Sprakeloos door Tom Lanoye

Beoordeling 7
Foto van Cees
Boekcover Sprakeloos
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 7502 woorden
  • 5 november 2009
  • 179 keer beoordeeld
Cijfer 7
179 keer beoordeeld

Boekcover Sprakeloos
Shadow

Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is.

Al in zijn recent verschenen essaybundel Schermutseling (3de druk) schreef Tom Lanoye over haar. Maar hij was nog lang niet klaar met zijn verhaal. Pas in Sprakeloos m…

Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren me…

Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is.

Al in zijn recent verschenen essaybundel Schermutseling (3de druk) schreef Tom Lanoye over haar. Maar hij was nog lang niet klaar met zijn verhaal. Pas in Sprakeloos maakt hij de hele balans op. Die van zijn kleurrijke jeugd, van zijn worsteling met de liefde, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, en ten slotte: van de strijd die zij, bron van leven en moedertaal, manmoedig voert, en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat – en de blijvende woede en pijn die dat oplevert

Sprakeloos door Tom Lanoye
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.


Feitelijke gegevens over het boek
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum 1e druk: 30 september 2009
Aantal bladzijden: 360
Uitgegeven door: Prometheus te Amsterdam

Beschrijving van de cover
Het boek heeft een witte kaft met zwarte letters. Daarop staat een fotootje van de moeder van Lanoye. Op dat fotootje komt Lanoye terug in zijn vertelling. Boven de naam van de schrijver (alleen Lanoye) staat nog de voor de koper natuurlijk vreemde aanduiding “Niet bestemd voor de verkoop.”

Genreaanduiding van het boek
“Sprakeloos” is een autobiografische roman over de aftakeling en de dood van de moeder van de schrijver Lanoye. Het verschilt tussen de ik als verteller en de ik als schrijver is hierin uiterst klein geworden. Herhaaldelijk vraagt de verteller zich bovendien af om hij wel een roman aan het schrijven is.


Over het schrijven van de roman
Over het schrijven van de roman zegt Tom Lanoye in een interview op www.knack.be tegen Margot Dijkgraaf : “'Het is een van de moeilijkste boeken die ik ooit heb gemaakt', zei Lanoye tegen interviewer Margot Dijkgraaf. 'Ik moest gruwelijke scènes schrijven: hoe ik mijn moeder uit haar flatje moest laten weghalen door twee ambulanciers terwijl ik wist dat ze daar nooit meer terug zou komen. En tegelijk moest het ook een komisch boek zijn. Die balans vinden tussen tragedie en komedie is niet zo makkelijk.'

Hij kon 'Sprakeloos' pas voltooien nadat ruim een jaar geleden zijn vader overleed. 'Het gebeurt mij maar zelden dat het niet echt loopt. Zoals ik aan het eind van het eerste hoofdstuk concludeer: ik zat op mijn vader te wachten. Toen hij stierf, heb ik alles weggegooid en ben ik opnieuw begonnen. Ik besefte: ik kan niet over mijn moeder schrijven zonder over mijn vader te schrijven.'

Hoewel hij niet gelooft dat iemand verdriet van zich af kan schrijven, had hij 'schrik om alles opnieuw te beleven'. Het was 'een uitgesteld rouwproces, dat wel.'

De flaptekst
Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is.
Al in zijn recent verschenen essaybundel Schermutseling (3de druk) schreef Tom Lanoye over haar. Maar hij was nog lang niet klaar met zijn verhaal. Pas in Sprakeloos maakt hij de hele balans op. Die van zijn kleurrijke jeugd, van zijn worsteling met de liefde, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, en ten slotte: van de strijd die zij, bron van leven en moedertaal, manmoedig voert, en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat – en de blijvende woede en pijn die dat oplevert

Motto
Er zijn twee motto’s.
Er is een Franstalig motto van Edith Piaf uit haar liedje : Non, je ne regrette rien.” (Nee, ik heb nergens spijt van )
Die twee regels luiden Ni, le bien qu’on ma fait, ni le mal
tout ca mest bien égal Zowel het goed dat men mij doet, als het slechte, het maakt me eigenlijk niet uit. De zin die wellicht op de houding van de moeder ten opzichte van haar zoon van toepassing is. Ze heeft heel veel goede dingen gedaan, maar de manier waarop ze reageerde toen hij zijn homoseksualiteit aan haar kenbaar maakte, was minder goed te noemen.

Er is ook een Engelstalig motto.
falling, falling, down in silence to the ground. “
Deze zin hoeft niet vertaald te worden vanwege de eenvoud. De moeder is bij een beroerte die ze kreeg ook zwijgend (sprakeloos) ter aarde gestort.

Structuur en/of verhaalopbouw
Na een voorwoord waarin de schrijver zich direct tot de potentiële lezer wendt en hem afraadt het boek te kopen als hij denkt dat een roman voornamelijk fictie moet zijn, komen er drie grote delen.

Hij ( of: het verhaal van het verhaal) (blz.12-71)
In dit deel legt de schrijver verantwoording af hoe hij to het schrijven van zijn verhaal over zijn moeder is gekomen. In de filmwereld zou je het “the making of Sprakeloos”hebben genoemd. Het is eigenlijk een weergave van het proces hoe hij tot het schrijven van de roman over zijn moeder is gekomen om welke reden hij gewacht heeft met de daadwerkelijke schrijfdaad. Hij beweert dat hij pas na de dood van zijn vader echt kon beginnen met het schrijven. Deze episode speelt zich af in 2008-2009.

Zij (of: geslagen met verstomming) (blz.74-343)
In dit deel schrijft Lanoye over de figuur van zijn moeder. Het is een niet-chronologisch verteld gedeelte. Het begint namelijk met de situatie waarin zijn moeder de beroerte krijgt waardoor haar spraakvermogen werd aangetast. In dit deel komen dan ook veel flashbacks over en herinneringen aan zijn moeder voor. (de actrice die ze geweest, de niet zo gemakkelijke “tante” die de lakens in het slagersgezin uitdeelde, de reactie op zijn coming out als homo en daarna vooral de situatie waarin ze steeds minder goed uit haar woorden kan komen. Dit deel geeft de aftakeling van zijn moeder aan: de vrouw die hem ooit de taal leerde, verliest haar eigen spraakvermogen. Maar in dit deel kan Lanoye ook over zijn coming out als homoseksueel vertellen. Ook dat is fraaie, beschrijving van de werkelijkheid. Aan het einde sterft de moeder.

Ik (of: en wat nu ) (blz. 346-360)
Tom Lanoye beschrijft wat er met de moede gebeurd na het overlijden, haar opbaren en haar crematie, het uitstrooien van de as. Bovendien heeft hij zich door de sprakeloze dood van zijn moeder voorgenomen om voortaan niet te zwijgen als schrijver. Een nieuw beging in de carrière van de schrijver?


Deel I en III spelen voornamelijk na de dood van de moeder (waarschijnlijk 2006- 25 jaar na de in 1981 gestorven broer van Lanoye) De vader sterft in 2008 of 2009 en dat wordt in deel I verteld.

Deel II over het verleden van de moeder wordt in deze structuur dus ingeklemd tussen deel I en deel III. Maar ook in deel II wordt de chronologische volgorde nog danig overhoop gehaald en wisselt Lanoye van heden naar verleden en in het verleden zijn ook nog diverse tijdlagen.

Gebruikt perspectief
De ik-verteller is hier de schrijver Tom Lanoye die de aftakeling en de dood van zijn moeder Josée beschrijft. Hoe klein de afstand ook is, er moet toch een onderscheid worden gemaakt tussen verteller en schrijver. Het is geen letterlijke biografie over het leven van de moeder, maar een subjectief ingekleurd verslag van de verteller over zijn moeder.

De tijd van het verhaal
De verteller gaat het boek pas schrijven als zijn vader gestorven is. Dat gebeurt in het tweede deel van de roman. De oude man sterft een paar jaar na de dood van zijn vrouw Josée. Hij verblijft dan in een bejaardentehuis. Een jaar voor zijn dood vertelt die vader Roger aan de ik-figuur dat hij in de krant gelezen heeft dat Justin Henin stopt met tennissen. Het is dan mei 2008. Dat betekent dat vader Roger in 2009 sterft en dat Tom dan pas begint met het optekenen van het verhaal van zijn moeders aftakeling.

|Het decor
Het gehele verhaal speelt zich af in de geboorte -en woonplaats van Tom Lanoye, Sint-Niklaas. Dat betekent meteen een sappig Vlaamse omgeving waarover het prachtig vertellen is. Vanwege de humoristische Vlaamse toonzetting doet Lanoye hier denken aan Herman Brusselmans en Dimitri Verhulst.

De plaats van handeling

Samenvatting van de inhoud

Hij
Eén keer per jaar, als de Bevrijding in België wordt herdacht, deint er een eskader van heliumballonnen door de lucht boven de Oost-Vlaamse stad Sint-Niklaas. Tom Lanoye werd daar geboren in 1958, en hij volgt de ballonnen in het begin van Sprakeloos, als een spreekstalmeester en stadsgids, af te dalen naar dat ene figuurtje in de diepte, ‘daar ja, ginds!, in haar moestuin, in haar favoriete badpak, zwart met witte motieven, omhoog blikkend met een hand boven haar ogen, op haar blote voeten naast een bescheiden vuurtje van verdroogd aardappelloof – daar staat ze. Met die band in het haar.’
Dit is warmdraaien en omzeilen, want waarover de slagerszoon met een brilletje (zoals zijn prozadebuut uit 1985 heette) wil vertellen is het levenseinde van zijn moeder, José Verbeke, slagersvrouw en amateuractrice, die na een beroerte haar spraak verloor, werd vastgebonden aan haar bed in een inrichting, en na twee jaar van aftakeling is gestorven.

Hij stelt het schrijven over haar aftakeling en haar uiteindelijke dood steeds maar uit. Eerst gaat hij naar Zuid-Afrika om er twee toneelstukken te schrijven. Dan heeft hij een tweede excuus dat hij met een maagaandoening te kampen heeft en een vervelend maagonderzoek moet ondergaan. Hij blijkt de aandoening geërfd te hebben van zijn moeder. Tenslotte komt er het belangrijkste excuus wanneer hij al aan bepaalde stukken over zijn moeder begonnen is, staat er een stuk in de krant dat Lanoye over zijn moeder een boek gaat publiceren. Zijn vader leest dit en vraagt bij elk bezoek hoe “ver het met zijn boek staat.”En juist die drang van zijn vader zorgt voor een soort “writers block”bij Lanoye. In het laatste jaar wordt dat een wurggreep. Maar dan krijgt zijn vader kanker: zijn prostaatkanker is uitgezaaid naar botkanker en met behulp van een euthanasieverklaring kan hij een einde laten maken aan zijn leven. De laatste weken doet hij vrijwel niets anders verklaren dan dat “het kloten met hem gaat.” Pas na de dood van zijn vader die dus een soort belemmering voor hem is geweest om vrijuit over zijn moeder te kunnen schrijven, kan Lanoye het verhaal van zijn moeder gaan beschrijven. Daarvoor moet hij wel eerst alles “deleten” uit zijn computer wat hij tot dan geschreven heeft, want alles moet gewoon opnieuw worden gedaan. Hij kan dan ook niet langer wachten om te beginnen.

Zij
Dit tweede deel begint met de avond waarop Josée Verbeek (Lanoyes moeder) al pizza etend met haar man Roger getroffen wordt door een hersenbloeding. Ze begint eerst te schreeuwen en een van de zoons moet erbij komen om de boel te sussen. Dat is vreemd want het echtpaar had nauwelijks ruzie gemaakt in hun leven dat daaraan voorafging, bovendien hadden ze nooit een ander liefgehad. Op de bewuste avond vallen ze in een omhelzing met elkaar op de grond.
De verteller is op dat moment in Zuid-Afrika en hij wordt terug geroepen naar België. Meteen komen dan al de herinneringen aan zijn moeder los. In breedvoerige beschrijvingen van de omgeving en dergelijke schetst hij de situatie van het gezin van de Lanoyes. Moeder Josée heeft “de broek aan.”, is verre van gemakkelijk en de vader Roger is een heel lieve man die veel dingen doet in opdracht van zijn vrouw en eigenlijk niet tegen haar in opstand durft te komen. Op die manier is bijvoorbeeld heel vermakelijk maar ook humoristisch tragisch dat hij het huis boven de slagerij koopt tegen een veel te hoge prijs omdat de familieleden van Dikke Liza mee gaan zitten bieden bij de openbare veiling. Dikke Liza is gestorven aan een hartinfarct en in haar eigen braaksel gestikt. En je kunt de man dan zo zien zitten in die zaal waar hij tegen de afspraken die zijn vrouw met hem gemaakt had in een veel hogere prijs gaat bieden omdat hij niet zonder het kooprecht kon thuiskomen. Daarna gaat ze in dat nieuw verworven huis een badkamer laten aanbrengen met een ligbad dat eigenlijk veel te groot is, maar dat kan haar niet deren. Roger Lanoye blijft daar later zelfs in vast zitten, zodat een zoon hem uit die benarde positie moet verlossen.

Maar typisch voor de stijl van Lanoye is dan dat hij voor hij die scène vertelt uitvoerig aan het vertellen slaat over de gebeurtenissen rond de Dikke Liza, die zich steeds meer aan het verwaarlozen is. Schrijnend zijn dan de passages waarin die Liza Josée vernedert als ze elke maand weer de huur moet gaan betalen en ze altijd weiger om maar iets aan het onderhoud van het huis te doen. Aan het einde moet ze door de verpleegster in bad worden gedaan en dan is Josée wel weer zo gek dat ze meehelpt Liza te wassen.

Andere leukere herinneringen zijn dat Josée een begenadigd amateuractrice was die toch wel enkele grote rollen mocht spelen en dat Tom Lanoye haar altijd hielp bij het instuderen van de rollen. Zij stond aan de strijkplank haar eigen rol te leren en Tom deed dan de andere (soms 5) rillen van het toneelstuk. Één keer hadden ze zelfs samen in een stuk opgetreden. Het zal geen verbazing wekken dat Tom o.a. hierdoor veel aandacht voor de taal had gekregen en dat hij misschien wel o.a. hierdoor schrijver (zelfs toneelschrijver) was geworden. Hij kan het daarom zo slecht verkroppen dat hij zijn moeder na de beroerte ziet aftakelen. Eigenlijk is dat natuurlijk het belangrijkste thema van de roman. Zijn moeder die hem de moedertaal had bijgebracht waardoor hij schrijver zou worden, is nu zelf niet in staat haar gedachten te formuleren. Ze heeft al twee keer eerder een hartstilstand overleefd en Tom had aan zijn moeder moeten beloven dat ze niet zou wegkwijnen wanneer ze als een kasplantje verder zou moeten leven. Toch komt hij nu niet direct zijn belofte aan haarna. Ze moet nog twee jaar verder leven.

Lanoye benut alle mogelijkheden om over de buurt te vertellen wanneer hij met zijn moeder een ritje gaat maken wanneer ze na enkele maanden weer wat opgeknapt is. Hij beschrijft dan o.a. :
- Diverse buurtbewoners die zich door hun gedrag onderscheiden
- De ratten die bij iedere hoosbui waarbij de riolen overliepen op straat kwamen
- De ongelukken die er altijd gebeurden op hun drukke kruispunt
- Het ongelooflijke arbeidsethos van zijn vader die altijd maar werkte en zich nauwelijks de tijd gunde om vrij te nemen
Wanneer Josée tijdens het revalidatieproces een keer naar huis mag raakt ze in paniek en daardoor valt ze terug in het herstelproces.
Tom wil uit de kast komen als hom in 1980: hij is dan 22 jaar oud, maar op de dag dat hij dat van plan is om te doen, vlak voor de Kerst, rijdt zijn broer (De Lastigste) zich dood n moet hij nog een paar jaar wachten. Josée zwelgt in verdriet, bezoekt niet eens de mis en de begrafenis en zegt tegen Tom dat ze eigenlijk in een volgend leven nooit meer kinderen zou nemen. Een tijdje later stuurt ze de paters die haar kwamen bezoeken weg uit het huis, omdat ze met zalvende woorden het ongeluk vanuit Onze Lieve Heer willen goed praten.


In een verklaring over zijn schrijverschap (blz. 276 e.v.) geeft Lanoye aan dat hij het in zijn opvatting over literatuur helemaal niet eens is met de schrijvers die beweren dat “minder meer is.” Hij schrijft er dus lustig op los en vindt dat je zoveel mogelijk details aan de lezer moet duidelijk maken. “ (zijn adagium”Minder is minder”) Zo beschrijft hij het laatste etentje met zijn moeder als bewijs voor zijn opvatting heel gedetailleerd. Dan krijgt ze kort daarna weer een volgende beroerte, die haar nog verder doet aftakelen. De beroertes volgen elkaar steeds vaker op. Een keer is Tom erbij als hij een private ambulancedienst zijn moeder laat ophalen (250 €) Bij het weghalen roept ze keihard de naam van Roger: het is een hartverscheurende scène.

Lanoye neemt ons weer mee terug in de tijd. Josée krijgt interesse voor het fenomeen van de spiritualiteit. Ze droomt dingen over mensen met wie kort daarna iets gebeurt. Zo krijgt ze ook interesse in het medium Winnie. Hij wil het medium wel gebruiken om zijn coming out als homo aan zijn ouders te vertellen. In aanwezigheid van haar vertelt hij aan zijn ouders dat hij homo is en een vriend heeft. Zijn moeder incasseert dat op dat moment koel maar begint meteen te roken.
Een week later belt ze hem op en dat wordt een confronterend telefoongesprek

Zij: 'We hadden het bij vier (kinderen) moeten houden. Mijn lijf was al te oud bij u.'
Ik: 'Wablief?'
Zij: 'We waren nog zo blij dat ge normaal waart en geen mongooltje.'
Ik: 'Ach zo. En nu voel je je toch nog bedot?'
Zij: 'Met een mongooltje valt ge minder in affronten dan met iemand zoals gij.'
Ik: 'Ik zal een mongooltje zoeken als lief. Dan val je al wat minder in affronten.'
Zij: 'Kies wie ge wilt, hij komt ons kot niet in.'

Ze zegt dat ze eerst als ouders zo blij waren dat hij geen mongooltje was, dat ze hem later nooit had moeten nemen en dat ze van plan is om zichzelf te gaan ophangen. Tom antwoordt dat ze dat wel binnen een week moet doen, want dan hoeven de kinderen maar één keer een verhuizing te regelen. Later wanneer Tom een beroemde schrijver wordt, accepteert ze zijn homoseksuele geaardheid toch wel en dat komt omdat de vrienden van hem erg aardig zijn.

