Oorlogshond door Robert Anker

Beoordeling 7.8
Foto van Cees
Boekcover Oorlogshond
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 8995 woorden
  • 1 augustus 2011
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer7.8
17 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Robert Anker
Genre
Oorlogsroman
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
juni 2011
Pagina's
330
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
3 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Dood van een geliefde,
Liefdesrelatie: problemen,
Macht,
School- en Studentenleven,
Seksualiteit,
Sociale problemen,
Wraak,
Zin van het bestaan,
Oorlog

Boekcover Oorlogshond
Shadow

Michiel de Ruyter – what’s in a name? - is een man van de daad. Als charismatische leraar klassieke talen heeft hij een grote aantrekkingskracht op zijn leerlingen. Hij vormt zijn gymnasiasten tot een soort elitekorps dat zich moet keren tegen de toenemende populistische sentimenten in de maatschappij. Maar is dat werkelijk wat hem drijft? Is het idea…

Michiel de Ruyter – what’s in a name? - is een man van de daad. Als charismatische leraar klassieke talen heeft hij een grote aantrekkingskracht op zijn leerlingen. Hij…

Oorlogshond door Robert Anker
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Humanistiek studeren in de binnenstad van Utrecht

Heb je interesse in mens en maatschappij? Houden urgente vragen in de samenleving je bezig? In de bachelor Humanistiek combineer je kennis uit filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis.
Meer weten? Kom dan naar de Open Dag op 15 november!

Meld je aan!
Feitelijke gegevens over het boek

Verschijningsdatum 1e druk: juni 2011
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 334
Uitgeverij: Querido

De voorkant

Op de cover staat de afbeelding van de loop van een pistool, waaruit een kogel vertrekt. Met de nieuwste fotografietechnieken is het mogelijk een foto te nemen wanneer de kogel wordt afgevuurd. Er is een grote steekvlam zichtbaar. De cover geeft ook door de opmaak van de titel en naam een Amerikaanse indruk.

De verkiezingen: wat doen de partijen voor jongeren?

Volg ons op TikTok
Genre

“Oorlogshond” is een psychologische roman die zich in de toekomst afspeelt. Toch is er geen sprake van een sf-roman. De schrijver plaatst zijn personages in een omgeving die weliswaar over 60 jaar speelt, maar die toch veel weg heeft van onze eigen maatschappij.

De flaptekst

Michiel de Ruyter – what’s in a name? - is een man van de daad. Als charismatische leraar klassieke talen heeft hij een grote aantrekkingskracht op zijn leerlingen. Hij vormt zijn gymnasiasten tot een soort elitekorps dat zich moet keren tegen de toenemende populistische sentimenten in de maatschappij. Maar is dat werkelijk wat hem drijft? Is het idealisme dat hem vervolgens naar Afrika voert, waar hij deel uitmaakt van een rebellengroep? En is het idealisme als hij weer later een volkse afscheidingsbeweging in het oosten van het land leidt naar een uiterst gewelddadige opstand? En wat maakt hem altijd zo aantrekkelijk voor vrouwen? Oorlogshond is een harde, verontrustende roman over iemand die alleen staat in een angstaanjagend lege wereld.

Samenvatting van de inhoud

Deel I Het Heinsius

De verteller wil weinig kwijt over de voorgeschiedenis van zijn hoofdpersonage dat hij op verzoek van het personage voortaan Michiel de Ruyter zal noemen. De Nederlandse zeeheld uit de 17e eeuw die door zijn moed en gewelddadig optreden bekend werd. De ouders van de hoofdpersoon zijn bij een verkeersongeluk om het leven gekomen en hij groeide op in het gezin van zijn oom en tante in het Limburgse Cadier en Keer. Hij voltooide in Limburg zijn gymnasiumopleiding, meldde zich aan bij het leger, voltooide een opleiding als commando en studeerde later filosofie waarbij hij vooral in Heidegger geïnteresseerd was.

ADVERTENTIE
Humanistiek studeren in de binnenstad van Utrecht

Heb je interesse in mens en maatschappij? Houden urgente vragen in de samenleving je bezig? In de bachelor Humanistiek combineer je kennis uit filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis.
Meer weten? Kom dan naar de Open Dag op 15 november!

Meld je aan!

Op een zeker moment besluit hij als leraar Klassieke Talen te gaan werken, zo kan hij namelijk daadwerkelijk iets doen aan zijn kritiek op het door de regering gepromote Andere Leren. (De leraar als coach en op afstand) Hij wordt meteen aangenomen op het Heinsius College waar rector Wladimiroff de scepter zwaait. Die is wel een voorstander van het Andere Leren, maar Michiel laat al snel merken dat hij die beweging niet aanhangt. Een leraar moet volgens hem via het klassieke model kennis overdragen. De leraar moet niet afdalen, maar de leerling moet stijgen (Het lijkt wel de idee van Bordewijk in “Bint.”)

In zijn eerste les aan zijn groep vwo-5 heeft hij het over de Ilias. Dat beroemde boek begint met het begrip “woede.” Woede is de basis van alles: het moet daarom niet worden uitgelegd als een negatief begrip, maar juist als een streven van de mens om iets te bereiken. Hij krijgt in ieder geval aandacht van zijn klas. Meteen valt hem ook een prachtig, Marokkaans meisje op (Ikram) Een ander opvallend meisje is Lot, dat na de eerste les blijft hangen en hem daarbij een diepe kras in zijn arm bezorgt met haar lange nagels.

Michiel is een bizarre jonge man: hij zit bijvoorbeeld ook op een soort kickboksen, waarvoor hij fanatiek traint. Met een andere leraar praat hij over de teloorgang van het onderwijs en als ze samen een biertje zijn gaan drinken, schoppen ze met hun harde trappen de straatlantaarns uit. De politie laat hen begaan. Michiel bezoekt kort daarna ook de vergadering van de ouderraad: die is heel kritisch: de leerlingen krijgen veel te weinig les en ze leren niets. De ouders willen beter onderwijs, van hen mag de rector vertrekken en de kinderen uit vwo-5 zijn ook wel gevoelig voor die ideeën. Michiel heeft zijn leerlingen intussen zijn verhaal verteld over de elite die hij wil vormen in de samenleving. Sommige mensen kunnen nu eenmaal meer dan anderen en dat moet je niet willen tegenhouden. Een gymnasiumleerling kan meer dan een havoleerling en die mogelijkheden moet je ontplooien. Na de ouderraad belt Lot bij hem aan: het is vlak voor twaalven. Ze wil bij hem blijven slapen: weliswaar in bed, maar ze wil geen seks. De volgende morgen rijdt ze met hem mee naar school. Ze uit haar bewondering voor een grote auto en Michiel gaat daarna meteen zo’n groot monster kopen: hij laat het opknappen en hij voldoet opnieuw niet aan het beeld van een gewone leraar. Collega’s spreken hem er op aan dat hij zich niet moet inlaten met leerlingen als Lot. Maar daar heeft Michiel schijt aan. Hij doet gewoon waar hij zin “an heeft.” Hij geeft ook heel anders les, geeft op zaterdag vrijwillig filosofieles over Nietzsche (weg grauwe middelmaat ) en gaat ook met zijn grote truck met een groep leerlingen naar het strand. Daar roken ze, drinken en blowen. Het komt tot seks met enkele leerlingen: zo neukt hij de Marokkaanse Ikram en hij likt het meisje Prada. Lot doet aan die orgie niet mee; ze blijft toekijken, maar ze is niet jaloers, hoewel ze bijna permanent bij Michiel slaapt.

Ook zijn andere hobby houdt Michiel bij. Hij gaat wedstrijden kickboksen en hij moet een keer tegen een Oekraïner. Dat loopt in het gevecht helemaal uit de hand, want nadat hij de man al klein gekregen heeft, blijft hij hem met trappen bewerken. Hij wordt meteen voor het leven geschorst, maar daarna willen de vrienden van de Oekraïner ook nog wraak nemen. Maar hij rekent ook met hen af. Hij is immers een begenadigd vechter.

