I Zakelijke gegevens
- Peper, R.
- ‘Oesters’
- Arnhem,
- 2004 (1997)
- 130 bladzijden
Korte inhoud:
Olga had haar zomervakantie doorgebracht in Zuid-Frankrijk. Ze zou met de trein terug gaan naar Amsterdam maar ze kon meerijden met een kennis van de vader van haar vriendin. Een 60-jarige kunsthandelaar genaamd Frank Winter. Hij woonde in Zeeuws-Vlaanderen, dus ze kon meerijden tot Gent en dan met de trein verder reizen. Door problemen op de weg en met de auto, kon ze die avond niet meer naar Amsterdam, en bleef dus maar bij Frank slapen, op zijn verzoek.
Daarna ging ze weer naar huis, maar het contact bleven ze houden. Dit was het begin van een moeilijke maar bijzondere relatie tussen de 20-jarige Olga en de 60-jarige Frank. Ze ging om het weekend naar hem toe. Toen ze aan haar moeder vertelde dat ze een relatie had was die daar niet blij mee. Ze vond Frank veel te oud voor haar. De relatie tussen Frank en Olga duurde bij elkaar 5 jaar. Hij was haar eerste echte liefde. Maar in Amsterdam leert ze Harold Kingley kennen. Hij wordt beschreven als cool, maar verdomd clever en geestig. Hij weet precies wat hij wil, en houdt niet van tijdverspilling. In één hoofdstuk leert ze hem kennen, krijgt een relatie met hem en vertelt Frank van haar nieuwe liefde. Frank reageert woedend, maar hij had het al aangevoeld. Voor een tijdje heeft ze twee relaties. Maar Harold accepteert dit niet en wil dat ze voor hem kiest. Als ze uiteindelijk in Amerika gaan wonen is het echt over tussen Olga en Frank.
Olga leest op een dag een Nederlandse krant en ziet tussen de overlijdens- advertenties Frank Winter staan. Ze is geschokt. Hij is overleden aan een hartstilstand. Ze bezoekt zijn graf en daarna de notaris. Frank heeft haar een kostbaar schilderij nagelaten, een vanitas. Olga wordt depressief en bang voor de dood, ze verdringt haar angsten. Ze bezoekt zelfs een psychiater, Herr Doktor Kroch. Ze woont inmiddels in Wenen.
Ook is ze ernstig ziek geweest, ze is herstellende van kanker. Maar op het laatst gaat ze toch dood.
Titelbeschrijving
De titel Oesters slaat op Olga: ze is in zichzelf gekeerd en gesloten. In het boek vergelijkt ze de hardnekkigheid van haar verdriet met de zuigkracht van oesters. Ook kan de titel op Frank slaan: oesters staan voor potentie, en Frank is al een ‘oude’ man.
Oesters staat symbool voor de seksuele relatie tussen Frank en Olga.
Oesters staan ook symbool voor het langzaam slijtende verdriet van Olga:
in hoofdstuk eenentwintig van het boek staat: ‘Sommige verdriet zet zich vast als een oester op een dakpan en zit daar stilletjes maar hardnekkig en laat zich niet wegspoelen’. Deze zin staat letterlijk in het boek. In het verhaal is er dus iets, een probleem of ziekte, die stilletjes en hardnekkig verdwijnt. Ook wordt in het verhaal duidelijk dat oesters staan voor ‘seks’. Het draait dus om hardnekkige liefdes- en psychische problemen.
Motto-uitleg:
Eeuwigheid, overstaar mij hier
die nauwelijks te ademen waag,
die in het hart mij dode draag
in de gesloten sarkophaag.
Ida Gerhardt
(‘Het onherroepelijke’ uit de bundel De slechtvalk)
Het motto verwijst naar Olga die spijt krijgt van haar keuze. De onweerstaanbare liefde voor Frank blijft in haar ronddwalen, ondanks dat ze met Harold getrouwd is. Of Olga kan het gedicht hebben geschreven, dan is de eeuwigheid Frank en de sarkophaag zijn dan stillevens Frank is de eeuwigheid.
