1. Primaire gegevens van het boek.
Auteur: S. Haasse ( H.S.van Lelyveld-Haasse; geboren in 1918 in Batavia, Java).
Titel: Oeroeg.
Gelezen druk + jaar van uitgave - 8ste druk, 1993
Aantal pagina’s: 91
Opmerking: Verfilmd, oorspronkelijk uitgegeven als boekenweekgeschenk. Genre: Psychologische roman
Indeling: Het boek bevat geen hoofdstukken. Beschrijving van de belangrijkste personen: # De ik- figuur voelt een grote vriendschap voor Oeroeg op basis van gelijkheid. # Oeroeg: Accepteert het leven zoals het hem wordt aangeboden. Door zijn opleiding komt hij tussen de klassen van de Europeanen en de gewone desa werker ( theeplukker) te staan. In Soerabaja merkt hij dat ook de Javaan invloed moet kunnen uitoefenen. Alle vriendschap ten opzichte van anderen wordt hieraan ondergeschikt: hij is minder de ik- figuur en wordt meer trots op Lida. # De vader van de ik- figuur: een strenge hardwerkende man, die weinig contact heeft met zijn zoon. Elke beslissing over een vervolgopleiding betekenteen schok voor de ik- figuur, omdat ze steeds een scheiding met Oeroeg zouden gaan betekenen. # De moeder van de ik- figuur: is ziekelijk en verveelt zich. Na een affaire met de Hr. Bollinger scheidt zij van haar man. Zij vertrekt naar Europa en woont daarna in Nice. # Eugine: de tweede vrouw van de vader van de ik- figuur. Zij regelt het hele huis. Als er kinderen komen moet de ik- figuur het huis uit naar Lida. # Deppoh: vader van Oeroeg, mandoer op de onderneming. Tijdens het bezoek aan het meer merkt de ik- figuur dat Deppoh het uitgelaten gedrag van de Europese gasten afkeurt. # Sidris: moeder van Oeroeg, verzorgt een groot gezin waar ook een opa en een nichtje bij horen. Ze woont in steeds slechtere omstandigheden en heeft ook steeds minder contact met Oeroeg. Ze accepteert dit als onoverkomelijk. Vertelwijze: het boek heeft een duidelijke lijn, is soms zelf een beetje spannend maar vooral het denken van de ik- figuur wordt uitgebreid beschreven. Het aantal uren dat ik erover gedaan heb om het boek uit te lezen: ik heb elke avond ongeveer vijf bladzijden per avond geprobeerd te lezen, soms iets meer en soms iets minder. 2.Verantwoording van keuze. Opdracht 5: Oeroeg: heb ik gekozen om dat ik niet een snelle lezer ben maar wel een hogere moeilijkheidsgraad aan kan. Weg uit het verleden: heb ik gelezen omdat het me aan bevolen werd als makkelijk boek en het me wel leuk leek. Een mond vol dons: hetzelfde verhaal als bij weg uit het verleden. Opdracht 6: Internet, mediatheek, bibliotheek, thuis.
3. Verwachting vooraf:
Ik dacht: “Ach, misschien is het wat, het is niet zo dik en het schijnt boeiend en leuk te zijn”.
4. Eerste reactie achteraf:
Mijn eerste gedachte was: “Yes, het is uit, hè hè, die lees ik voorlopig niet meer”.
Mijn tweede gedachte was: “Waar ging het ook alweer over”.
Mijn derde gedachte was: “Leuk boek, soms een beetje saai en moeilijk maar toch wel leuk”.
6. Analyseopdracht:
4 Perspectief en Personages
4.1 uiterlijke en innerlijke eigenschappen: De hoofdpersoon is de ik. Maar er zijn maar weinig kenmerken van hem bekend. Hij is de zoon van een administrateur op de onderneming Kebon Djati. ‘Oeroeg was mijn vriend. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd en mijn jongensjaren, verschijnt zonder uitzondering het beeld van Oeroeg in mij, als was mijn herinnering…’ ( blz. 5 r.1-4) Oeroeg was dus een goede vriend van de ik- figuur. Ze zijn beiden in de onderneming geboren. Ze waren onafscheidelijk. Oeroeg was de oudste zoon van de mandoer. Ik was langer, maar Oeroeg scheen volwassener, met zijn gespierd mager lichaam. De lijn die van zijn schouderbladen neerliep tot naar zijn smalle, opzij wat afgeplatte heupen, had al dezelfde nonchalante soepelheid die waar te nemen viel bij de opgeschoten knapen en jonge mannen, werkend op fabrieksterrein en sawa’s. Met zijn lenige tenen kromgetrokken, balanceerde hij ineengedoken op stenen en boomtakken, zekerder van zijn houding dan ik, en sneller reagerend bij verlies va nevenwicht. ( blz.10 r.17-blz.11 r.2). Dit stuk geeft goed aan hoe Oeroeg eruit ziet. Hij accepteert het leven zoals het hem wordt aangeboden. Door zijn opleiding komt hij tussen de klassen van de Europeanen en de gewone desa werker ( theeplukker) te staan. In Soebaja merkt hij dat ook de Javaan invloed moet kunnen uitoefenen. Alle vriendschap ten opzichte van anderen wordt hieraan ondergeschikt: hij is minder vriendelijk tegenover de ik- figuur en wordt meer trots op Lida. 4.2.1 Welke belangrijke beslissingen heeft de ik- figuur moeten nemen? Oeroeg te blijven opzoeken, Sidris op te zoeken, later Oeroeg bij Abdullah waar ook Lida was. 4.2.2 Welke gevolgen hebben die beslissingen? De gevolgen zijn dat hij een schoon geweten heeft. Het bezoek aan Abdullah heeft hem wel aan het denken gezet maar hij moest de waarheid een keer weten. 4.3.1 Welke personages zijn karakters en welke types? Waarom? De ik- figuur en Oeroeg zijn karakters. De rest van de personen zijn bijpersonen. 4.3.2 Welk personage verandert in de loop van het verhaal? In welke opzichten? Waardoor ontstaat die verandering? Oeroeg veranderd als hij op een andere school komt te zitten en bij Lida woont. Hij doet eerst tegenover zijn mede scholieren alsof hij een halfbloed is. Later als hij op de MULO zit en Abdullah leert kennen en daar samen met Lida gaat wonen ziet hij hoe erg zijn volk gebruikt en dom gehouden wordt. Als de ik- figuur een keer bij Abdullah komt krijgt hij een hele preek van wat de Europeanen allemaal verkeerd gedaan hebben. Dit is ontstaan door verandering van omgeving en vrienden.
7. Reflectieopdracht.
a. Wat blijft je van het gelezen boek het meeste bij?
Wat mij het meest bijgebleven is, is als de ik- figuur bij Abdullah thuiskomt en de volle laag krijgt, ik denk dat dit komt doordat het nogal onverwacht was, er gebeurde eindelijk iets.
b. Maak duidelijk waarom je een bepaalde analyseopdracht hebt gekozen. Geef drie redenen.
Oeroeg gaat over twee personages, hun gehele puberteit staat erin beschreven. Oeroeg verandert ineens heel erg van de ik- figuur staat bijna alleen maar het denken beschreven dus veel andere keus had ik niet.
c. Je hebt gekozen voor een bepaalde werkwijze ( volgorde van aanpak, planning etc.). Ga je de volgende keer iets aan je aanpak veranderen. Zo ja, wat?
Ik ben op tijd begonnen met lezen omdat ik niet snel lees, dan langer de tijd heb en het dan beter kan verdelen. De aanpak was verkeerd, ik had een paar weken eerder moeten beginnen.
Aantal pagina’s: 91
Opmerking: Verfilmd, oorspronkelijk uitgegeven als boekenweekgeschenk. Genre: Psychologische roman
Indeling: Het boek bevat geen hoofdstukken. Beschrijving van de belangrijkste personen: # De ik- figuur voelt een grote vriendschap voor Oeroeg op basis van gelijkheid. # Oeroeg: Accepteert het leven zoals het hem wordt aangeboden. Door zijn opleiding komt hij tussen de klassen van de Europeanen en de gewone desa werker ( theeplukker) te staan. In Soerabaja merkt hij dat ook de Javaan invloed moet kunnen uitoefenen. Alle vriendschap ten opzichte van anderen wordt hieraan ondergeschikt: hij is minder de ik- figuur en wordt meer trots op Lida. # De vader van de ik- figuur: een strenge hardwerkende man, die weinig contact heeft met zijn zoon. Elke beslissing over een vervolgopleiding betekenteen schok voor de ik- figuur, omdat ze steeds een scheiding met Oeroeg zouden gaan betekenen. # De moeder van de ik- figuur: is ziekelijk en verveelt zich. Na een affaire met de Hr. Bollinger scheidt zij van haar man. Zij vertrekt naar Europa en woont daarna in Nice. # Eugine: de tweede vrouw van de vader van de ik- figuur. Zij regelt het hele huis. Als er kinderen komen moet de ik- figuur het huis uit naar Lida. # Deppoh: vader van Oeroeg, mandoer op de onderneming. Tijdens het bezoek aan het meer merkt de ik- figuur dat Deppoh het uitgelaten gedrag van de Europese gasten afkeurt. # Sidris: moeder van Oeroeg, verzorgt een groot gezin waar ook een opa en een nichtje bij horen. Ze woont in steeds slechtere omstandigheden en heeft ook steeds minder contact met Oeroeg. Ze accepteert dit als onoverkomelijk. Vertelwijze: het boek heeft een duidelijke lijn, is soms zelf een beetje spannend maar vooral het denken van de ik- figuur wordt uitgebreid beschreven. Het aantal uren dat ik erover gedaan heb om het boek uit te lezen: ik heb elke avond ongeveer vijf bladzijden per avond geprobeerd te lezen, soms iets meer en soms iets minder. 2.Verantwoording van keuze. Opdracht 5: Oeroeg: heb ik gekozen om dat ik niet een snelle lezer ben maar wel een hogere moeilijkheidsgraad aan kan. Weg uit het verleden: heb ik gelezen omdat het me aan bevolen werd als makkelijk boek en het me wel leuk leek. Een mond vol dons: hetzelfde verhaal als bij weg uit het verleden. Opdracht 6: Internet, mediatheek, bibliotheek, thuis.
4.1 uiterlijke en innerlijke eigenschappen: De hoofdpersoon is de ik. Maar er zijn maar weinig kenmerken van hem bekend. Hij is de zoon van een administrateur op de onderneming Kebon Djati. ‘Oeroeg was mijn vriend. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd en mijn jongensjaren, verschijnt zonder uitzondering het beeld van Oeroeg in mij, als was mijn herinnering…’ ( blz. 5 r.1-4) Oeroeg was dus een goede vriend van de ik- figuur. Ze zijn beiden in de onderneming geboren. Ze waren onafscheidelijk. Oeroeg was de oudste zoon van de mandoer. Ik was langer, maar Oeroeg scheen volwassener, met zijn gespierd mager lichaam. De lijn die van zijn schouderbladen neerliep tot naar zijn smalle, opzij wat afgeplatte heupen, had al dezelfde nonchalante soepelheid die waar te nemen viel bij de opgeschoten knapen en jonge mannen, werkend op fabrieksterrein en sawa’s. Met zijn lenige tenen kromgetrokken, balanceerde hij ineengedoken op stenen en boomtakken, zekerder van zijn houding dan ik, en sneller reagerend bij verlies va nevenwicht. ( blz.10 r.17-blz.11 r.2). Dit stuk geeft goed aan hoe Oeroeg eruit ziet. Hij accepteert het leven zoals het hem wordt aangeboden. Door zijn opleiding komt hij tussen de klassen van de Europeanen en de gewone desa werker ( theeplukker) te staan. In Soebaja merkt hij dat ook de Javaan invloed moet kunnen uitoefenen. Alle vriendschap ten opzichte van anderen wordt hieraan ondergeschikt: hij is minder vriendelijk tegenover de ik- figuur en wordt meer trots op Lida. 4.2.1 Welke belangrijke beslissingen heeft de ik- figuur moeten nemen? Oeroeg te blijven opzoeken, Sidris op te zoeken, later Oeroeg bij Abdullah waar ook Lida was. 4.2.2 Welke gevolgen hebben die beslissingen? De gevolgen zijn dat hij een schoon geweten heeft. Het bezoek aan Abdullah heeft hem wel aan het denken gezet maar hij moest de waarheid een keer weten. 4.3.1 Welke personages zijn karakters en welke types? Waarom? De ik- figuur en Oeroeg zijn karakters. De rest van de personen zijn bijpersonen. 4.3.2 Welk personage verandert in de loop van het verhaal? In welke opzichten? Waardoor ontstaat die verandering? Oeroeg veranderd als hij op een andere school komt te zitten en bij Lida woont. Hij doet eerst tegenover zijn mede scholieren alsof hij een halfbloed is. Later als hij op de MULO zit en Abdullah leert kennen en daar samen met Lida gaat wonen ziet hij hoe erg zijn volk gebruikt en dom gehouden wordt. Als de ik- figuur een keer bij Abdullah komt krijgt hij een hele preek van wat de Europeanen allemaal verkeerd gedaan hebben. Dit is ontstaan door verandering van omgeving en vrienden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden