Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Spijkerschrift door Kader Abdolah

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
Boekcover Spijkerschrift
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3259 woorden
  • 1 december 2006
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
25 keer beoordeeld

Boekcover Spijkerschrift
Shadow
Aga Akbar, de doofstomme vader van Ismaiel, heeft in de loop van zijn leven een boek geschreven, in een eigen ontworpen spijkerschrift. Na zijn dood in de Perzische bergen wordt het boek bij zijn naar Nederland gevluchte zoon bezorgd. Ismaiel probeert het leesbaar te maken, net zoals hij zijn vader vroeger verstaanbaar moest maken. Zo tovert Kader Abdolah het leven va…
Aga Akbar, de doofstomme vader van Ismaiel, heeft in de loop van zijn leven een boek geschreven, in een eigen ontworpen spijkerschrift. Na zijn dood in de Perzische bergen wordt he…
Aga Akbar, de doofstomme vader van Ismaiel, heeft in de loop van zijn leven een boek geschreven, in een eigen ontworpen spijkerschrift. Na zijn dood in de Perzische bergen wordt het boek bij zijn naar Nederland gevluchte zoon bezorgd. Ismaiel probeert het leesbaar te maken, net zoals hij zijn vader vroeger verstaanbaar moest maken. Zo tovert Kader Abdolah het leven van Aga Akbar en zijn zoon Ismaiel tevoorschijn.
Spijkerschrift door Kader Abdolah
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Spijkerschrift Auteur: Kader Abdolah Motivatie: Ik heb dit boek niet zelf gekozen maar ik heb aan de mevrouw van de mediatheek gevraagd welk boek aan de eisen voldeed die ik op een papier bij nederlands moest invullen. Zij keek op de enquête en zag dat er avontuur en verzet op staat. Toen pakte ze Spijkerschrift van Kader Abdolah. Ze zei dat daar veel avontuur en verzet in zat en dat het een heel mooi boek was. Ik keek op de voorkant en het sprak me aan. Er staan rotsen op die een bepaalde spanning creeën. De titel Spijkerschrift zegt wat over vroeger, hoe ze vroeger leefden. Dat spreekt me ook wel aan. Ik heb dit boek dus wel bewust gekozen omdat de omslag, de samenvatting op de achterkant en de aanrading van de mediatheekeresse. Samenvatting: Het notitieboekje is oorspronkelijk geschreven door een doofstomme man. Genaamd Aga Akbar. Hij is de zoon van de vorst Kazem Gan. Zijn moeder werkte vroeger op het kasteel en de vorst heeft toen samen met Hadjar (de moeder van Aga) Aga verwekt. Hij heeft een eigen spijkerschrift ontworpen. Na de dood van Aga Akbar word het boek naar zijn zoon Ismaiel in Nederland gebracht. Ismaiel gaat het boek leesbaar maken. Zoals hij vroeger ook al Aga Akbar zelf verstaanbaar probeerde te maken. Aga Akbar heeft het spijkerschrift geleerd van zijn oom, Kazem Gan. Kazem Gan neemt Aga op een avond mee de saffraanberg op naar een grot waar spijkerschrift op geschreven staat. Aga schrijft dit over in een schrift en baseert hier zijn eigen spijkerschrift op. Omdat Aga nogal veel uitstapjes naar de hoeren heeft gehad en doofstom is trouwt hij pas op late leeftijd. Het wordt een door Kazem Gan geregeld huwelijk met de dochter van de jager: Tine. Ze krijgen kinderen: Ismaiel en Goudklokje zijn de enige twee die genoemd worden. Een jongen en een meisje dus. Ismaiel word de mond, ogen en het verstand van Aga. Aga vertrouwd boven alles op Ismaiel. Ismaiel stimuleert Aga om door te gaan met het enige waar hij goed in is: tapijten herstellen. Op een gegeven moment gaat Ismaiel studeren in Teheran. Daar komt hij in contact met een verzetsbeweging. Hij is hier al eerder, zonder het te weten, mee in contact gekomen toen dokter Poer Bahloel. Ismaiel raakt in gevaarlijke situaties en moet uiteindelijk het land uitvluchten. Na een tijdje rond gezwerft te hebben komt hij uit in Nederland. Ismaiel heeft zijn vader betrokken in zijn praktijken. Zonder dat deze hier iets van weet. Ook zijn zusje Goudklokje word op een moment gearresteerd. Ze komt in de gevangenis waar Aga haar vaak opzoekt. Als Goudklokje op een moment ontsnapt gaat Aga achter haar aan. Het is echter zo’n slecht weer dat Aga overlijdt in de bergen. Zijn lijk word dezelfde avond gevonden in een grot in de bergen. Ismaiel krijgt het dagboek dat Aga heel zijn leven heeft bijgehouden ( in spijkerschrift ) in Nederland opgestuurd. Daarna schrijft Ismaiel het verhaal van zijn doofstomme vader wat tevens ook zijn eigen levensverhaal is.
Eerste reactie op het boek: Ik dacht dat het een mooi boek zou worden met heel veel actie en oorlog, verzet. Wat vond ik van het boek? Ik vond het een heel mooi boek, omdat er veel spanning in zit, alles heel gedetailleerd beschreven wordt en dat het heel mooi verteld wordt. Je krijgt een hele andere kijk op de wereld van doofstomme mensen. Hoe moeilijk het is om daarmee te leven. Het boek werd wel ingewikkeld verteld. Je moet elke regel goed lezen en snappen, anders snap je het later niet meer. Ook werden er veel moeilijke Iraanse woorden gebruikt, die nog uit het Perzië stammen. Gelukkig zat er een woordenlijst achterin. Het was niet altijd even spannend, maar toch kon ik mijn hoofd erbij houden, omdat er spanning wordt gecreeërd door de personen. Welke gevoelens heeft het opgewekt? Dit boek heeft me leren nadenken over hoe doofstommen zich voelen en dat ze zich maar moeten redden met gebarentaal. Het heeft heel veel medelijden opgewekt bij me. Er was namelijk een gebeurtenis in het verhaal, dat Aga Akbar (de doofstomme man) gewoon zichzelf is tegen zijn vrouw Tine. Maar Tine roept (gebaart) dan dat ze Aga Akbar haar leven heeft verpest en dat ze gek van hem wordt. Aga Akbar is een oude man en is doofstom…. Dan krijg ik echt medelijden met Aga Akbar. Wat is de belangrijkste zin uit het boek? Kazem Gan (Een adele man die oom is van Aga Akbar) zoekt een vrouw voor Aga Akbar. Hij komt bij een jager en ziet een vrouw, Tine genaamd. Hij zegt dan: ´Die Tine van jou is goud waard.` (regel 110) Hierbij zegt hij eigenlijk al dat hij die vrouw voor Aga wil hebben. Deze zin is het belangrijkste omdat hij dus laat merken dat dit de geschikte vrouw is en dat Aga Akbar deze mag hebben. Hierdoor ontmoeten ze elkaar en trouwen ze, krijgen 4 kinderen, waaronder Ismael en Goudklokje. Deze twee spelen een heel belangrijke rol in het verhaal. Wat is het belangrijkste woord van het boek? Ik kan het belangrijkste woord niet aanwijzen omdat dat van Aga Akbar komt. Wel het belangrijkste gebaar kan ik zeggen. Het belangrijkste gebaar is dat Aga Akbar tegen Ismaiel gebaart dat hij naar weg moet, over de Saffraanberg naar het andere land. Ismaiel twijfelt dan nog een beetje. Maar Aga Akbar gebaart dan: ´´Ga!´´ Omdat Aga Akbar dat gebaart, vertrekt Ismaiel en gaat hij uiteindelijk in Nederland wonen, waar hij de notities van zijn vader gaat vertalen. Als hij dat niet had gedaan had hij het niet zo kunnen vertalen en niet gedichten kunnen gebruiken uit de Nederlandse taal.