Later ontmoet hij op een terras de mooie Priscilla, een juriste, en zoals elke vrouw in dit verhaal valt ze voor Michiel. Ze gaan naar zijn huis om een lekker potje te neuken, maar ineens staat Lot in de kamer. Priscilla wordt weggebonjourd, maar ze neemt wraak door een brief te schrijven aan de rector: over de relatie tussen Michiel en Lot. Michiel moet het aan Wladimiroff komen uitleggen: hij bluft alle aantijgingen weg: hij heeft geen seks met Lot en ook haar pleegmoeder vindt de omgang tussen heb beiden goed. Met deze bloedmooie vrouw heeft hij overigens daarna wel diverse keren seks.

In zijn vrije tijd gaat hij met zijn grote truck ook rijden in Saumerland: illegale crosswedstrijden en hij gaat meedoen aan illegale freefightgevechten waarop flink gegokt kan worden. Je moet daarbij geen gekke dingen uithalen, want de gokbazen hebben lange armen.

De biograaf doet (later) voor zijn boek navraag bij de meisjes van vroeger. Prada en Ikram zijn goed terecht gekomen. Het meisje Dakota wat minder goed, maar die komt later in deel III in het leven van Michiel terug. De dichterlijke jongen Mustafa heeft later zelfmoord gepleegd. Over Lot zal later nog het een en ander worden verteld.

Dan keren we weer terug naar de actualiteit van deel I. Michiel heeft met Kerst en Oudjaar twee huizen gehuurd in Saumerland. Ze vieren er de feesten, hebben seks met elkaar en op Oudjaar horen ze een explosie in het gemeentehuis. Er is een politieke beweging, SKOL genaamd, die zelfstandigheid wil voor de regio Saumerland.

Op school zet Michiel de strijd ook voort. Tijdens een cursus die Wladimiroff heeft georganiseerd, krijgt hij het woord en kraakt het hele Andere Leren af. Leerlingen moeten juist niet vrij gelaten worden. Ze moeten veel leren, stijgen naar een beter niveau. Bij een stemming blijkt dat 80 % van de leraren voor afschaffen van het Andere Leren is. De school gaat dus een andere richting in, tegen de zin van Wladimiroff.

In het clubje gymnasiasten ontstaat op een zaterdagmiddag discussie over verliefdheid en vrijheid. Michiel verkondigt dat je nooit verliefd moet worden, want dan ben je je vrijheid kwijt. Je moet ook geen kinderen willen hebben. Ook dan ben je veel te gebonden en ben je rijp voor de verveling,. Verveling is erg in het leven. Je moet blijven streven naar de “woede ” die in de Ilias wordt genoemd. Niet alle leerlingen zijn het met hem eens.

Hij doet ook mee in een cokehandeltje, waar hij bijna de dupe wordt van een afrekening in het criminele circuit. Kortom, Michiel is een bijzondere leraar. Hij regelt om dat te bewijzen ook een vakantiereis naar Griekenland, waar hij met diverse gymleerlingen naar toe gaat. Natuurlijk zijn er mooie meiden bij en op het hete strand komt het ook tot hete seks. Michiel doet driftig mee aan het “bewerken van de leuke meiden.” Maar omdat enkelen hun mond niet kunnen houden, gaan er geruchten op school komen, die via de leerlingen van de havo (die jaloers zijn) in de schoolkrant komen. Wladimiroff maakt gebruik van die kennis en wil informatie lekken naar de media. Michiel wordt boos en in een schermutseling duwt hij de rector van de trap. Gelukkig komt Lot tussenbeide, anders was het de dood van de rector geworden. Het zou weer een staaltje zijn van de ongeremde woede die ineens bij Michiel kan ontstaan.

De rector neemt wel ontslag, maar er komt wel een artikel in de krant over Michiel en Lot. Die eisen echter rectificatie van het bericht . Tegelijkertijd komt het weer tot een gevaarlijke situatie in de handel met coke: Michiel kan zijn schulden aan de dealers niet betalen en hij loopt gevaar volgens de politie. Ze zullen hem zoeken. Hij wil dan een maand onbetaald verlof en hij trekt zich terug in zijn huis met wapens.

In het laatste hoofdstuk van dit deel komt het tot een tragisch einde. Lot wordt bij het uitgaan neergeschoten door een skinhead. Ze sterft voor de ogen van Michiel. Die is daarna helemaal de weg kwijt. Hij verliest ook nog eens een karategevecht, terwijl hij normaal gesproken nooit verloor. Degenen die op hem hebben gewed, denken dat hij met opzet heeft verloren en komen ook verhaal halen. Het zit dus even niet mee met Michiel.

Hij verklaart openlijk zijn liefde voor Ikram, die echter zegt dat ze wel van hem houdt, maar toch “anders.” Opnieuw een klap in zijn gezicht: hij die zelf beweerd had dat je nooit verliefd moest worden. De moeder van Prada (die seks met Michiel had gewild, maar door hem is afgewezen) neemt wraak op hem. Ze licht de pers in over de seks die Michiel heeft gehad met leerlingen als Prada en Ikram. De wethouder van Onderwijs moet hem nu wel schorsen. Toch komt hij ondanks zijn schorsing naar school, wat men niet leuk vindt.

Hij krijgt nog wel zijn wraak. Bij één van de illegale autocrossen in Saumerland krijgt hij het in de auto aan de stok met Joost, de zoon van de voormalige rector. Ze gaan vechten en hij schopt de jongen tegen zijn hoofd. Maar omdat hij hem ook uit de brandende auto sleept, gelooft later niemand dat hij schuldig is aan de dood van Joost, die aan de gevolgen van een hersenbloeding sterft.

Deel II : Oorlogshond
Dit deel begint met de opmerking dat Michiel vele jaren later voor het vuurpeloton staat van een Uhuru-militie en dat hij nog slechts op het “Feu” wacht. Daarna gaat de “embedded” verteller vertellen hoe Michiel de Ruyter in Afrika aan de slag is gegaan. Ze zijn op weg op de dictator Ndele van een Afrikaanse staat aan te pakken, maar die blijkt via en geheime ondergrondse uitgang ontkomen te zijn. Een van de minnaressen van de dictator (Sibi) wil echter met Michiel mee.
De andere mannen zijn tegen, maar Michiel neemt haar toch mee naar zijn manschappen. Ze zijn huurlingen in dienst van een grote miljardair uit de Kaukasus. Die heeft belangen in de mijnhandel in de Afrikaanse staat. Hij financiert een rebellenleger.

Het is vele jaren later na het Heinsius. In Nederland heeft Michiel een straf van 7 maanden gevangenis opgeknapt wegens poging tot doodslag. Hij is dus in dienst van een Indiase Company die in opdracht van de miljardair handelt. Het maakt Michiel eigenlijk helemaal niets uit. Hij is te koop: hij kan doden. Hij wordt “le diable” genoemd en hij zegt tegen zijn biograaf dat het “na het doden lekker neuken is.” Dat doet hij overigens niet met Sibi die eigenlijk de plaats van Lot uit deel I heeft overgenomen. Ook zij woont bij hem, maar hij neukt alleen met andere vrouwen. Intussen heeft de biograaf ook verteld dat Michiel wraak genomen heeft op de moordenaar van Lot. Via bevriende relaties is hij er achter gekomen dat die naar de Oekraïne was gevlucht. Hij had rustig zijn kans afgewacht, was naar de Oekraïne afgereisd en had de moordenaar van Lot in koelen bloede neergeschoten.

De rebellen maken steeds een strijdplan, maar ze worden net zo gemakkelijk in een hinderlaag gelokt. Door een Uhuru-militie worden ze gevangen genomen en ze worden voor het vuurpeloton gezet. Michiel verwacht dood te gaan, maar op het allerlaatste moment wordt de commandant van het vuurpeloton door een van zijn strijdmakkers en Sibi neergeknald. Ze kunnen op die manier de boel ontvluchten. Sibi krijgt daardoor een bijzondere plek in zijn hart.

Maar ook een volgende keer lopen ze weer in een hinderlaag. Een van de kindsoldaten die met Michiel vecht (Justin) komt om het leven. Bij Michiel komt de oude woede weer boven en hij smoort de rest van de aanval vrijwel in zijn eentje. Justin krijgt een graf in de rivier. In een gesprek met zijn huurlingen-kameraden heeft Michiel het over het begrip “woede”als een vorm van een hogere ambitie. Dat heeft hij ook al eens op het Heinsius gezegd.

In dit deel zijn het voornamelijk oorlogshandelingen die een rol spelen. Maar het is een nogal onoverzichtelijke situatie, waarbij de ene militie de andere bestrijdt en ook het regeringsleger van de dictator een grote rol blijft spelen. Zo worden ze een keer overvallen door een rebellenmilitie die geheel uit albino’s bestaat. Die proberen Michiel en zijn mannen over te halen voor hen te gaan vechten. Ze stemmen toe, maar de prijs is dat Michiel als leider van zijn groep iemand zal doodschieten. Aan zijn kameraad Ari Lieberman (een Jood) maakt hij duidelijk dat hij expres zal mis schieten. Maar het wapen ketst en Michiel wordt daarop woedend. De commandant van de rebellen heeft namelijk een grap willen uithalen met hem en nu draait hij de bajonet om in de buik van de man. Zijn darmen komen op de grond te liggen. Toch is Ari nog boos op hem omdat hij hem had uitgezocht om dood te schieten. Dat zal later weer terugkomen. Ze gaan weer verder, maar worden toch weer gevangen genomen door een andere militie : die van de AFR, een beweging die voor de toekomst van Mawele vecht en die onder leiding staat van een “Professeur”. Ze worden goed behandeld, mogen douchen en de vrouwen onder wie Sibi worden gerespecteerd. In de dorpen krijgen de vrouwen zelfs scholing van de rebellen. Michiel voelt zich er wel goed bij. Ook nu mag Sibi bij hem slapen. Maar het stel is eigenlijk een reprise van Michiel en Lot. Ze slapen bij elkaar en voelen zich ook heel vertrouwd, maar ook Sibi en Michiel hebben geen seks. Sibi zegt dat de ziel van Lot in haar voortleeft.

De professeur haalt de huurlingen over zich bij zijn leger aan te sluiten: bij het AFR. Ze gaan akkoord. Ze zien met eigen ogen dat het AFR goed is voor de lokale bevolking. Michiel krijgt als hij meedoet, ook de beschikking over mooie Afrikaanse vrouwen die lekker kunnen neuken. De professeur onthult dat hij eigenlijk tegen zijn halfbroer aan het vechten is. Maar Michiel heeft er weer “zin an” om te gaan vechten voor de bevrijding van Oost-Mawele.

Maar als de beslissende veldslag moet worden gestreden, komt het leger van de UN tussenbeide. Alle buitenlandse huurlingen moeten het land met een helikopter verlaten.
Michiel wil echter dat zijn vriendin Sibi meegaat, maar die krijgt van de autoriteiten geen toestemming. Op het moment dat Michiel in de heli stapt, schiet Ari Lieberman die tot de tegenpartij was blijven behoren nog op hem, maar de trouwe Sibi redt het leven van Michiel door te schieten op Ari Lieberman. Die draait zich om en schiet Sibi dood voor de ogen van Michiel. Daarmee eindigt Deel II op dezelfde manier als deel I. In beide delen woont Michiel samen met een vrouw met wie hij geen seks heeft ( Lot resp. Sibi) Beide vrouwen worden door een buitenstaander doodgeschoten en in beide gevallen raakt Michiel dus zijn trpouwe vriendin kwijt.

Saumerland
Michiel de Ruyter zit enkele jaren later in de regio Saumerland. Hij neemt zijn intrek in een hotel, maar de “embedded verteller”schrijft eerst over de wraak die Michiel heeft genomen op Ari Lieberman die aan het einde van deel II Sibi neerschoot. Ook nu is er een parallel te trekken met deel I en II, omdat in het eerste hoofdstuk van deel II hij ook wraak heeft genomen op de moordenaar van Lot. Hij spoort de verblijfplaats van de huurling Ari Lieberman op en vertrekt naar Brazilië. Hij schiet de man in koelen bloede neer, wanneer die uit zijn hotel komt lopen.

Michiel laat zijn krullen afscheren: hij wil een kale kop als de vroegere politieke leidersfiguur Pim Fortuyn hebben. Hij heeft ook een hond net als Pim, de zwerver Hans. Hij raakt geïnteresseerd in de politieke beweging van Saumerland. Vroeger was daar (deel I) een soort afscheidingspartij SKOL. (zie deel I) Op een terrasje palmt hij meteen de mooie, en aantrekkelijk Beyoncé in. Zijn aantrekkingskracht op vrouwen is onverminderd groot. Hij vrijt met haar.

Hij settelt zich in Baerlo en krijgt een kring van mooie vrouwen om zich heen. Ook ontmoet hij ene Pepijn de Korte die de leider is van SKOL. Het is nu meer een actiegroep geworden. Op verzoek van Pepijn woont hij een partijbijeenkomst bij: de ideeën van de groep zijn wel rechts te noemen. Ze willen een klassikale vorm van onderwijs (ze zijn tegen het Andere Leren) en ze willen autonomie voor de eigen streek. Opnieuw ontmoet Michiel een aantrekkelijke vrouw die eerst geen seks met hem wil, Cindl. Ze houdt de boot een beetje af en ze lijkt wat onbereikbaar voor hem te zijn. Michiel zegt tegen Pepijn dat hij wel wat wil betekenen voor Saumerland en hij roept tijdens een bestuursvergadering op tot hardere acties om de bevolking van Saumerland wakker te schudden. Die actie komt er ook als de Haagse regering in Saumerland een Hollandse rechter wil aanstellen. Een groep burgers is ongehoorzaam en gooit stenen door de ruiten van het gemeentehuis. De ME treedt op door vanuit een helikopter de betogers met traangas te bestoken. In een tv-uitzending van de regionale omroep wordt de burgemeester van Baerlo daarop hard aangepakt. Er komen o.a. daardoor nieuwe rellen en de rechter die aangesteld was, trekt zich terug van het toneel. Het eerste, grote succes van SKOL is bereikt.

Michiel integreert goed in Saumerland. Hij koopt weer een grote Chinese terreinwagen, toert er lustig mee rond, nu ook in legale crossen in Saumerland, neukt weer veel jonge vrouwen, begint weer aan free fighting, waarbij hij regiokampioen wordt. Kortom, Michiel is weer helemaal terug op het strijdtoneel.

De sfeer in Saumerland wordt opgewonden. Tijdens de oogstfeesten komen er nieuwe rellen en breken er onlusten uit door hooligans die in de buurt een wedstrijd van een voetbalclub hebben bijgewoond. Michiel de Ruyter treedt op en met hulp van de ME wint hij de veldslag. Zijn populariteit wordt een stuk groter in de regio. Hij maakt er gebruik van door een soort militie op te richten: een groep jonge vechters die straks in staat zal zijn “oorlog” te maken. Hij geeft hun als het ware een commandotraining. Ze worden ook bewapend. In het plaatselijke stadion van Baerlo houdt Michiel een populistische toespraak: Saumerland moet autonoom worden, lak aan Den Haag, Het volk gaat achter hem staan en ook Cindl is om: ze wordt bloedgeil van deze Michiel en wil nu wel met hem neuken.

