Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Laatste schooldag door Jan Siebelink

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Laatste schooldag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 4348 woorden
  • 30 juni 2012
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
6 keer beoordeeld

Boekcover Laatste schooldag
Shadow
Laatste schooldag door Jan Siebelink
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu

1. De laatste schooldag.

2. Er worden verschillende leraren geïntroduceerd. Op een leraar wordt dieper in gegaan. Bobby Kolvoort, een al wat oudere biologieleraar op het Willem de Zwijger College, heeft zijn oog laten vallen op een eindexamenleerling, Mark Lukkien. Bobby vindt hem erg aantrekkelijk en probeert hem te ‘veroveren’. Het verhaal wordt verteld door een – overigens anonieme – collega van Bobby. Deze collega probeert Bobby goed in de gaten te houden. Op een dag ziet hij Bobby en Mark in de duinen: waarschijnlijk probeert Bobby Mark te verleiden door hem 'bijles te geven'.

Niet lang daarna is het de laatste schooldag van het jaar. Mark heeft zijn diploma gehaald en zal de school verlaten. Wanneer iedereen de geslaagde eindexamenkandidaten feliciteert, probeert Bobby Mark een bloemetje te geven. Mark besteedt echter geen aandacht aan zijn leraar biologie, omdat hij in de ban van zijn vriendin is. De verteller ziet hoe de situatie in elkaar zit en realiseert zich dat dit kan leiden tot een vervelende situatie voor Bobby. Maar Mark ziet niet dat Bobby hem de bloemen wil geven; die blijft alleen achter in de hal en er beginnen tranen te vloeien.

4, a. In het begin roept het verhaal een gevoel van verbazing op, want de leraar Bobby Kolvoort vindt een leerling leuk van hetzelfde geslacht namelijk Mark Lukkien. Dat vond ik raar. Er wordt beschreven dat hij Mark wil veroveren. Het is de laatste schooldag en de diploma’s worden uitgedeeld. Dat geeft een goed gevoel, want ik kijk ook uit naar die dag. Die ervaring dat je eindelijk dat papier in je handen krijgt en je na al die jaren geslaagd bent. Ik ben erg benieuwd hoe dat in mijn geval gaat lopen.

4, b. “Hij was vol goede moet, op die Mark had hij zijn hoog gevestigd. “ blz 7. De leraar Bobby wil zijn leerling Mark veroveren, terwijl Mark een vriendin heeft. Bobby wordt uiteindelijk ook verhindert door zijn vriendin die Mark aan alle kanten omhelst na de uitreiking van zijn diploma. Dat is de belangrijkste zin, omdat het de oorzaak is dat Bobby staat te huilen op het eind. Het was mislukt en daar gaat het verhaaltje over.

4, c. “Omhelzingen” is het belangrijkste woord omdat de vriendin van Mark hem stevig en overdreven omhelst op het moment dat hij zijn diploma krijgt uitgereikt. Daardoor kan Bobby niet de bloemen geef aan Mark. Dat wilde hij zo graag, hij wilde hem veroveren en dat is mislukt door die omhelzingen.

5, a. Mijn mening over de leraar Bobby Kolvoort is dat het een nare man is. Leerlingen hoor je niet te ‘veroveren’. Het zijn geen objecten. Als leraar blijf je ‘op afstand’. Hij had moeite met lees geven en orde houden, maar stiekem stak hij zijn tijd in het veroveren van leerlingen. Dat is onbegrijpelijk en vreselijk om bij na te denken. De leerling Mark had niks door en kreeg gewoon bijles van Bobby, zijn gedrag was gewoon normaal. Ik vond het mooi om te lezen hoe de vriendin van Mark hem omhelsde. Ze is echt verliefd en naar mijn mening een goed persoon. Ze voorkwam ook iets wat vreselijk had kunnen aflopen.

5, b. Personages: Bobby Koolvoort, een man van veertig, leraar biologie aan het Willem de Zwijger. Hij kan totaal geen orde houden en is erg teruggetrokken, behalve tegenover Mark, een leerling waar hij kennelijk bepaalde gevoelens voor heeft. Over de jongen kom je verder weinig te weten, het is een vlak karakter. Ook de vriendin van Mark komt niet echt aan de orde. Er wordt alleen verteld hoe ze Mark omhelsde.

