Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 190
Uitgeverij: Querido Beschrijving van de cover Op de voorkant staat de afbeelding van een liggende vrouw. Genre “Potifars vrouw” is een psychologische roman over de verwerking van een verleden. De flaptekst Het is 1977. Mendel Waterman bevindt zich in een trein die door Molukse vrijheidsstrijders is gekaapt. De trein staat stil in een landschap van veen en moeras. Hij probeert de vrouw die naast hem op de grond ligt gerust te stellen. Wanneer de vrouw in slaap is gevallen, overdenkt hij zijn leven. Een leven waarin dramatische gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog voor hem zeer ingrijpend zijn geweest. Terwijl de kaping om hem heen voortgaat, overweegt hij of hij andere keuzes had moeten maken. Verleden en heden gaan in zijn hoofd een curieus verband aan. Dan kiezen de kapers hem uit als hun volgende slachtoffer - doen al zijn twijfels er nog toe? Samenvatting van de inhoud De 66-jarige Mendel Waterman (jood van geboorte) neemt plaats in de trein van Assen naar Groningen. Het is 1977 en de trein wordt overvallen door Molukse kapers. Bij Mendel zit het aantrekkelijke jonge meisje Sanne in de coupé. Hij probeert haar gerust te stellen en ze brengen samen de nacht door. De kapers hebben een ultimatum gestuurd aan de Nederlandse regering. De volgende dag zal een gijzelaar worden doodgeschoten als de regering Den Uyl niet op het ultimatum ingaat. Het is het moment voor Mendel om terug naar het verleden te gaan. Hij is op 1 augustus 1910 geboren. Hij heeft zich ontwikkeld tot restaurateur van schilderijen o.a. voor Museum Booijmans in Rotterdam. Daar leert hij een kunstkenner De Groot kennen. Mendel vindt dat een kunstliefhebber in ieder geval een schilderij van Rembrandt moet hebben. Hij is gek op Potifars vrouw. Dat wordt voor de oorlog aangeboden op een kunstveiling in Londen. Hij gaat er heen met o.a. De Groot. Hoewel die weet dat Mendel het stuk graag wil hebben, biedt hij mee om de prijs op te drijven. Mendel betaalt een veel te hoge prijs: een eerste teken van diens verraad. Mendel heeft een vrouw Elena en een dochtertje Naomi. Wanneer de oorlog uitbreekt, hoort hij van de situatie dat De Groot een lijst kan opstellen van mensen die niet zullen worden afgevoerd naar een concentratiekamp. Hij weet dat De Groot Potifars vrouw wil hebben, en biedt het schilderij aan voor vrijheid van zijn gezin. Maar dat lukt niet. Ze worden alle drie toch opgepakt. Omdat Mendel schilderijen kan restaureren, is hij van nut voor de Duitsers. Hij mag daarom naar Theresienstadt, wat eigenlijk een model-stad voor Hitler-propaganda is. Daar ontmoet hij Martha een vrouw, die een kind heeft gekregen van De Groot (dat was nl. haar prijs om de vrijheid te kopen) Ze krijgen een relatie. en wonen in dezelfde kazerne. Maar met Martha en het kind Vera gaat het lichamelijk niet goed. Mendel doet een poging om Vera uit het kamp te krijgen door De Groot te berichten dat het zijn kind is. Maar de verrader komt niet opdagen. In 1944 worden Martha en Vera naar Auschwitz gedeporteerd en ze worden daar vermoord. Het Rode leger bevrijdt de gevangenen van Theresienstadt in mei 1945. Mendel zwerft rond en komt in Italië terecht. Vandaar uit komt hij na een jaar of drie in Rotterdam terecht. Hij gaat naar het huis van De Groot om verhaal te halen, maar een domme Poolse jongen doet open en reageert onhandig op zijn vragen. Mendel staat hem vanuit zijn woedegevoelens neer. Hij krijgt een jaar gevangenisstraf. Daarna verhuist hij naar Groningen. Hij heeft diverse losse seksuele relaties, maar in 1970 ontmoet hij Iris, een aantrekkelijke studente van 20. Met haar krijgt hij een seksuele relatie en hij neemt haar ook mee op studiereis. Tenslotte wordt hij aangeklaagd omdat hij het met een studente heeft aangelegd. Zijn titel wordt hem afgenomen. Hij probeert orde in zijn bestaan te creëren. Hij zoekt De Groot, maar kan hem niet vinden. Dan ziet hij dat een schilderij van De Groot op een kunstveiling wordt aangeboden en zo kan hij via via achter het adres komen. Bovendien heeft een onderzoekscommissie het verraad van De groot aangetoond en er een lijvig rapport over uitgebracht. Dat kan Mendel goed van pas komen. Hij reist naar Zürich en confronteert De Groot met zijn verraad. Hij wil Potifars vrouw terug en dat lukt, want hij krijgt de sleutel van de kluis van De Groot. Hij haalt het schilderij uit de lijst en doet het in de koker waarmee hij in de trein naar Groningen is gestapt. In de trein heeft hij voorzichtige seks met Sanne gehad, voornamelijk om haar te troosten. Aangezien de regering niet met terroristen wil onderhandelen, zoeken de kapers een slachtoffer uit. Het is Mendel. Hij geeft het schilderij aan Sanne en schikt zich in zijn lot. Hij wordt met een nekschot voor de ogen van de televisiekijkers gedood. De volgende dag maakt de regering met geweld een einde aan de treinkaping.
een mens blijft tot zijn laatste snik
streven naar volledigheid (Bernlef, Dwaalwegen) Dit motto is zeker van toepassing op Mendel Waterman. Wat voor lijden hij in de Tweede Wereldoorlog ook heeft meegemaakt, hij blijft zoeken naar de erkenning van zijn gelijk. Hij wil het schilderij van Potifars vrouw van zijn verrader terugkrijgen, maar wanneer hij het heeft, wordt hij slachtoffer van een groep Molukse treinkapers. Dan geeft hij vlak voor zijn dood het stuk weer weg aan Sanne, die er nauwelijks aandacht aan besteedt. Structuur Er zijn 36 getitelde hoofdstukken. De meeste titels zijn erg kort. (liefde en dood, de kaping, Martha, Sanne etc) De eerste vier en de laatste vier spelen in het verhaal-Heden van 1977. De overige 28 beschrijven het leven van Mendel Waterman vanaf zijn geboorte met de nadruk op de periode van 30 tot na de oorlog. Hij heeft in Theresienstadt gezeten. Het verleden wordt dus ingeklemd tussen twee keer vier korte hoofdstukken Heden. In feite is er dus sprake van een kadervertelling. Er is veel tijdverdichting. De periode van de oorlog tot aan 1977 wordt in enkele korte hoofdstukken geschetst.
de 66-jarige Mendel Waterman. Maar er is ook een alwetende verteller die boven het verhaal zweeft en het overzicht heeft van wat er bij de treinkaping heeft gespeeld. Dat schept een zekere vertelafstand die het verhaal m.i. niet ten goede komt. Aan het einde van het eerste hoofdstuk wordt bijvoorbeeld geschreven. Het zou Mendel ook verbaasd hebben wanneer hij zou hebben geweten dat hij in de trein zijn laatste liefde zou beleven. Hij was er niet op voorbereid. Hij dacht dat beide, liefde en dood, voorlopig aan hem voorbij zouden gaan. (blz. 13) Waar Sophie Zijlstra het personale perspectief van Mendel Waterman verlaat en het inwisselt voor een auctoriaal perspectief met historische feiten, verandert fictie min of meer in non-fictie, wat jammer is voor de roman. Datzelfde gebeurt bij de afhandeling van de kaping. De tijdlagen van het verhaal De verhaallaag van het verhaal-Heden is 1977. Er is een treinkaping bij Assen (ook een historische gebeurtenis) Mendel wordt hierbij slachtoffer van de kapers. De andere tijdlaag is die van Mendels leven, waarbij het accent vooral ligt op de late dertiger jaren en de oorlogsjaren o.a tijdens Mendels verblijf in Theresienstadt. In 1970 krijgt Mendel een verhouding met zijn studente Iris. Vlak voor zijn dood reist hij naar Zürich om het schilderij van Rembrandt terug te krijgen. Het decor van de handeling Het symbolische decor is dat van de trein bij de kaping bij Assen. Het is en ruimte waarin dood en leven dicht aan elkaar verbonden zijn. Mendel is niet bang meer, omdat hij al heel veel heeft meegemaakt in zijn leven. Hij heeft o.a. een concentratiekamp doorstaan. Ook dat is een symbolische ruimte in zijn bestaan. Ook daar wordt dood en leven met elkaar verweven. De topografische ruimten zijn : Assen, Rotterdam, Londen (waar hij Potifars vrouw koopt), Theresienstadt, Zürich (waar hij Potifars vrouw weer terugkrijgt). Uitgewerkte thematiek De verwerking van een oorlogsverleden staat in deze kleine roman van Zijlstra centraal. Mendel Waterman (een jood0 wordt door een van zijn kennissen verraden. Hij moet het door hem geliefde schilderij Potifars vrouw aanbieden voor de vrijheid van zijn gezin. Maar de kennis maakt misbruik van de situatie en hij komt toch terecht in Theresienstadt. Zoel zijn vrouw en zijn kind alsmede de vrouw die hij in Theresienstadt als zijn minnares kan beschouwen, overleven de oorlog niet. Daarmee is een belangrijke grondslag onder zijn bestaan weggevallen. Hij kan zich niet binden, krijgt desondanks een relatie met een te jonge studente Iris, die hem wat zijn baan betreft ook nog fataal wordt. Het leven heeft niet veel goeds in petto voor Mendel. Hij besluit zijn schilderij bij de oorlogsprofiteur op te halen, maar wanneer hij het heeft teruggekregen, neemt hij plaats in de trein waarmee Molukkers door middel van een kaping voor hun vrijheid willen vechten. Hij is nog tot steun van een medereizigster Sanne en troost haar met de woorden:
Sophie Zijlstra (1967, Den Haag) studeerde Chinees, woonde enige tijd in Kaapstad en werd reisleidster voor reizen naar het Verre Oosten. Sinds enkele jaren heeft ze definitief voor het schrijven gekozen. In 2007 debuteerde ze met de lovend besproken roman “Mevrouw Couperus”, waarvan vijf drukken verschenen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden