1. Algemene gegevens
a. Auteur; Marten Toonder
b. Titel; Met uw welnemen: De grote Barribal, De Blijdschapper, Het losgetrilde Inzicht
c. Uitgever; De Bezige Bij
d. Plaats; Amsterdam
e. Jaartal van oorspronkelijke uitgave; De grote Barribal: 1965, De Blijdschapper: 1970, Het losgetrilde Inzicht: 1972, De samenbundeling (met uw welnemen): 1973
f. Jaartal van gelezen uitgave; 2001
g. Aantal bladzijden: 220
De verkiezingen: wat doen de partijen voor jongeren?
Volg ons op TikTok
2. Persoonlijke gegevens
a. Waarom heb je het boek gekozen?
Dit boek was ons groepsboek, dat hadden we samen bedacht (Ruben Jut, Jisha Visser, Olaf van Ginkel en ik). Het leek ons wel leuk om een enigszins ‘makkelijk’ groepsboek te nemen, wat geen straf is om te lezen. Dit is een soort stripverhaal, en dat leek ons wel praktisch.
b. Een eerste reactie op de inhoud (na het lezen van de eerste pagina’s)
Best leuk om te lezen, Toonder gebruikt een grappige manier van vertellen. Maar ik heb telkens het idee dat ik een ‘diepere gedachte’ mis. Bij grappige verhaaltjes voor volwassenen zit er vaak nog een moraal achter, of een steek onder water. Maar ik kon niet helemaal uitpluizen of dat hier ook zo was.
3. De inhoud
Samenvatting
Let hierbij op:
a. Wie vertelt het verhaal?
b. Hoeveel en welke personen komen in het verhaal voor?
c. Wat gebeurt er, waar en wanneer?
d. Hoe loopt het verhaal af?
e. Waar gaat het verhaal over?
De grote Barribal: De heer Ollie B. Bommel en Tom Poes horen geruchten over ‘de grote reus Barribal die gaat komen en die iedereen zal straffen voor wat hij verkeerd heeft gedaan’. Dan zien ze in een grot een schaduw van de reus Barribal, die dreigt iedereen te straffen die niet in hem gelooft. Even later kun je in de krant en op de radio lezen en horen wat Barribal allemaal te zeggen heeft. ‘onrecht heerst, zwakken worden onderdrukt! Ik, Barribal zal voor zwakken en onderdrukten in de bres staan!’ Veel bewoners van Rommeldam hangen aan bij ‘Barribal’. Maar dit heeft tot gevolg opstand en ruzie. Tom Poes gaat op onderzoek uit. Hij ontdekt dat Barribal helemaal geen reus is, maar een zielige dwerg, die een reus lijkt omdat hij in een miniatuurkamertje zit tijdens te tv-opname. Dokter Sickbrock was bezig met een onderzoek over het ‘leiderssyndroom’ en had daarom de dwerg Barribal gebruikt om te zien hoe die zich ging gedragen als men hem voor leider aanzag. Dus iedereen was onnodig bang of onder de indruk van ‘de grote Barribal’ en de dwerg gaat weer naar huis omdat Sickbrock zijn onderzoek heeft afgemaakt.
Heb je interesse in mens en maatschappij? Houden urgente vragen in de samenleving je bezig? In de bachelor Humanistiek combineer je kennis uit filosofie, psychologie, sociologie en geschiedenis.
Meer weten? Kom dan naar de Open Dag op 15 november!
De Blijdschapper: In Rommeldam zijn veel mensen ontevreden en mopperig. Ook Ollie B. Bommel. Bommel leest in een boekje een spreuk om ‘geluk op te roepen’. Daarbij moet hij een paar veertjes begraven. Dan komt er een gek mannetje op bezoek bij de heer Bommel. Hij beweert dat hij geluk komt brengen, door iedereen allerlei narigheden te geven, zodat ze na de ellende beseffen hoe goed ze het hebben. Of door gul te géven, steeds meer en meer, tot men merkt dat bezit niet gelukkig maakt. Daarna neemt hij alles weer weg. Of om iedereen te laten zijn zoals die zou willen zijn, dmv een pilletje. Maar al deze manieren brengen alleen maar ellende en Tom Poes is er dan ook niet gerust op. Hij vermoedt dat de kippenveertjes iets met Zwadder te maken hebben. Als op een gegeven moment Rommeldam dreigt te overstromen door de invloed van Zwadder (die denkt dat het water het kwaad zal wegspoelen en geluk zal brengen), zoekt Tom Poes veertjes op. Wanneer hij de veertjes heeft gevonden en in het vuur geworpen heeft, verdwijnt Zwadder en is alles weer koek en (bl)ei.
Het losgetrilde Inzicht: De heer Bommel wil graag een portret van zichzelf laten maken, dat al zijn wijsheid en inzicht laat zien in zijn gezichtsuitdrukking. Hij geeft deze opdracht aan de schilder Terpen Tijn. Wanneer het schilderij af is, is Bommel niet tevreden. Hijzelf is heel klein aan de onderkant afgebeeld, en boven hem is een grote rode wolk geschilderd. Dit is het ‘inzicht’, zegt Terpen Tijn. Ondanks de waarschuwing van de schilder dat het inzicht ‘boven zijn hoofd kan gaan hangen’, moet hij de rode wolk weghalen van Bommel. Een tijd later wordt Bommel een wolkje boven zijn hoofd waar. Hij ziet daarin personen die iets overkomen, bijvoorbeeld iemand die uitglijdt. En tot zijn verbazing ziet Bommel even later deze voorspelling uitkomen. Bommel vindt dit best amusant, maar hij wordt al snel gewantrouwd door anderen die denken dat hij hen voor de gek houdt. Daarom wordt Bommel tegen zijn zin opgenomen in een psychisch centrum. Tom Poes weet dat dit onterecht is en gaat op onderzoek uit. Hij ontdekt dat het rode inzichten wolkje van de schilder Terpen Tijn van het doek naar Ollie’s hoofd is verplaatst. Tom Poes haalt de schilder over om het inzicht terug te plaatsen op het doek, en dan verdwijnt ook het wolkje boven Bommel’s hoofd. Ollie mag uit de opvang en dat viert hij thuis met een feestelijke maaltijd.
4. Verhaaltechniek die van belang zijn voor het verhaal
- Spanning:
- Basiselementen waar een verhaal uit bestaat:
1. Ruimte
2. Verhaalfiguren
3. verhaalsituaties
- Vertelwijze
- Thema en motieven
De geringe spanning in dit boek komt door kennisvoorsprong. Als lezer weet en vermoed je al meer dan de personages, zodat je soms denkt ‘als hij dit wist had hij dat niet gedaan’. Ook zijn er soms bepaalde ‘cliffhangers’, een gebeurtenis wordt onderbroken door een gebeurtenis op een andere plek. Even later lees je de afloop van de eerste gebeurtenis. De ruimtes in de verhaaltjes komen overeen met het gevoel van de personen. Wanneer personen in het nauw verkeren, is het buiten druilerig. De verhaaltjes beginnen nooit met een introductie van de personen maar eindigen met een gesloten einde. De schrijver maakt gebruik van chronologische vertelling. De verhaalfiguren zijn typetjes, Bommel vindt zichzelf een echte heer met vernuft verstand, maar is soms best naïef en onbedachtzaam. Tom Poes daarentegen is de bedaardheid en nadenkendheid zelve. Beide zijn niet realistisch door de aandikking van deze eigenschappen. Ook de bijfiguren zijn eigenlijk een brok ‘eigenschap’. Zelfs de naam past bij hun karakter. De schrijfstijl is auctoriaal. Er wordt geswitcht naar verschillende personen en je weet als een buitenstaander wat er allemaal speelt. De thema’s van de verhalen zijn; ‘Je kunt worden beïnvloed in je denken door de manier waarop mensen je behandelen’, ‘geluk maken’, en ‘inzicht’. Motieven hiervoor zijn: De dwerg die gelooft dat hij een leider is, Zwadder die telkens nieuwe methoden bedenkt om geluk te brengen, en het wolkje inzicht boven Bommels hoofd.
5. Schrijver
Naam: Marten Toonder
Geboortedatum: 2 mei 1912
Informatie over zijn/haar leven die belangrijk is voor zijn/haar boeken:
Martens vader was zeekapitein, en bracht strips mee uit Amerika. Hierdoor werd Marten geïnteresseerd in cartoons. Toen hij een keer meeging met zijn vader naar Argentinië ontmoette hij daar een Disney-striptekenaar, die hem stimuleerde om ook te gaan tekenen. Hij trouwde met zijn oude buurmeisje, die ook strips maakte, en zijn vrouw schreef ook teksten bij een aantal van Marten’s strips zoals ‘Kappie’.
6. Eindoordeel (mening+argumenten)
Gebeurtenissen, personages, opbouw, taalgebruik
Ik vond dit voor een literatuurboek best leuk om te lezen. Er zat niet echt spanning in de verhalen, en dat vond ik wel prettig want daar houd ik niet zo van. Maar het werd soms wel een beetje saai. Problemen worden op een heel makkelijke, niet-complexe manier opgelost, meestal door Tom Poes. De gebeurtenissen zijn erg onrealistisch, sowieso al omdat de personages dieren zijn die praten. Maar ik vond de gebeurtenissen wel origineel bedacht. Ook met de magie erbij. De personages vond ik goed weergegeven, ze hadden echt allemaal een eigen karakter. Zoals Joost, de knecht van Bommel, die heel beleefd is maar wel zijn mening geeft, en Bommel, die zichzelf echt een (weliswaar eenzame) wijze heer vindt. Maar Tom Poes kwam naar mijn mening te weinig voor. Hij is er alleen als hij ‘toevallig langs wandelt’. Je wandelt toch niet de hele dag. De opbouw van het verhaal was logisch en ik had ook niet verwacht dat iemand die in 1912 geboren is allemaal flashforwards etc. in zijn boekje zou stoppen. Het taalgebruik vindt ik erg leuk omdat Toonder een aantal nieuwe woorden en uitdrukkingen aan de Nederlandse taal heeft toegevoegd, zoals ‘kommer en kwel’ wat ikzelf een hele grappige vindt, en ‘als je begrijpt wat ik bedoel’. Ze bevatten de nodige humor.


REACTIES
1 seconde geleden