Speren potloden en een voetbal door Marc Vandenberghe

Samenvatting

Het boek gaat over een bepaalde jongen, Gai genaamd. Hij is de zoon van Kwet en N yabots. Op een dag komt een vreemde man in het dorp en maakt de kinderen en hun ouders wijs dat hij ze ergens naar toe zal brengen waar ze kunnen leren lezen en schrijven. Gai en de anderen vertrekken vanuit Nuer. Ze ondergaan een lange lijdensweg waarbij het aantal slachtoffers stijgt per dag.
Eén van hen is Kwong, een jongen die Gai en Riak heel bijzonder aan het hart lag. Later in het verhaal zullen ze nog veel aan hem denken.
Wanneer ze aankomen in de ‘school’ moeten ze zien te overleven met het weinige dat ze krijgen. Een deken voor 2 personen en wat voedselresten. Ze beseffen dat het geen school is maar dat ze opgeleid worden tot soldaat.
Via een soldaat kunnen ze ontsnappen en ze komen terecht bij John. John is een gastvrije man die hen terug naar hun familie brengt.
Het leven is niet meer hetzelfde. In 6jaar tijd is er heel wat verandert. Hij en zijn vriend, Machar worden allebei ernstig ziek. Ze willen niet meer naar school, hij ziet in John's zijn gezicht een masker met holle ogen, de ogen van Kwong. Ze beslissen een raadsman op te zoeken. Die komt erachter dat ze het trauma nog niet verwerkt hebben.
Uiteindelijk doopt de raadsman hen tot volwassenen. Normaalgezien krijgen ze een speer maar nu geeft hij hen een potlood, hun sterkste wapen.
John word gevangen genomen en de toekomstige volwassenen worden gedwongen ook te gaan strijden maar ze plooien niet. Bool, de broer van Gai loopt weg en komt in een legerkamp terecht. Hij probeert Gai ervan te overtuigen ook te komen, maar Gai heeft nog te veel herinneringen aan vroeger.
Op een dag komt de gouverneur op bezoek en die donneert hen een voetbal. Ze zijn allen heel gelukkig. Gai komt tot zijn besluit dat hij zijn naam wil veranderen in Gwa. Gai betekent namelijk lijden en hij wil niet meer lijden. Gwa betekent goed.