Stad in de storm door Thea Beckman

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
Boekcover Stad in de storm
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas havo | 2382 woorden
  • 22 februari 2005
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
20 keer beoordeeld

Boekcover Stad in de storm
Shadow
Stad in de storm door Thea Beckman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding: Hallo mensen, ik ga jullie iets vertellen over het boek STAD IN DE STORM geschreven door Thea Beckman. Ik heb dit boek gekozen omdat, ik dit een van de leukste boeken vond van uit de geschiedenis die ik kende. Waar gaat het verhaal over? Het gaat vooral over Hans die verliefd was op Lina. Het begint met Hans en zijn vader en er komen steeds meer mensen bij. Het verhaal speelt zich vooral af in Utrecht want Hans woont namelijk in Utrecht, maar ook in Oudewater. In Oudewater wordt de ‘heks’ gewogen. Hij ontmoette de ‘heks’ en haar dochtertje Lina ook nog in Montfoort. Het verhaal begint in het jaar 1672 toen Nederland aangevallen werd door de Fransen en Duitsers op het land en aangevallen werd door Engeland vanuit de zee. In dit jaar was er ook een grote ramp in Utrecht die een groot deel van de stad verwoeste. Hoofdpersonen: Hans Stevenszoon Ortelius; Hij is een blonde jongen van rond de 15 en aan het eind van het verhaal rond de 40. Hans is de zoon van meesterdrukker van Utrecht, Steven Ortelius, daarom wil zijn vader dat hij hem gaat opvolgen maar Hans wil kunstschilder worden (wat hem uiteindelijk niet lukt). Zijn moeder is overleden maar een soort oma (Moeie Neele) vervangt haar om voor hem te zorgen. Hij is vaak bang om dingen te doen die hij toch doet en daarom vinden anderen hem moedig. Ook is hij verliefd op Lina. Lina Gartenstein; dochter (met zwart haar en donkere ogen) van vrouw die beschuldigt wordt van hekserij. Ze reizen van Augsburg (D) naar Oudewater (NL) om zich te laten wegen. Haar vader is vermoord. Lina vind ze zichzelf een heks. Joris Niemandszoon;ook wel het Sinjoorke genoemd en jongen van ongeveer dezelfde leeftijd als Hans die van de natuur houdt en vaak doet wat hij wilt. Hij is de beste vriend van hans. Hij gaat ook een tijdje het leger in om mee te vechten in de oorlog en wordt door moedige prestaties bevordert tot sergeant. Ook is hij altijd vrolijk. Joris is opgegroeid in het weeshuis vandaar de naam Niemandszoon.
Bijpersonen: Bijfiguren: Vader Ortelius: de vader van Hans, Moeie Neele, Gerrit-Jan Vlieger: de jongen die Lina's leven een paar keer heeft gered. Willem Finke, Elisabeth: zij wordt de vrouw van hans' vader, Herman Saftleven: schilderleraar van Hans' &Volkert Volkertz. Samenvatting Voor zijn vader moet Hans tekeningen ophalen bij een leraar in Oudewater. Hij gaat hier naar toe via een bootje waar hij Joris niemandszoon ontmoet. Zij worden goede vrienden. Eenmaal aangekomen in Oudewater advieseerd Joris Hans om naar de heksenwaag te gaan. Daar ziet hij een mooie vrouw wordt gewogen. Hier wil ik graag een stukje over voor lezen; Ik draafde over de kade, langs een smalle gracht, over een brug. Ofschoon ik nooit in oudewater was geweest bedacht ik dat de Markt maar op een 1 plaats kon zijn: daar waar de gracht heen liep en waar platboomde schuiten konden komen. Ik had me niet vergist, achter de brug lag een groot plein dat het water overkluisde en dat rondom bebouwd was. Een volksoploop voor een van de huizen wees me verder de weg. De waag in Oudewater was niet zo hoog en breed als die van Utrecht, maar het was een mooi gebouw met een zware houten