Mening over hoofdperso(o)n(en) Mijn mening over Aga Akbar. Ik vind dat Aga Akbar zich soms een beetje raar gedraagt. Hij wil heel veel in 1 keer gebaren alleen dan snapt niemand er wat van, alleen Ismaiel en Goudklokje. Aga is om alle dingen in het leven blij, en dat spreekt mij heel erg aan. Ik vind dat de mooiste instelling die je maar kan hebben. Alles mooi vinden en versteld om staan. Mijn mening over Ismaiel. Ik vind Ismaiel een hele behulpzame goede man. Hij zorgt voor zijn vader en moeder, zusjes en andere mensen. Dat vind ik heel goed van hem, om iedereen zo goed te helpen. Ismaiel gaat ook in het verzet tegen de nieuwe sjah. Dat zou ik ook doen ik zijn geval, gewoon verzetten tegen iemand die onschuldige mensen geselt en vermoordt. Personages: De personages die een belangrijke rol spelen: Aga Akbar Mahmoede Gazanwieje Gorasani
Ismaiel Mahmoede Ganzawieje Gorasani (zoon Aga Akbar) Kazem Gan (oom Aga Akbar) De eerste vrouw van Aga Akbar
Reza Khan Pahlavi(sjah van Iran) Mahdi (heilige in de put) Tine Mahmoede Gazanwieje Gorasani (2e vrouw van Aga Akbar, moeder van Ismaiel) Shamsololama ( Oude tapijtmaker) Goudklokje Mahmoede Ganzanwieje Gorasani (dochter Aga Akbar) Khomeini (2e sjah) Aga Akbar: Hij is de hoofdpersoon van het verhaal en is dus belangrijk omdat zijn notities worden vertaald door Ismael. Ismaiel: Ismaiel is degene die de notities van zijn vader vertaald en is dus belangrijk.
Kazem Gan: Deze adele dichter is zeer populair en is heel belangrijk omdat hij de vrouw voor Aga Akbar vindt, waar hij zijn hele leven mee verder moet. Eerste vrouw Aga: De eerste vrouw van Aga Akbar is belangrijk omdat zij heel snel dood gaat bij Aga Akbar in bed en daardoor kiest Aga Akbar alleen maar gezonde vrouwen voor Ismaiel. Rheza Khan: Deze sjah liet de heilige put, waar de heilige Mahdi in zat dichtmetselen. Daardoor komen veel mensen in opstand en willen de put weer open. Mahdi: Dit is de heilige man die in een put op de Saffraanberg zit te lezen in zijn boek. Later wordt er een gat ontdekt in de gemetselde bovenkant van de put, en als mensen erin kijken, zien ze dat Mahdi weg is. Daardoor gaat Aga Akbar tot het uiterste om hem te dienen, zodat het hem bijna fataal wordt. Tine: Ze is de tweede vrouw van Aga Akbar, ondanks dat Aga Akbar veel met hoeren optrok. Tine zorgt wel voor Aga Akbar, waardoor hij leven blijft, maar ze wordt soms wel gek van Aga Akbar. Shamsololama: Deze oude tapijtreparateur is het voorbeeld van Aga Akbar. Daardoor krijgt hij de baan, en neemt het over. Zijn hele leven zal dit zijn beroep zijn.
Goudklokje: Zij is de dochter van Aga Akbar en komt in de gevangenis. Aga Akbar en Tine komen soms op bezoek in de gevangenis. Op een keer is ze ontsnapt en Aga Akbar wil haar helpen te ontsnappen. Dit wordt hem fataal. Khomeini: Hij is de 2e sjah. Hij laat Goudklokje opsluiten, waardoor Aga Akbar sterft, waarschijnlijk Tine ook. Khomeini zorgt er ook voor dat Ismaiel moet vluchten. Centrale eigenschappen: De centrale eigenschap van Aga Akbar is om altijd het goede uit het leven te halen, daarom vindt hij niks erg, hij is gelukkig, houdt van zijn werk en doet soms een beetje raar tegen Tine, zijn vrouw, waardoor zij knettergek wordt. Aga Akbar gedraagt zich dus altijd heel gelukkig. De centrale eigenschap van Ismaiel is om iedereen te helpen, en altijd aardig te zijn. Hij is dus ook altijd heel behulpzaam voor iedereen en is aardig. Hij helpt zijn vader om hem nieuwe dingen te leren. Hij verzet zich wel tegen de nieuwe sjah, omdat de sjah onschuldige mensen martelt en doodt. Round characters: Aga Akbar, Ismaiel, Goudklokje, Tine, Kazem Gan. Flat characters: Khomeini, Reza Khan, Shamsololama, 1e vrouw Aga Akbar, Mahdi. Protagonisten: Aga Akbar en Ismael zijn de protagonisten. Antagonisten: De antagonisten zijn: Khomeini, Rheza Khan. Er wordt vooral expliciete informatie over Ismaiel, Kazem Gan, Tine en Aga Akbar gegeven. Verder wordt er over de anderen vooral impliciete informatie gegeven. De voorgeschiedenis van Aga Akbar is helemaal uit flashbacks verteld, net zoals die van Ismaiel. Over de andere personages wordt geen voorgeschiedenis verteld. De speaking names in dit verhaal zijn: Kazem Gan : Kazem is de naam van een heilige, Gan betekent adel. Perspectief: Dit verhaal is voor het grootste gedeelte in het ik-perspectief verteld. De ik persoon was dan Ismaiel en wordt dat op dat moment door Ismael verteld. Maar aan elk begin en eind van een hoofdstuk vertelt Ismaiel wat over de notities die hij aan het ontcijferen is. Dus wordt alles achteraf vertelt door Ismaiel. Hij is de vertellend-ik. Het is niet zo dat er wordt overgeschakeld naar een andere persoon en dat je dan in zijn hoofd zit. Soms is het wel zo dat je naar een andere gebeurtenis zonder Ismaiel overschakelt en dat je dat met een personaal perspectief zit. Kader Abdolah gebruikt dus wel perspectiefwissels. De schrijver is soms ook expliciet auctoriaal. In het begin en aan het einde richt Abdolah zich naar de lezer en verteld over Ismael. Hij is een alwetende verteller. Khomeini is een onbetrouwbaar perspectief, hij is eerst heel erg verbonden met de mensen, alleen daarna misbruikt hij zijn macht en sluit onschuldige mensen op.
Structuur: Fabel en Sujet zijn niet gelijk aan elkaar. Het verhaal wordt totaal niet chronologisch verteld. De meeste hoofdstukken zijn flashbacks. Een voorbeeld van een heel duidelijke flashback is blz. 223. Hier zie je weer dat Ismaiel in Nederland is en dat hij daar gaat te wandelen met Louis. Als hij dat gedaan heeft gaat het verhaal opeens weer verder naar vroeger, toen hij een vrouw moest laten onderduiken. Er zijn geen flash forwards. Het verhaal is een post rem. Ismaiel vertelt in Nederland over vroeger, om zo de notities in spijkerschrift van Aga Akbar te ontcijferen. De hoofdintrige is dat Ismaiel probeert om de notities van zijn vader te vertalen in het Nederlands. De nevenintrige is dat Ismaiel probeert in te burgeren in Nederland. De hoofdintrige van hetgeen dat Ismaiel van vroeger vertelt is: Aga Akbar wil met zijn gezin een gelukkig leven opbouwen in de stad. De nevenintriges van hetgeen dat Ismaiel van vroeger vertelt zijn: Aga Akbar maakt carrière met tapijten repareren. Ismaiel gaat in het