Titelverklaring: de laatste schooldag en Mark krijgt zijn diploma. Het geeft aan in welke tijd het zich afspeelt. Een tijd van blijdschap.

2. De ochtend van Waterloo.

2. Een pas benoemde docent Peter heeft contact met Henk Resink die vreselijk populair doet. Resink kan echter volgens de andere docenten geen orde houden en dan tel je eigenlijk niet mee. De conrectrix Jenny Groen waarschuwt Peter voor hem en probeert en passant Peter te verleiden. Deze trapt daar niet in. Het gaat met Henk Resink in de klas steeds slechter (zo wordt hij door leerlingen in zijn lokaal opgesloten, waar de nieuwkomer Peter wel gezag uitstraalt en in een tel dat lokaal open krijgt). Hij wordt tenslotte door Jenny Groen van zijn lessen ontheven. Op zijn afscheidsfeestje heeft Henk al zijn oudcollega’s uitgenodigd. Hij krijgt van het personeel een verstelbare tuinstoel. Hij gaat erin zitten en zet kruisjes achter de namen van de collega’s die aanwezig zijn op zijn feestje. Een dag later blijkt Resink dood te zijn: is het zelfmoord of een hartaanval?

4, a. De tekst geeft een gevoel van medeleven met Peter. Hij is nieuw op school en wordt vrienden met de ervaren Henk. Echter wordt Henk ontheven van zijn functie en is hij de dag daarna dood. Voor Peter moet dat een zware klap zijn geweest en dat vind ik zielig.

4, b. “Hij moet nu met haar over Henk Resink praten, hij wil haar handen voelen, haar witte tanden.” Blz 36. Dit is een belangrijke zin, omdat deze zin aangeeft hoe zwaar het voor Peter moet zijn en hoe graag hij zijn verhaal kwijt wil.

4, c. Het belangrijkste woord uit dit verhaal is ‘leerlingen’, omdat deze leerlingen Henk Resink hebben opgesloten in zijn lokaal. Ze hadden ‘fuck the teacher’ op het bord geschreven. Henk had totaal geen orde meer in de klas. Dit was de aanleiding dat de het bestuur van de school hem heeft ontslagen, wat uiteindelijk de dood van Henk betekende.

5, a. Mijn mening over Peter is positief, hij is een man van 22 die net nieuw is op school en gelijk al met problemen moet om gaan binnen de school. Hij kan goed les geven en is een gevoelig persoon. Hij was zeer zenuwachtig voor zijn eerste lessen, maar vond medeleven in Henk die helaas nu is overleden.

5, b. Peter van Ofwegen, een jonge leraar van 22, die net is begonnen op het Willem de Zwijger. Hij raakt bevriend met Henk Resink en wordt verleid door de conrectrix Jenny Groen. Vlak karakter.

Henk Resink, een oudere man die geschiedenis geeft aan het Willem de Zwijger. Hij is excentriek en wordt door zijn collega’s gemeden.

Titelverklaring: nooit is Napoleon dichter bij een overwinning geweest dan in Waterloo. Dit was een uitspraak van Resink tegen Peter als bemoediging. We hebben het allemaal moeilijk in het begin, maar geen partij is gespeeld voor de laatste kaart.

3. Een evenwichtig bestaan

2. Ernst Greve, een net afgestudeerd Neerlandicus, wordt benoemd op het Willem de Zwijger. Hij is blij want zijn favoriete schrijver Eric Wille geeft daar ook les. Natuurlijk ontmoeten beiden elkaar. Dat is niet naar de zin van conrector Minkman die hem waarschuwt voor Wille. Je moet de man maar zoveel mogelijk mijden is zijn advies. Bij het jubileum blijken Minkman en Wille een rol in het cabaret te spelen, maar er komt een passage in voor die niet zo gunstig is voor Wille. Die passage gaat eruit. Op het jubileumbuffet met het Curatorium wordt Wille opnieuw door Minkman benaderd en beledigd. Hij grijpt nu stevig in en slaat Minkman neer: een rib in zijn long. In het volgende schooljaar is Wille ontslagen. Ernst vraagt of hij dan in die cursus mag lesgeven in het lokaal van Wille, maar die raadt hem dat af, omdat er anders een definitieve afstand komt tussen hem en de andere docenten.

