Titel: Mystiek lichaam
Ondertitel: -- Motto: -- Aantal bladzijdes: 207
Verschenen in: 1986
Leestijd: ± 15 uur 2 Waarom heb ik dit boek gekozen? Ik heb dit boek gekozen, omdat ik het moet lezen voor nederlands en levensbeschouwing. Ik had geen tijd en geen zin om nog een ander boek te lezen. 3 Titel, ondertitel en motto: De titel van de roman verwijst naar het joodse denkbeeld van het verbond tussen god en de mensen, een gemeenschap van levenden en doden, die zich voortplant en zo op weg is in de tijd. Ondertitel en motto komen in het boek niet voor. 5 Tijd en plaats: Het boek is in ’86 geschreven, het verhaal speelt zich denk ik ook ongeveer in die tijd af, want Broer die homoseksueel is, wordt daar vreemd op aangekeken, maar komt er wel gewoon voor uit. Het verhaal speelt zich voornamelijk op de Doornenhof af, als het verhaal van Broer verteld wordt komen New York en Brussel ook nog aan bod.
Titel Mystiek lichaam : een geschiedenis
Jaar van uitgave 1986
Bron Brabants Dagblad
Publicatiedatum 31-05-1986
Recensent J. Huisman
Recensietitel Kellendonk fascineert
Mystiek lichaam, de nieuwe, langverwachte roman van Frans Kellendonk, is een literair hoogstandje dat het de lezer niet altijd even gemakkelijk maakt. Maar laten we eerlijk zijn: Kellendonk zelf heeft er ook niet met een Jantje van Leiden van afgemaakt. De roman zou veel eerder hebben moeten verschijnen, als Gijselhart, maar zowel het tijdstip van de geboorte als de naam van het boek werden veranderd. De schrijver gaf zijn manuscript niet uit handen alvorens het was zo als hij het wilde. Kellendonk debuteerde in 1977 met de verhalenbundel Bouwval. Hij is een schrijver die niet alleen een verhaal vertelt; Kellendonk wil ook iets zeggen over de wereld waarin we leven en zijn ideeën daarover. Hij is dus geen realist die eenduidige verhalen en romans schrijft. Knap stilist
Wie zijn eerste roman De nietsnut (1979), het 'spookverhaal' Letter en geest (1982) en zijn verhalenbundel Namen en gezichten (1983) las, kan weten dat Kellendonk een heel bijzondere schrijver is die niet mikt op het grote publiek. Daarvoor is hij een te knap stilist, terwijl de compositie van zijn boeken te ingenieus is om een zeer grote schare te kunnen bekoren, zoals het de simpeler werkende Maarten 't Hart wel lukt. Maar laat ik vooropstellen dat één ding duidelijk is bij Mystiek lichaam, door Kellendonk 'een geschiedenis' genoemd: de roman is zelfs voor wie rechttoe rechtaan leeft een belevenis. Kellendonks vlijmscherpe zinnen en zijn groot gevoel voor humor maken Mystiek lichaam tot een leesavontuur van de eerste orde. Verbond
De vader woont alleen en koestert zijn geld, zijn miljoen, zijn schrootberg. Liefde kent hij niet; zijn vrouw trouwde hij destijds 'voor de grap' en zijn dochter werd bij de geboorte meteen met Prul aangesproken omdat ze zo slecht oogde. Toch komt zijn Prulletje terug, zwanger en al. Ook de verloren zoon komt uit Amerika het oude nest bezoeken nadat zijn vriend aan aids is bezweken. Uiteindelijk voegt zich de joodse arts Pechstein bij de drie om, na verloop van tijd, met Magda en het kind Doornenhof te verlaten. De gelukkige oude vader, eindelijk weer plezier scheppend in het leven door het kind in zijn huis, wordt wreed verlaten. Zijn dochter geeft de voorkeur aan de malafide Pechstein die haar al eerder 35-duizend gulden heeft afgesnoept. Het is duidelijk dat Kellendonk in zijn roman tot uitdrukking wil brengen hoe hij denkt over tal van zaken. Zijn inzichten zullen niet alle belanghebbenden -- gehuwden, joden, homofielen, christenen, geldwolven -- even best bevallen. De ongebruikelijke en groteske familiegeschiedenis is de kapstok waaraan de schrijver zijn ideeën ophangt. De roman telt vele groteske situaties. Ik denk aan de ontvangst van Pechstein op Doornenhof, het etentje van Magda met haar vader, waarbij een acculader als wettig betaalmiddel wordt gebruikt en de scène die beschrijft hoe Gijselhart zijn dochter laat martelen met een oliekachel die hij ter wille van de centjes met verkeerde olie heeft gevuld zodat het verbruik beperkt blijft. De wereld van de familie Gijselhart is een bizarre wereld/ Vader zelf formuleert het in een monoloog heel mooi: "Het leek wel of de hele natuurlijke orde in gruzelementen was gevallen en al die gruzelementen weer verkeerd aan elkaar waren gelijmd." Toch heeft de harde en provocerende roman ook vertederende kanten. Allereerst is er de schitterende humor die Kellendonk uitgekiend gebruikt. Vervolgens gloort er het sprankje hoop dat doet geloven dat mensen die niet kunnen genieten, maar slechts geld beheren, toch aardige kanten kunnen krijgen zodra er een kind om de hoek komt kijken. Ook Pechstein verliest sommige hinderlijke trekjes door toedoen van de baby. Overdreven gesteld kun je constateren dat het moederschap van vitaal en enig belang is. Aan die norm worden in Mystiek Lichaam vele zaken getoetst. Vooral de 'mannelijke waanwereld' neemt Kellendonk genadeloos op de hak. Kellendonk heeft een fascinerende roman geschreven die de clichématige wereld van de lezer behoorlijk door de war gooit. Citaat
Elke woensdagmiddag moest Broer op een gammele Corona schrijfmachine stapels brieven uittikken.. Die brieven besloten onveranderlijk met de zin: "Mocht u in gebreke blijven, zoo aarzel ik niet om een advocaat in den arm te nemen.' Gijselhart was ouderwets gul met woorden en spelling, die toch niets kostten. Broer reed op een geconfisqueerde fiets. Wanneer hij de straat op ging was hij altijd bang dat hij de eigenaar zou tegenkomen. De tweedehands schaatsen die hij in november kreeg werden een maand later weer verkocht omdat zijn vader er een tientje winst op kon maken. Broer had het leer opgepoetst, de ijzers met staalwol spiegelglad gewreven en ingevet. De schaatsen werden van een brandende schoonheid toen ze weg waren. De wereld van zijn vader was er een waarin je niet genieten mocht, alleen beheren. Alles moest vroeg of laat en liefst vroeg worden geliquideerd tot geld. Hoe meer geld, des te beter rentmeester." Schrijver Kellendonk, Frans
Titel Mystiek lichaam : een geschiedenis
Jaar van uitgave 1986
Bron Brabants Nieuwsblad
Publicatiedatum 23-05-1986
Recensent Han Steendijk
Recensietitel Homofilie als parodie
Frans Kellendonk (geb. 1951) staat beslist niet bekend als een makkelijk auteur. Soms is dat voor literatuurkenners voor een gedeelte gebonden aan de schijversstroming waarbij hij wordt ingedeeld: De Acedemisten, die zich rond het tijdschrift 'De Revisor' schaarden. Het 'maakbare' van literatuur kreeg iets nadrukkelijks dat ten koste ging van de spontaniteit. Het aanbrengen van structuren is bij onder anderen Matsier, Meysing, Kooiman geen middel maar schrijfdoel op zich. Jeroen Brouwers heeft ze in zijn polemische geschriften ('Kladboek', 'Vechten tegen de bierkaai') flink de mantel over uitgeveegd. Toch kom je Kellendonks debuut, 'Bouwval' (1977) opvallend vaak tegen op literatuurlijsten van jonge mensen en dat is verklaarbaar: Kellendonk heeft in die uitgaven het ordenen van feiten verpakt in een vanuit kinderogen beschouwde onderhoudende familiegeschiedenis. Voor de tienjarige Ernst, die zich als kroonprins beschouwt, wordt die illusie desillusie, omdat hij ook wel besmet zal zijn met de heersende familiegeest van slapte, van Jan Salie. Spanning
In Kellendonks nu verschenen 'Mystiek Lichaam' is de auteur er prima in geslaagd om structuur aan te brengen en toch niet uit te komen met een acedemisch aandoende verhandeling. De familiegeschiedenis van de 66-jarige vrek, A.W. Gijselhart, van wie de auteur zegt: 'Geld was zijn religie' is met vaart en spanning gepresenteerd en laat zich makkelijk lezen. Kellendonk heeft in deze roman heel wat visie op de essentie van het menszijn verwerkt. De belangrijkste - in ieder geval de opvallendste - is zijn nadrukkelijke stelling dat de homofilie een parodieliefde is. In het verhaal is dat verwerkt vanuit het perspectief van Gijselharts zoon Leendert, die een soort makelaar in kunst in Amerika is en die een langdurige homofiele relatie heeft met 'de jongen', die uiteindelijk uitloopt in de 'bevruchting' van die jongen met Aids, dat staat voor dood. Homofilie draagt niet bij tot de Geschiedenis van de mensheid, omdat ze geen leven voortbrengt, maar juist dood, hier wel wat modisch benadrukt, geconcretiseerd in de recente zogeheten 'homoziekte'. Het metafysisch doel van een ieder is voortgang verschaffen aan het leven door dat door te geven. Homofilie heeft dat eeuwige niet en gaat dan de man-vrouw-relatie uit armoede imiteren, overdrijven zelfs. De liefde van de homofiel wordt zelfs naäperij: "Nergens ontmoet je zoveel Don Juans en nymfomane hotemetoten als juist daar. Hofmakerijen, echtverbintenis, compleet met trouw totterdood - "Alle vormen en conventies die zijn voortgekomen uit de zorg om het kroost, worden er - in homokringen H.S. - zonder enige noodzaak en daarom lachwekkend geïmiteerd." Kellendonk verklaart het artistiekerige gedrag van veel homo's uit de hang naar iets metafysisch, dat in onze wereld moeizaam te vinden is, maar in de kunst is dat eeuwige nog wel enigszins aanwezig. Geschiedenis
Kellendonk heeft er allerminst een zwaarmoedige geschiedenis van gemaakt: met ironie is de geldzucht en jodenhaat van A.W. Gijselhart vorm gegeven. Soms lijkt het wel moppentapperij, bv. "Er zijn maar twee ledematen die de jood graag beweegt en die zijn allebei botloos. Het ene is zijn tong en het andere ken je ook." Daarnaast is de bizarre Prul, bijnaam voor Magda (in 'Bouwval' heeft het zusje Marie-Cécile ook zo'n karakteriserende bijnaam: Aapje) onderhoudend ingekleurd, terwijl Leenderts uitvallen naar de moderne kunst (die zo decadent is, omdat ze fiscaal aftrekbaar is) ook lichtende noten zijn in een geschiedenis die zwaar tilt aan het metafysische doel dat elk individueel leven pas zin geeft. Alle moeders worden heilig verklaard en hoewel ook dit gezin hulpeloos is, heet de familie, de Geschiedenis: "de complete verzorgingsstaat". Ook hier weer moest ik denken aan Kellendonks verhalendebuut 'Bouwval', waarin op Allerzielen telkens opnieuw verbaal het familie-archief van de Van Zyplichs werd doorgenomen. 'Mystiek Lichaam' is completer, evenwichtiger. Gewoon beter dus. 12 Stroming: Het boek niet zo oud, het is in 1986 geschreven, op dat moment waren onderwerpen zoals homoseksualiteit en alleenstaande ouders nog veel minder voorkomend dan tegenwoordig. Maar in dit boek komt dit juist wel voor.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden