Gegevens over de schrijver Geef aan de hand van naslagmateriaal, recensies, internet, enz. enige informatie over de schrijver, zijn leven, zijn werk e.d. Gerbrand is geboren in 1962 te Amsterdam. Hij volgde zijn opleiding voor Cultureel werker en studeerde daarna Nederlandse taal en letterkunde. Toen hij 30 jaar was had hij nog geen flauw idee wat hij wilde worden. Zo begon hij met schrijven van gedichten, toneelstukken, filmscripts en kinderboeken. Gebrand brak door met zijn boek Etymologisch woordenboek voor beginners (1997), dat gevolgd werd door het tweede boek van Etymologisch woordenboek voor beginners (1998). Zijn eerste jeugdroman Peren bomen bloeien wit is inmiddels ook al in het Duits vertaald en ook daar een succes. Gerbrand is behalve schrijver ook ondertitelvertaler en schaatstrainer. Bibliografie De volgende boeken heeft de schrijver nog meer geschreven (maximaal 5)? Etymologisch woordenboek voor beginners, Het tweede etymologisch woordenboek voor beginners, Hoe het karretje carrière maakte.
Naslagmateriaal Welke boeken, internetpagina’s, artikelen heb je gebruikt voor dit boekverslag? Concreet aangeven. Peren bomen bloeien wit. Alleen het boek, daar staat alles in geschreven wat je nodig hebt. Gegevens over het verhaal Vorm: Levensverhaal
Genre: Roman
Thema: ? Ben je door het verhaal anders over het thema gaan denken? Leg uit. In welk gebied (land, streek, omgeving, stad) speelt het verhaal zich af? Nederland, Noord – Brabant, Boerenlandschap. In welke tijd (jaren, eeuw, aangeven) speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat? 1994-1998 Gerson was 10 jaar in het begin van het jaar, en toen hij dood ging stond op zijn grafsteen 1984 – 1998. En waar hij dood gaat stopt het verhaal ook. De hoofdpersonen? 1. Wie zijn de belangrijkste personen? Gerard, Kees, Klaas en Gerson. 2. Wat vind je van het gedrag van de hoofdpersoon? Wat zou jij hetzelfde of zeker anders hebben gedaan? Hoe dan? Ik zou het denk ik het zelfde doen, want je kunt nu niet weten hoe je zou moeten doen en ik hoop dat ik dat ook niet hoef te doen.
3. Met welke persoon in het verhaal kon jij het meest meeleven? Hoe komt dat? Gerson, hij is het kleine broertje net als ik. Hem is iets overkomen net als ik vaak heb gehad. En zijn broers weten niet goed in het begin daar mee om te gaan net als mijn Broer en Zus. De bijpersonen
Wie zijn de bijpersonen en vertel in 10-20 woorden welke rol zij spelen in het boek. 1.Daan, de hond hij is de beste vriend van Gerson. Hij wordt ook zijn blindgeleidehond. 2. Oma, zij maakt een beslissing waar ze de rest van haar leven spijt van krijgt. Zij speelt het moederige type omdat Klaas, Kees en Gerson die niet hebben. 3.Harold, de verpleger van Gerson in het ziekenhuis. Hij is de man die Klaas en Kees probeert uit te leggen hoe je met een persoon als Gerson het beste om kunt gaan. Hoe loopt het af met de hoofdpersonen en hun probleem/problemen? Slecht, Gerson pleegt zelfmoord en het probleem is daarbij niet bij opgelost maar alleen vergroot. Wat vind jij van deze afloop: had je deze afloop verwacht of iets anders, ben je tevreden met deze afloop? Deze afloop kan helemaal niet want ze zeggen precies wat er gebeurt maar Klaas en Kees die er op dat moment niet bij waren die vertellen het boek. Maar voor de rest vind ik het een geweldig boek! De titelverklaring
Waarom heeft de schrijver, volgens jou, dit boek deze titel gegeven? Toen ze op weg gingen naar oma en opa wilde Gerson en Gerard de lange weg rijden om te zien welken bomen daar stonden. Omdat ze die weg zijn gereden hebben ze een ongeluk daar gekregen, het begon dus met die perenbomen. Past deze titel bij het boek? Waarom wel/niet? Ja, het is een boek met een eigen karakter daar past zo’n titel dus wel bij.
