Het paradijs door J. Overduin

Algemene gegevens

1. Titel van het boek: Het Paradijs
2. Auteur: Jan Overduin
3. Plaats,jaar van uitgave, jaartal eerste druk: Kampen,De Groot Goudriaan, 1999,1999.
4. Het genre van het boek: biografie

Ruimte

5.Op welke plaats(en) speelt het verhaal zich af ?
Op verschillende plaatsen, bijv. in huis, in het park bij de vijver en hij heeft het boek gedeeltelijk in bed geschreven.

6.Is deze omgeving belangrijk voor het verhaal?
Ja, hij wilde een keer zelfmoord plegen, door zich te verdrinken. Dan is de omgeving wel belangrijk, maar verder is de omgeving niet zo belangrijk.

Tijd

7.In welke tijd speelt het zich af?
Staat er niet in, maar ik denk wel minstens 100 jaar geleden, omdat het ook over een weeshuis gaat.

8. Wat is het tijdsverloop van het verhaal?
Dat is wel tientallen jaren, want het gaat over een heel leven van een man.

Opbouw

9. Is het verhaal chronologisch verteld? Leg je antwoord uit.
Het is niet chronologisch verteld, want er komen verschillende flashbacks in voor, maar eigenlijk beschrijft de schrijver zijn hele leven als flashback.

10. Heeft het verhaal een open of gesloten einde?
Het verhaal heeft een gesloten einde. Je weet hoe het met de hoofdpersoon afloopt. Hij sterft aan het einde van het verhaal. Ook weet je zelfs hoe hij gestorven is want dat beschrijft de dominee.

Personages

11. Wie is de hoofdpersoon?
Jan Overduin

12. Vertel iets van het karakter van de hoofdperso(o)n(en).
De hoofdpersoon is heel stil en teruggetrokken, hij houd zich afzijdig. Later wordt hij wat meer open en verteld meer. Al geeft hij zijn grote geheim pas aan het einde van zijn leven prijs.

13. Beschrijf het uiterlijk van de hoofdperso(o)n(en).
Hij schrijft alleen over zijn innerlijk en verteld niet hoe hij eruit heeft gezien.

14. Maakt de hoofdpersoon een ontwikkeling door, bijv. in gedrag of mening? Zo ja, beschrijf deze ontwikkeling.
Ja, hij gelooft eerst niet in God. Later uiterlijk om Elize (zijn gelovige vrouw) een plezier te doen. Als Elize overlijd vloekt hij God zelfs, maar later mag hij tot het ware geloof komen.

15. Wie zijn de bijfiguren?
Elize , ouders van Jan, oom-tante-nichtjes van de hoofdpersoon, Like, Ouders van Elize, Antje, dominee.

16. Beschrijf kort de relatie van de bijfiguren met de hoofdpersoon.
Elize is de vrouw van de Jan, Like is hun dochtertje. Antje is een soort pleegdochtertje van de Jan, nadat Elize en Like overleden zijn. De dominee wordt later een hele goede vriend van hem.

Perspectief

17. Vanuit wiens perspectief is het verhaal geschreven?
De schrijver

18.Is dit een ik-perspectief, een hij/zij-perspectief of een perspectief van de alwetende verteller?
Het ik-perspectief

Spanning

19. Beschrijf welke vragen er in het begin van het verhaal worden opgeroepen en geef aan welk antwoord je op deze vragen het gekregen aan het einde van het verhaal.
Wat het grote geheim is, wat hij nooit wilde vertellen. Het antwoord is dat hij dacht dat hij zijn dochtertje vermoord had.

20. Beschrijf het spannendste gedeelte uit het boek in eigen woorden(ongeveer 10 regels).
Het spannendste gedeelte vond ik, toen zijn vrouw Elize ziek werd. Het is ontroerend om te lezen, hoeveel Elize op God vertrouwd. Het is toch spannend omdat je toch hoopt dat Elize blijft leven. Jan is net zo gelukkig met zijn vrouw en dochtertje.Het gaat steeds slechter met Elize. Je leeft helemaal met Jan, Elize en Like mee. Als Elize dan zelf ook aanvoelt dat ze gaat sterven,is het niet zo heel spannend meer. Je weet dan dat ze moet sterven.