Het is bijna het einde van deel II. In het slothoofdstukje van dit deel beschrijft hij hoe hij een keer zijn moeder moet verschonen. Hij denkt er dan aan hoe zijn moeder dat vroeger bij hem moest doen: de luier verschonen en hij moet dat nu bij zijn moeder doen. Ook denkt hij dan aan het omgekeerde van het beroemde schilderij “ L’ origine Du Monde van Gustave Courbet (in Parijs te zien) waarop een naakte vrouw met haar ontblote geslachtsdeel dus het begin van de wereld aangeeft. Hij ziet bij het aanschouwen van zijn moeders naaktheid juist het omgekeerde. (het einde van de wereld) Wel een mooie, maar in feite schrijnende scène omdat die juist de aftakeling van de moeder symboliseert.

Ik
In het laatste deel vertelt de ik-verteller dat zijn moeder is overleden, opgebaard staat n dat de as wordt verstrooid.
Dan vermeldt hij ook nog een verslag van een Zuid-Afrikaanse reis die hij zijn vader en moeder heeft laten maken.
In het laatste deel vermeldt hij hoe ze haar laatste levensadem uitblaast, een echte doodsreutel. Dan is ze echt tot zwijgen gebracht. Hij neemt zich voor die leegte te bestrijden met zijn taaluiting. Het is het begin van een nieuw schrijversleven. (zie voor een citaat onder thematiek)

Titelverklaring
“Sprakeloos”is niet zo lastig te verklaren. Tom Lanoyes moeder was een welbespraakte vrouw en bovendien amateuractrice die grote rollen speelde. “ze had haar bekkie bij d’r “, kun je zeggen. Juist zij wordt getroffen door een hersenbloeding en vanaf dat moment is ze niet meer in staat een woord uit te brengen. Ze is werkelijk “sprakeloos” geworden.

Die is zo pijnlijk voor haar zoon, omdat die alles met taal te maken heeft. Want taal is juist wat Tom Lanoye van haar heeft geërfd. Ook in het boek citeert hij haar vaak en scherp, de stem waarmee hij het verhaal vertelt is de stem die hij aan haar te danken heeft. Daarom ook is hij zo gekwetst door de wrede wijze waarop het lot haar die taal heeft ontnomen: door haar afasie is zijn band met hem doorgesneden.

Thematiek en interpretatie
“Sprakeloos”is natuurlijk in de eerste plaats een roman waarvan de schrijver een ode wil brengen aan zijn moeder. Dat is een ijzersterke vrouw geweest, die veel initiatieven nam en in de streek van het Vlaamse Waasland een gevierd amateuractrice was. Ze heeft altijd met haar mond de zaken bestierd en ze was zeker niet altijd gemakkelijk. De manier waarop ze Toms “coming out”voor zijn homoseksualiteit heeft aanvaard, verdient niet en schoonheidsprijs. Die was namelijk keihard. Aan de andere kant was ze er altijd trots op dat hij een gevierd schrijver was geworden. De schrijver is van mening dat zijn moeder hem de taal heeft aangeleerd (moedertaal en vaderland) Hij heeft haar ook geholpen met het instuderen van toneelteksten wanneer zij aan het strijken was. Het is dus heel pijnlijk voor hem dat juist zij haar spraakvermogen verliest. Dat aftakelingsproces beschrijft hij in deze roman.

Het tweede belangrijke thema van de roman is eigenlijk het weergeven door de schrijver van zijn opvattingen over het schrijven van literatuur. (de poëtica van Lanoye) Hij is eigenlijk een rasverteller en vindt dat hij juist mag uitweiden in zijn romans door sappige details te vermelden en zijpaden te bewandelen. Het is een mooie vergelijking voor een slagerszoon die in de slagerij van zijn vader Roger herhaaldelijk te horen zal hebben gekregen ”Mag het een onsje meer zijn.” In feite doet hij hetzelfde, want in tegenstelling tot de beroemde Vlaamse auteur Willem Elsschot , wiens adagium was “Elk woord dat niet nodig is, dient geweerd te worden”. Is Tom Lanoye van mening dat je juist wel moet uitweiden als verteller. Dat zijn weliswaar twee uitersten, maar toch. Hierdoor ontstaat de dikke roman die Lanoye over zijn moeder schrijft, maar deel 1 (“Hij”) is toch eigenlijk meer de aanzet tot het schrijven van deel II (Zij) In dat deel geeft Lanoye aan met welke moeilijkheden hij heeft gekampt toen hij het boek over zijn moeder wilde schrijven. Hij kon het pas voor elkaar krijgen, toen zijn vader gestorven was. Het lijkt alsof er toen een belemmering voor hem wegviel. Hij schrapte alles uit zijn computer wat hij al over zijn moeder geschreven had en begon opnieuw. Een dergelijk motief dat boven het verhaal van de vertelling uitstijgt, noem je dan een element op meta-niveau. De doodsreutel van zijn moeder bracht hem tot het inzicht in zijn schrijverschap.
Daarom schrijft hij op blz. 359-360 het volgende: “En daar heb ik mezelf gezworen dat ik voortaan, van nu af aan, één roeping heb, één doel, één godverloren zelfgekozen plicht, omdat ik weinig anders kan, en niets anders heb geleerd en nergens anders in geloof. Dat ik, wanneer en waar ik er de kans toe zie, de stilte zal bestrijden met mijn stem, de leegte zal proberen te betwisten met mijn woord, al het beschikbare papier ter wereld zal proberen te bevechten met mijn taal .Laat dat mijn rebellie zijn, mijn revolte, tegen slijm, tegen gereutel. Laat me minstens dit als muiterij. Dat er geen tel meer zij, geen blad, geen boek, dat niet in honderdduizend tongen spreekt, dat niet getuigt van woordenschat. Nooit meer zwijgen, altijd schrijven, nooit meer sprakeloos. Begin. “


En derde belangrijk motief is de coming out als homoseksueel. Tom Lanoye is homo en wil dat in het boek aan zijn ouders vertellen. De eerste keer dat hij dat wil doen, is er geen tijd voor, omdat zijn broer een auto-ongeluk krijgt en sterft. Zijn moeder is daarna een hele tijd met zichzelf bezig. Vervolgens, midden in de jaren tachtig, is er weer gelegenheid om zijn coming out te regelen. In aanwezigheid van het spirituele medium biecht hij alles op. Zijn moeder belt hem een week later op en er volgt een confronterend telefoongesprek, waarbij hij zijn moeder eigenlijk ook dood wenst (hij noemt het “de moedermoord.”) Later draait ze gelukkig bij en wordt ze heel trots op haar zoon. Maar het uit de kast komen van de homofiele schrijver Tom Lanoye is dan wel een feit.

Een vierde motief is natuurlijk hier ook de verhouding tussen fantasie en werkelijkheid. Zowel in de inhoud van het eerste deel als in de inhoud van het laatste deel vraagt Lanoye zich herhaaldelijk af wat hij aan het schijven is. Is het nu wel of geen roman wat hij aan het schrijven is. Er is natuurlijk altijd een soort afstand tussen verteller en schrijver, ook al is het werk heel autobiografisch. In “Kartonnen dozen” had Lanoye al eerder over zijn jeugd geschreven, maar nu rekent hij dus af met zijn jeugd en zijn moeder. Het is altijd in zo’n situatie de vraag wat de verhouding tussen de verteller en de schrijver is. Maart een schrijver/dichter liegt altijd de waarheid. Dat wil zeggen dat de vertelling altijd iets onder een vergrootglas wordt gelegd, maar aan de andere kant heeft Lanoye in een interview gezegd dat hij een aantal dingen die werkelijk in zijn jeugd zijn gebeurt niet in zijn boek heeft opgenomen om te voorkomen dat mensen zouden beweren dat hij het allemaal verzonnen had. Hij doelt dan op bizarre vertellingen over vreemde mensen uit zijn omgeving. Een aantal daarvan zijn toch in het boek terechtgekomen.

Beoordeling scholieren.com
Tom Lanoye is een rasverteller. Met het boek over de aftakeling van zijn moeder schrijft hij een prachtige roman over een moeder-zoonverhouding, als schrijft hij vooral in het eerste deel dat hij niet weet of hij een roman aan het schrijven is. De roman wordt boven het niveau van de vertelling uitgetild, omdat Lanoye ook een soort poëtica over zijn opvatting van literatuur beschrijft. De roman wordt dus naar een metaniveau gebracht en dan moet je toch wel denken aan de grotere Vlaamse schrijvers als Hugo Claus (voor wie Lanoye veel bewondering heeft en die hij misschien wel als zijn leermeester ziet.) Ik ben dan ook van mening dat Lanoye een variant op “Het verdriet van België| heeft geschreven. (Een soort “kleine verdriet van klein België) Bovendien doet zijn retoriek met veel metaforen en veel sappige Vlaamse woorden me toch denken aan Dimitri Verhulst en hier en daar zelfs aan Herman Brusselmans) Wat op het eerste gezicht een chaotische compositie lijkt, blijkt bij nader lezen en inzien een hecht spel dat Lanoye met de lezer speelt. Bovendien voltooit hij hiermee zijn autobiografische verhaaldraad na het eerder verschenen “Kartonnen dozen.” Nou was dat vooral een erg grappige roman, in “Sprakeloos”kun je zien dat Lanoye in zijn schrijverschap gegroeid is en m.i. terecht tot één van de belangrijkste Vlaamse auteurs kan worden genoemd.


Voor Nederlandse scholieren is het boek misschien niet altijd even gemakkelijk te lezen. Bovendien moet een flinke hoeveelheid gegevens worden doorgewerkt, maar het lezen is alleszins de moeite waard. Voor Vlaamse leerlingen zal het taalgebruik misschien wat gemakkelijker te volgen zijn. Zij zullen daardoor misschien nog meer plezier kunnen beleven aan een van de recente meesterwerken uit de Vlaamse literatuur. Een boek dat ik qat de kwaliteit betreft gelijk wil stellen aan bijvoorbeeld Erwin Mortier “Godenslaap” en Stefan Brijs’ “De Engelenmaker.” Naast een strakke compositie blinken die romans ook uit door een sterk verhaal. Dat element moeten we dus in deze 21e eeuw vooral bij onze zuiderburen zoeken.

Ik durf het boek te waarderen met 4 punten op onze scholierenlijst en dat is maar weinig schrijvers beschoren. De amusementswaarde voor iemand met veel leeservaring is ongetwijfeld een 8 of hoger.

Relevante recensies
In Het Parool van 30 september 2009 is Arie Storm niet onverdeeld positief: “Want het lezen van Sprakeloos is uiteindelijk wel de moeite waard. We moeten, al dan niet allitererend en rijmend, door wat wijsheden heen ('Literatuur is loslaten. Schrijven is verdrijven'), maar als Lanoye eenmaal gewoon aan het werk gaat, zet hij op prachtige wijze het aan elkaar geklonken echtpaar neer dat zijn ouders zijn geweest, en van wie eerst de moeder sterft en dan de vader, een man die totaal verknocht was aan zijn vrouw en die er bij zijn zoon voortdurend op aandringt dat hij nu eindelijk eens dat boek over haar schrijft.
Dat lukt pas als ook die man is gestorven, en ook pas vanaf bladzijde 74. Daar beleeft het echtpaar aanvankelijk nog een genoeglijke avond: 'Op de dag dat het noodlot toeslaat kijken ze pizza etend naar het slot van het avondjournaal.' Maar dan volgt al snel de beroerte.
Lanoye wil de leegte, de stilte, bestrijden met zijn taal: 'Nooit meer zwijgen, altijd schrijven, nooit meer sprakeloos.'
Volgens mij heeft hij dat tóch met Brusselmans gemeen, want wat zou ook die laatste zijn zonder taal, of zonder zijn soms absurde verhalen? Een schrijver moet schrijven; zo zit het, geloof ik.

In Vrij Nederland van 20 oktober 2009 vindt recensent Dries Muis het verhaal te lang. Vooral de aanloop in het eerste deel die vooral over het schrijven van een roman zelf gaat. In zijn nieuwe roman vertelt Tom Lanoye over de pijnlijke aftakeling van zijn moeder. Helaas zit hij zichzelf ernstig in de weg.
Er is iets fout gegaan in het productieproces, laten we het daar maar op houden. Lanoyes uitgever heeft het verkeerde bestand van Sprakeloos naar de drukker gestuurd, en die ruwe versie ligt nu in de winkels. Het doet vooral denken aan een veelbelovend, maar nog niet geredigeerd manuscript. Een berg papier waarvan een kritische redacteur zou zeggen: 'Prachtig Tom. Dit kan een heel mooi boek worden. Met nog wat schrappen en schaven kunnen we het uitgeven in 2010.'


