A
- Titel van het boek is Lassie de trouwe vriend.
- De naam van de auteur is Henri Arnoldus.
- De naam van de uitgever is N.V. Zuid-Nederlandse Uitgeverij en het jaar van het verschijnen is 1961.
B
- De hoofdpersoon is Lassie, Lassie heeft een lief karkater, luistert goed, zij heeft het uiterlijk van een hond.
- Het probleem van Lassie is dat er stropers zijn die op herten jagen en die dus willen doden.
- Andere voorkomende personen in het verhaal zijn Jeff Miller. Hij is het baasje van Lassie. Jeff is een eerlijke jongen. Gramps is de opa van Jeff. Hij is een reuze kerel, hij is zeer moedig. Jeff heeft ook nog een moeder, Mevrouw Miller, zij heeft geen man meer, ze is snel bezorgt. Jim en Paul zijn twee stropers, aardig zijn ze dus absoluut niet.
- De verhoudingen tussen Gramps, Jeff en Lassie en de stropers verandert in de loop van het verhaal niet.
In het begin vertrouwen Gramps, Jeff en Lassie hun al niet en dat blijft ook zo.
- Je leert de personen kennen ( Gramps, Jeff en Lassie en Jim en Paul ) door de situaties waarin ze belanden.
Je leert niemand van binnenuit kennen omdat het boek niet specifiek op één persoon is gericht.
- Het verhaal speelt in het bos af, dat bos is grondbezit van Gramps. Hij en Mevrouw Miller en Jeff wonen daar.
- Waarneer het afspeelt is denk ik ergens tussen 1950 en 1960. Dat wordt niet in het verhaal verteld.
- Van begin tot eind duurt het verhaal twee dagen maar in de tussentijd gebeuren er wel veel dingen.
- De loop van het verhaal is net zoals het in het echt zou verlopen. Van terugblikken is er geen spraken.
- De schrijver wil de lezer met dit boek amuseren.
- Het verhaal is voor jongeren.
C
1: Het verhaal is leuk omdat ik altijd wel al veel van Lassie had gehoord en nu zelf is kon zien wat Lassie nou allemaal precies deed. Het verhaal is ook begripvol omdat ik precies kon begrijpen wat de personen denken.
2: Lassie wilde gaan spelen met de herten in het bos, maar toen zag ze twee stropers, de herten hadden de stropers niet door dus kwam Lassie in actie en jaagde de stropers weg. Deze situatie vond ik leuk omdat ik vaak gehoord had dat Lassie moedig is en dat komt hierdoor sterk naar voren.
D
- De auteur Henri Arnoldus heeft een hele serie boeken geschreven over Lassie.
- Ze gaan allemaal over de avonturen die Lassie beleeft.
- Tegenwoordig zijn er haast niet meer of zelden boekenbesprekingen van zijn boeken.
- Deze schrijver heeft de boeken geschreven van Lassie brengt redding, Lassie in de sneeuwstorm, Lassie laat niet los, Lassie ruikt onraad, Lassie grijpt in, Lassie op speurtocht, Lassie wordt ontvoerd, Lassie red Gramps, Lassie is verdwaald.
Samenvatting verhaal
Op een dag gaan Jeff Miller, Gramps en Lassie naar buiten voor een wandeling. Het is een mooie dag dus waarom ook niet eigenlijk. Genietend van de natuur merkt Lassie ineens iets op.
Lassie rent het bos in en Jeff Miller en Gramps die merken dat Lassie iets vreemds heeft opgemerkt rennen snel achter hem aan. Eerst zien ze alleen twee herten maar dan ineens horen ze Lassie blaffen en een man schreeuwen, snel lopen de twee op het geluid af. Daar aangekomen zien ze twee stropers wegrennen.
Snel zet het drietal de achtervolging in. De stropers stappen snel in de auto en rijden weg Jeff en Gramps rennen achter de wagen aan maar ze kunnen hem niet bijhouden dus hangt alles nu van Lassie af.
De trouwe vierpoter rent vlak langs de banden van de rijdende auto, maar Lassie is vastbesloten hij zal de boeven te pakken krijgen. Aan de kant van de bestuurder staat een raam open merkt Lassie op.
De hond spring omhoog en pakt zo de arm beet van de bestuurder die het uitschreeuwt en de macht over het stuur verliest. Ze knallen tegen een boom. Jeff en Gramps die alles van een afstandje zagen zetten het snel op een sprinten. Dit is hun kans om te kijken wat die stropers allemaal aan het uitvoeren waren.
De twee stropers zijn versuft door de botsing, ze stappen de wagen uit. Jeff en Gramps zijn ook bij de wagen aangekomen. Gramps vraagt de mannen wat ze deden. Niks zegt een van de mannen. Ja vast: ‘’Zegt Gramps’’.
Laat me dan maar onder dat zuil kijken, daar liggen vast allemaal fazanten en andere dieren. Het stroopseizoen is allang afgelopen hor en jullie hebben helemaal niks op mijn landgoed te zoeken. De stropers raken in paniek.
Een stroper die nog dicht bij de auto staat pakt er snel een geweer uit en zegt dat ze naar achteren moeten stappen en de hond ook terug moeten roepen. Dit doen ze dan maar.
De stropers rijden zo weg maar Jeff heeft wel het kenteken van de auto onthouden en eenmaal weer thuisgekomen bellen ze gauw de politie. Ze vertellen het kenteken aan de politie en die trekt het na.
De wagen blijkt gestolen te zijn dus daar schieten ze ook al niet veel mee op.
’s Avonds gaan ze slapen maar dan ineens midden in de nacht hoort Jeff Lassie buiten blaffen.
Wat is er aan de hand denkt Jeff, snel roept hij Gramps uit bed die z’n geweer voor de zekerheid meeneemt en ze gaan kijken. Lassie word losgemaakt en mag natuurlijk mee. Ssst:’’ Zegt Gramps tegen Jeff’’ Hoor je dat ook,
ze horen geritsel in de struiken. Dan ziet Gramps opeens een hoofd van een van de stropers van die middag. Het is volle maan dus ze kunnen nog wel wat zien. De stroper ziet Gramps gelukkig niet. Gramps beveel Jeff om de politie te bellen en zeggen dat de stropers er weer zijn. Jeff doet dit en 10 minuten later in een spannende afwachting loeien de sirenes. De stropers die zo schrikken zijn eerst helemaal gedesoriënteerd waardoor ze vergeten te ontsnappen en over elkaar heen struikelen. Gramps loopt snel op de twee af en houd ze onder schot.
De politie komt er ook snel aangelopen. De sheriff zit dat het Jim en Paul zijn een beroemd jagers duo, die zochten we al een tijdje:’’Zegt de sheriff’’ De drie helden worden bedankt maar natuurlijk vooral Lassie.
REACTIES
1 seconde geleden