verzet. Aga Akbar probeert het zo goed mogelijk te krijgen voor Ismael op school. Het boek heeft een open einde. Je weet niet hoe het met Goudlokje gekomen is, hoe Ismaiel en Tine reageerden op de dood van Aga Akbar, of Tine aan haar verwondingen sterft en nog het belangrijkste, wat er in het laatste stuk van de notities staat. Want dat was niet te vertalen. Tijd: De verteltijd is 374 bladzijden. De vertelde tijd is vanaf de geboorte van Aga Akbar, tot de tijd waarin Ismaiel in Nederland woont. Ik schat ongeveer 100 jaar. Er komen geen vertragingen in voor omdat alles even langzaam wordt verteld. Er komt wel 1 versnelling voor, dat is wanneer Ismael de grens oversteekt naar de Sovjet – Unie en naar Nederland reist. Dat gaat allemaal in een paar zinnen. Ruimte: Het verhaal speelt zich af in Iran, Perzië. Het is er droog en heet. Zo´n sfeer krijg je ook bij het lezen. Een langzame sfeer. Verder speelt het verhaal zich af in Nederland op de polder, waar Ismaiel later woont. Het waait er en is koud. Zo krijg je weer precies een hele kil gevoel. Eerst leeft Aga Akbar met zijn gezin op de Saffraanberg. Heel rustig dorp. Alleen dan verhuist hij naar de stad, waar het opeens veel drukker is. Het verhaal begint rond de jaren 50. Er zijn nog tapijtreparateurs en er zijn geen auto´s. Later rond de jaren 80 verhuizen ze en zijn er al auto´s in de stad. Nog later verhuist Ismaiel en vertelt het verhaal achteraf in dezelfde tijd als wij nu leven. Er wordt ook wat beschreven over oorlog, waardoor je daar ook weer middenin komt te zitten. Dan verandert de sfeer drastisch. Spanning: De spanning wordt opgewekt door de personages. Je wilt weten wat er met Aga Akbar zal gebeuren omdat je je helemaal inleeft in hem en medelijden hebt. Ismaiel zit in het verzet en kan ieder moment worden opgepakt, daar wil je het ook van weten. Goudklokje zit in het gevang, en ze kan elk moment geëxecuteerd worden. Er is geen vraag van wie heeft het gedaan? Die is er niet. Stijl: Er worden nog veel oude Perzische woorden gebruikt (met vertaling) en dat geeft de weer die sfeer dat je daar ook in het Midden-Oosten zit. Je krijgt echt het gevoel dat je er middenin zit. Ook wordt alles heel mooi beschreven. Er zijn geen negatieve, sombere beschrijvingen van iemand. Er is niet veel beeldspraak gebruikt. De zinnen zijn niet te lang en niet te kort, maar moeilijk te lezen omdat er veel moeilijke Perzische woorden in zitten. Titelverklaring: In een grot op de Saffraanberg, staan op de wand allemaal oude tekens. Spijkerschrift. Aga Akbar is een doofstomme jongen, en kan niet lezen en schrijven. De oude Kazem Gan wil dat hij sowieso lezen en schrijven kan, maar komt er snel achter dat Aga Akbar niet snapt dat er 32 letters in het Perzische alfabet zijn. Kazem Gan brengt hem naar de grot en laat het de tekens zien. Aga Akbar snapt ze en kan ze lezen en schrijven. Dit zal de manier worden waarop hij gaat schrijven, en die Ismael gaat proberen op te lossen. Dit spijkerschrift kan niet makkelijk worden opgeschreven in Nederlands. Nee, het komt uit zijn gedachten, en het meeste zit daar ook nog, en kan je niet beschrijven. Het spijkerschrift heeft ook een symbolische betekenis in dit boek. Het spijkerschrift is het symbool van de mysterie en van het geheim. In de grot van de Saffraanberg is in de muur een tekst in spijkerschrift gebeiteld. ‘Een spijkerschrift dat in de rots geslagen is, waar tijd, wind, zon en regen het niet kunnen bereiken. Deze inscriptie is een bevel van de eerste Perzische koning. Een geheim dat nog niet ontcijferd is.’ Voor Ismaiel waren de notities van zijn vader een waar spijkerschrift. Een geheim dat bijna niet te ontcijferen is.
Thema: Ontwikkeling doofstomme vader en zijn zoon. Motief: Het meest voorkomende motief is het van de onafhankelijkheid tussen vader en zoon. De koppeling van elke gebeurtenis naar de Perzische oorlog. De doofstomme man die niet verstaat wat er om hem heen gebeurt en dus afhankelijk van anderen is. Er wordt heel de tijd verwezen naar dat de voormalige vorst de vader van Aga is. Het roken van opium door mannen in Iran. Informatie over de auteur: Kader Abdolah werd als Hossein Sadjadi Ghaemmaghami in 1954 in Iran geboren. De echte Kader Abdolah was een vriend van Hossein, die door het regime in Iran vermoord is. Als eer aan zijn vriend heeft Hossein deze naam als pseudoniem gekozen. Als oudste van zes kinderen groeide hij op in een gelovig islamitisch gezin. Op jonge leeftijd worstelde hij echter met godsdienstige twijfels en viel hij van het geloof af. Hij studeerde natuurkunde aan de universiteit van Teheran. Als student was Abdolah actief in het ondergrondse verzet tegen het bewind van de sjah en later tegen de dictatuur van Khomeini. Abdolah zat in de redactie van een geheim partijblad en schreef twee romans over het leven onder de terreur van Khomeiny, die beide verboden werden. Familieleden van Abdolah zaten ook in het verzet tegen het autoritaire bewind. Twee zussen hebben enkele jaren gevangen gezeten en zijn enige broer werd vermoord. Toen leden van de groepering waartoe Abdolah behoorde gevangen werden genomen of zelfs vermoord, zag hij zich in 1985 genoodzaakt uit Iran te vluchten. Na 3 jaar in Turkije te zijn verbleven kwam Abdolah in 1988 in Nederland terecht. Hij kreeg politiek asiel, en snel daarna volgde zijn achtergelaten gezin hem naar Nederland. Om Nederlands te leren heeft hij onder meer een jaar Neerlandistiek gestudeerd aan de universiteit van Utrecht. In 1993 verscheen zijn eerste boek in het Nederlands, de verhalenbundel De adelaars, en gelijk al met succes: Abdolah ontving het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het best verkochte debuut. Het boek is inmiddels vertaald in het Italiaans en het Frans. Zijn tweede boek werd ook een verhalenbundel, De meisjes en de partizanen, en volgde in 1995. Ook deze bundel werd bekroond en wel met het Charlotte Kohler-stipendium, een aanmoedigingsprijs voor de meest veelbelovende auteur van het moment
In 1997 werd zijn eerste roman, De reis van de lege flessen gepubliceerd. Deze roman gaat over een vluchteling die een nieuw bestaan in Nederland probeert op te bouwen. Door de werkelijkheid met herinneringen uit Iran te verbinden houdt hij greep op zijn leven. ‘Mijn leven bestaat uit twee delen: wat ik meemaak nu, hier in Nederland en mijn verleden dat me vastgrijpt, mijn herinneringen aan mijn vaderland. Ik beleef het verleden heel intensief. Daarover gaan mijn verhalen. Ik ga terug van het heden naar mijn verleden in Iran.’ Er is volgens Abdolah wel verschil tussen schrijven hier in Nederland en in Iran. Hierover zegt hij het volgende: ‘Schrijvers in een dictatoriaal geregeerd land hebben een belangrijke taak. Ze moeten het verhaal van hun volk vertellen. Die verhalen gaan over angst, heimwee, verlangen, liefde, dood en de macht van het volk. Schrijvers moeten een rol vervullen in de politiek, voorop lopen, aanwezig zijn bij opstanden. Ik moet nu in Nederland andere verhalen vertellen, het verhaal van een volk op de vlucht.’ Sinds 1996 heeft Abdolah zijn eigen wekelijkse column in de Volkskrant. In 1998 zijn de columns gebundeld en uitgebracht onder de naam Mirza. Zijn meest recente boek Spijkerschrift is uitgekomen in 2000 en in deze scriptie word daar verder uitgebreid op in gegaan. Bibliografie: Hier een overzicht van de in Nederland verschenen boeken van Kader Abdolah: 1993 De adelaars
1995 De meisjes en de partizanen
1997 De reis van de lege flessen
1998 Mirza
2000 Spijkerschrift

REACTIES

K.

K.

Want een idioot verschijnsel van het boek die jij hier samenvat. Ten eerste is je zinsbouw niet goed. Ten tweede haal je alle stukken uit het boek door elkaar. De motivatie zet je bovenaan.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Spijkerschrift door Kader Abdolah"