luifel, twee verdiepingen, een trapgevel. De voordeur stond open, ook de beneden vensters waren geopend en voor het gebouw verdringen zich tientallen mensen. Ik wrong me naar voren , met ellebogen en knieen.. Een dikke vrouw schold me uit, ik kreeg een stomp van een opgeschoten jongen maar daar trok ik me niets van aan. De kans om een heks te zien wegen wilde ik me niet laten ontgaan. Van mijn hoge zitplaats af kon ik recht in de zaal kijken. Aan de linkerkant was een verhoging getimmerd, daarop stond een tafel waarachter de schout en de waagmeester zaten. Achterin de zaal was een bascule, opgehangen aan zware zolderbalken. De twee houten platvormen van de weeg machine hingen precies in evenwicht. Een hoekej van de zaal was afgesloten door een gordijn. Daar konden de mensen die zich lieten wegen zich uitkleden en laten onderzoeken op verborgen gewichten. Het was voorschrift dat men gewogen werd in niets dan een dun hemd, waarin het onmogelijk was stukken lood of andere zware voorwerpen te verbergen.Het gordijn werd opzij geschoven en de vroedvrouw die het onderzoek had verricht kwam te voorschijn, gevolgd door een vrouw in het lange voorrgeschreven hemd. Ik hiled de adem in. Ze was mooi. Zelfs ik met al mijn vijftien jaren, zag dat onmiddellijk. Ze kon niet ouder zijn dan een jaar of vijfendertig. Wat vooral opviel was haar koperkleurige haar dat losgemaakt over haar schouders golfde. Ondre het dunne hemd schemerde haar goed gebouwde lijf, ze moest lange benen hebben en ze liep fier rechtop, de kin rechtop, de kin in de lucht, de mooie borst vooruit alsof ze de menigte moest tarten. Zonder aarzelen stapte ze op de bascule, terwijl de wegknecht onder het toeziend oog van de waagmeester gewichten op de tegenhanger stapelde. De meigte die bij het zien van de vrouw even bewonderd had gemompeld, werd nu doodstil. Ik geloof dat iedereen de adem inhield. Toen zag ik het meisje. Eigenlijk zag ik vooral haar ogen, die strak op de bascule gevestigd bleven. Ze was mét de mooie vrouw achter het gordijn gekomen maar ze droeg geen hemd. Ze stond daar in eenvoudig blauw jurkje en keek toe, z ekon niet veel ouder zijn dan ikzelf, maar nog nooit had ik zoveel concentratie op een mensen gezicht gezien. Het was of ze de weegplateas wilde dwingen op het gunstige moment in evenwicht te komen. Ze stond onbeweeglijk, de handen ineengeklemd, licht vookrovergebogen. Met haar loutere aanwezigheid beheertse ze het hele gebeuren. Althans zo voelde ik het. Als hans dit alles gezien heeft gaat hij de tekeningen ophalen en weer terug naar de boot. Onderweg komt hij die vrouw weer tegen maar nu met haar dochter. Haar voeten zitten helemaal onder de blaren omdat ze uit Duitsland zijn komen lopen. Hans neemt hun mee naar zijn huis waar zijn vader, een meesterdrukker, het goed vind dat zij blijven. Als zij een tijdje bij Hans in huis zijn breekt de oorlog uit en is de stad Utrecht bezet. Joris gaat in het leger en wordt officier. Omdat het dorp bezet is mag Hans z'n vader alleen maar dingen drukken die goed gekeurd zijn door de officieren.Toen de bezetting al een poos geduurd had kwam het vreselijke bericht dat de gebroeders de Witt vermoord waren. Op een avond stond ineens Willem Finke voor de deur terwijl vader en Hans krantjes aan drukken waren. Ze ruimden alles snel op en lieten hem binnen. Finke vertelde dat het hele drukkersgilde afwist van de geheime krantjes en dat ze het prachtig werk vonden. Finke stelde voor om samen te gaan werken. Er was intussen een geheime drukpers opgericht onder de kerk, en de krantjes werden