Maar de regering in Den Haag wil voorlopig van geen wijken weten. Dante (een ex-leerling van het Heinsius) is inmiddels staatssecretaris van Binnenlandse zaken geworden. Een nieuwe benoeming van een Commissaris van de Koningin met Hollandse roots wordt de aanleiding voor een tweede volksopstand, georganiseerd door Michiel. Cindl houdt een toespraak voor het verzamelde volk. Nu kan Den Haag de beweging in Saumerland niet meer negeren en de regering stuurt de landelijke ME op de regio af. Na de benoeming van de nieuwe Commissaris der Koningin was die in het provinciehuis gegijzeld. Maar de regionale ME schaart zich aan de zijde van de troepen van Michiel. Er valt een eerste dode, Fender. (zie de parallel met Justin in deel II) Michiel wil een nieuwe aanval op het provinciehuis, maar Pepijn wil niet zover gaan en stopt voorlopig het voornemen van Michiel.

Dante die bij de socialisten zit (de partij heet Wouters Verjaardag) belt met Michiel: hij probeert Michiel van de oorlogshouding af te halen, maar dat mislukt.
Dan komt er ineens een andere ex-leerling van Michiel van het Heinsius in het verhaal terug. De onzekere Dakota. Net als Lot en Sibi mag zij bij hem komen wonen. Intussen draait de pr-machine van de regering ook volop. De landelijke media gaan zich interesseren voor de kwestie Saumerland en publiceren ook artikelen over het verleden van Michiel. Hij is een huurling geweest en een leraar i opspraak. Michiel wil zich met Saumerland afscheiden van Nederland: in Europa zijn veel streken de regio al voorgegaan. De nieuwe Commissaris van de Koningin houdt het ook niet langer vol en geeft er de brui aan. Maar in de beweging van SKOL kijkt er een scheuring op komst tussen Pepijn en Michiel. De eerste is voor een gematigde aanpak, de laatste voor de totale oorlog. Dat blijkt ook uit de toestanden rondom de begrafenis van Fender, de eerste dode van de Saumerlandse opstand. Toch verloopt de begrafenis van de knul goed.

De voorbereiding voor de totale revolutie en afscheiding van Nederland gaan door. Michiel krijgt intussen steeds meer gevoelens voor Dakota. Dakota die erg onzeker is van zichzelf wil nu door Michiel geneukt worden. Dat gebeurt aan het einde van het 14e hoofdstuk.

Wanneer de regering in den Haag besluit tot de aanleg van een nieuwe verkeersweg (Kopenhagen-Antwerpen) over het landgoed van een Saumerlandse notabele, breekt de pest pas goed uit. De bestuurster Aboutaleb (achterachterachternicht van de eerste allochtone burgermeester in Nederland) wil de autonomie van Saumerland afkondigen. Ook de belastingen zullen niet meer worden afgedragen aan de centrale regering. Er komt weer een bijeenkomst in het stadion. De regering heeft een ultimatum gesteld. Michiel is er voor om met harde hand de vrijheid af te dwingen. Dan komen er regeringstroepen in Baerlo: ze nemen de tv-zender over en kondigen een samenscholingsverbod af. Maar de regeringstroepen hebben toch weinig ervaring met guerrillatroepen die overal kunnen opduiken en weer kunnen verdwijnen met hulp van de lokale bevolking. Bovendien hebben die de beschikking over een groot ondergronds complex in het buurland (dat moet Duitsland zijn). Het komt tot een grootscheepse aanval waarbij een officier met Saumerlandse achtergrond ook de partij van Michiel kiest. Maar ineens zijn de troepen van Michiel verdwenen, omdat er toch teveel slachtoffers vallen. De Haagse regering roept op tot een staakt het vuren.

Epiloog
De biograaf van Michiel houdt het nawoord. De regering heeft de beweging in Saumerland kunnen onderdrukken. De overgelopen officier werd zwaar gestraft: de leiders van de opstand zijn via de ondergrondse gangen weggevlucht naar een buitenland waarvan de biograaf de naam niet zal verhullen. De bevolking van Saumerland heeft de wonden moeten likken: er zijn veel doden gevallen en het heeft in feite niets opgeleverd. Een zinloze strijd is er gevoerd.

Wat is er gebeurd met Michiel? Hij staat aan de oever van een rivier in het nog niet erkende staatje Transnistrië . Hij is er met Dakota en Hans (de zwerfhond) naar toe gegaan. Het landje wil zich verweren tegen de dreigende taal van Moldavië en met geheime steun van de Russen zal dat wel gaan lukken. Michiel en Dakota zullen er een handje bij gaan helpen. Ze steken de rivier over …..

Titelverklaring

De titel van het boek is niet zo lastig te verklaren.
Het tweede deel van deze roman heet ook “Oorlogshond”. Het is de vertaling van het Amerikaanse begrip “war of dogs”, wat huurling betekent. In dit tweede deel is Michiel de Ruyter namelijk een huursoldaat in het leger dat vecht voor de vrijheid van een Afrikaans staatje.

Maar de filosofie achter deze roman is het begrip “woede.”(afkomstig uit de “Ilias”) Dat moet je als een positief begrip zien. Het heeft min of meer te maken met ambitie. Het is de motivatie om iets te gaan doen. Dat kun je zien aan Michiel. Die is eerst een bevlogen leraar klassieke talen, daarna een gemotiveerde huurling en tenslotte een soort volksmenner à la Pim Fortuyn. Boodschap daarin lijkt te zijn: het maakt niet uit voor welk doel je je energie gebruikt, als je de innerlijke motivatie voor iets kan opbrengen. Dat je in beweging komt, dat je je woede uiting geeft.

Motto

Er zijn twee filosofisch getinte motto’s.
Het eerste is van Rüdiger Safranski uit zijn studie “Heidegger en zijn tijd.”
… leven betekent, afgronden overbruggen en zich in het overgaan overeind houden. Zo is het menselijk bestaan een zijn dat van de overkant naar zichzelf kijkt en zichzelf over de brug stuurt- van het ene uiteinde naar het andere. En de pointe daarbij is dat de brug pas groeit onder onze voeten, als wij erover heen.

Michiel de Ruyter is afgestudeerd op Heidegger en het blijkt uit dit motto dat hij de filosofie van Heidegger wel wil navolgen. In het kort komt het er op neer dat de mens eigenlijk altijd een soort “drive” moet hebben om de overkant van iets te bereiken. Dan groeit een mens pas verder en wanneer hij iets doet, is dat het teken van de groei naar de overkant. Het doen zelf is al het teken van groei en veel minder belangrijk is het resultaat of voor welke doeleinden je iets wil doen.

Het tweede motto is van Ernst Jünger uit “Op de Marmerklippen.”
We voelden verlangen naar het heden, naar realiteit, en zouden zijn doorgedrongen in ijs, in vuur en in ether, om ons los te rukken van de verveling. Als overal waar twijfel hand in hand gaat met overvloed bekeerden wij ons tot het geweld- en is dat niet de eeuwige slinger die de wijzers voortdrijft, zowel bij dag als bij nacht?

Ook in dit motto komt de gedrevenheid van Michiel tot uitdrukking o.a. de hang naar geweld. Alles is beter dan verveling. En van Michiel kun je veel zeggen, maar er is geen sprake van verveling in zijn baan als docent, in zijn optreden als huurling en in zijn streven een volksbeweging op poten te zetten. Geweld is een van de drijfveren in zijn bestaan.

De twee motto’s zijn dus wel heel toepasselijk gekozen.

Opdracht

Het boek heeft een opdracht : Voor Daniela

Structuur

Het boek is in drie delen verdeeld. Ze behandelen elk een episode uit het leven van het hoofdpersonage dat de alwetende verteller Michiel de Ruyter noemt.