4, a. Op het moment dat de rector Wille mede deelt dat hij alleen maar als negatief wordt gezien door alle werknemers op het college wekt het een gevoel van medelijden en onbegrijpelijkheid op. Het staat buiten kijf dat een rector over zo’n onderwerp het op die manier moet melden. Dat had veel zorgvuldiger gemoeten en roept dus een gevoel van onbegrijpelijkheid op.

4, b. “Er hoeft maar dàt te gebeuren of het evenwicht is verstoord en de vlam slaat in de pan.” Dit is een soort van inleiding op het gevecht dat een bladzijde daarna ontstaat tussen Wille en de conrector. Ze provoceren elkaar. Er gebeurde niet veel, maar de gevoelens en meningen werden opgekropt de laatste paar maanden en je voelde dat er iets stond te gebeuren.

4, c. “Woorden” is het belangrijkste woord van het verhaal, omdat de conrector Minkman met woorden de schrijver Wille psychisch schade aanbracht. Wille trok dit zich zo erg aan dat hij op het punt stond de rector dood te slaan, maar andere leraren overmeesterden hem net op tijd voordat hij meer schade aan kon richten. De woorden waren de oorzaak van het gevecht, en dus het vertrekken van Wille van het college.

5, a. Ik kan het gedrag van de conrector totaal niet waarderen, zoals ik al eerder zei. Je gaat niet op die manier om met leraren en je moet dat soort situaties zorgvuldiger aanpakken. Je kan niet zo maar met woorden smijten die psychisch bij iemand heel hard aan kunnen komen. Natuurlijk is het slaan van Wille niet goed te praten, maar het is wel enigszins een verklaring voor zijn acties. Kennelijk zat het heel diep en moest hij zijn woede op deze manier uiten. Het gedrag kan ik dus niet goedkeuren, maar ik kan er wel mee iets bij voorstellen. Ernst heeft hier verder niks mee te maken en komt niet uitgebreid aan de orde. Ik kan daar niet goed een oordeel over vellen.

5, b. Ernst Greve, nieuwe - jonge - aangestelde leraar Nederlands op het Willem de Zwijger. Hij ontmoet Eric Wille, over wie hij zijn scriptie heeft gedaan.

Erik Wille is docent Frans en schrijver, ongeveer vijftig jaar oud. Een agressief mannetje dat zich afsluit van de buitenwereld. Collega’s mogen hem niet, vooral Minkman niet.

Minkman is een jaar of veertig. De conrector van het Willem de Zwijger. Gemeen, geniepig ventje dat Wille kliert en veel roddels verspreidt.

Titelverklaring: een evenwichtig bestaan slaat op Eric die zijn evenwicht is verloren en doorslaat.

4. Museumplein

2. De net benoemde tekenleraar Sander Diemont doet het boven verwachting erg goed. Hij heeft een weliswaar vluchtig maar goed contact met de rector. Op een dag ziet hij de rector met Dorien Kraats, een lerares Nederlands, hand in hand op het Museumplein stappen. Op een feestje maakt iemand een opmerking over het feit dat de rector weer met Dorien praat. Sander praat zijn mond voorbij en het verhaal van het Museumplein komt bij Minkman. Het curatorium wordt ingelicht. Sander besluit een en ander tegen de rector te vertellen. Die vindt het jammer dat Sander niet gezien heeft dat zijn vrouw er ook bij was. De rector vertelt hem dat er volgend jaar voldoende uren voor Sander zijn. Hij legt hem uit hoe bepaalde dingen werken op het college.

4, a. De tekst heeft een tevreden gevoel bij me opgewekt. Sander zet zijn beste been voor en probeert zo goed les te geven als mogelijk is. Echter wordt dat niet gewaardeerd door conrector Minkman die Sander streng toespreekt en hem slecht laat voelen. De rector daarentegen breidt dit recht en vergeeft Sander dat hij het geheim heeft doorverteld. Dat vond ik mooi om te lezen, dat gaf een goed gevoel.

4, b. “Zal ik je eens wat vertellen? Het zinnetje was Sander ontglipt en hij zweeg nu verstrikt.” Dit is de belangrijkste zin van het boek, omdat dit de oorzaak is voor al het gedoe over dat de rector een relatie zou hebben met Dorien. Sander zag ze lopen en vertelde dat later aan Willemsen. Dat was niet zo slim, maar uiteindelijk loopt het goed af voor hem.

4, c. “Geheim” is het belangrijkste woord, omdat het geheim de basis vormt voor de discussies die worden gevoerd in dit verhaal. Het geheim is dat de rector een stiekeme relatie zou hebben met Dorien, een lerares Nederlands. Dat bleek achteraf niet waar te zijn (hoewel, in de laatste zin van het verhaal wordt toch weer de indruk gewekt dat er toch WEL sprake is van overspel), maar bezorgde Sander wel hoofdpijn.

5, a. De hoofdpersoon Sander is een goed voorbeeld van een sociaal, vrolijk iemand die altijd open staat voor verbeterpunten. Een goede jonge leraar en hij voelt zich ook schuldig dat hij het geheim doorvertelde. Zijn gedrag valt niks op aan te merken. De conrector daarentegen, net zoals in verhaal 3, is een slecht persoon die Sander flink in de grond laat zakken. Hij vuurt heel wat negatieve opmerkingen op Sander af, waardoor Sander dieper over het leven na gaat denken. Hij stelt vragen bij zijn acties en is onzeker en verlegen. De rector pleegt overspel met Dorein, maar of dat nou echt het geval was is niet helemaal duidelijk voor mij. Ook dat hij Sander vergeeft dat hij het geheim had doorverteld is een mooi gebaar.

5, b. Minkman is een jaar of veertig. De conrector van het Willem de Zwijger. Gemeen, geniepig ventje dat Wille kliert en veel roddels verspreidt.

Sander Diemont, leraar kunstgeschiedenis die plezier heeft in het lesgeven. Hij sprak een aantal keer af met Dorien. Vlak karakter.

Dorien Kraats, derares Nederlands die met de rector gaat, waardoor hij overspel pleegt.

Titelverklaring: museumplein is de plek waar Sander de rector en Dorien ziet lopen. Dit is de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal.

5. Het onbereikbare Kanaän

2. Bosman, een oud-Mavoleraar, is door de fusie op het Willem de Zwijger gekomen. Hij voelt zich daardoor zeer vereerd. Zijn zoon doet eindexamen VWO en het is de gewoonte dat de collega's dan 's avonds langs komen op het feest. Bouman moet van alles in huis halen. Dat doet hij ook en er komen veel collega's. Ze blijven echter maar kort en later op de avond loopt Bouman langs het huis van een andere collega die ook een geslaagde zoon heeft. Daar blijken ze een groot feest te hebben. Hij loopt via de tuin, waar hij gezien wordt door zijn zoon, terwijl hij zich achter de struiken verborgen houdt. Teleurgesteld gaat Bouman weer naar huis. Bij thuiskomst van zijn zoon komt deze toch nog even de slaapkamer binnen.

4, a. Rolf is geslaagd en dat wekt een gevoel van verlangen op. Ik kijk ook uit naar die tijd. Bosman hoopte op een groot feest, maar er kwamen echter alleen mensen die later nog een ander groter feest bezochten. Dat was jammer voor hem, maar hij ziet later toch in dat hij niks fout heeft gedaan. Hij kan er mee leven. Dat wekt een gevoel van bewondering op. Hij had het zo erg gehoopt, maar hij kan er wel mee leven.

4, b. De belangrijkste zin uit de verhaal is: “Dus hij koos, ook bij het boodschappen doen, straten waar hij zo min mogelijk kans liep leerlingen tegen te komen.” De droom om VWO les te geven kwam uit, maar uiteindelijk werd hij er verdrietig en eenzaam van. Zijn lessen verliepen niet zoals hij wou en hij verloor orde in de klas. Hij voelde zich niet goed in zijn vel, maar hij kon zijn zoon les geven en zien slagen. Dat was het belangrijkste.