nu verspreid door de twee zoontjes van de pastoor. Op een keer werden zij gesnapt door een soldaat, maar op deze keer waren ze goed voorbereid . Ze hielden zich dus zo dom mogelijk . Ze waren even later dan ook weer vrijgelaten omdat het leger toch niks wijzer van zou worden. Toen Gerrit-Jan weer beter was had hij een valstrik opgesteld. Hij liep Hans tegen het lijf en vertelde hem dat Naarden belegerd was door de prins. Gerrit-Jan had tegen Hans gezegd dat hij geheim moest houden. Maar de volgende dag stond het al weer in de krantjes. Gerrit-Jan had Hans later nog een keer zwaar ondervraagd dat Hans de plaats drukpers vertelde. Maar Hans was ook niet dom en vertelde een andere locatie zodat hij niet eens in de buurt zou zitten. Een poosje later werd er een inval gedaan op de plaats waar Hans gezegd had dat daar de geheime drukpers stond. Hans vader werd opgepakt, maar kwam later weer vrij omdat ze niks uit hem kregen want hij bleef volhouden dat hij niks afwist van de krantjes. Het werd winter en de sloten begonnen te bevriezen evenals de waterlinie, die gebruikt werd om de legers tegen te houden. Maar het ijs was toch te dun om over te steken. Lina werkte in een naaiatelier en werd elke avond opgehaald door Hans. Op een avond was Gerrit-Jan er ook bij en kwamen twee dronken soldaten tegen. Toen ze Lina zagen wilden ze haar meenemen maar schopte de eerste
soldaat p een gevoelige plek die als gevolg daarvan in elkaar zakte. De tweede soldaat trok zijn sabel om een poging te doen om Lina neer te slaan. Maar Gerrit-Jan sprong ervoor en ving de klap op voor Lina. Dat deed hij omdat hij verliefd was op Lina.Hans was met Lina uit. Ze zaten in een kroeg toen Gerritjan, een vroegere vriend van Hans
die Lina wel zag zitten en haar een paar keer het leven had gered, bij hen aanschoof. Toen ze met z’n drieën op weg naar huis gingen zag de lucht er akelig donker uit en al snel begon het te onweren. Ze zochten naar onderdak en probeerden te schuilen. Toen viel er door de grote kracht van de storm een schoorsteen. Gerritjan zag het gevaar en redde Lina’s leven, maar nu voor de laatste keer want hij overleefde het niet. Toen Lina en Hans naar huis liepen stond hun huis er nog. Een poos later werd Joris ontslagen. Joris trok daarom de wijde wereld in en Lina ging met hem mee. Lina was namelijk verliefd op Joris. Hans was dertig jaar daarna niet getrouwd en had nog veel verdriet om Lina. Hans had toch het werk van zijn vader overgenomen. Elisabeth en zijn vader waren allebei overleden. Nu wil ik vertellen hoe het met Hans is afgelopen. Sindsdien zijn dertig lange jaren verstreken en ik ben een bezadigde man die zich overgeeft aan zijn herinneringen. Al die mensen die mij zo lief waren, waar zijn zij nu? dood of verdwenen in de maalstroom van het leven. DE buren houden mij voor een zonderling omdat ik ongetrouwd bleef en geen poging deed het geslacht Ortelius voort te zetten.. Ik zit in het kamertje te schrijven waar eens Lina het portret van Jan de witt verstopte. Benden mij hoor ik het gebonk van de drukpers. De zonen van mijn zuster Berthe werken daar. Het zijn flinke, ijverige jongens. Na mijn dood zullen zij het bedrijf erven en er een gerespecteerd bestaan vinden. Vader en mijn stiefmoeder Elisabeth Gartenstein rusten zij aan zij onder de plavuizen van de Buurkerk. God zij hun schone zielen genadig. Moge hij het Elisabeth vergeven hebben dat ze haar geloof afzwoer en calvinist werd om met vader te trouwen. Er kwam geen greintje overtuiging aan te pas, ze kon eenvoudig niet anders. Maar ze maakte vader