Deel I Het Heinsius (weer onderverdeeld in 17 hoofdstukken)
Deel II Oorlogshond (onderverdeeld in 13 hoofdstukken)
Deel III Saumerland (onderverdeeld in 15 hoofdstukken)
Het boek besluit met een “Epiloog.” Het verhaal heeft derhalve de structuur van een drieluik. Drie episodes uit het leven van Michiel de Ruyter worden uitvoerig beschreven.

De drie delen zijn chronologisch ten opzichte van elkaar geplaatst. Deel II speelt vele jaren later dan deel I en Deel III speelt weer enkele jaren later dan Deel II. In de delen wordt steeds kort naar elkaar verwezen. De hoofdfiguur van deze drie delen is Michiel de Ruyter, maar dat is door de verteller verzonnen naam. Er zit natuurlijk wel een relatie met de legendarische Michiel de Ruyter, de zeeheld uit de 17e eeuw.

De verteller geeft geen gegevens prijs over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. In een radio-interview vertelde Robert Anker dat het verhaal ongeveer 60 jaar na nu speelt. Dat heeft hij o.a. gedaan om geen fouten te maken. Typisch is wel dat hij geen sf-roman schrijft en dat de decors eigenlijk die van vandaag zijn.

Perspectief

Er is sprake van een bijzonder perspectief. Er is een alwetende verteller, die verder geen naam krijgt. Hij is als het ware de biograaf van Michiel de Ruyter, wat ook al een verzonnen naam is. Hij is zogezegd “embedded”i n het leven van Michiel, hij verblijft meestal dicht in zijn buurt en geeft als een alwetende verteller commentaar op de belevenissen van Michiel. Soms wijst hij al vooruit naar de toekomst, want het moment van vertellen ligt nadat de drie episoden uit het leven van Michiel zijn afgerond.
De alwetende verteller wisselt zijn verhaal af in de o.t.t en o.v.t maar de meest gebruikte verteltijd is de verleden tijd, temeer daar de gebeurtenissen allemaal al plaatsgevonden hebben.

In het begin van het boek zegt de verteller Ik ben de biograaf van de hoofdpersoon, daar wou ik graag bij laten. Maar niet zomaar een biograaf. Ik ben “embedded.” Ik reis met hem mee door zijn leven, waarom weet ik niet. Hij heeft mij niet gevraagd. Hij laat mij toe. Hij vertrouwt mij omdat ik een geheim kan bewaren. (blz. 11)

Een ander voorbeeld van de typische vertelstel (in feite een heel ouderwetse vertelconstructie) Mooi dat Wladimiroff , na geconstateerd te hebben dat zijn dolerende dola was weggedoold richting koffieapparaat, even was gaan kijken en mooi dat Michiels klasje zo geconcentreerd zat te werken aan een vertaling van een stukje Tacitus dat ze hem in het geheel niet opmerkten, en ja, toen wankelde er even iets in zijn geest, dat heeft hij mij later zelf verteld toen ik hem een halfjaar voor zijn dood interviewde voor dit boek. (blz. 73)

De alwetende verteller doet hier dus voorkomen dat hij research heeft gedaan om een verhaal te kunnen schrijven over Michiel. Hij geeft ook aan dat hij met Ikram en Prada heeft gesproken en dat zij later heel goed zijn terecht gekomen (deel I) met Dakota is het minder goed gegaan, maar daar zal hij later op terugkomen (nl. in deel III)

Een nog duidelijker verwijzing naar de verteller is de opmerking op blz. 285. Een gezellig ouderwetse verteller zou de lezer nu aanspreken en zeggen zullen we daar eens een kijkje gaan nemen. ?

Zo lijkt een eenvoudige verteller toch best een gecompliceerde vertelsituatie te kunnen schetsen. Je bent in de hij-figuur aan het lezen over Michiel (waardoor je het idee hebt met een personale verteller te maken te hebben) en dan word je ineens geconfronteerd met een ik-verteller die de handelingen duidelijk van een afstandje bekijkt.

De tijdlagen van het verhaal

Zoals hierboven al werd gesteld, heeft Robert Anker zijn verhaal in de toekomst laten spelen.
In een radio-interview heeft hij aangegeven dat er een periode van over ongeveer 60 jaar na Nu wordt beschreven. Toch doet hij geen moeite om sf-achtige elementen in het verhaal aan te brengen. De school uit deel I houdt zich bezig met het “Andere leren”, maar dat heeft veel weg van de manier waarop het onderwijs in de Tweede Fase werd gepropageerd. In deel II wordt een Vrijheidsoorlog gevoerd in een Afrikaanse staat (die toch het meest doet denken aan Congo) , maar de gebruikte wapens lijken nog het meest op de conventionele handwapens van onze tijd. Datzelfde geld bijvoorbeeld voor de middelen en de communicatiemogelijkheden in deel III (krant, radio en tv) waarin de regio Saumerland voor autonomie opkomt. Ook hierbij krijg je niet het idee dat we in een sf-achtige maatschappij leven.

Wel zijn de drie delen na elkaar gesitueerd
Zo komen we te weten dat deel II lang na deel I speelt. “ Michiel vele jaren later voor het geïmproviseerde vuurpeloton staat van een Uhuru-militie, met naast zich zijn budy Cobus Scheurkogel…. “ (blz. 137)

Het decor van de handeling

Ook over de decors is de verteller geheimzinnig. Het zijn eigenlijk niet bestaande decors.
Het Heinsius lijkt een school in een grote stad, waarbij nog het meest Amsterdam in aanmerking lijkt te komen, maar aanwijzingen daarvoor krijg je niet echt.
In deel II heeft Michiel zich verplaatst naar een Afrikaans land (Malewe) waar hij in een rebellenleger heeft plaatsgenomen als huurling. Het is een niet-bestaand land dat doet denken aan de politieke situatie in het huidige Congo.
In deel III verblijft Michiel weer in Nederland. In het oosten van Nederland (dicht bij een buurland -Duitsland) is een streek die erg graag autonomie wil. Saumerland lijkt een gebied van Overijssel en Drenthe (misschien Achterhoek) te bestrijken, tenminste het dialect dat de mensen daar spreken en propageren heeft duidelijk Saksische elementen.

Uitgewerkte thematiek

Je kunt je afvragen wat de bedoeling is van Roberts Anker nieuwe roman “Oorlogshond.” Gelukkig heeft hij in diverse interviews aangegeven wat de drijfveer achter zijn nieuwe werk is. In het eerste deel geeft hij aan zijn leerlingen op het Heinsius al prijs wat het begin van de wereldbekende Ilias is. daarin wordt de “woede”van de mens bezongen. Maar “woede” moet in die betekenis meer worden opgevat als “energierijk streven naar, meer in de zin van de menselijke ambitie. Je moet je ergens voor inzetten om iets te kunnen bereiken.

Anker daarover in Trouw : “Ik denk dat er heel erg veel mensen een Michiel de Ruyter zijn. Van Strauss-Kahn tot Picasso. Je vindt ze op alle gebieden; van het bedrijfsleven en de politiek tot in het onderwijs. Het zijn mensen die met een enorme drive door het leven gaan. Zonder dat zou het leven voor hen onmiddellijk zijn zin verliezen; dan zou de afgrond wachten. Ze zijn altijd in beweging, onderweg, maakt niet uit waarnaar toe, als ze maar niet in die dreigende afgrond vallen. Het is hun woede, of noem het met een wat braver woord 'ambitie'."

Het maakt in feite niet uit waarvoor je je inzet als je het maar doet met “passie.” In deel I is dat met zijn inzet voor een betere vorm van onderwijs. Leerlingen moeten leren onderwezen worden en niet gecoacht worden zoals het in de Tweede Fase gaat. Anker zelf in het onderwijs werkzaam geweest, heeft zich jarenlang geërgerd aan de door didactici gepropageerde vorm van onderwijs. In dit boek kan hij wraak nemen op die ideeën. Meteen al begint Michiel met overdracht van kennis en wanneer een leraar goed kan vertellen maakt dat enthousiasme los bij leerlingen. Ze volgen zelfs zijn zaterdagmiddaglessen filosofie. In die lessen maakt hij zijn leerlingen ook duidelijk dat er onderscheid is tussen mensen. Mensen die meer aankunnen, moet je “dat meer “ook aanbieden. Je moet niet werken naar een grijze middelmaat, maar je moet een elite voor ogen hebben die het “gewone volk “moeten leiden. (vgl de Griekse aristoi”)
In die zin is de ambitie die Michiel de Ruyter tentoonspreidt niet eens te veroordelen, maar in zekere zin zelfs te prijzen. Maar Michiel doet ook in deel I toch dingen die je niet zou kunnen goedkeuren wanneer je aan zekere normen houdt. Zo gaat hij naar bed met zijn mooie, vrouwelijke leerlingen, hij woont samen met een leerlinge, hij gaat in een freefight gevecht te ver door na de knokdown te blijven schoppen, hij doet mee aan een drugshandeltje, hij doodt de zoon van de rector.

Ook in deel II zijn er goede en slechte kanten aan het gedrag van Michiel de Ruyter. Hij heeft zich voor veel geld verhuurd aan een miljardair en hij vecht mee in een vrijheidsoorlog tegen een dictator. Maar hij komt net uit de gevangenis waar hij zeven maanden heeft moeten opknappen wegens een poging tot doodslag. En hij doodt ook mensen uit lust om daarna het gevoel met Afrikaanse vrouwen lekker van zich af te neuken. Dat gedrag straalt toch een zekere moraal uit. Bovendien heeft hij zowel in deel II als in deel III de moordenaar van zijn vriendinnen (Lot en Sibi) in koelen bloede uit het leven geschoten. Maar wanneer hij in allerlei veldslagen met zijn compagnie tegen de lamp loopt, is hij ook bereid om partij te kiezen voor de anderen. Hij is dus een echte oorlogshond, een huurling voor wie het niets uitmaakt voor hij vecht en op wie hij de wapens richt. De UN komt tussenbeide en hij moet het land verlaten.

In deel III heeft hij de ideeën van de doodgeschoten politicus Pim Fortuyn weer levend gemaakt. Nu wil hij zich inzetten voor de vrijheidstrijd van een Nederlandse regio, maar ook nu speelt er een grote mate van eigenbelang mee. Opnieuw kan hij op die manier mooie en gewillige vrouwen om hem heen verzamelen, opnieuw kan hij zijn lust tot het uitoefenen van geweld vorm geven. Hij richt een guerrillaleger op dat het tegen het Nederlandse regeringsleger kan opnemen. Hij wil oorlog, waar zijn strijdgenoot Pepijn de Korte veel gematigder is. Michiel sleept de boerengemeenschap mee in een oorlog die veel levens eist en uiteindelijk niets heeft opgeleverd. Daarna ontvlucht hij Nederland aan de hand van Dakota. We vinden hen terug in een klein Oost-Europees staatje dat het wil opnemen tegen het gevaarlijk dreigende Moldavië. Een kolfje naar de hand van Michiel. Hij zal zich zeker in de vrijheidstrijd werpen.

Michiel is dus de man die het begrip “ambitie/woede” zijn hele leven lang in praktijk brengt. Dit type mensen zijn misschien wel de drijfveren van onze maatschappij. Zonder dit type zouden we misschien nooit verder komen, maar tegelijkertijd wil hij ons, vermoed ik, waarschuwen dat dit soort mensen ook door anderen afgeremd zal moeten worden, omdat ze gemakkelijk grenzen willen/kunnen overschrijden. Waarschijnlijk wil hij de lezer een spiegel voorhouden.

Behalve dit alles omvattende thema van het boek komen ook steeds dezelfde motieven terug in het verhaal:
- De lust om te doden / geweld uit te oefenen
- (Een variant daarop is) de enorme drang naar bevrediging van seksuele behoeften (“Na het doden is het lekker neuken”)
- Ideeën over de opbouw van de samenleving ( bijvoorbeeld de elite groepen)
- De wil tot de Macht (vgl filosoof Nietzsche “Wille zur macht”) en manipulatie
- Wraak ( op de zoon van de rector en op de moordenaars van Lot en Sibi)
- Kritiek op het moderne onderwijs
- Ideeën over liefde, verliefdheid en huwelijk
- De oorlog met al zijn voor -en nadelen
- De zin van het menselijk bestaan

Robert Anker heeft ons een ideeënroman en een avonturenroman in één verhaal willen voorschotelen.
Dat is geen gemakkelijke opgave en desondanks is hij er vrij goed in geslaagd.
Hij wil ons laten zien dat de verheerlijking van de macht en het geweld zoals Michiel dat heeft uitgedragen in feite steeds holler wordt (van leraar via huurling naar volksmenner) Alles gebeurt toch min of meer ter verheerlijking van de eigen glorie.

Beoordeling scholieren.com

“Oorlogsgrond” is een bijzonder boek. Het drieluik over de held Michiel de Ruyter heeft niet alleen een bijzondere structuur maar ook een bizarre inhoud. We maken kennis met een figuur die eerst een bevlogen leraar is met een bijzondere opvatting over de relatie tussen leraar en leerling (seks moet kunnen tussen die twee wanneer het maar vrijwillig is) , daarna zien we hem als moordende huurling die het ook lekker neuken vindt na het doden van mensen om hem tenslotte terug te zien keren naar Nederland waar hij à la Pim Fortuyn een beweging wil steunen voor autonomie. Daar is hij toch enigszins rechts te noemen, terwijl zijn opvattingen in deel I voor links kunnen doorgaan (hoewel zijn opvatting over de kwaliteit van het onderwijs juist weer tegen de linkse principes ingaat) Maar zijn opvattingen over de elite, de liefde en het hebben van kinderen zijn wel weer links te noemen. Deel I dat me het best leesbaar voorkwam, bracht me natuurlijk wel terug bij de ideeën van Bordewijk in “Bint”. Niet alleen de opvattingen van Bint over de manier van onderwijs geven (de leerling moet stijgen en de leraar moet niet afdalen) ook de bijzondere namen van de leerlingen in beide boeken zijn verwant aan elkaar.
Deel II vond ik het meest chaotische deel van de roman. Het is ook een aaneenrijgen van aanvallen van diverse troepen in een chaotisch Afrikaans land (Mawele, dat doet denken aan Congo). Ik vond het niet het sterkste deel van de roman. Opvallend is dat in deel III, d
e opstand in Saumerland Michiel zich van een heel populistische kant laat zien en dat hij daar een tegenstelling vormt met de Michiel van het eerste deel.

Aan de andere kant door drie zijden van een personage te laten zien, kan Anker wellicht de idee van zijn boek beter op de lezer overbrengen. Het gaat er niet om wat je in het leven doet, als je het maar bezieling doet (ambitie, energie ) Hij verwijst daarbij naar het begrip “woede” dat in de Ilias wordt genoemd. Woede moet daarin als een positieve kracht worden opgevat.
Ik ben het minder eens met de recensent van De Volkskrant zie hieronder, die in de titel van de recensie aangeeft dat “wij Nederlanders niet deugen.” Het gaat waarschijnlijk helemaal niet zo over de Nederlander op zich, maar is het een boek waarin Anker zijn visie geeft op de moderne mens in het algemeen. Het maakt eigenlijk niet uit wat je doet, als je het maar met een innerlijke pure passie doet. Je kunt je zelfs afvragen of het mensbeeld van Anker zo negatief is als het in enkele recensies wordt afgeschilderd.

“Oorloshond” is derhalve een bijzonder, maar zeker geen gemakkelijk boek. Het vergt ook de nodige energie van de lezer om het boek helemaal naar de “Epiloog” te volgen. Hoewel je niet achter de idee van de schrijver hoeft te gaan staan, is het wel een verhaal waarover je moet nadenken. In die zin is het een kwalitatief goed boek, zeker vergeleken met de romans die de laatste tijd verschijnen en nauwelijks enige diepgang vertonen.