4, c. Het belangrijkste woord is ‘onbereikbaar’. Hij sloot zich op momenten af van de buitenwereld, terwijl toen zijn zoon slaagde er toch een groot aantal mensen op bezoek kwam. Dat is tegenstrijdig. Op moeilijk momenten was hij gewoon niet meer, hij sloot de ramen en gordijnen en ging slapen. Dat was overdreven ziet hij later in.

5, a. Bosman is een heel gevoelig persoon. Hij sloot zichzelf in moeilijke periodes op, dat was onnodig. Midden in de nacht na het feest ging hij een rondje lopen en bij feesten ronddwalen op zoek naar zijn zoon. Dat was geen slimme actie. Zijn zoon wou dat helemaal niet. Zijn zoon Rolf genoot van het moment en dat is mooi om te zien. Blijdschap en vrolijkheid. Na het feesten wenst hij zijn vader nog een goede nacht toe, ondanks dat zijn vader onverwachts hem lastig viel op een andermans feestje. Die liefde is mooi om te zien.

5, b. Bosman, een man van 49 jaar, leraar op het Willem de Zwijger. Hij heeft maar één oog en zijn vrouw Els is overleden. Zijn zoon Rolf is net geslaagd.

Titelverklaring: ook Bosman zal het beloofde land Kanaän nooit binnentrekken. Hij zal nooit een goede leraar worden zoals hij dat voor ogen ziet.

7. Intercom

2. De ongetrouwde conciërge Bennie Peters heeft het er moeilijk mee dat er een nieuwe conciërge Teubner bijgekomen is, die hem de baas probeert te spelen. Vooral datgene wat hij vroeger zo goed deed, door de Intercom omroepen, gaat hem steeds slechter af wanneer de andere erbij is. Intussen is hij verantwoordelijk voor het zendingsgeld dat in de klassen wordt opgehaald. Naarmate hij zich steeds slechter gaat voelen op school, neemt hij steeds meer geld weg. De conrector Minkman is verantwoordelijk voor de zendingsgelden. Op een dag moet Peters met de billen bloot. Hij is betrapt. Hij loopt onder het strenge oog van de rector het Willem de Zwijger College uit. Bennie wordt verjaagd.

4, a. Ook dit verhaal roept weer een gevoel van medelijden op. De conciërge heeft het er moeilijk mee dat er een nieuwe conciërge bij gekomen is. Hij verliet de school altijd fluitend en uiterst vrolijk maar dat is nu anders. Het omroepen lukt niet in het bij zijn van de nieuwe conciërge. Het gaat steeds slechter met hem en wordt uiteindelijk betrapt op het stelen van geld uit de kas. Dat was zijn eigen schuld en rechtvaardig maar de oorzaak was het aanstellen van Teubner. Teubner, de nieuwe conciërge is niet zo’n goede conciërge. Hij commandeert iedereen en wordt daarop ook aangesproken. Dat geeft me een goed gevoel, want het is nare man die graag de touwtjes in handen heeft.

4, b. “De besneewude akkers zagen er vandaag zo grijs, zo doods en onverschillig uit. Met Ben Peter was er ook iets mis.” Dit is de inleiding die aangeeft hoe Ben Peters zich voelt met de nieuwe conciërge die zijn taken eigenlijk overneemt. Hij heeft geen plezier meer en stottert bij de intercom. Dit is belangrijk in het verhaal, want dit is de aanleiding van het verlaten van de school door Ben.

4, c. Het belangrijkste woord is ‘collega’, omdat de nieuwe collega van Ben zijn mooie werk omtoverde in tergend saai en beschamend werk. Hij ergerde zich, hij voelde zich niet op zijn gemak en hield zich niet meer aan de regels. Dat allemaal door zijn collega.

5, a. Ben Peters zat natuurlijk fout toen hij het geld jatte, maar ik heb ook wel respect en medelijden want hij vond zijn werk zo leuk, hij genoot er echt van. Na het aanstellen van een tweede conciërge werd een heel ander verhaal voor hem. Die nieuwe collega had een vreselijk gedrag. Geen medeleven en geen respect voor andere mensen. Hij was chagrijnig en gedroeg zich terughoudend ten opzichte van collega’s terwijl Ben juist de lieveling van de school was in het begin.

