Poespas: avonturen met katten door Simon Carmiggelt

Beoordeling 3.9
Foto van een scholier
Boekcover Poespas: avonturen met katten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 838 woorden
  • 3 juni 2004
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 3.9
16 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Simon Carmiggelt
Genre
Kort verhaal
Columns
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1952
Geschikt voor
bovenbouw vmbo/havo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Dierenverhalen

Boekcover Poespas: avonturen met katten
Shadow
Poespas: avonturen met katten door Simon Carmiggelt
Shadow
Zakelijke Gegevens:

Titel: Poespas
Auteur: Simon Carmiggelt
Uitgever: Querido in samenwerking met Uitgeverij De Arbeiderspers.
Jaar van verschijnen: Dit is de 12e druk en is in 1991 gedrukt, de eerst druk was in 1952 gedrukt.
Pagina’s: Het boek telt in totaal 133 bladzijden.

Fragment:

‘Hou toch op!’ zeg ik. Maar hij gaat rekkerig op alle vier poten staan en ruikt aanhankelijk aan mijn neus. Vervolgens werpt hij zich ruggelings op dit stukje. Ik heb alleen nog vlak onder zijn staart een luttel hoekje om verder te schrijven, maar dat is gauw vol.
Indien ik eens stopte en in bad ging? Hij kijkt me dromerig na als ik al het schrijfgerief aan zijn genade overlaat en de kamer uitloop, doch even later, in het bad gezeten, zie ik hem binnensluipen. Gezellig spinnend gaat hij op de grond zitten. ‘Da’s gek,’ zit hij te denken. ‘Ik zie alleen die vent zijn hoofd!’ Om hem terwille te zijn, hef ik een druipend been in de lucht. Nou, daar kijkt hij van op. Nieuwsgierig gaat hij op zijn achterpootjes tegen de kuip op staan en staart geboeid over de rand. Wel, wel,wel – die man daar helemaal in het water! Hij valst terug op zijn vier zachte voetjes, trippelt nar de witte stoel en springt erop.
‘Dag,’ zeg ik. Het is prettig tegen beesten te praten – ze hebben nooit een antwoord en vinden alles goed. Het loutere feit dat ik het woord tegen hem richt, doet hem stralen van geestdrift. Hij neemt een soort aanloop om naar me toe te springen, maar ik roep: ‘Niet doen! Het is nat hier!’ En ik til handenvol water in de lucht en laat dat kletterend op mijn hoofd neerkomen ter illustratie. Maar hij vindt het alleen mar interessant. ‘Kijk hem nou weer eens doen!’ zegt zijn tedere blik en dan maakt hij, spinnend en wel, die fatale sprong en ligt opeens zielig naast me in het water.
Nou ja, het was niet moeilijk hem te redden en af te drogen – maar urenlang heeft hij hijgend op zijn kussen gelegen met een blik vol smartelijke verbazing over zo’n wereld.

Mijn mening en Samenvatting:

Ik vond het niet zo’n superleuk boekje omdat er te veel bijgehaald werd en ik het dan niet altijd even gemakkelijk kon volgen.
Bovenstaand fragment vond ik wel een grappig voorbeeld van waar het boekje overgaat. Simon Carmiggelt beschrijft steeds een “avontuur” van zijn katten en laat hun daarbij ook aan het woord. Ook betrekt hij zijn familie goed in zijn verhalen.
Op een dag raakt hun kat Poelie kwijt, als hij zijn zoontje een paar dagen later tegen half 10 ’s avonds bij een feestje ophaalt en ze langs een etalage lopen, beweerd zijn zoontje zeker te weten dan daar in de etalage Poelie ligt, omdat je zijn gezicht niet kan zien weten ze het niet zeker. Hij belt aan en als de wakker gemaakte man bijna beneden is draait de kat zich om en zijn zoontje zegt ‘Pap het is Poelie niet!’ De man doet de deur een beetje boos open en Hij schuifelt onhandig naar achter weg.
Dit is ook een leuk stukje uit het boek.
Over dit boekverslag: Ik was bang dat het te lang werd dus ik heb het wat ingekort, ik hoop dat het goed geworden is.

Genre:

Dit boekje is een volwassen humor boek en is een mix van:
Kolder, Esprit en Ironie ( volgens mij.)

Over de Auteur:

SIMON JOHANNES CARMIGGELT

Simon Johannes Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag en is overleden op 30 november 1987 in Amsterdam.
Hij werd enkele jaren voor de Tweede wereldoorlog journalist en ontwikkelde zich tot een der meest vooraanstaande publicisten van Nederland. Hoewel zijn werk de hedendaagse lezers kennelijk weer wat minder aanspreekt, waren zijn verhalen in jaren vijftig, zestig en zeventig ongekend populair bij vrijwel alle lezers.

Hij was sinds 1946 vast medewerker aan Het Parool en publiceerde hierin dagelijks en na zijn pensionering wekelijks een KRONKEL ( zijn pseudoniem als columnist). Zijn Kronkels getuigen van een goed waarnemingsvermogen, een trefzekere stijl en een zwaarmoedige visie op het leven. Als realist ziet hij het leven als een verrassende botsing van illusie en werkelijkheid. Zijn humor trost wel door de glimlach om het zonderlinge, maar stemt zeker niet alleen vrolijk. Het is vooral de ‘kleine man’ die zijn sympathie heeft, en voorts kinderen en huisdieren.
Als dichter schreef hij onder het pseudoniem Karel Bralleput. Zijn meeste werk is ook in de Duitse en de Engelse vertaling een groot succes gebleken.
In 1961 kreeg hij de Constantijn Huygensprijs, in 1967 de Amsterdamse Boekverkopersprijs en in 1977 werd hem de P.C.- Hooftprijs toegekend.

Hier een overzicht van een deel van zijn werk:

Vijftig dwaasheden 1940
Allemaal onzin 1948
Tussen mal en dwaas 1949
Klein beginnen 1950
Poespas 1952
Ping – Pong 1954
Vliegen vangen 1955
Haasje over 1957
Een toontje lager 1959
Duiven melken 1960
Een stoet van dwergen 1961 (bloemlezing)
Kroeglopen 1965
Fluiten in het donker 1966
Je blijft lachen 1968
Twijfelen is toegestaan 1970
Ik mag niet mopperen 1972
Elke ochtend opstaan 1973
De gedichten 1974
Ze doen maar 1976
Vroeger kon je lachen 1977
Met de neus in de boeken 1983
De vrolijke jaren 1987

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.