Sprakeloos had vier keer zo indrukwekkend en de helft zo dik kunnen zijn. Nu blijft de kracht beperkt tot een handvol geslaagde scènes, die een stuk sterker waren geweest als Lanoye de lezer niet eerst had verdoofd met allerlei onzin. Na een fles hoofdpijnwijn proef je ook weinig meer van een Barolo. [….]
Actie. De eerste beroerte van de moeder. Meteen daarop de beschrijving van Dikke Liza, de huisbazin. Haar zwakbegaafde nichtje Lucienneke. Een paar andere dorpsbewoners. Geen omtrekkende bewegingen meer. Geen decor. Echte mensen. Ontroerend beschreven, maar niet sentimenteel, grappig maar niet spottend. Hoewel de moeder, de vader en de andere gezinsleden al eerder werden geïntroduceerd, komen ze nu pas tot leven. Lanoye staat niet meer in de weg.

In De Standaard van 2 oktober 2009 schrijft de recensent : “ Afscheid van een diva — Boeken over aftakeling en dood zijn meestal tranerig of op zoek naar zingeving. Niets van dat in Sprakeloos, het moederboek van Tom Lanoye. Het zindert van liefde en bewondering, maar lilt ook als rauw vlees. Lanoye lapt hier vierkant regel nummer één bij het autobiografisch schrijven aan zijn laars: verwerk voor je vertelt. Niks heeft hij verteerd, deze taalorgie kolkt van woede, onmacht, pijn. Zo naakt stond Tom Lanoye nog nooit voor zijn lezer. Bij een mindere schrijver zou dat gênant worden, bij Lanoye levert het een indringend en onvergetelijk boek op.

Op 9 oktober 2009 schrijft Arjen Peters vrij lyrisch over de roman in De Volkskrant Altijd eerst je toehoorders welwillend stemmen. Al doet Lanoye of hij voor de vuist weg vertelt, de richtlijnen uit het retorisch handboek zijn voor hem gesneden koek. Hij dikt aan, schuwt de uitweiding niet, en polemiseert expliciet tegen het adagium ‘Geen woord te veel’ dat in zekere kringen, inzonderheid de letterkundige, voor een kwaliteitskeurmerk doorgaat. Wat hem betreft: liever een paar woorden te veel dan dat zuinige schrapen. ‘Het heet niet voor niets woordenschát.’ Dat hij de soberheid mijdt, is geen dwarsheid maar een opdracht.

Alleen door uit te pakken kan hij recht doen aan de ‘felle kwebbel’ van de dappere diva van de Antwerpse Steenweg in Sint-Niklaas, die in rap tempo een schitterende koude schotel kon maken, een tragédienne die medelijden placht op te wekken door met een koud kompres op het voorhoofd op de sofa te gaan liggen steunen. De amateur-actrice ook, die thuis onder het strijken haar rollen instudeerde, terwijl Tom, de jongste van haar vijf zonen, alle andere rollen voor zijn rekening nam.


Daar heeft hij zijn gevoel voor theater en tekst opgedaan, dat hem later als toneelschrijver en performer van pas kwam. Maar ook als verteller. Dit verhaal van een aftakeling, dat feitelijk weinig pagina’s beslaat – de hardste zaken kunnen toe met de gongslagen genaamd beroerte, intensive care, afasie, rolstoel, dood, crematie – wordt door flashbacks, historische verhandelingen en familietaferelen, omgebogen in een verrijzenis van allure.
[…..] Antraciet achter micavensters; zo was het goed. En alles wat zich verder voordoet, de tragikomische anekdotes over stedelingen en familieleden die zelden zingend aan hun einde kwamen, de pillen en de drank waartoe José haar toevlucht zoekt na de dood van haar zoon Guy, het plotselinge razen en tieren van moeder in een onverstaanbare ‘hellespraak’ als ze door een beroerte is getroffen, Lanoye gaat het niet uit de weg, hij pookt en ratelt op zijn toetsenbord dat het een aard heeft – maar ook alle drama vangt straling op van die feestelijke gloed, de schildering van de kleine bühne waarop de slagersvrouw van Roger Lanoye ooit fel kwebbelend triomfen vierde, met haar oplettende zoontje als eeuwig dankbaar publiek.

In Het NRC van 13 oktober 2009 is Arjen Fortuin in een diepgaande analyse van het boek uiteindelijk heel positief: “Het is haar stilte die hij wil goedmaken in deze op theatrale toon – dat was misschien al opgevallen – geschreven roman. Afgezien van de momenten dat het allemaal al te larmoyant wordt (welbewust over the top is ook over the top) is Lanoye daarin geslaagd: Sprakeloos is onderhoudend en ontroerend. Het is ook een boek waarin toon en inhoud op elkaar aansluiten: het pathos waarmee Lanoye vertelt past bij het rauwe verdriet om een dode ouder. Het is wat dan ‘een monument voor een overleden moeder’ heet en zo zal het wel ergens worden genoemd, waarna de uitgever het op de achterflap van de (welverdiende) tweede druk kan zetten. […..]Zelf kiest de 51-jarige in dit boek zo nadrukkelijk en expliciet voor het theatrale, het extravagante en vergankelijke in de literatuur, dat het alle trekken van een programma heeft. Lanoye wil de taal laten vloeien, niet om de dood te bestrijden of om aan de regels van het literaire spel te voldoen, maar omdat zwijgen geen goud is. Vandaar ook het laatste woord van deze roman: ‘Begin.’

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: Wikpedia
Als student aan de Universiteit Gent was Lanoye verbonden aan het T.S.G. 't Zal Wel Gaan. Samen met James Bordello vormde hij vanaf 1981 een duo dat optrad als ‘de Twee Laatste Grote Poëtische Beloften Van Net Voor De Derde Wereldoorlog’. Ze gaven hun boekjes uit in eigen beheer en traden op in Gentse studentencafés. Een jaar later jaar nam het duo deel aan de Nacht van de poëzie in Utrecht. Ook schreef Lanoye polemische stukken voor De Zwijger, Propria Cures en Humo.
In 1985 verscheen zijn prozadebuut, de autobiografische roman Een slagerszoon met een brilletje. Na een televisieoptreden in hetzelfde jaar bij Sonja Barend werd hij een bekende Vlaming. Andere boeken van zijn hand zijn Alles moet weg (1988), de melancholieke roman Kartonnen dozen (1991) en de trilogie Het Goddelijke Monster, Zwarte tranen en Boze tongen waarin het uiteenvallen van België beschreven wordt. Een tiendelige televisieserie naar deze trilogie is in de maak bij de Vlaamse staatszender Eén.
In het buitenland werd Lanoye opgemerkt als hedendaags dramaturg met zijn twaalf uur lange bewerking in verzen van acht stukken van Shakespeare, Ten Oorlog (1997).