5, b. Ben Peters, de conciërge van het Willem de Zwijger. Hij houdt zielsveel van zijn hond, Speedy Gonzales, en wordt zenuwachtig in Teubners bijzijn. Teubner, de nieuwe collega van Bennie Peters. Een kleerkast, wordt ‘de gorilla’ genoemd. Hij is bazig en arrogant.

Titelverklaring: de conciërge begint moeilijkheden te krijgen met de intercom bij aanwezigheid van de nieuwe conciërge. Hij begint te stotteren.

8. Ziekteverlof

2. Stellingwerf, als docent verbonden aan het Willem de Zwijger College, laat op een dag zijn leerlingen iets eerder uit het lokaal los. Ze zijn namelijk klaar met het maken van een proefwerk. Conrector Minkman roept hem hiervoor op het matje. Later komen er steeds meer klachten van ouders over Stellingwerf binnen: bijvoorbeeld over het te laat starten van de les of het eerder beëindigen. Wanneer hij een gesprek heeft met een jonge conrector, is het duidelijk dat hij gezocht wordt. Een ouder dreigt zelfs een klacht in te dienen wegens 'mishandeling'. Opnieuw wordt hij door de conrector ontboden. Stellingwerf zegt in zijn reactie dat hij de betreffende jongen alleen maar bij zijn arm heeft gepakt.

De situatie in school wordt verweven in een situatie waarin Stellingwerf altijd met zijn hond wandelt. Op een dag wil de hond na een wandeling niet meer de auto in. Stellingwerf rijdt een stukje met de auto weg en de hond rent achter hem aan. Dan staat er een man langs de kant. Stellingwerf stopt om te vragen of hij de man kan helpen; hij moet immers ook nog de hond in de auto zien te krijgen. Deze man beschuldigt Stellingwerf ervan dat deze de hond in het bos wilde achter laten, en maakt hem duidelijk dat dit hij dit niet mag doen. Er is een vergelijking te maken tussen het optreden van deze man en de jonge conrector die hem ook van allerlei oneigenlijke dingen beschuldigt. Stellingwerf probeert de man te overtuigen dat dit zeker niet de bedoeling was, maar de man gelooft hem niet. Hierop geeft Stellingwerf de man een zet, waarna deze van zijn fiets valt. Stellingwerf kan niet meer ophouden en begint de man te trappen.

4, a. Het is belachelijk voor woorden dat Stellingwerf zo maar die man neer schopt, alleen omdat hij een provocerende opmerking maakte. Dat moet je negeren en verder niet op in gaan. Dat deed hij wel en dat roept een gevoel van geweld op. De man die de opmerkingen maakte had dit ook waarschijnlijk niet zo bedoelt, gevoel van onbegrip.

4, b. De belangrijkste zin is: “weet u, u mag uw hond hier niet in het bos achterlaten”. Dit is de eerste opmerking die de man maakt. Stellingwerf voelt zich beledigd en begint er op los te schoppen.

4, c. Het belangrijkste woord is ‘hond’, omdat de hond hier een sleutelrol vervult. De ruzie draait om de hond. Stellingwerf houdt zielsveel van zijn hond en pikt geen commentaar.

5, a. Stellingwerf is een gewelddadig persoon en dat vind ik slecht. Je kan niet zo maar iemand neerschoppen omdat hij een paar vervelende opmerkingen maakt. Tuurlijk, het is vervelend maar dat kan je ook anders oplossen dan het gevecht aan te gaan. Dus kortom, het gedrag keur ik af.

5, b. Stellingwerf, een agressieve man, leraar, met een whippethond genaamd Mistral, waar hij zielsveel van houdt. Vlak karakter.

De plaats is bij dit verhaal anders dan de voorgaande verhalen. Eerst speelt het zich af op school, maar het belangrijke deel speelt zich af in de sneeuw in een bos.

