofdpersoon. Hij lijkt geen succes te kunnen krijgen, want de twee boeken die hij geschreven heeft zijn ‘mislukt’, en hij lijkt ook geen succes in de liefde te kunnen vinden. Het meisje dat verliefd op hem is, lijkt niet geheel zijn type te zijn.