A) Algemene motieven
- Spijt
- Liefde
- Schuldgevoel
- Vertrouwen
- Appreciatie
B) Verhaalmotieven
- Kraaien: Olga is bang voor kraaien. Over kraaien wordt gezegd dat ze een relatie kunnen onderhouden met de mens. Olga is hier dus moeilijk toe in staat.
- Stillevens: Frank hield van stillevens en ze staan symbool voor de vergankelijkheid.
- Schaakspel: staat symbool voor verstandelijk redeneren. Harold doet dat graag. Bij alles wat Harold doet gebruikt hij zijn verstand. Ook als Olga hem vertelt over Frank, wordt hij niet boos maar reageert verstandelijk.
Thematiek:
Het thema van dit boek is vergankelijkheid, de nawerking van een verloren liefde: Olga herinnert zich vaak aan haar oude liefde. Hij was 40 jaar ouder, dus heeft ze destijds gekozen voor een jongen van haar eigen leeftijd. Maar bij heel veel dingen die ze meemaakt wordt ze herinnerd aan die oude liefde. Het blijft als een oester ( de titel van het boek) in haar hoofd zitten. Het motto van dit boek is een fragment uit het gedicht ‘Het onherroepelijke’ van Ida Gerhardt: “Eeuwigheid, overstaar mij hier die nauwelijks te ademen waag, die in het hart mijn dode draag in de gesloten sarkophaag.” Het verband tussen dit motto, de titel en het thema is dat het allemaal over vergankelijkheid gaat.
Recensie
Oorspronkelijke recensie:
- Schrijver: Rascha Peper
- Titel: Oesters
- Jaar van uitgave: 1991
- Bron: Algemeen Dagblad
- Publicatiedatum:28-03-1991
- Recensent: Frank van Dijl
- Recensietitel: Eerste roman van Rascha Peper smaakt naar meer
Een kleine roman, deze eerste van Rascha Peper, die vorig jaar debuteerde met de verhalenbundel De waterdame. Een kleine, maar mooie roman waarin alles met alles samenhangt op een onnadrukkelijke manier, zoals W.F. Hermans bedoeld moet hebben toen hij het gebod uitvaardigde dat in een roman geen mus van het dak mag vallen zonder dat dat betekenis heeft. Mussen komen in het boek niet voor: wel kraaien, "maar zij is bang voor kraaien, voor déze kraaien althans." De 'zij' is Olga, een vrouw van een jaar of dertig die met haar man, werkzaam bij de Verenigde Naties, in Wenen woont. Daarvoor was het Bonn, dáárvoor New York, Maar in Wenen wordt zij 'gemeen ziek'. Als de ziekte is overwonnen, maar zij een chronische vermoeidheid niet van zich kan afschudden, bezoekt zij een psychiater. In Wenen! De roman begint met de uitvoerige beschrijving van het diereschedeltje op zijn bureau. Op de tweede bladzijde valt het oog van Olga op een affiche voor een tentoonstelling van negentiende-eeuwse stillevens. Later blijkt het stilleven in het algemeen, en één doek in het bijzonder, in haar leven een belangrijke rol te spelen: een 'vanitas' uit de zeventiende eeuw, toegeschreven aan een leerling van Paul Claesz. Op het doek een schedel en een opgezet aapje. Als elke 'vanitas' - Latijn voor 'ijdelheid' - symboliseert het de vergankelijkheid. Olga ziet het doek voor het eerst in de villa van Frank Winter, haar veertig jaar oudere minnaar. Die villa blijkt dan - de schrijfster meldt het op een van de laatste bladzijden van haar boek als terloops - ook nog Panta Rhei te heten, Griekse woorden die zoveel willen zeggen als: alles is aan voortdurende verandering onderhevig. Letterlijk: 'Alles vloeit', ongeveer zoals de seizoenen in hun eeuwige ritme van ontluiken, bloeien, afsterven en berusting. De jaargetijden bepalen ook het ritme van deze roman. De naam van de minnaar is in dit verband niet toevallig gekozen. Het is zomer als Olga Frank ontmoet. Zij is twintig, hij zestig. Maar hij blijkt iets te hebben dat haar aanspreekt en er ontwikkelt zich een verhouding waarvan de hoogtepunten zich hoofdzakelijk in de weekends afspelen, want Olga studeert in Amsterdam en Frank drijft een kunsthandel in Zeeuws-Vlaanderen. Hij houdt van stil leven. Het wordt herfst, het wordt winter: de onverbiddelijke tijd verglijdt en elke veertien dagen reist Olga naar Zeeuws-Vlaanderen. Het raamwerk van het boek is de episode in Wenen. Vanuit het perspectief van de dertigjarige vrouw die van haar ziekte herstelt. Over de aard van die ziekte vernemen we niets meer dan dat deze 'gemeen' is; er is sprake van een internist en er wordt op gezinspeeld dat Olga haar haar heeft moeten afknippen. Is haar schedel gelicht? Langzamerhand wordt zij weer de oude. Haar psychiater, dr. Kroch, graaft in de krochten van haar ziel. Het boek heet Oesters omdat Frank dol was op deze weekdieren, wellicht ook vanwege de seksuele toespeling. En tenslotte staat op blz. 122 deze zin: "Sommig verdriet zet zich vast als een oester op een dakpan en zit daar stilletjes maar hardnekkig en laat zich niet wegspoelen." Toch is het geen freudiaanse roman. Het is een Bildungsroman over de groeipijnen waarmee het volwassen worden gepaard gaat en over de littekens die dat proces achterlaat. Schuldig Natuurlijk is Olga nooit blind geweest voor het enorme leeftijdverschil tussen haar en Frank: ze wéét dat deze liefde, meer dan enige andere liefde, niet eeuwig kan zijn, maar ze voelt zich schuldig en een verraadster als ze verliefd wordt op de briljante student Harold Kingsley. Het wordt een serieuze relatie, maar niettemin zet Olga haar bezoekjes aan Zeeuws-Vlaanderen voort; ze kan niet zonder Frank. Het onvermogen om een keuze te maken wordt door Rascha Peper op nuchtere, maar toch ontroerende wijze beschreven. Dat het uiteindelijk tot een keuze komt is natuurlijk onvermijdelijk. Olga trouwt met Harold en verneemt in New York toevallig dat Frank gestorven is. Later zal haar omgeving zeggen dat zij toen zo afstandelijk reageerde; met niemand praat zij ooit over haar eerste grote liefde. Tot ze ziek wordt. Rascha Peper weet in haar eerste roman de verhouding van een zeer jonge vrouw met een véél oudere man op een ingetogen manier aannemelijk te maken. Geen kleffe, onsmakelijke details - de man wordt met liefde beschreven, ook de tekortkominkjes die met zijn leeftijd te maken hebben: het trillen van zijn handen, de plooien van zijn buik. De liefde van Olga voor Frank, die haar vader had kunnen zijn (haar gróótvader, grapt hij zelf), wordt door de schrijfster zó beschreven dat je als lezer meeleeft. Het is zeker een verdienste van Peper dat zij een beladen thema als dit in een vrij korte bestek van deze roman zo uitputtend heeft weten te behandelen zonder in sentimenteel of pathetische realisme te vervallen. Zij heeft aan een simpele verwijzing voldoende om de toon te zetten (het motto is ontleend aan het gedicht 'Het onherroepelijke' van Ida Gerhardt) en verder heeft zij oog voor symboliek. Zonder dat het bestudeerd aandoet past alles in dit boek in elkaar. Het smaakt naar meer.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden