3.2 Plaats(en) van handeling, sfeer, ruimtewerking: Het verhaal speelt zich af in Utrecht en in een tijd van oorlog. Het verhaal gaat over 1672, het rampjaar. De oorlog heeft veel invloed, want daardoor zijn er allemaal soldaten en er was altijd dreiging. Lina kan niet alleen naar huis lopen als ze klaar is met werken want de dronken soldaten vallen veel meisjes lastig, vooral ’s avonds. Ook hebben ze doordat er is oorlog weinig geld en moeten ze armer gaan leven. Hans drukt samen met zijn vader illegale pamfletjes over de oorlog buiten Utrecht. Daardoor is hij overdag moe en lukt het hem nauwelijks om nog goed te kunnen schilderen en komt hij telkens te laat. Hij kan zijn droom voor schilder niet verwezenlijken omdat hij vaak te laat komt.
3.3 Tijdsaspecten: het boek begint met anderhalve bladzijde over 1702. Hans vertelt dat Willem III is overleden. Dat doet hem denken aan het rampjaar 1672. vanaf daar gaat het boek verder in 1672. Aan het einde gaat het weer over 1702. Hans vertelt hoe het nu met hem was. Hij schrijft: ‘op zolder, tussen de hanenbalken zal ik dit verstoppen en niemand zal weten wat daar verborgen ligt: de jeugd van Hans Stevenszoon Ortelius, drukker en boekverkoper te Utrecht.
Het zij zo.’
Het verhaal is een grote flashback. Het is chronologisch, want het loopt van heden naar verleden naar heden.
De leestijd is 350 bladzijdes.
3.4 Perspectief: Het boek heeft een vast perspectief en is subjectief. Je ziet alles door de ogen van Hans. Het is een ik-verhaal. Door dat het een ik-verhaal is, krijg je wel het idee dat je in het verhaal zelf zit.
3.5 Fabel, samenvatting, begin en slot: Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw in Utrecht en begint op de heksenwaag in Oudewater, in 1672. Hans Stevenszoon Ortelius moet naar Oudewater om pamfletten op te halen, hij reist met de trekschuit en maakt kennis met Joris, de jager van het trekpaard. In Oudewater aangekomen, is Hans getuige van het wegen van een vrouw, van wie men denkt dat ze een heks is, een mooie heks weliswaar, denkt Hans.
Haar gewicht is gewoon voor iemand van haar postuur, men geloofde in die tijd dat heksen heel licht waren, hoe konden ze anders vliegen?! Hierna vertrekt de vrouw samen met haar dochter. Hans haalt de pamflet af in Oudewater en hij keert terug. Onderweg komt hij de mooie vrouw en haar dochter tegen, de vrouw kan niet verder vanwege blaren en verwondingen op haar voet. Hans helpt hun uit de brand en betaalt hun trekschuitrit en neemt ze mee naar zijn huis in Utrecht, daar worden de wonden van de vrouw behandeld door Moeie Neele, de huishoudster van de drukkersfamilie Ortelius. De vrouw heet Elisabeth Gartenstein en weduwe blijkt te zijn. Haar dochter heet Lina en ze komen uit Ausburg. Toen de wonden waren genezen en ze konden vertrekken, brak er oorlog uit met de bisschop van Munster, de bisschop van Keulen, Engeland en Frankrijk. Frankrijk bezet Brabant en de beide bisschoppen bezetten de Achterhoek, Engeland zet blokkades bij de havens van Zeeland en Holland.
De Utrechters voelen zich wel veilig, ze worden beschermd door de grote rivieren.
Maar tegen de verwachtingen in komen de Fransen over de grote rivieren en Utrecht geeft zich zonder enige weerstand over. Omdat de Fransen over de grote rivieren zijn gekomen wordt de waterlinie gemaakt, een grote plas water die ontstaan is door de dijken op bepaalde plaatsen door te breken. Daardoor konden de bezettende troepen er niet langs komen. Hans en zijn vader (Steven Ortelius), weduwnaar en drukker, besluiten om in het geheim illegale pamfletten te drukken over wat er in de oorlog gebeurt en zo de mensen te informeren. Het is heel gevaarlijk werk en ze zorgen dat alle sporen uitgewist worden. Op een dag wordt er een inval gedaan en de soldaten nemen Steven mee, op verdenking van illegaal drukken. Ze namen hem mee omdat GerritJan de Vlieger had gezegt, dat de vader van Hans de pamfletten drukte. De Fransen konden niets bewijzen, dus hij werd vrijgelaten. Het drukkersgilde weet een andere plek te vinden om krantjes te drukken: in de crypte van de Pieterskerk. Daar wordt een oude drukpers neergezet en de drukkers werken omstebeurt aan de illegale pamfletten. Op een dag krijgt de familie Ortelius inkwartiering van twee Zwitserse huursoldaten: Seppl en Anders. Ondertussen maakt het Staatse leger vooruitgang en drijft de bisschoppen van Munster en Keulen terug, en De Ruyter verslaat de Engelsen op zee bij Kijkduin. Prins Willem gaat op een veldtocht door Brabant tot Charleroi, een stad in Wallonië die veel voorraden van de Fransen bevat belegeren. Maar de Fransen komen om de stad te ontzetten en Willem trekt weer terug naar Holland. Het wordt de Fransen wat heet onder de voeten en ze beginnen de stad te ontruimen om weg te gaan en de Seppl en Anders stellen aan Steven voor dat hij ze burgerkleren geeft en een schuilplaats in ruil voor 500 gulden… Hij neemt het aan en laat ze in de crypte van de Pieterskerk onderduiken, daar blijkt dat ze niet de enige zijn die daar schuilen. Intussen is Hans verliefd op Lina geworden. De Fransen vertrekken en Utrecht wordt bevrijd door de Staatse troepen, Utrecht komt onder militair bewind. Op een dag komt Joris terug, nadat hij in het Staatse leger had gediend en wordt een knecht van Steven. Maar Joris blijft herhaaldelijk een paar dagen achter elkaar weg. Steven is woest als Joris weer terugkomt en die belooft dan weer beterschap, maar een paar weken later is hij alweer verdwenen.
Op 1 augustus is het broeiend warm en Hans en Lina gaan het platteland in, ze zwemmen in de Rijn en zonnen wat. Als het wat later wordt gaan ze wat eten bij een herberg, maar vertrekken als het wat harder begint te waaien. Ineens onweert het en de regen komt met bakken uit de lucht en ze vluchten naar huis. Onderweg blijkt dat het een heuse orkaan is en ze gaan schuilen onder de Pauluspoort. Ze zien de Dom in elkaar zakken, huizen instorten, bomen vallen, mensen verpletterd worden. De orkaan verwoest alles en de straten liggen vol met puin en lijken. Een paar aardige mensen helpen hun en ze keren huiswaarts, zonder te weten wat ze daar kunnen verwachten… Gelukkig valt de schade mee. Joris keert terug nadat hij weer weg was gegaan en vindt de stad in puin. Hij besluit dat hij niet meer hier wil leven en besluit om weg te gaan. Lina gaat met hem mee. Het leven van Hans Stevenszoon Ortelius stort in, maar hij kan er niets aan doen. Steven en Elisabeth zijn getrouwd, Hans heeft nooit meer zoiets voor iemand gevoeld dan voor Lina, en hij is nooit met iemand getrouwd…
3.6 Thema. Literaire motieven, verhaalmotieven: Het Thema is: liefde in de oorlog, niet voor iedereen.
Het is een abstract motief. Het gaat over liefde, haat, angst en verraad. Het gaat dus vooral over gevoelens.
Het leidmotief is: ‘Waar is het Sinjoorke?’ Deze zin heeft Hans zich vaker in het boek afgevraagd. Hij dacht vaak na over Joris, en hoe het nu met hem zou zijn.
3.7 Aantal hoofdstukken; structuur: Het boek heeft 22 hoofdstukken. Gemiddeld ongeveer 16 bladzijdes per hoofdstuk. Je hebt 2 delen. Het deel van 1702 en het deel van 1672. In allebei de delen is Hans de verteller.
Hoofdstuk 4
4.1 Bijzonderheden taalgebruik: In het boek vielen mij een aantal dingen op. Thea Beckman gebruikte veel vergeten woorden. Van sommige had ik nog nooit gehoord. Thea beschrijft ook alles tot in de puntjes. Ik kon me er daardoor heel goed in inleven. Ik zag bij het lezen van het boek ook echt een beeld voor me. Je kunt aan het boek echt merken dat het gaat over de 17e eeuw.
4.2 Eigen mening en/of oordeel: Ik had erg lage verwachtingen van het boek. Ik las de achterkant en ik wilde het eigenlijk niet lezen. Het ging over oorlog en ik hou eigenlijk al helemaal niet van die boeken over vroeger. Maar mijn moeder had hem gelezen en zei:’Het is echt wel een leuk boek, alleen het begin is even moeilijk.’ En ik ging hem dus lezen. Ik vond hem echt leuk en ik vond hem ook wel spannend. Ik heb bijvoorbeeld nooit geweten dat de Domtoren half was ingestort, of dat er überhaupt een orkaan is geweest in Utrecht. Ik heb weer wat geleerd over de geschiedenis. Dat het boek gebaseerd is op vele bronnen uit de 17e eeuw vind ik ook wel leuk. Sommige zinnen moest ik wel 3 keer opnieuw lezen om de zin echt te snappen. Het originele aan het boek is dat het geen happy end heeft, ook al heb ik wel medelijden met Hans.
Mijn eindoordeel is: het is een goed, origineel, spannend boek!
Het is zeker aan te raden aan andere leerlingen.
‘Stad in de storm’ van Thea Beckman krijgt van mij een: 7,8
3.2 Plaats(en) van handeling, sfeer, ruimtewerking: Het verhaal speelt zich af in Utrecht en in een tijd van oorlog. Het verhaal gaat over 1672, het rampjaar. De oorlog heeft veel invloed, want daardoor zijn er allemaal soldaten en er was altijd dreiging. Lina kan niet alleen naar huis lopen als ze klaar is met werken want de dronken soldaten vallen veel meisjes lastig, vooral ’s avonds. Ook hebben ze doordat er is oorlog weinig geld en moeten ze armer gaan leven. Hans drukt samen met zijn vader illegale pamfletjes over de oorlog buiten Utrecht. Daardoor is hij overdag moe en lukt het hem nauwelijks om nog goed te kunnen schilderen en komt hij telkens te laat. Hij kan zijn droom voor schilder niet verwezenlijken omdat hij vaak te laat komt.
3.3 Tijdsaspecten: het boek begint met anderhalve bladzijde over 1702. Hans vertelt dat Willem III is overleden. Dat doet hem denken aan het rampjaar 1672. vanaf daar gaat het boek verder in 1672. Aan het einde gaat het weer over 1702. Hans vertelt hoe het nu met hem was. Hij schrijft: ‘op zolder, tussen de hanenbalken zal ik dit verstoppen en niemand zal weten wat daar verborgen ligt: de jeugd van Hans Stevenszoon Ortelius, drukker en boekverkoper te Utrecht.
Het zij zo.’
Het verhaal is een grote flashback. Het is chronologisch, want het loopt van heden naar verleden naar heden.
De leestijd is 350 bladzijdes.
3.4 Perspectief: Het boek heeft een vast perspectief en is subjectief. Je ziet alles door de ogen van Hans. Het is een ik-verhaal. Door dat het een ik-verhaal is, krijg je wel het idee dat je in het verhaal zelf zit.
3.5 Fabel, samenvatting, begin en slot: Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw in Utrecht en begint op de heksenwaag in Oudewater, in 1672. Hans Stevenszoon Ortelius moet naar Oudewater om pamfletten op te halen, hij reist met de trekschuit en maakt kennis met Joris, de jager van het trekpaard. In Oudewater aangekomen, is Hans getuige van het wegen van een vrouw, van wie men denkt dat ze een heks is, een mooie heks weliswaar, denkt Hans.
Haar gewicht is gewoon voor iemand van haar postuur, men geloofde in die tijd dat heksen heel licht waren, hoe konden ze anders vliegen?! Hierna vertrekt de vrouw samen met haar dochter. Hans haalt de pamflet af in Oudewater en hij keert terug. Onderweg komt hij de mooie vrouw en haar dochter tegen, de vrouw kan niet verder vanwege blaren en verwondingen op haar voet. Hans helpt hun uit de brand en betaalt hun trekschuitrit en neemt ze mee naar zijn huis in Utrecht, daar worden de wonden van de vrouw behandeld door Moeie Neele, de huishoudster van de drukkersfamilie Ortelius. De vrouw heet Elisabeth Gartenstein en weduwe blijkt te zijn. Haar dochter heet Lina en ze komen uit Ausburg. Toen de wonden waren genezen en ze konden vertrekken, brak er oorlog uit met de bisschop van Munster, de bisschop van Keulen, Engeland en Frankrijk. Frankrijk bezet Brabant en de beide bisschoppen bezetten de Achterhoek, Engeland zet blokkades bij de havens van Zeeland en Holland.
De Utrechters voelen zich wel veilig, ze worden beschermd door de grote rivieren.
Maar tegen de verwachtingen in komen de Fransen over de grote rivieren en Utrecht geeft zich zonder enige weerstand over. Omdat de Fransen over de grote rivieren zijn gekomen wordt de waterlinie gemaakt, een grote plas water die ontstaan is door de dijken op bepaalde plaatsen door te breken. Daardoor konden de bezettende troepen er niet langs komen. Hans en zijn vader (Steven Ortelius), weduwnaar en drukker, besluiten om in het geheim illegale pamfletten te drukken over wat er in de oorlog gebeurt en zo de mensen te informeren. Het is heel gevaarlijk werk en ze zorgen dat alle sporen uitgewist worden. Op een dag wordt er een inval gedaan en de soldaten nemen Steven mee, op verdenking van illegaal drukken. Ze namen hem mee omdat GerritJan de Vlieger had gezegt, dat de vader van Hans de pamfletten drukte. De Fransen konden niets bewijzen, dus hij werd vrijgelaten. Het drukkersgilde weet een andere plek te vinden om krantjes te drukken: in de crypte van de Pieterskerk. Daar wordt een oude drukpers neergezet en de drukkers werken omstebeurt aan de illegale pamfletten. Op een dag krijgt de familie Ortelius inkwartiering van twee Zwitserse huursoldaten: Seppl en Anders. Ondertussen maakt het Staatse leger vooruitgang en drijft de bisschoppen van Munster en Keulen terug, en De Ruyter verslaat de Engelsen op zee bij Kijkduin. Prins Willem gaat op een veldtocht door Brabant tot Charleroi, een stad in Wallonië die veel voorraden van de Fransen bevat belegeren. Maar de Fransen komen om de stad te ontzetten en Willem trekt weer terug naar Holland. Het wordt de Fransen wat heet onder de voeten en ze beginnen de stad te ontruimen om weg te gaan en de Seppl en Anders stellen aan Steven voor dat hij ze burgerkleren geeft en een schuilplaats in ruil voor 500 gulden… Hij neemt het aan en laat ze in de crypte van de Pieterskerk onderduiken, daar blijkt dat ze niet de enige zijn die daar schuilen. Intussen is Hans verliefd op Lina geworden. De Fransen vertrekken en Utrecht wordt bevrijd door de Staatse troepen, Utrecht komt onder militair bewind. Op een dag komt Joris terug, nadat hij in het Staatse leger had gediend en wordt een knecht van Steven. Maar Joris blijft herhaaldelijk een paar dagen achter elkaar weg. Steven is woest als Joris weer terugkomt en die belooft dan weer beterschap, maar een paar weken later is hij alweer verdwenen.
