Het Nerthusmysterie door Theo Hoogstraaten

A. Zakelijke gegevens: Titel: Het Nerthusmysterie
Schrijver: Theo Hoogstraaten
Uitgever en jaar van verschijnen: Sjaloom, in 1991 B. Korte uileg waarom het boek gekozen is: Ik heb het boek gekozen omdat we in het Nederlandse boek een verhaaltje moesten lezen van Theo Hoogstraaten ( de liftster). De manier van schrijven sprak me wel aan dus wilde ik een boek van Theo Hoogstraaten lezen en deze achterkant was wel spannend C. Bespreking: 1.makkelijk = het boek is makkelijk geschreven, want ik moest bij dit boek niet heel de tijd terug lezen of ik het wel goed had gelezen. echt = het kan echt gebeuren, want er zijn meer culturen die vroeger mensen offerden aan de goden. Spannend = het boek is spannend, want toen ik het las wilde ik heel de tijd verder lezen, omdat ik wilde weten hoe het verder ging.
Vertelde tijd en plaats 2.Het verhaal speelt zich af in de provincie Groningen. Rond de plaatsen Groningen en Haren, in de buurt van het Foxholstermeer en het Zuidlaardermeer. 3.De tijd van het verhaal is volgens mij ongeveer de tijd waarin wij nu leven. Dit merk ik aan een aantal dingen die in het verhaal voorkomen zoals popmuziek, computers en disco’s. 4.Het duurt ongeveer driekwart jaar, want ze ontmoeten elkaar in het begin van de zomer. Daarna gaan ze een keer schaatsen en het sneeuwt ( winter ). Personen 5.Hoofdpersoon : Henk : Henk zit in de 6e van het vwo en is best wel volwassen. Hij is heel lang en heeft warrig bruin haar. Ik schat dat hij zo’n 18 jaar is. Henk is verlegen en durft niet goed nee te zeggen. Henk kan ook niet goed tegen de pesterijen van zijn zusje. Hij wil zich meestal zo min mogelijk met anderen bemoeien, maar als het erop aankomt is hij wel erg nieuwsgierig. 6. Bijpersonen : Mirjam : Mirjam zit in de 3e klas maar is een keer blijven zitten. Ze is ook best wel volwassen voor haar leeftijd, daardoor kon ze het zo goed vinden met Henk. Mirjam is brutaal en niet verlegen. Ze is eigenlijk tegenstelling van Henk. Ook kan Mirjam goed haar zin doordrijven bij Henk en haar ouders Mirjam wordt ook wel “Titi” genoemd door haar zo opvallend grote borsten. Ze is best klein en heeft zwarte stekeltjes.( zij is eigenlijk de belangrijkste bijpersoon, omdat zij er het meeste in voor komt) Monica : Monica is het jongere zusje van Henk. Ze komt niet veel voor in het verhaal. Zij plaagt Henk veel vooral, met Mirjam. Zij heeft altijd wel een weerwoord en is niet bang iets te zeggen. Over uiterlijk wordt niets gezegd.
Mevrouw van Dam :Mevrouw van Dam is de moeder van Henk, verder is er niet echt iets bijzonder. Ze is gewoon een moeder. Anja : Anja is een heroïne hoertje en zij deed open voor Henk. ( bij de boerderij waar ze de mensen offeren). Ze komt pas laat in het boek voor. Als de mannen zijn opgepakt scheldt ze de mannen uit. De andere meisjes zijn bang dat ze nog een keer worden gepakt als ze gaan schelden, maar Anja kan dat niets schelen. Ze is helemaal naakt en heeft lichtbruin haar. Het enige wat ze aan heeft is een doorschijnend jurkje. Ze heeft ook een leren halsband om ( net als alle andere geofferde personen ) 5.De relatie van Henk en Mirjam begint als vrienden en eindigt in een verliefdheid. Tussen Henk en Monica is goed allen ze pesten wel eens maar dat is nooit echt beledigend bedoeld. De relatie tussen de moeder van Henk en Henk zelf is goed. Ze hebben nooit ruzie. Tussen Henk en Anja weet je het eigenlijk niet. Ze zien elkaar maar heel even. 6.Tijdens het boek verandert hij niet echt, hoewel de dode meisjes hem wel bezighouden. Op het einde hebben Mirjam en Henk ook verkering. 7.Henk, want in het boek heb je ook stukken waarin je zijn gedacht kunt lezen : Henk was kwaad op zichzelf omdat hij zo stom was geweest om te zeggen dat hij uitging. Straks wilde dat kind mee. Perspectief 10. Henk, want je ziet het verhaal door zijn ogen :Ze wist precies waarom hij iets vroeg en dat maakte hem onzeker. Gisteravond had ze hem ook al van zijn stuk gebracht. Hij ergerde zich eraan dat hij zich geen houding wist te geven. Vertel tijd 11. Het boek heeft 143 bladzijdes
12. Het wordt verteld in tijdsprongen, want het gaat soms ineens 2 of 3 weken verder in de tijd. De proloog is een terugblik naar 20 mei, 1897. Later in het boek gaan ze nog even door op een krantenartikel van een paar jaar terug. 13. Het verhaal heeft een gesloten einde. Op het einde zijn de boeven gepakt en de heroïne hoertjes bevrijd, dus de zaak is opgelost. Inhoud 14. Op een avond rijdt Henk een meisje aan. Ze heeft kort stekelig haar en draagt een band om haar nek. Hij gaat hulp halen bij een boerderij. Mirjam, een meisje van zijn school, doet de deur open. Hij legt alles snel uit en ze bellen de politie en de ambulance. Als ze teruggaan naar de plek van het ongeluk is het meisje verdwenen. De volgende dag ziet Mirjam een man vissen in een boot met een autostoel op de plaats van het ongeluk. Later vindt een visser het lijk van het meisje en Henk moet naar de lijkenschouwer gaan om het te identificeren. Het blijkt hetzelfde meisje te zijn. Later worden er nog twee lijken gevonden. Allemaal met stekeltjes haar en een band om de nek. Henk en Mirjam gaan samen schaatsen. Ze zien op een gegeven moment die rare boot met die autostoel staan. Mirjam blijft met haar schaats in een spleet hangen en valt. Ze is bewusteloos. Henk brengt haar naar de boerderij waar ook de boot ligt. Zijn moeder komt hen halen en Mirjam gaat naar de dokter. Als Henk thuis is, beseft hij dat hun schaatsen nog in de boerderij staan! Hij gaat erheen en een meisje, met stekeltjes haar en weinig kleren aan doet de deur open. Ze heeft ook een band om haar nek. Ze zegt dat hij vrijdag moet terug komen, want dan zijn Herman en de ouwe er niet. Hij gluurt uit nieuwsgierigheid nog even door de ramen. Hij ziet nog meer van zulke meisjes samen met andere mannen. De mannen zitten aan hen. Henk besluit de politie in te schakelen. Henk en de politie vertrekken naar de boerderij. Henk moet in de auto blijven zitten en hoort een paar schoten. Als hij een auto van het erf af ziet scheuren, start hij de auto en botst tegen de auto aan. De Mannen in de auto zijn in de rivier gereden en zijn dood. Later komt hij erachter dat de meisjes geofferd zijn aan de godin Nerthus.
D. Eigen mening 1.Het onderwerp spreekt me wel aan, want ik hou wel van die boeken waar je pas op het laatste te weten komt wat er echt is gebeurt. 2.Ja ik ben anders door het onderwerp gaan denken, want toen ik de eerste helft van het boek had gelezen had ik nog geen idee waar het over ging. 3.Ik ben door dit boek niet anders over het onderwerp gaan denken want ik weet toch niks van de god Nerthus. 4.Ik wist in het begin helemaal niet wie Nerthus was en de uitwerking is dus goed gelukt, want ik weet er nu meer vanaf. 5.Het verhaal heeft heel veel gebeurtenissen, zodat ik gewoon moest doorlezen. 6.spannend : er gebeuren echt heel veel spannende dingen zoals die offers aan de goden en de mysterieuze verdwijningen van de meisjes. 7.De offers hebben het meeste indruk op mij gemaakt, want ik vond het leuk om te horen hoe ze nu precies werden geofferd en waarom. 8.Ik zou niet op de hoofdpersoon willen lijken, want ik zou niet in al die moeilijkheden willen zitten. 9.Ik vind de manier waarop de hoofdpersoon het gaat oplossen goed, ik zou ook de politie erbij halen. 10.De bouw is heel makkelijk want ik heb het vlot kunnen doorlezen. 11.De bouw maakt het boek interessanter, want nu kan ik gewoon verder lezen. 12.Op het eind word alles duidelijk wat er nu allemaal is gebeurt dus een goed einde
13.Het verhaal is makkelijk te lezen, want de bouw is goed gedaan
14.De personages die praten gewoon hoe iedereen zou praten. E. schrijver Theo Hoogstraaten werd op 9 juli 1948 in Mijdrecht geboren. Na de middelbare school ging hij naar de Pedagogische
Academie. Hij was een tijdje onderwijzer aan een basisschool
en studeerde daarna M.O. Nederlands en geschiedenis. Momenteel is hij decaan havo/vwo aan het Jan van
Scorelcollege in Alkmaar. Omdat hij het schrijven ook als hobby
ziet, schrijft Theo Hoogstraaten meestal in zijn vakanties. Eerder publiceerde hij schoolboeken voor geschiedenis en
staatsinrichting. Hij vindt het belangrijk dat een verhaal
spannende gebeurtenissen bevat, met vaart geschreven is en
over onderwerpen gaat waarin jongeren zichzelf kunnen
herkennen. ‘Boodschapverhalen' vindt hij achterhaald. Wel

houdt hij jongeren een spiegel voor en snijdt hij onderwerpen
aan die hen tot nadenken stemmen. Voordat het schrijfkarwei
begint, bezoekt hij locaties waar het verhaal gaat spelen en
verzamelt hij veel informatie. Daaraan en aan het uitwerken
van het idee besteedt hij ongeveer een half jaar. Daarna zet hij
het boek in vrij korte tijd (in een zomervakantie) op papier. In
het najaar schaaft hij de tekst bij. In de kerstvakantie ontstaat
dan het definitieve manuscript. boeken: Blind Date
De liftster
De ramp
De satansketting
De sprong van de jaguar
De toren van de zeven verdiepingen
De spiegelvrouw
Het oog van de duivel
De vuurmeester