Red ons, Maria Montanelli door Herman Koch

Primaire gegevens titel: “Red ons, Maria Montanelli” auteur: Herman Koch
Eerste druk februari 1989 Toelichting keuze: Nadat ik de bibliothecaresse had uitgelegd van wat voor soort boeken ik houd en na het laten zien van de boekenlijst, raadde zij mij dit boek aan. Ook maakte de titel mij erg nieuwsgierig. Samenvatting: Het boek “Red ons, Maria Montanelli” gaat over een jongen die tegelijkertijd meerdere problemen heeft. Door het overlijden van zijn moeder verandert zijn leven thuis. Zijn vader is vaak weg en het huis is een zooitje. Ook heeft zijn vader al vier jaar voor het overlijden van zijn moeder een verhouding met een vrouw, genaamd de weduwe. Het zit Herman dwars dat zijn vader na de dood van de moeder vaker bij de weduwe zit. Zijn tweede probleem is zijn school het Montanelli-lyceum. Deze school was sowieso al niks voor Herman, maar toen de zwakbegaafde jongen kwam werd het allemaal nog veel erger. Dit terwijl hij aan de ene kant medelijden had met de zwakbegaafde jongen, omdat de jongen helemaal niets mee had. Zo had deze jongen geen vrienden, altijd zijn sjaal om en wanten aan en eigenlijk mochten alleen de leraren hem. Aan de andere kant kon hij de zwakbegaafde jongen ook echt niet uitstaan en wilde hij hem wel slaan. Omdat Herman de zwakbegaafde jongen een keer mee naar huis had genomen werd hij wel een beetje de held van de jongen en was Herman voor hem zijn enige vriend. Herman wilde geen vriendschap met hem. Dit was voor de zwakbegaafde jongen alleen maar een uitdaging en wilde hij zichzelf heel graag bewijzen tegenover Herman. Op de laatste dag van de werkweek fietsten Herman, Erik, Gerard en Menno voorop zij komen als eerste bij een brug aan. Herman en Erik stappen van hun fiets en gaan op een brugleuning staan de zwakbegaafde jongen komt ook aan fietsen en doet hun na als hij heel trots op de brugleuning staat en de rest van de groep en de leraren ook aan komen fietsen doet de jongen heel onverwachts een stap naar achteren waardoor hij in het water valt waarbij Herman en de anderen de zwakbegaafde jongen toeschreeuwen wat hij moet doen maar hem niet door in het water te springen te redden waardoor de zwakbegaafde jongen verdrinkt. Zonder dat het wordt uitgesproken worden Herman en zijn vrienden beschuldigd van de dood van de zwakbegaafde jongen. Binnen een paar maanden worden zij van school gestuurd en zo verandert er in korte tijd een hoop in het leven van Herman zijn vader verlaat hem en trekt bij de weduwe in huis, hij mag zijn vriendinnetje niet meer zien en wordt dus heel eenzaam. Personages: Gerard en Erik zijn de beste vrienden van Herman zij komen ook erg veel in het boek voor en werden ook beschuldigd van de dood op de zwakbegaafde jongen en werden ook van school gestuurd. Cristina is het vriendinnetje van Herman zij zit op een andere school. Haar moeder weet niks van hun relatie zij denkt dat zij samen studeren en dat zij dus studievrienden zijn. De meeste gebeurtenissen spelen zich op en rond de school in Nederland af. De tijd dat het verhaal zich afspeelt is in de middelbare schoolleeftijd van de auteur. Ik vermoed eind jaren zestig.
Mijn mening over het boek: Ik vond het boek wel zielig. Er gaat heel veel mis de hoofdrolspeler heeft echt heel veel tegenvallers gehad. Je leeft met hem mee. Het is ook heel mooi en heel duidelijk geschreven. Verschillende emoties worden er beschreven een gebeurtenis kan vrolijk en tegelijkertijd verdrietig zijn. Aan de andere kant komt het ook wel onwerkelijk over, want er gaat heel veel mis en allemaal in een korte tijd. Wat ik wel leuk vond is dat het droevige momenten en grappige momenten had, zoals eerst het moment dat hij de weduwe tegenkomt net zijn moeder en dat zijn moeder daar verdrietig van wordt en hoe hij daarna op een grappige manier de weduwe beschrijft. Citaten: “Dat is … krijsen en grienen.” (Bladzijde 7 en 8) Dit stukje laat heel goed zien dat hij een innerlijke strijd voert. Aan de ene kant heeft hij medelijden, maar aan de andere kant zou het best wel eens kunnen dat hij de zwakbegaafde jongen de dood in heeft gejaagd. Dit blijkt uit het stukje dat hij er aan denkt om de jongen helemaal in elkaar te slaan. “Soms zit … vertrokken ben.” (Bladzijde 141) Deze zin is na al zijn ellende en laat zien dat het niet zo goed meer met hem gaat. Zijn vader is bij de weduwe ingetrokken, de zwakbegaafde jongen is overleden en hij is van school gestuurd.