Op 1 augustus is het broeiend warm en Hans en Lina gaan het platteland in, ze zwemmen in de Rijn en zonnen wat. Als het wat later wordt gaan ze wat eten bij een herberg, maar vertrekken als het wat harder begint te waaien. Ineens onweert het en de regen komt met bakken uit de lucht en ze vluchten naar huis. Onderweg blijkt dat het een heuse orkaan is en ze gaan schuilen onder de Pauluspoort. Ze zien de Dom in elkaar zakken, huizen instorten, bomen vallen, mensen verpletterd worden. De orkaan verwoest alles en de straten liggen vol met puin en lijken. Een paar aardige mensen helpen hun en ze keren huiswaarts, zonder te weten wat ze daar kunnen verwachten… Gelukkig valt de schade mee. Joris keert terug nadat hij weer weg was gegaan en vindt de stad in puin. Hij besluit dat hij niet meer hier wil leven en besluit om weg te gaan. Lina gaat met hem mee. Het leven van Hans Stevenszoon Ortelius stort in, maar hij kan er niets aan doen. Steven en Elisabeth zijn getrouwd, Hans heeft nooit meer zoiets voor iemand gevoeld dan voor Lina, en hij is nooit met iemand getrouwd…
3.6 Thema. Literaire motieven, verhaalmotieven: Het Thema is: liefde in de oorlog, niet voor iedereen.
Het is een abstract motief. Het gaat over liefde, haat, angst en verraad. Het gaat dus vooral over gevoelens.
Het leidmotief is: ‘Waar is het Sinjoorke?’ Deze zin heeft Hans zich vaker in het boek afgevraagd. Hij dacht vaak na over Joris, en hoe het nu met hem zou zijn.
3.7 Aantal hoofdstukken; structuur: Het boek heeft 22 hoofdstukken. Gemiddeld ongeveer 16 bladzijdes per hoofdstuk. Je hebt 2 delen. Het deel van 1702 en het deel van 1672. In allebei de delen is Hans de verteller.
Hoofdstuk 4
4.1 Bijzonderheden taalgebruik: In het boek vielen mij een aantal dingen op. Thea Beckman gebruikte veel vergeten woorden. Van sommige had ik nog nooit gehoord. Thea beschrijft ook alles tot in de puntjes. Ik kon me er daardoor heel goed in inleven. Ik zag bij het lezen van het boek ook echt een beeld voor me. Je kunt aan het boek echt merken dat het gaat over de 17e eeuw.
4.2 Eigen mening en/of oordeel: Ik had erg lage verwachtingen van het boek. Ik las de achterkant en ik wilde het eigenlijk niet lezen. Het ging over oorlog en ik hou eigenlijk al helemaal niet van die boeken over vroeger. Maar mijn moeder had hem gelezen en zei:’Het is echt wel een leuk boek, alleen het begin is even moeilijk.’ En ik ging hem dus lezen. Ik vond hem echt leuk en ik vond hem ook wel spannend. Ik heb bijvoorbeeld nooit geweten dat de Domtoren half was ingestort, of dat er überhaupt een orkaan is geweest in Utrecht. Ik heb weer wat geleerd over de geschiedenis. Dat het boek gebaseerd is op vele bronnen uit de 17e eeuw vind ik ook wel leuk. Sommige zinnen moest ik wel 3 keer opnieuw lezen om de zin echt te snappen. Het originele aan het boek is dat het geen happy end heeft, ook al heb ik wel medelijden met Hans.
Mijn eindoordeel is: het is een goed, origineel, spannend boek!
Het is zeker aan te raden aan andere leerlingen.
‘Stad in de storm’ van Thea Beckman krijgt van mij een: 7,8
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden