Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Lopen voor je leven door Els Beerten

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover Lopen voor je leven
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas havo | 2080 woorden
  • 17 januari 2008
  • 128 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
128 keer beoordeeld

Boekcover Lopen voor je leven
Shadow
Lopen voor je leven door Els Beerten
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Verkenning:

1. We kregen als opdracht een boek te lezen en er een boekverslag over te maken. Daarbij kregen we een stencil waarop stond welke boeken we mochten lezen voor het boekverslag. Eerst wist in niet welk boek ik zou lezen, maar toen zag ik het boek: Lopen voor je leven van Els Beerten staan. Ik heb toen dat boek gekozen omdat ik dat boek thuis had en me dat het leukste boek leek. Dat kwam doordat ik de achterkant en de flaptekst van het boek al had gelezen en ik nieuwsgierig was geworden naar het boek. Dat kwam grotendeels doordat op de voorkant van het boek deze tekst stond: ‘ Als je iets wilt, zó graag dat je er alles voor over hebt: kan het dan eigenlijk mislukken?’.

2. Toen ik het boek begon te lezen snapte ik eigenlijk eerst het hele verhaal niet. Dat kwam doordat het onderwerp constant wisselde. Ik begreep het een tijdje niet maar nadat ik de achterkant nog eens had gelezen kwam ik erachter dat Noor ( de hoofdpersoon in het verhaal ) de Marathon ging lopen en tijdens het lopen nadacht over haar jeugd. Dat verklaarde waarom het onderwerp van het verhaal steeds wisselde. Je las bijvoorbeeld eerst dat ze met de marathon startte, daarna dat Noor gepest werd op school en later weer dat ze met haar vriendin Rosie speelde. Ik vond het een heel leuk en spannend boek. Doordat je je heel goed kan inleven in het verhaal doordat de dingen die er gebeuren heel erg geloofwaardig zijn. Ze zouden dus zo in je eigen leven kunnen gebeuren. Het boek was vooral spannend omdat er langzamerhand werd verteld wie Linda was en wat ermee was gebeurt.


3. A. Bij mij zijn er tijdens het lezen van het verhaal verschillende gevoelens opgewekt. Deze gevoelens waren: Boosheid, verwarring, blijdschap en spanning.
Boosheid en verwarring doen me denken aan het gedeelte waarin Noor kwaad en erg verward is in de kleedkamers na het trainen. Toni (haar trainer) praat dan met Noor over het nationale kampioenschap. Blz. 119/120.
Het gevoel blijdschap voel je bij de gedeeltes waarin Noor aan het hardlopen is bij trainingen of tijdens het hardlopen om het voetbalveld. Blz. 15/16
Bij spanning zijn er niet echt paginanummers te vermelden, doordat de spanning over het hele verhaal verspreid zit. Je wilt graag weten hoe Linda is overleden en waarom Noor haar schuldig voelt wordt en waarom ze zo graag de marathon wil lopen.
3. B. Belangrijkste zin: ‘Het leven is nu eenmaal niet altijd een lolletje.
Meestal niet, eigenlijk.’ Blz. 120. Ik vind dit een heel mooie zin,
omdat het je echt laat nadenken over je eigen leven.

Belangrijkst woord: Supermens. Blz. 120. Het woord supermens
gaat erover dat niet iedereen perfect is.

4. A. Noor: Noor is een meisje van 18 jaar. Noor is een in zichzelf gekeerd meisje. Ze doet aan hardlopen, dat doet ze om haar hoofd leeg te maken. Tijdens het lopen denkt ze na over haar leven. Noor is iemand die erg koppig is. Ze zit vol met gemengde gevoelens. Waaronder ook haar liefde voor Mattia, waar ze een hele tijd niet voor uit durft te komen.

Rosie: Rosie is een mooi Italiaans meisje. Het is het buurmeisje van Noor. Ze waren beste vriendinnen totdat Noor erachter kwam dat Rosie spullen stal uit winkels. Rosie is in het verhaal een lief, aardig meisje dat verandert in een meisje met een hele eigen wil. Ze heeft dan ook elke week een ander vriendje.


Mattia: Mattia is de broer van Rosie. Mattia is al heel lang verliefd op Noor. Hij gelooft er ook sterk in dat Noor de marathon uit zal lopen. Hij was er altijd voor Noor. Mattia is 2 jaar ouder dan Noor.

Linda: Linda is een jaar ouder dan Rosie en Noor. Ze komt bij Rosie en Noor in de straat wonen. Linda is zwaarlijvig, dat komt doordat ze een ziekte heeft. Ze speelde altijd met Noor en Rosie. Op een dag gaat het vreselijk mis en overlijdt Linda.

Zoë: Noor ontmoet Zoë bij de hardloopclub. Ze worden vriendinnen. Zoë komt erachter waardoor Noor zo erg in zichzelf is gekeerd en probeert haal een beetje los te maken.

Toni: Toni is Noor haar clubtrainer. Noor is ontzettend bang om de beste te zijn en te winnen. Toni helpt haar over haar angsten heen.

B. Noor is iemand die erg in zichzelf gekeerd is dus je hebt het idee dat ze wat achter houdt. Noor reageert daardoor soms erg kwaad en geërgerd. Eerst dat ik: ‘Wat reageert ze kwaad om niets.’
Maar als je er langzamerhand achterkomt waarom ze zo reageert begin je het te begrijpen.


Verhaalanalyse

2. Gegevens over de schrijfster

A. Geschreven boeken:
Haar eerste boek kwam uit in 1987 met de titel: ‘Scènes’.
Haar tweede boek kwam uit in 1990: ‘Mijn tweede solo’.
Later heeft ze nog de volgende boeken geschreven:
1992: Wat een stomme meester!
1993: Simon
1993: Grote kleine broer
1994: Voorbij de blauwe lucht
1995: Zoveel te zien, zoveel te horen
(Ze heeft dit boek samen met haar dochter geschreven)
1998: In het donker is het veilig

2003: Vingeroefeningen
2003: Lopen voor je leven

Ontwerpen van de boeken:
Els beerten heeft de tekst geschreven.
Pauline Hoogweg heeft het omslagontwerp bedacht.
Phile Deprez heeft de Foto voor de omslag gemaakt.

Prijzen:
In 2004 werd het boek ‘Lopen voor je leven’ bekroond met de Gouden zoen en in 2005 mocht ze de Vlaamse Kinder- en Jeugdjuryprijs en de Kleine Cervantesprijs in ontvangst nemen.

Verfilming:
Els beerten heeft nog geen boeken die verfilmd zijn.

B. Beroep:
Els beerten is naast schrijfster ook lerares Engels, Nederlands en Expressie in het voortgezet onderwijs. Daarnaast geeft ze ook nog eens creatief schrijven aan de schrijversacademie van Antwerpen.

Opleiding:

Ze ging naar de universiteit van Leuven, waar ze Nederlands en Engels studeerde. Daarna is ze naar de toneelschool in Maastricht gegaan, maar na 2 jaar werd het duidelijk dat ze toch een andere richting uit wou.

3. Gebeurtenissen

Noor is achttien jaar en gaat de marathon lopen. Iedereen vindt achttien veel te jong om de marathon te lopen, maar Noor is koppig, een doorzetter en vooral een oertalent, zo snel als de wind. Ze zal 42,195 kilometer moeten lopen. Wanneer Noor begint te rennen, schieten er flashbacks uit haar leven door haar hoofd. Tijden waarin ze nog kleiner was: toen ze voor het eerst ging rennen en ‘ontdekt’ werd, toen Rosie haar allerliefste vriendin was en ze met haar broer Mattia wilde trouwen, toen zij en Rosie met Linda speelden, hun zwaarlijvige, maar toch aardige vriendin, toen dat tragische ongeluk gebeurde, dat Noor haar leven sindsdien volledig op haar kop heeft gezet.
Als Noor steeds dichter bij de finish komt, krijgt ze het moeilijk. De leuke en soms minder leuke flashbacks uit haar leven lijken op een gegeven moment allemaal naar een punt toe te leiden: het tragische ongeluk met Linda. In de flashback van het ongeluk wordt verteld hoe Noor en Rosie op een middag in hun boomhut elkaar aan het zoenen zijn, omdat zij willen ontdekken hoe dat nou echt gaat en voelt. Niemand mag het weten, maar Linda betrapt hen. De voorwaarde van Linda dat ze niets door zal vertellen, is dat ze Linda’s spelletje moeten spelen: flauwvallen (bij ‘flauwvallen’ moest het ene kind het andere kind heel hard en lang zijn/haar middel vastpakken, totdat diegene flauwviel.) De meiden proberen het eerst met met Noor, maar het lukt niet om echt flauw te vallen. Als Linda aan de beurt komt, lukt het echter wel. Ze valt echt flauw, maar door haar zwaarlijvigheid lukt het Noor niet om Linda op te vangen! Daardoor komt Linda met haar nek op een boomstam terecht, waarna er iets ernstig knakt. Linda begint vreselijk te trillen, haar ogen gaan open en dicht en dan loopt er een straaltje bloed uit haar oor. Rosie probeert nog hulp te gaan halen maar tevergeefs, Linda sterft. Terwijl Noor rent, komt deze verschrikkelijke trauma weer bovendrijven, maar ze gaat door en door: ze loopt voor haar trainer, Rosie, haar vrienden, haar ouders, maar vooral voor Linda. Ze loopt voor haar leven!

4. Persoonlijke beleving

A. Ik vond het verhaal serieus, ontroerend, spannend en geloofwaardig.
• Ik vond het verhaal serieus omdat het over dingen gaan die in het dagelijks leven voorkomen. Zoals de dood van Linda, er gebeuren veel ongelukken in het dagelijks leven waardoor jonge kinderen overlijden.
• Ik vond het verhaal ontroerend doordat Noor in zichzelf is gekeerd doordat ze nog zoveel gebeurtenissen moest verwerken. Tijdens het lezen kom je erachter wat die gebeurtenissen zijn en hoe vrienden en familie je kunnen helpen.
• Het verhaal was spannend omdat je eerst niet weet waarom Noor altijd zo raar reageert en wat er is gebeurd met Linda. Ook zitten er spannende stukken in uit Noor haar verleden. Zo wordt ze op een ochtend rond 6 uur aangevallen door een hond en niemand kan haar helpen. Pas als de hond flink in haar been heeft gebeten stopt er een man.
• Het was vooral een geloofwaardig verhaal. Doordat zoals ik al eerder gezegd heb, het een verhaal is waar je je heel erg in kunt leven.

De gebeurtenissen zijn ook heel echt verteld en heel uitgebreid met de gevoelens van de hoofdpersoon.

B. Je kunt je het meest inleven in de hoofdpersoon: Noor. Ze loopt de marathon en tijdens het lopen kom je terecht in flashbacks uit haar verleden dat is een periode van 10 tot 18 jaar. Tijdens die flashbacks beleef je het verhaal opnieuw. Je leest het dan ook vanuit de ik-perspectief.

5. Ruimte

A. De plaatsen waar verschillende flashbacks zich afspelen worden meestal niet heel uitgebreid beschreven. Het gaat in het verhaal meer over de gevoelens van de persoon.

B. Bij het lezen van de flashbacks gaat het om een periode van 10 tot 18 jaar. Dus tijdens het verhaal zijn alle 4 seizoenen van belang dus ook alle soorten weersomstandigheden.

C. Het karakter van de personages duidelijk maken. In het verhaal wordt heel veel tijd besteed aan de verschillende karakters van de personages.



6. Tijd

A. Als het verhaal begint gaat her over Noor die op haar 18e de marathon gaat lopen ze wil zich dan laten inschrijven. Aan het einde van het verhaal lees je dat Noor bij de eindstreep van de marathon komt en iedereen naar haar toe rent.

B. Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. Tijdens het lopen van de marathon komen er steeds flashbacks voor van haar verleden.

C. Er komen een heleboel flashbacks voor, maar die zitten ook niet op chronologische volgorde. Als Noor de marathon loopt denkt ze steeds terug aan gebeurtenissen in haar verleden, waarvoor ze eigenlijk de marathon loopt. Zie maar bij het citaat
van antwoord b.


D. Ja, sommige gedeeltes uit het boek worden heel uitgereid verteld. Voorbeeld: Tijdens het rondjes lopen om het voetbalveld of bij de dood van Linda.

E. Het doel is om spanning op te wekken. Voordat er daadwerkelijk word verteld waarom ze bijvoorbeeld de marathon loopt komen er heel veel andere gebeurtenissen voor. Dat zorgt ervoor dat je door blijft lezen.


7. Perspectief

A. Ja, je leest het vanuit de ik-persoon.
B. Nee
C. Nee
D. Nee

8. Verteller

A. Ja, je leest het verhaal vanuit de ik-persoon. Je weet dus ook wat de persoon voelt of denkt.

B. De ik-persoon vertelt wat er in haar heeft afgespeeld. Dus vertelt ze haar verhaal achteraf.

C. Verborgen verteller, in het begin van het hoofdstuk staat er niet:’Ik ga jullie vertellen.’


9. Personages

A. Noor:
Houding: Geërgerd
Kleding: Sportief
Gedrag: Ze is in zichzelf gekeerd dus is ze vrij stil

B. Noor:

Noor zit vooral met haar gedachten bij Linda, ze heeft het gevoel dat het haar schuld is dat Linda is overleden.
Ze is stiekem ook verliefd op Mattia maar dat heeft ze eigenlijk zelf niet eens door. Als ze erachter komt dat ze verliefd op Mattia is, probeert ze het een beetje achterwege te laten omdat ze haar wil concentreren op het hardlopen.
Haar wensen/dromen zijn om de marathon uit te lopen. Ze wil het zo graag dat ze er alles voor over heeft. Ondanks dat iedereen zegt dat ze nog veel te jong is.

10. Stijl

A.
• Tijdens de marathon belevend-ik
• Tijdens de flashbacks vertellend-ik
• Verband tussen de gebeurtenissen
• Gebeurtenissen lijken in een willekeurige volgorde

B. Overdrijvingen


11. Thema

A. Noor heeft het overlijden van haar vriendin Linda nog niet verwerkt ze denkt dat het haar schuld is.

B. Noor keert een beetje in zichzelf. Ze durft haar gevoelens niet altijd te uiten en is bang om de beste te zijn of te winnen.

C. Lopen voor je leven gaat over een meisje dat haar verleden wil achterlaten. Ze probeert los te komen van haar schuldgevoel dat haar gedrag, haar vriendschappen en verliefdheid belemmert.

REACTIES

J.

J.

heel goed

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Lopen voor je leven door Els Beerten"