Het onzichtbare licht door Evert Hartman

A. Practische gegevens

1. Titel: Het onzichtbare licht
2. Auteur: Evert Hartman
3. Aantal pagina’s: 223 pagina’s

B. Genre

1. Is het een roman of een novelle? Roman
2. Wat is het voor een soort boek? Thriller
3. Leg uit waarom het zo’n boek is? Omdat er dingen gebeuren die Leny ziet, die eigenlijk niemand kan verklaren.
4. Is het verhaal fictie of non- fictie? Dat licht eraan of je erin geloofd, ik denk wel dat die dingen kunnen gebeuren.
5. Is het een realistisch of een niet realistisch verhaal (leg uit waarom). Ik vind het best realistisch, maar als je er niet in geloofd dan is het niet-realistisch.

C. Samenvatting

Leny fiets na school naar huis met een groep. Naast Esther, haar vriendin. Dan is haar band lek. Wim vraagt of ze achterop wil, maar ze wil lopen. De anderen fietsen door. Het is maar tien minuten lopen, binnendoor. Snel komt ze bij de Koetenplas aan. Ze voelt zich gedwongen er naartoe te gaan. Ze ziet een hand met een mes boven het water zweven. Ze schrikt en rent naar de boerderij waar ze woont. Haar ouders geloven niet wat ze bij de Koetenplas gezien heeft en denken dat het inbeelding is. Maar Leny weet dat wat ze gezien heeft echt is. Die avond ziet ze een man in haar kamer staan die even daarna verdwijnt, net of hij oplost in het niets. Maar haar ouders geloven haar weer niet. Leny vertelt het verhaal ook aan Esther, die het maar raar vind. Dan begint Leny over de aura die ze om mensen heen ziet. Esther moet er om lachen maar Leny is ongerust. Ze vraagt zich af hoe het kan dat zij het wel ziet en Esther niet. Als ze na school thuiskomt hoort ze van haar vader dat er iets met de koe Bertha 12 is. Ze gaat kijken en ziet opeens een lichtgevende plek met daarin een spijker naast de koe. Als de dierenarts komt zegt hij dat de koe een spijker in zijn maag gehad kan hebben. Ze vraagt zich af hoe zij dat kan weten.
Als ze die nacht droomt over een ongeluk van haar broer Marco die in de messen van de cyclomaaier valt, is ze bang dat het echt gaat gebeuren. Het lijkt allemaal zo echt. Haar moeder stelt haar de volgende morgen gerust. Toch blijft ze nog een beetje een angstgevoel houden. Weer gebeurt er iets, ze weet opeens dat haar meester Mr. Altena iets aan zijn maag heeft. De volgende dag is hij niet op school wegens zijn maag. Zo merkt ze nog meer dingen uitkomen. Op een dag hoort ze haar ouders praten over haar tante Thea, die in een inrichting zit. Ze is bang dat het met haar ook gebeurt. 's Nachts droomt ze enge dromen over bekenden die verongelukken, ook Esther. Ze zegt er niks over, maar ze heeft er wel last van. Een leraar merkt dat, en gelooft de dingen die Leny ziet, hoort en voelt. Hij vertelt haar dat ze misschien helderziende is. Ze heeft het er die avond over met haar ouders en haar moeder begint het een beetje te geloven maar haar vader niet, haar vader en moeder krijgen er ruzie over. Als ze de volgende morgen wakker wordt hoort ze van haar ouders dat ze een tijdje weg gaan, ook de ouders van Esther gaan een paar dagen weg. Esther en Leny besluiten om bij Leny te gaan logeren, en ook de oom van Leny komt. Dan vindt Esther een gouden tientje. Als Leny het vasthoudt ziet ze een soort filmpje dat net echt lijkt. Ze ziet een man die Joden expres uitlevert aan de Duitsers. Ze schrikt hier heel erg van want ze weet niet hoe dat kan. Ze besluiten om er met hun leraar Mr. Galenkamp over te praten. Hij zegt dat ze er met een helderziende over moet praten dus maakt ze een afspraak. De ouders van Leny komen een paar dagen later terug. Dan wordt er opeens gebeld. Het is de moeder van Esther. Haar vader blijkt spoorloos verdwenen te zijn. Esther schrikt ervan en vraagt zich af wat er gebeurd kan zijn. Leny, Esther en oom Harold besluiten naar het huis van Esther te gaan om daar foto's op te zoeken van haar vader. Als Leny een foto van hem vasthoudt voelt die warm aan. Dan ziet ze opeens weer allemaal beelden. Ze ziet caravans, tenten, gras met witte strepen en een paaltje met 128 erop. Dat is ook de plek waar hij teruggevonden wordt. Esther is dol blij, als hij gevonden is. Maar Leny vraagt zich af, of het verhaal van het gouden tientje dan ook zal kloppen. Dan is de afspraak met de. Dan hoort Leny een stem in haar hoofd het is Stella, een geest. Stella helpt Leny en ze wordt er rustiger van. De volgende dagen op school vraagt iedereen of de man die ze heeft gezien met het gouden tientje echt Geldermans is. Er wordt zelfs opgebeld dat als die praatjes over hem niet ophouden er wat gaat gebeuren met Leny en haar familie. Een journalist komt langs, om te praten over de zaak. Er komt een stuk in de krant. Esther gaat naar Leny, ze is overstuur en zegt dat ze Leny van haar ouders niet meer mag zien. De dominee van hun kerk heeft namelijk gezegd dat helderziendheid duivelswerk is. Leny en haar ouders gaan die dag nog praten met de dominee. Maar het had geen zin. Ze gaan moedeloos naar de boerderij terug, waar blijkt dat Marco opeens verdwenen is. Het kan te maken hebben met het telefoontje. De moeder van Leny gaat direct op zoek naar hem, hij lijkt onvindbaar, dan zien ze lichten bij de Koetenplas en daar is Marco. Esther en Leny beloven om altijd vriendinnen te blijven, of de ouders van Esther ermee eens zijn is niet zeker. Maar dat zal wel moeten, want ze zijn alleen nog maar betere vriendinnen geworden.

D. Tijd/ruimte

1. Hoe lang duurt het verhaal ongeveer? Een paar weken
2. In welke tijd speelt het verhaal? Nu
3. Waar speelt het verhaal zich af? In de woonomgeving van Leny
4. Leg uit of er sprake is van speelruimte of belevingsruimte? Speelruimte, want de plekken waar het zich afspeelt zijn belangrijk voor Leny.

E. Leeservaring beschrijven

F. Perspectief

1. Is het boek geschreven in de hij/zij of in de ik-vorm? In de hij/zij-vorm
2. Door wiens ogen lees je het verhaal (perspectief)? Leny
3. Is het perspectief subjectief of objectief? Subjectief

G. Verhaal

1. Veklaar de titel. Het verhaal gaat om een meisje die een bijzondere gave heeft, ze ziet soms een licht om mensen heen, dat andere mensen niet kunnen zien.
2. Vind je de titel bij het verhaal passen? Leg uit waarom wel of niet. Ja, want zij ziet een licht om mensen heen die anderen niet kunnen zien.
3. Verzin een andere titel die bij het verhaal past. Een bijzondere gave.
4. Heeft het verhaal een open of een gesloten eind. (leg ook uit waarom). Gesloten einde, want alles komt goed aan het einde.
5. Wat is het onderwerp van het boek? Helderziendheid