Aan welke andere titel had je gedacht? Waarom? Van geluk naar verdriet, toen ze op weg naar oma en opa gingen waren ze stuk voor stuk gelukkig, maar toen ze onderweg waren sloeg het de hele andere kant op. De inhoud van het verhaal
Geef hier een samenvatting van het verhaal, waarin je de belangrijkste gebeurtenissen vertelt. 500-700 woorden. Het boek gaat over Gerson een jongen van 13 jaar, die in de loop van het boek 14 wordt. Hij heeft twee broers, een tweeling, Klaas en Kees. Een vader, Gerard en een hondje Daan. Zijn moeder Marianne, is er enkele jaren geleden van door gegaan naar Italie. Ze stuurt hen slechts vijfmaal per jaar een kaart. Op ieder zijn verjaardag en bij Nieuwjaar. Elke keer opnieuw proberen ze de postzegel te ontcijferen, maar die is altijd zo vervaagd dat dit niet lukt. Ze kunnen alleen lezen dat de kaart uit Italie komt. Ook hebben ze een klein snotkleurig autootje, wat Gerard’s lust en leven is. Klaas, Kees en Gerson hebben een zelfbedacht spel: ‘zwart’ Het is een spel waarbij een van de jongens een doel noemt. Dit doel moet je opzoeken met je ogen dicht. Ze beginnen altijd bij de beuk voor het woonkamerraam. Op een zondagochtend in mei, gaan ze met het snotkleurig autootje naar Jan en Anna, dat zijn de opa en oma van hun vaders kant. Ze besluiten om via een omweg door de de boomgaarden te rijden. Daar zien ze allemaal bomen staan met witte bloesems. Gerson zegt dat het perenbomen zijn, want volgens hem bloeien perenbomen wit. Maar volgens Klaas en Kees zijn het appelbomen. Ze komen er niet uit en rijden druk discussierend verder. Op het kruispunt nog tussen de boomgaarden, rijdt een auto van rechts op hen in. Daan vliegt uit de auto. Gerard heeft glassplinters in zijn gezicht. Gerson, die rechtsvoren zit, zit helemaal in de auto gekruld met een stang op of door zijn hoofd. Kees die achter Gerson zat had zijn arm gebroken en Klaas had alleen een stijve nek. De man die tegen hen inreed heeft niks en belt met zijn mobiele telefoon de ambulance. Gerard en Kees worden met de ambulance meegenomen. Klaas die blijft in de auto zitten en ziet hoe Gerson uit de auto geknipt wordt. Daarna wordt ook hij naar het ziekenhuis gebracht. In het ziekenhuis horen ze dat Gerson’s mild eruit wordt gehaald. Zijn arm is ernstig gebroken en hij blijft waarschijnlijk blind. Meteen als Gerson het ziekenhuis inkomt wordt zijn mild verwijderd. Door al de kwalen van hem en de narcose van de operatie raakt Gerson in coma. Harald die de verpleger is van Gerson, zegt tegen Klaas en Kees dat ze tegen hem moeten praten en hem moeten aanraken, omdat dat helpt hem uit zijn coma te halen. Klaas en Kees doen dit. Gerson raakt maar niet uit de coma en Harald regelt dan dat Daan ook het ziekenhuis in mag komen. Daan komt en loopt over Gerson heen. Dan wordt uit Gerson beschreven hoe hijzelf langzaam weer gevoel krijgt in zijn lichaam. Gerson blijkt inderdaad voor altijd blind te blijven. Klaas, Kees, Gerard, Anna en Jan proberen hier op een normale manier mee om te gaan, wat moeilijk blijkt, omdat je in veel uitspraken zien of kijken gebruikt. Op 8 augustus wil Gerson tot iedereen zijn verbazing weer zwart spelen. Wat nogal raar is, omdat zijn leven zwart is. Ze spelen het en Gerson blijkt er niet goed meer in te zijn, omdat hij niet meer goed weet hoe het erf eruit ziet. Hij valt dan ook van het bruggetje in het water. Dan lees je hoe leuk Gerson het vindt om in het water te liggen, wat toch een rare gedachte is. Op 9 augustus, gaan Klaas, Kees en Gerson weer naar Anna en Jan, net zoals die zondagochtend, rijden ze langs de boomgaarden. Daar stoppen ze en gaan ze kijken of er peren of appels aan de boom hangen. Het zijn peren, dus, Perenbomen bloeien wit. Als ze bij Anna en Jan komen, willen de drie jongens plonzen. Dit doen ze altijd als ze bij Anna en Jan zijn. Plonzen is via een steigertje lopen, in een touw springen en dan in het meer springen, als het kan met een salto. Het enige probleem is nu dat Gerson het touw niet kan zien. Waardoor er dus niet te springen valt. Klaas en Kees maken bij Anna en Jan een blindenstok voor Gerson. Gerson is hier heel blij mee en wil ’s avonds samen met Daan en de stok een eindje gaan wandelen. Hij komt aan bij het meertje, het onweert. Daar loopt hij het water in en komt niet meer boven. Gerson wordt begraven op de begraafplaats bij het huis, want dit was Gerson’s favoriete plek. Eigen mening
Geef in het kort je mening over het boek. Gebruik minstens drie beoordelingswoorden. (spannend, saai, griezelig, lachwekkend, droevig, herkenbaar, begrijpelijk, moeilijk, realistisch, bekend, verrassend, romantisch, geloofwaardig, leerzaam, fantasievol, enz.) 1. Fantasievol omdat ze hun eigen spelletje “Zwart” hebben bedacht. 2. Droevig omdat het ongeluk best heftig is omschreven in het boek, het is een gebeurtenis wat je echt aangrijpt. 3. Spannend omdat steeds als je het boek weg stopt je benieuwd bent naar wat er nog gebeuren gaat. Zou je anderen aanraden het boek te lezen? Waarom? Ja, het is een heel mooi en ook een leuk boek om te lezen. Je leest hier soms iemand zijn eigen gedachten heb je het gevoel. Hoe vond je het gebruik van de taal? Gemakkelijk/moeilijk te lezen? Dialect/vreemde woorden? Korte/lange zinnen? Normaal, het boek is echt voor iedereen geschreven. Wat heeft de schrijver, volgens jou, met dit boek willen bereiken? Kies uit: - ons informatie geven - ons willen amuseren - iets willen bereiken - ons anders willen laten denken over iets - ons anders willen laten denken over iets. Als iemand weg gaat dan zeg je “Doei” zonder na te denken wat er allemaal mis kan gaan, zoals bij Gerson is gebeurd.