Lanoye begon als een enfant terrible, maar werd later geaccepteerd als gevestigd schrijver die zich wijdt aan 'alle vormen van teksten en schriftuur, zowel voor boeken, kranten, tijdschriften en andere drukwerken, voor toneelopvoeringen, cabaret- en zangvoorstellingen, dit alles onder eender welke vorm en in de meest ruime zin van het woord' (citaat uit de statuten van de in 1992 opgerichte naamloze vennootschap L.A.N.O.Y.E.). Hij treedt geregeld op in schouwburgen met literaire shows, die eerder theatermonologen dan lezingen zijn.
Lanoye leeft en werkt in Antwerpen en Kaapstad. Zijn werk is in meer dan tien talen gepubliceerd of opgevoerd.
Voorts is er de bestseller Het derde huwelijk, naast internationaal meermaals geënsceneerde toneelstukken als Fort Europa, Mamma Medea (vrij naar Euripides), Mefisto for ever (vrij naar Klaus Mann) en Atropa. De wraak van de vrede (vrij naar Euripides, Aischylos, George W. Bush, Donald Rumsfeld en Curzio Malaparte). Die laatste twee stukken vormen begin en slot van De triptiek van de macht van regisseur Guy Cassiers. Ze werden in diens enscenering beide uitgenodigd op het Festival d’Avignon.
In 2005 eindigde Lanoye op nr. 84 in de Vlaamse versie van 'De Grootste Belg'.
In 2007 werd hij genomineerd voor De Gouden Uil en de Libris Literatuur Prijs voor zijn roman Het derde huwelijk. In hetzelfde jaar won hij in Nederland de Gouden Ganzenveer voor zijn oeuvre.
Eind 2009 verschijnt zijn roman Sprakeloos, die handelt over de dood van zijn moeder - een amateuractrice die, na een beroerte, haar spraak verliest. Sprakeloos laat zich lezen als een onverwacht vervolg, achttien jaar na dato, op het al even autobiografische Kartonnen dozen.

BIJLAGE
Interview met Tom Lanoye over de roman van zijn moeder in “Het Nieuwsblad” van 1 oktober 2009
'Mijn ma zou blij zijn geweest met dit boek'
Tom Lanoye zegt zijn ouders vaarwel in magistrale roman 'Sprakeloos'
NVT - Het was al een poos bekend: Tom Lanoye schreef een boek over zijn moeder. Deze week ligt 'Sprakeloos' in de boekhandel en de roman is veel meer dan het verhaal van Josée Verbeke. Dit gaat óók over Lanoyes outing als homo, over zijn vader Roger, over het zotte Waasland en heel het bescheten Vlaanderen. En dat alles overgoten met zowel gêne als een flamboyante taal.

Tom Lanoye (51) laat het woord verschillende keren vallen tijdens ons gesprek in zijn Antwerpse loft: gêne. 'Natuurlijk heb ik me afgevraagd of ik dit boek wel kon schrijven. Ik gooi de aftakeling van mijn moeder te grabbel, die welbespraakte slagersvrouw en tegelijk bevlogen amateuractrice die door een beroerte werd geraakt in wat haar het meest dierbaar was: haar spraak. Je gaat niet zomaar even zitten om te vertellen over de vol gescheten luier van je moeder. Ik heb daar mee geworsteld en ik wou dat mijn schroom ook van dit boek af zou druipen. Dat de lezer zich mee ongemakkelijk voelt, niet alleen omdat we naar de pijnlijke neergang van mijn moeder kijken maar ook omdat mijn waarschuwing luid weerklinkt. Komaan, je moet al een hersenloze hond zijn om niet aan je eigen vergankelijkheid te denken als je dit leest. Dit boek roept vragen op over het waarom van leven en lijden, waarbij ik dat laatste compleet zinloos acht.'


Tegelijk gebruik je het verhaal van je moeder ook om over jezelf te vertellen. Dan denk ik aan de passage over je outing als homo.

Tom Lanoye: 'Je zegt het: als schrijver gebruik ik mijn ouders. Wie een hart in zijn lijf heeft, voelt toch hoe erg het is om dat te moeten zeggen. Ik mag alleen hopen dat ik hen niet heb misbruikt en dat ik het best mogelijke boek heb geschreven om hen eer te bewijzen. Daarom moest het ook de anekdote overstijgen en over zoveel meer gaan. Ja, ook over mij. Ook over dat theatrale telefoongesprek met mijn moeder (over zijn homoseksualiteit, nvdr.) dat een van onze grote confrontaties was. Ik was toen 27 maar al jaren voordien had ik me voorgenomen hen te vertellen dat de vriendinnen die ik wel eens had niet écht verloofdes waren. Maar net toen ik me er klaar voor vond, verongelukte eind 1980 mijn broer. Guy knalde met zijn Honda tegen een boom. Mijn moeder was kapot van verdriet en toen kwam het er natuurlijk niet van.'

Uiteindelijk gebruikte je een spiritistisch medium om je homoseksualiteit bij je ouders aan te kaarten.

'In de veldslag van het gezin mag je alles en iedereen inzetten, toch? (lacht) Dat mijn moeder, die nuchtere aardse vrouw, te rade ging bij een medium in de hoop contact te leggen met haar dode zoon verraadt hoe verschrikkelijk het was voor zo'n moederbeest om een kind te verliezen. Had ik geweten dat ik er een moest verliezen, dan had ik nooit kinderen gewild. Dat zei ze veel jaren later tegen mij, de zoon op wie ze trots was en die ze door dik en dun verdedigde.'

'Bij mijn tweede, lang uitgestelde poging me te outen, vroeg ik of Winnie (het medium, nvdr) er even bij kwam zitten. De aanwezigheid van een buitenstaander zette mijn moeder even schaakmat, maar later kwam natuurlijk de afrekening. Ze belde me op en toen volgde dat gesprek waarin woorden als vuiligheid en uw lief komt mijn kot niet in vielen. Op dat moment wist ik evenwel dat het weer goed zou komen: laat het maar eens goed knallen, dan zijn meteen alle valse emoties weg en kun je tot de kern van de zaak komen. Tijdens dat telefoongesprek heb ik mijn moedermoord gepleegd. Het kon niet anders dan een moedermoord zijn, want zij was nu eenmaal zoveel sterker dan mijn vader. Tot ze die beroerte kreeg natuurlijk. Daarom moest die outing van mij er ook in: het toont hoe futiel alle gedoe rond homoseksualiteit is als je het ziet in het licht van de aftakeling die haar lot is geweest.'

Hoe snel kwam het weer in orde met je moeder?

'De verzoening liet niet lang op zich wachten en ze maakte onze band alleen maar hechter. Ik ben altijd zeer close geweest met allebei mijn ouders. Ze waren trots op mij, ze kwamen naar al mijn boekvoorstellingen en ze hebben mij en René (Lanoyes partner, nvdr) uiteindelijk door dik en dun verdedigd. Typisch mijn moeder: binnenskamers verweet ze me ooit dat schrijven iets voor luiaards en dronkaards was, maar en public? Geen kwaad woord over haar zoon! Dan stond ze pal achter haar zoon die een samenlevingscontract met zijn vriend sloot.'

'Ook als liefdeskoppel waren die twee erg hecht, wat mijn moeders aandoening des te schrijnender maakte. Ze verloor niet alleen haar spraak, maar ze werd ook bijzonder agressief tegen mijn vader. Bij haar eerste beroerte vloog ze hem letterlijk naar de strot. Die barst in dat oude koppel: het is te gruwelijk voor woorden. Vandaar ook dat ik eerst dacht er nooit over te zullen schrijven. Uit lafheid, want er over schrijven is het opnieuw beleven. Tot ik besefte dat ik als een bange wezel door het leven zou gaan als ik het niet deed. Wat is je schrijverschap dan nog waard?'

Je moeder was actrice, hoe valt dat te rijmen met haar leven in de slagerij?

'Dat zat niet altijd lekker en ook dat wou ik meegeven: hoe vrouwen met talent in die tijd kansen moesten laten liggen. Om het met Virginia Woolf te zeggen: mijn moeder had behoefte aan een room of one's own. Zij had zelfs een duplex: het toneel én haar bungalow, die blokhut vol aangebouwde koterijen, waar ze zich overgaf aan het tuinieren. De grond en de kunst, daar mocht je niet aan raken. Ik denk dat ze op het einde van haar leven wel eens heeft gevloekt dat ze in die slagerij was blijven hangen. Zonder bitterheid hoor, maar ze moet wel gedacht hebben was ik niet beter directiesecretaresse gebleven?'


Was ze een goede actrice?

'Ze was haast een moderne actrice die niet louter haar tekst opdreunde, maar met een grote naturel inspeelde op wat er op het podium gebeurde. Had ze een blanc, dan manoeuvreerde ze zichzelf daar creatief uit. Viel er een kader van de bordkartonnen muur, dan speelde ze daar op in. Ze bracht dat theater ook mee naar huis. Heel de taal van het toneel heb ik van haar, alle theaterwetten leerde ze me. Andere jongens trokken aan de hand van hun vader naar het voetbal, ik ging met mijn moeder naar het toneel.'

Herinner je je nog die ene keer dat je met haar op het podium stond?

'Ik was een jaar of tien en het stuk was van Arthur Miller. Ik vond het mateloos fascinerend. Mensen die deden alsof, met een rare pruik op in zaaltjes die achter cafés gelegen waren. Het had iets geheimzinnigs, een soort kinderspel voor volwassenen. Mijn moeder kon er helemaal in opgaan, maar als het licht aanfloepte, kwam haar nuchterheid terug. In mijn boek beschrijf ik een discussie met een loodgieter. Zo was ze: geen gezeik. Ze kwam uit een familie van architecten en aannemers en dat is een wereld waarin je je gezag moet laten gelden, anders krijg je nooit een huis overeind.'

Je voert in je boek een waaier aan kleurrijke figuren uit je geboortestad, Sint-Niklaas, op. Waarom?

'Omdat ik mijn ouders in een context wil plaatsen. Een plaats, een tijd. Dat geeft meteen een beeld van een Vlaanderen dat er nu niet meer is. Ik weet wel dat veel lezers zullen denken dat ik met spek schiet wanneer ik figuren als Sidonie Met De Hazenlip of Philomèneke Van De Prior opvoer. Niet dus. Het verhaal van Elvis die met zijn mond in de haak van een hefkraan bleef haperen is gewoon echt gebeurd. Ik heb zelfs nog enkele merkwaardige accidenten weggelaten omdat niemand het nog zou geloven. Volgen mij zijn er ooit bovengrondse kernproeven gehouden in het Waasland. Hoe kom je anders aan zo'n hoop curieus volk?'

'Sprakeloos' is meteen ook een barok feest van de taal. Niet toevallig allicht?

'Natuurlijk niet. Ik kom uit een streek van vertellers, waar mensen breed van stof zijn. Voeg daar mijn moeders explosieve temperament aan toe en dan zou ik karig moeten schrijven over die vrouw die haar spraak verliest? Nee! (roept) Dit boek moest een uitbundig feest van alle mogelijke soorten taal zijn. Een taalfurie waarin elke zin knettert. Een kopstoot aan de literaire anorexia nervosa, het less is more dat maar al te vaak een gebrek aan creativiteit maskeert. Ik kom uit de wereld van mag het iets meer zijn? Ook nu zeg ik weer volmondig: ja, graag!'

Op het einde van je boek zeg je niet meer of minder: dit is een verse start van mijn schrijverschap. Opgelucht dat je dit hebt kunnen schrijven?

'Opluchting? Dat woord krijg ik nog niet over mijn lippen. Daarvoor is de pijn nog te groot. Maar na dit boek ben ik meer dan ooit schrijver. Nooit zal ik nog zwijgen, al was het maar omdat het lot mijn moeder het zwijgen heeft opgelegd.'

REACTIES

N.

N.

maak graag gebruik van dit verslag voor onze boekbespreking

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Sprakeloos door Tom Lanoye"

Ook geschreven door Cees