heel gelukkig. Moeie Neele, die trouwe ziel ging hen voor, vele vele jaren geleden al. Maar waar is het Sinjoorke? Waar is Lina? Eens bereikte ons en brief uit antwerpen. Het ging hen goed schreven zij. Maar uit die brief sprak ook hun rusteloosheid. Zijn ze nog vewrder getrokken naar Bohemen, naar Tirol, wellicht naar italie? Ik weet het niet. Ik vrees dat hun leven in tegenstelling tot mijn leven kort en hevig is geweest, vol wilde avonturen en onbedaarlijke vrolijkheid. Terwijl ik plichtsgetrouw vaders zaken voortzette als een goewd Ambachtsman en als schilder-uit-lliefhebberij...Nooit heb ik groots meeslepen, daverend leren schilderen zoals ik ook nooit groots, meeslepend, daverend heb durven leren. Het was mijn aard niet. Al kon ik er soms hevig naar verlangen mij los te rukken van mijn wortels om zorgeloos en verantwoordelijk de werelkd in te trekken; de plicht hield mij hier. Het heeft mij, een man die op jaren begint te komen, goed gedaan om terug te kijken naar mijn jeugd. Om die bewogen tijd van oorlog, bezetting,liefde,teleurstelling,stormramp en die vreselijke dag dat ik lina verlorr op nieuw te beleven. Nog niet zijn alle wonden die de orkaan sloeg geheeld, maar de stad die mij zo lief is, is weer mooi geworden en het leven is er goed. Ik ben moe. Deze mémoires hebben mij vele maanden werk gekost. MIJN herinneringen aan de mensen die ik lief heb gehad, die ik met vreugde en ontroering
terugzag toen zij over deze bladzijden gleden, lachten, huilde, herleefden... “Op de zolder, tussen de hanebalken zal ik dit manuscript verstoppen en niemand zal weten wat daar verborgen ligt: de jeugd van Hans Stevenszoon Ortelius, drukker en boekverkoper te Utrecht. Het zij zo.” Eigen mening Het boek viel mij erg mee, ik had namelijk een saai boek verwacht de boeken van Thea Beckman vond ik er altijd gigantisch saai uitzien. Tot ik dit boek las, toen ik dit boek uit had heb ik al drie andere boeken van haar gelezen. Het boek is vlot leesbaar, en de spanning wordt alsmaar door erin gehouden. Dat hoort wel bij een goed boek. Ook zaten er emotionele momenten in voor de Hans, Lina, Elisabeth, vader.Als ik het boek had geschreven had ik een wat voorspelbaar einde gehad, het einde in dit boek vond ik niet zo leuk. Aan het einde gaat Lina met Joris mee in plaats van met Hans te trouwen. Informatie over de schrijfster (Thea Beckman): Thea Beckman werd op 23 juli 1923 in Rotterdam geboren. Ze wilde al op vroege leeftijd schrijfster worden. Op 21-jarige leeftijd is ze getrouwd en ze kreeg 3 kinderen. Toen die groot waren, volgde ze een middelbare schoolopleiding en ging daarna Psychologie studeren aan de universiteit van Utrecht. Ze schrijft al sinds 1947, eerst stukjes in kranten en jeugdtijdschriften, en daarna boeken. Haar boeken worden regelmatig herdrukt en in verschillende talen vertaald. Zij heeft ook enkele prijzen ontvangen: de Zilveren Griffel voor: ‘Stad in de storm’, dit boek. En de Gouden Griffel voor: ‘Kruistocht in spijkerbroek’. Het eerste succesvolle boek heet: ‘met Korilu de griemel rond’, over een wezen dat half mens, half kabouter is. Daarna heeft ze nog een hoop boeken geschreven, hier zijn er een paar met hun jaar waarin ze geschreven zijn: ‘Mickey en de vreemde rovers’ (1966) ‘Kruistocht in spijkerbroek’ (1973) ‘Geef me de ruimte’* (1976) ‘Triomf van de verschroeide aarde’(1977) ‘Het rad van fortuin’* (1978) ‘Stad in de storm’· (1979) ‘Hasse Simonsdochter’ (1983) ‘De val van de Vredeborch’ (1988)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Stad in de storm door Thea Beckman"