Maar voor een grote groep lezers op het voortgezet onderwijs zal het boek misschien iets te moeilijk geworden zijn. Je hebt wel een zekere leeservaring nodig om het boek op zijn merites te kunnen beoordelen. En je zal zeker nog eens moeten nadenken over de handelwijze van de hoofdfiguur. Is Michiel de Ruyter de held die zijn naam aangeeft of is het een ordinaire opportunist die alleen maar geld wil verdienen en/of geweld wil gebruiken, omdat dat een lekker gevoel bij hem oproept?

Op die manier is “Oorlogsgrond “ ook een avonturenroman geworden.
De amusementswaarde is sterk afhankelijk van wat je leuk vindt om in een verhaal te lezen.
Een “happy ending” heeft het verhaal niet.

De literaire waarde voor de lijst is m.i. zeker drie punten.

Recensies

In De Volkskrant van zaterdag 9 juli 2011 bespreekt Daniëlle Serdijn de bijzondere roman van Robert Anker onder de titel ‘Wij Nederlanders deugen niet.” Haar conclusie is : “Het is verleidelijk om in De Ruyter de intellectuele warrior poet te zien. Of de betrokken, kritische leraar. Of een (charismatische) leider à la Wilders of Fortuyn, zoals in het laatste deel. Toch is dat niet de bedoeling. Eerder houdt Anker ons enkele spiegels voor. Hij vergroot iets uit, rukt iets uit het verband. Wat dat iets dan is: ons nationale zelfbeeld.
Een feest is Oorlogshond derhalve niet, meer een pijnlijke confrontatie. Wij deugen niet, is de boodschap. We verwoesten ons onderwijs. We voeden onze kinderen niet meer op. Lopen achter debiele leiders aan. En we kunnen ook niet spellen. Noch hebben we Noch hebben we enig benul van Frans en Latijn, laat Anker weten via De Ruyters biograaf. Vandaar dat hij alles voor ons vertaalt, tot in absurde regels toe. Non blaterare sed polire! ( “Niet lullen maar poetsen”)
Valt er toch nog wat te lachen in dit ernstige en kritische drieluik dat zich moeizaam prijsgeeft”.

Op maandag 11 juni 2011 vraagt Janet Luis zich in het NRC af wat we met de bizarre inhoud van “Oorlogshond” nu aanmoeten. Hoe moeten we de ideeën van Anker interpreteren? Wat hébben we nu eigenlijk aan dit woeste, vlot vertelde jongensboek met zijn vele sweeping statements over Afrikaanse rebellen, de bio-industrie, het failliete Amerika, het corrupte Afghanistan of de herkenbaarheid van de boerenlul? Wil Anker ons alleen maar vermaken met James Bond-achtige, explosieve taferelen of moeten we er ook nog iets van opsteken? Wil hij ons hoeden voor Wilderstoestanden? Moeten wij ons gaan bevrijden van iets of iemand? Vechten in Afrika?

Veel vragen, geen antwoorden. Ik houd het er voorlopig maar op dat hij ons wil waarschuwen voor onbezonnen actie. Het is beter bedenkelijke maatschappelijke ontwikkelingen kritisch te volgen dan er als een karatevechter maar meteen bovenop te springen. Dat is per slot ook precies wat hij zelf met Oorlogshond zo oeverloos doet: niet poetsen, maar lullen.

Waar Janet Luis het antwoord schuldig blijft, weet een andere recensent wel wat Anker met het boek voorheeft. Op 7 juli 2011 is Jasper Henderson in De Twentsche Courant/ Tubantia heel positief over deze avonturenroman. Na een uitvoerige beschrijving van de drie delen besluit hij met : “En zo komen we uit waar het Anker al die tijd om te doen is geweest: een zo volledig mogelijk beeld geven van een mens, een held, vol tegenstellingen: rede en hartstocht, de pen en het zwaard. Het lijkt erop alsof hij dit tjokvolle boek met evenveel woede en verbijstering als plezier heeft geschreven, geprobeerd heeft om met behulp van de ideeën over de mens die beschikbaar waren, iets te begrijpen van deze moderne tijden. Het levert een voortrazend boek op in een maar al te actueel decor; een avonturenroman, pamflet en heldenepos ineen, dat zowel vermaakt als tot nadenken stemt. Prachtig”.

In Trouw van 11 juli 2011 : “ Robert Anker belichaamt in positieve zin onze letterkunde, die uit brave lyriek een krachtig literair spektakel heeft gebrouwen. En trouwens, zo’n oudere schrijver die nog almaar groeit, zowel wat inhoud als wat stijl betreft, dat zie je ook niet elke dag.’

In Boek/ Magazine (het juli/augustusnummer van 2011) is recensent Maarten Dessing in een voor het bloed uitvoerige bespreking niet helemaal enthousiast.
”Oorlogshond is daarom een actuele roman die ons een spiegel voorhoudt: hoe aantrekkelijk de sterke man ook lijkt, zijn programma staat uiteindelijk in dienst van eigen glorie. [….]
Toch is alleen het eerste deel van “Oorlogshond” werkelijk spannend. Daar hint Anker naar een verborgen schaduwzijde van Michiel de Ruyter. Hij heeft zijn ouders niet gekend, onderdrukt elk gevoel van liefde en lijdt elk jaarwel aan een vorm van een depressie. Wat zijn zijn werkelijke motieven? Maar als De Ruyter naar Afrika vertrekt, lijkt hij zijn verleden en emoties met succes te hebben onderdrukt. Dat maakt hem eendimensionaler. Het maakt de politieke metafoor van “Oorlogshond”misschien scherper , maar het blijft jammer. Ook in een politieke roman zijn het de personages en en hun strever die de lezer voortdrijven.

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk

Bron: Wikepedia
Rengert Robert Anker (Oostwoud, 27 april 1946) is een Nederlands schrijver en dichter. Robert Anker debuteerde in 1979 als dichter met 'Waar ik nog ben'. Voor 1979 verschenen gedichten van hem in verschillende tijdschriften, zoals De Revisor. Het debuut was nog een traditionele dichtbundel, geïnspireerd door Ankers jeugd in het Westfriese Oostwoud. Was die bundel nog naar binnen gericht, al gauw kwam de nadruk te liggen op de buitenwereld, zoals in 'Van het balkon' (1983), en op maatschappelijke problemen, zoals in 'De broekbewapperde mens' (2002). Van de natuur verschoof het perspectief naar het stadsleven.
In de periode van zijn studie in Amsterdam, waar Anker sindsdien woont en werkt, schreef hij toneelteksten en gedichten. Inmiddels heeft hij ook romans, verhalen, essays over literatuur en kunst, en jeugdliteratuur op zijn naam staan. Zijn werk is bekroond met de Libris literatuurprijs, de Ferdinand Bordewijk Prijs (beide proza), de Jan Campertprijs en de Herman Gorter-Prijs (beide poëzie). Anker was redacteur van Tirade en doceerde Nederlands. Tegenwoordig is hij literair criticus bij Het Parool en wijdt hij zich fulltime aan het schrijverschap.
Poëzie
• Waar ik nog ben (1979)
• Van het balkon (1983), (Jan Campertprijs)
• Nieuwe veters (1987), (Herman Gorter-prijs)
• Goede manieren (1989)
• In het vertrek (1996)
• De broekbewapperde mens (2002)
• Heimwee naar (2006)
• Nieuwe veters. Verzamelde gedichten 1979-2006 (2008)
• Gemraad Slasser d.d.t. (2009)
Proza
• Olifant achter blok (1988)
• De thuiskomst van kapitein Rob (1992), (Ferdinand Bordewijkprijs)
• Volledig ontstemde piano (1994)
• Vrouwenzand (1998)
• Een soort Engeland (2001), (Libris literatuurprijs)
• Hajar en Daan (2004)
• Alpenrood (2007)
• Nieuw-Lelievelt (2007)
• Fortuyn en liefde (2009)

Bijlage in Trouw (interview op 15 juli 2011)

Nee, voor meisjes is het ongeschikt. Een echt jongensboek, een avonturenroman, dat is 'Oorlogshond', het nieuwste boek van Robert Anker.
Compleet met een klassieke held (of is het geen held?) die niet voor niets Michiel de Ruyter heet. In drie delen zet hij de wereld om zich heen naar zijn hand, zonder daarbij last te hebben van iets als een moraal. De lezer maakt eerst kennis met Michiel de Ruyter als docent klassieke talen, die zijn leerlingen en collega's meekrijgt in zijn strijd tegen het Andere Leren, een verwijzing naar het nieuwe leren. Onze held neemt zijn studenten intellectueel bij de hand, maar daagt ze ook anderszins uit, bijvoorbeeld op het experimentele vlak. Samen een lijntje coke snuiven, naar bed gaan met de mooiste meiden van de klas; Michiel de Ruyter gaat het niet uit de weg. Hij zoekt het juist op. Een potje freefighten doet hij er zo nu en dan nog even bij.

De hoofdpersoon
Doden vallen er ook in het boek - niet alles verloopt even succesvol - maar dat is nu eenmaal onontkoombaar bij types als Michiel de Ruyter. Vooral in deel twee en drie zitten we midden in een oorlog, wat van 'Oorlogshond' óók een actieroman maakt. De hoofdpersoon - beschreven vanuit het perspectief van een 'embedded' biograaf - vecht eerst in een rebellenleger in Afrika om vervolgens in Nederland te strijden voor een onafhankelijke oostelijke provincie.

Wat het nu precies is (zijn overtuigingskracht? zijn rijzige fysieke verschijning?) daar kan de lezer volop over filosoferen, maar zeker is dat vrouwen bij bosjes voor deze geweldenaar vallen. Michiel de Ruyter gaat in dit drieluik als een olifant door de porseleinkast van de nabije toekomst en is daarmee een literaire beschouwing op de moderne maatschappij.

'En zo gaat 'Oorlogshond' met z'n drie zo verschillende brandhaarden in wezen over woede en strijd, en is daarmee een hedendaagse variant van Homerus' Ilias, dat exemplarische oorlogsboek' , schreef literair recensent Rob Schouten zaterdag in deze krant.

Is Michiel de Ruyter een held?
"Daar is veel voor te zeggen. In archaïsche zin wel. Al is het alleen al omdat hij de dood opzoekt. Michiel de Ruyter laat zien dat hij de dood durft te trotseren, zoals een echte held betaamt. Hij draagt het ook uit door aan de geschiedenis te refereren. Te zeggen: de woede van Achilles werd als iets positiefs gezien. Of: de ridders en niet de monniken hebben de wereld verder geholpen. Mijn Michiel de Ruyter heeft ook wel iets van een Westernheld, waarbij het alleen om hun daden gaat - ze hebben net als Michiel nooit een gevoelsleven. En hij komt uit het niets."

Daardoor weet je als lezer niet wat hem beweegt. Wat zou het zijn?
"Ik vroeg me dat ook af tijdens het schrijven. Hij doet hele tegenstrijdige dingen. Eerst strijdt hij voor de elite en eist hij het uiterste van zijn leerlingen, later komt hij juist op voor het volk door zich op te werpen als leider van een populistische volksopstand. Het kan hem in wezen allemaal niks schelen, zolang hij maar in beweging is."

Bestaan types als Michiel de Ruyter?
"Ik denk dat er heel erg veel mensen een Michiel de Ruyter zijn. Van Strauss-Kahn tot Picasso. Je vindt ze op alle gebieden; van het bedrijfsleven en de politiek tot in het onderwijs. Het zijn mensen die met een enorme drive door het leven gaan. Zonder dat zou het leven voor hen onmiddellijk zijn zin verliezen; dan zou de afgrond wachten. Ze zijn altijd in beweging, onderweg, maakt niet uit waarnaar toe, als ze maar niet in die dreigende afgrond vallen. Het is hun woede, of noem het met een wat braver woord 'ambitie'."

Is zijn verzet en afkeer tegen wat u noemt het Andere Leren een aanklacht tegen het nieuwe leren?
"Ja, dat is het. Die Michiel wil weer gewoon een hoogopgeleide docent voor de klas. Zelf is hij ook iemand die veel weet en hoge eisen stelt aan zijn studenten. Ik geloof dat leerlingen dat zelf ook graag willen. Iemand die prestaties van ze verlangt, iemand met autoriteit. Daar hebben ze veel meer respect voor dan een leraar, die er alles aan doet om geliefd te zijn met zijn gedrag in plaats van met zijn kennis. Er is wel weer een kentering gaande, trouwens. Men wil terug naar meer hoogopgeleide docenten. Gelukkig maar."

'Oorlogshond' leest als een roman van een jonge debutant. Maar u bent 65 en al heel lang schrijver. Is de geest nog zo jong?
"Als ze zeggen: bent u gepensioneerd? Dan zeg ik: hou op, zeg! Zo voelt het helemaal niet. Ik voel mij bevoorrecht ten opzichte van veel van mijn leeftijdgenoten, waar het vuur uit lijkt te zijn verdwenen. Als mijn werk overkomt als geschreven door een jonge hond beschouw ik dat als een compliment."
[….]

U won al verschillende grote literaire prijzen maar een bekende naam is Robert Anker toch niet. Voelt u zich voldoende erkend?
"Ik schrijf nu eenmaal niet het soort boeken dat 300.000 exemplaren oplevert. Met 'Oorlogshond' zal dat niet anders zijn. Het staat in de geur van literatuur en dat is in deze tijd geen voordeel. De massasmaak leidt wat dat betreft tot problemen. Alles gaat richting amusement, alles is light. Zeker, dat kan grandioze vormen aannemen, zoals in het geval van 'De Wereld Draait Door'. Maar de wereld is niet zo eenvoudig als hij ons wordt voorgeschoteld; als je die licht verteerbaar maakt, vervals je hem. Juist de literatuur is er bij uitstek geschikt voor om de realiteit, de complexiteit van de samenleving te schetsen. In die zin is het zorgelijk dat Arnon Grunberg en Thomas Rosenboom zo ongeveer de enigen zijn die berichten uit die wereld - althans voor een betrekkelijk groot publiek. Er is nauwelijks meer aandacht voor het 'hoe', terwijl het daar toch om gaat in de literatuur."

Boekenquiz 12 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Hoe komt Michiel aan zijn achternaam de Ruyter?
Waar groeide Michiel op nadat hij zijn ouders verloor?
Voor welk vak besluit Michiel te doceren?
Op welke school gaat Michiel lesgeven?
Wie is het prachtige Marokkaans meisje dat Michiel opvalt in zijn vwo-5 klas?
Welk recreatieve gevechtssport beoefent Michiel in zijn vrije tijd?
Wie is de leerling die bij Michiel blijft slapen zonder seksuele intenties?
Met welke leerling heeft Michiel seks na een stranduitje?
Meerdere antwoorden mogelijk
Tegen wie vecht Michiel in een kickboks wedstrijd die volledig uit de hand loopt?
Wie schrijft een brief aan de rector over de vermeende relatie tussen Michiel en Lot?
Met wie gaat Michiel illegale crosswedstrijden rijden in Saumerland?
Wat is Michiel's mening over de filosofie van 'Het Andere Leren'?

REACTIES

N.

N.

Een zeer goed en uitgebreid boekverslag. In de samenvatting staat goed beschreven hoe het verhaal gaat en wat ik ook zeer goed vind aan dit boekverslag is dat de hoofdpersoon erg goed beschreven wordt. Wat hij doet en hoe hij is.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.