Samenvatting

21.Wat is het thema van het boek?
Lijden, schuld en verlossing. Jan heeft een nare jeugd gehad. Hij woonde bij zijn oom en tante,die hem weinig liefde gaven. Hij verloor zijn vrouw en dochter. Hij voelde zich schuldig aan de dood van zijn dochtertje. Later in zijn leven voelde hij zich schuldig, omdat hij boos was geweest op God. God verloste hem na een tijd van lijden. Toen hij stierf was hij voor eeuwig van al zijn zonden verlost.

22. Vat het verhaal samen in 250-300 woorden.
Jan heeft kort bij zijn ouders gewoond. Hij ging later bij zijn oom en tante wonen. Hij kreeg weinig liefde. Jan zag een meisje. Zij was zijn mooie droom. Het meisje had geen interesse in hem en zijn vertrouwen in het vrouwelijk geslacht was geschonden. Hij huurde in een andere plaats een kamer. Een medestudent nam vaak een meisje mee en oefende daar zijn gevoelens op uit. Hij vertelde dat aan Jan en Jan herinnerde zich dat hij zich op het vrouwelijk geslacht zou wreken. Hij wreekte zich toen op het vrouwelijk geslacht. Toen hij dacht de sterkste te zijn, wist hij zich voorgoed verloren. Hij had geen vertrouwen meer in het vrouwelijk geslacht en ook niet meer in zichzelf. Hij wilde niet meer verder leven. Een meisje, Elize, huurde in hetzelfde huis als Jan een kamer. Hij ging er een paar keer heen en hij hield van haar. Ook hield Elize van hem. Ze gingen steeds vertrouwelijker met elkaar om. Jan heeft haar zijn levensverhaal verteld. Elize liet hem niet alleen. Ze trouwden met elkaar. Jan ging in God “geloven” om Elize een plezier te doen. Like werd geboren. Wat waren ze gelukkig. Elize werd ziek.Ze stierf. Elize was Gods kind. Van Jan`s geloof was niks meer over. Hij had alleen Like nog. Op een keer sloeg hij Like. Ze had een plekje aan haar hoofd . Door een infectie stierf ook Like. Een meisje uit het weeshuis, Antje, verhinderde dat hij zelfmoord pleegde Hij ging vaak met haar weg en gaf haar veel.Ze ging later studeren. Jan werd ziek. De dominee, die hij eerst nooit wilde zien, stond hem bij. De bijbel werd tot een zegen.In zijn ziekteperiode schreef hij dit boek. Zijn laatste woorden waren:’’Het gaat niet om het paradijs… het gaat om Hem.

23. Heeft de auteur na zijn schrijversschap nog een ander beroep? Zo ja, welk?
Van de auteur van dit boek is boeken schrijven niet zijn hobby of werk. Dit is zijn levens geschiedenis. Er staat niet in het boek welk beroep hij uitgeoefend heeft.

24.Noem (indien mogelijk) drie andere boektitels van deze auteur.
Jan Overduin heeft maar 1 boek geschreven. Dat is zijn eigen levensverhaal. Het boek heet: Het paradijs.

Eigen mening

25. Wat vind je van dit boek? Kies minstens twee beoordelingswoorden. Leg ook uit waar om je die kiest: geef argumenten.
Dit boek is heel indrukwekkend. Het gaat over leven en dood. Dat is een indrukwekkend onderwerp. Er komen ook heel veel verdrietige dingen in voor. Zijn vrouw en dochtertje overlijden. En zelf wordt hij ziek. Toch zijn er ook hele fijne dingen. Jan Overduin word bekeerd…

26. Wat vond je het mooiste gedeelte uit het boek? Beschrijf dit in tien regels.
Het mooiste gedeelte vond ik toen Elize ziek was. Het was wel heel verdrietig. Maar het is ondanks dat toch ook heel mooi. Ze wordt ziek en sterft. In haar ziekte periode merk je goed dat ze een kind van God is. Ze waarschuwt Jan, dat hij bekeerd moet worden. Ze bid ook veel voor hem en Like. Dat is heel mooi.Toen Elize stierf merk je hoe een mens kan veranderen. Jan veranderde als een blad aan een boom.

27. Past dit boek in een christelijke bibliotheek? Waarom wel/niet?
Ja, het is een christelijk boek en er wordt veel over de bekering gesproken.

Einde