Titelverklaring: Stellingwerf is ziek in zijn hoofd en moet met verlof om weer de oude te worden.

Algemeen


Ik heb er voor gekozen om deze punten te behandelen in het algemeen, omdat in alle hoofdstukken is vrijwel hetzelfde is. In elk hoofdstuk wordt een ander persoon besproken van het college, maar de structuur, stijl tijd en het thema veranderen amper. 6 heb ik overgeslagen, omdat ik dit een moeilijk stuk vond en niet passend bij de andere verhalen. Tevens kwam het met de bladzijdes op deze manier beter uit.

1. Ik heb gekozen voor dit boek, omdat de titel erg aansprak. Ik zit zelf in de examenklas en ik kijk dus uiteraard erg uit naar de laatste schooldag. Dit leek me een erg interessant onderwerp.

3. Mijn eerst reactie op het boek is zeer positief, maar er zit heel veel geweld en onrechtvaardigheid in. Dat had ik totaal niet verwacht! Ik dacht bij laatste schooldag alleen maar aan leuke en positieve herringen, maar de verhalen gaan ook over hoe leraren zijn ontslagen. Desondanks was het wel erg leuk om te lezen en kon ik me goed inleven bij bijna elk verhaal. Het las erg makkelijk en de beschrijvingen waren beknopt maar duidelijk. Kortom, erg leuke en verassende verhalenbundel!

Perspectief

Bij bijna alle verhalen is het perspectief auctoriaal (hk 2, 3, 4, 5, 7 en 8). Bij het eerst hoofdstuk daarentegen komt het ik-perspectief voor.

Structuur

Het boek is een verhalenbundel. De elf verhalen draaien allemaal om hetzelfde thema en vormen samen dus één groot geheel. Sommige verhalen hebben veel dialogen, maar de meesten bestaan vooral uit beschrijvingen van het gevoel wat de hoofdpersoon bij de situatie krijgt. In het eerste hoofdstuk worden de hoofdpersonen geïntroduceerd. Daarna volgt bij elke leraar/lerares een verhaal.

Plaats en ruimte

De verhalen spelen zich grotendeels af op het Willem de Zwijger college, of in de huizen van de desbetreffende leraren. Dit is van belang, omdat op een andere school de leraren hoogstwaarschijnlijk anders met elkaar omgaan, en de thuissituaties zijn ook afhankelijk van de huisgenoten en de stad waarin de persoon leeft.

Stijl

De stijl van schrijver beviel echt heel goed. Sinds tijden heb ik niet zo gemakkelijk een boek doorgelezen. Er bevinden zich nauwelijks moeilijke woorden in.

Thema

Laatste schooldag is een boek over de wetten van de scholengemeenschap. Die wetten worden gemaakt door de rector, de conrectoren en de docenten, maar in de junglegemeenschap van een school zijn zij even vaak meester als slachtoffer. De karakters doen elkaar onrecht aan.

Over de schrijver

Siebelink groeide op in een streng-godsdienstig christelijk gezin. Hij werd leraar Nederlands en Frans en studeerde in zijn vrije tijd Franse taal- en letterkunde. Naast zijn leraarsbaan begon hij te schrijven en bracht hij een aantal romans en verhalen voort. Zijn belangrijkste romans zijn De herfst zal schitterend zijn, En joeg de vossen door het staande koren, De overkant van de rivier, Vera, Margaretha en de bestseller Knielen op een bed violen. In het laatstgenoemde boek vertelt Siebelink over de godsdienstige kring waar zijn vader toe behoorde en hoe hij daar zelf bij betrokken werd. Van Knielen op een bed violen waren in 2008 meer dan 500.000 exemplaren verkocht. In september 2009 kwam de vijftigste druk uit.[1]

Naast zijn literaire werk schreef Siebelink ook essays over decadente Franse literatuur. Hij is woonachtig in Ede.

5, c. De schrijver heeft dit verhaal prima uitgewerkt. Het is prima te volgen en het leest heel makkelijk door weinig dialoog en weinig gedetailleerde beschrijvingen. Het heeft makkelijk taalgebruik. Mijn mening is zeer positief.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Laatste schooldag door Jan Siebelink"