Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het meisje met het rode haar door Theun de Vries

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Het meisje met het rode haar
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1954 woorden
  • 30 maart 2009
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
7 keer beoordeeld

Boekcover Het meisje met het rode haar
Shadow

‘Ik kwam bij en hing half op een stoel. De SD’er achter de tafel zat daar als voorheen. Hij lachte, hij glimlachte eigenlijk meer, een vuig en triomfantelijk lachje dat ik op dat ogenblik nog helemaal niet begreep. Auguste stond naast mij. Haar rood, gezwollen gezicht was evenzo vertrokken tot iets wat een grimlach leek. Zij hield een tres van mijn haren i…

‘Ik kwam bij en hing half op een stoel. De SD’er achter de tafel zat daar als voorheen. Hij lachte, hij glimlachte eigenlijk meer, een vuig en triomfantelijk lachje dat…

‘Ik kwam bij en hing half op een stoel. De SD’er achter de tafel zat daar als voorheen. Hij lachte, hij glimlachte eigenlijk meer, een vuig en triomfantelijk lachje dat ik op dat ogenblik nog helemaal niet begreep. Auguste stond naast mij. Haar rood, gezwollen gezicht was evenzo vertrokken tot iets wat een grimlach leek. Zij hield een tres van mijn haren in haar hand. Ik voelde dat ik nat was, alsof men een glas water over mij had geleegd; ik klappertandde. Ook mijn haar was nat. Toen merkte ik pas waarover de SD’er en Auguste lachten. Het haar in Augustes hand was roetkleurig en vergroezeld zwart, maar tussen dit zwart tekenden zich even onmiskenbaar rosse strengen af.’

Zo opvallend is haar rode haar dat ze het tijdens de oorlog moet verven om geen direct gevaar te lopen. Maar de verzetsstrijdster Hannie Schaft zal, als de geallieerden al bezig zijn op te rukken naar Nederland, toch in handen vallen van de Feldgendarmerie – met in haar fietstas een revolver en een handvol exemplaren van de illegale krant De Waarheid. Met opgeheven hoofd kijkt ze de dood in de ogen.

Het meisje met het rode haar door Theun de Vries
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het meisje met het rode haar

1. Boekbeschrijving
A. Het meisje met het rode haar van Teun de Vries
B. Eerste druk 1956, achtste druk 1978. Amsterdam
C. 440 pagina’s
D. Roman uit de jaren 1942-1945
E. N.v.t.
F. Het boek bestaat uit vijf boeken:
1. De vervolgden
2. De verdedigers
3. Het spoor der gerechtigheid
4. Het pantser om het hart
5. Het meisje met het rode haar
Deze boeken zijn weer opgedeeld in stukjes met een titel. De titel bestaat uit een woord of een zinnetje waar het stukje over gaat.
G. Op de voorkant staat de hoofdpersoon van het boek. Het is een beetje in kleur getekend. Behalve haar bekende rode krullen. Ze zit op haar fiets met de fietstassen en heeft haar regenjas aan. Dingen die in het boek heel belangrijk zijn.


2. Samenvatting
Het boek gaat over Hanna Schaft. Een jong meisje tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hanna is heel erg tegen het facisme. En wil er zelf iets tegen gaan doen. Samen met twee vriendinnen gaat ze persoonsbewijzen stelen. In het begin is ze heel erg bang om gepakt te worden maar al snel is het voor haar normaal. En Hanna wil meer. Al snel komt Hanna via via in het verzet terrecht. Een van haar vriendinnen heeft moeten onderduiken en de ander doet verder niet mee. Het eerste wat ze leert is hoe ze moet schieten. Als ze dat een beetje in de hand heeft mag ze al snel mee met klusjes. Ze vindt alleen dat ze te weinig doet en is uit naar meer spannende dingen tegen het facisme. Ze zoekt Floor op, iemand van een een andere verzetsgroep die ze via een opdracht kent en vraagt waar Hugo is. Ze wil samen met Hugo gaan werken. Hugo vind het goed en ze gaan samen op pad om mensen op de sporen. Nu Hanna zoveel gevaarlijk werk doet moet ze niet meer thuis wonen. Ze gaat bij mensen op het platteland wonen en neemt geen contact meer met haar ouders op. Samen met Hugo doet ze een hoop klusjes. Hanna merkt op een moment dat ze meer dan vriendschap voelt voor Hugo. Als ze dat aan hem laat merken schrikt hij een beetje. Maar ze blijven alles samen doen. Tot op het moment dat er iets fout gaat en Hugo verdwijnt. Hugo is dood en voor Hanna staat de wereld even stil. Het is belangrijk dat ze door gaat met het werk voor het verzet. Ze gaat terug naar het hoofdkwartier en pakt daar weer klusjes op. En dan opeens staan daar twee meiden voor de deur die Hanna bij een opdracht al had ontmoet: An en Tinka. Hanna trekt veel met hun op. En doet bijna alle klusjes met hun samen. De drie meiden werken ook bij een ander verzetsgroepje. Daar loopt het allemaal wat anders dan bij hun eigen groep. Ze vinden de bronnen en mensen die de Velsers hebben maar een beetje apart. Hoe weten ze zo zeker dat ze die mensen kunnen vertrouwen. En waarom moeten ze hun leven wagen voor een pakje sigaren?
De oorlog lijk tot zijn eind te komen. Ze horen veel berichten dat er al stukken van Nederland bevrijd zijn. Maar in Haarlem en omstreek is daar nog weinig van te merken. Het wordt alleen maar erger. De laatste winter is aangebroken en er is helemaal niks meer. Iedereen is broodmager en helemaal uitgeput.
En dan rijdt Hanna recht in de handen van de Duitsers. Ze weten binnen de kortse keren wie ze is. En er zijn zelfs twee vrouwelijke getuigen die haar herkennen. Hanna hoopt nog zo dat de groep van het verzet er achter komt waar ze zit. Maar dat blijkt helaas niet zo te zijn. En dan is het te laat.

3. Verhaalfiguren
A. Hanna is de hoofdpersoon van het boek. Ze is een jong meisje dat studeert. Als de oorlog zo’n groot deel van haar leven in beslag neemt besluit ze in het verzet te gaan. Eerst begint ze zelf met persoonbewijzen van mensen te stelen. Ze raakt helemaal in het verzet betrokken. En heeft er alles voor over. Ze verft haar haar zwart om niet meer herkend te worden. Ze wordt wel helemaal gehard door de het verzet. Aan het eind van het boek is ze totaal uitgeput.
Hugo wordt in het verhaal voor Hanna heel belangrijk. Hugo zit ook in het verzet en heeft aan heel veel dingen mee geholpen om de Duitsers te saboteren en ook om mensen te bevrijden. Hugo is heel gedreven in het verzet. Hanna en Hugo gaan samen op pad om mensen op te sporren. Ook wil Hanna na de oorlog met Hugo verder. Als Hugo vermoord wordt ziet Hanna het allemaal even niet meer zitten. Maar ze moet door.
Frans is de leider van de RVV, de verzetsgroep waar Hanna bij zit. In het begin weet Hanna niet zo goed wat ze van hem moet vinden. Maar uiteindelijk is hij toch wel heel aardig. En heeft hij ook veel vertrouwen in Hanna.
An en Tinka zijn zusjes die als eerst bij de verzetsgroep zaten. Hanna krijgt de opdracht hun op te sporen in Twente en ze de opdracht te geven daar een verzetsgroep op te richten. En dan opeens zijn An en Tinka weer in Haarlem. Vanaf dat moment zijn ze met z’n drieen onafscheidelijk. An en Tinka zijn zusjes, ze zijn heel erg jong maar dat is niet aan ze te merken. Ze kunnen schieten als de beste en horen er helemaaal bij.
B. Hanna is een uitbouwkarakter. Je weet alles van haar. Hoe ze er uit ziet, hoe ze over dingen denkt en hoe ze zich voelt.


Mij leek het of wij met spelden in een olifantshuid prikten. An, Tinka en ik hielpen vaker bij het cyclostyleren van De Waarheid, wij brachten de kranten rond, we zamelden als vroeger geld en bonnen voor onderduikers. Als ik geblinddoekt tegen een geblinddoekte vijand was opgetreden, zou ik mij niet onbehaaglijker gevoeld kunnen hebben. Ik was ongelukkig, trots de bezielende macht van de berichten die haast iedere dag doorkwamen.
(pagina 283)
De rest van de personages zijn allemaal gegeven karakters. Je weet wie het zijn en ze zijn ook wel belangrijk in het boek. Maar daar blijft het bij. Het zijn verder dezelfde pesonen als in het begin.

4. Ruimte
A. Het verhaal speelt zich op heel veel plekken af. Het meerendeel in Haarlem. En omliggende plaatsjes. Ook een stuk in Amsterdam. En een deel in Utrecht met daar de omliggende plaatsjes als Groenekan en Bilthoven. Ook in Den Haag worden pakjes afgeleverd. Verder ook nog in Twente als Hanna An en Tinka voor het eerst gaat opzoeken.
B. Bij elke gebeurtenis wordt wel de belangenruimte geschreven. Als ze ’s avonds naar buiten moet is het weer guur en donker. En als er een wat meer opgewekt stukje is schijnt de zon.

De wind uit zee stond vierkant op de door zware Duitse wagens holgereden en met sneeuwkorsten waarlangs vroegrer – hoe lang, lang leek het geleden – Nederlandse mensen bij zonnig zomerblauw en duinenblondheid in lichte kleren naar het Ijmuider strand waren getogen... Er zat nog meer sneeuw voor de sterren; een dikke, blazende wolkenlucht. Toen wij de laatste paar onnozele bouwseltjes achter ons hadden, die de weg in de richting van de bunker nog ietwat hadden beschermd, stonden wij en ogenblik weerloos in de winterwind.
(pagina 345)

5. Vertelwijze
Het boek wordt verteld in de ik-vorm, Hanna is de ik.

Ik had nooit gedacht dat ik na die ene keer ooit weer een persoonsbewijs zou kunnen bemachtigen; en het werden er die zomer en dat najaar minstens veertig, vijfig; Tanja roofde er haast nog meer.
(pagina 18)

‘Ik weet niet wat westerse mentaliteit is,’ zei ik, harder dan ik het had gewild. Ik smoorde mijn stem onmiddellijk weer. ‘Hoe zou u de fascistische mentaliteit willen noemen? Hoort die ook bij het Westen?’
(pagina 35)


6. Tijd
A. In de Tweede Wereldoorlog. Het boek begint rond 1942. En eindigt een maand voor de bevrijding.
B. Chronologisch. Het boek loopt netjes van het begin tot het einde. De tijd gaat soms wel iets sneller en dan weer van uur tot uur. Maar er zit een logische volgorde in. En er wordt goed aangegeven hoeveel tijd er verstreken is.

De volgene dag...
Toen ik die avond naar huis ging...
Het was nog steeds warm en helder oktober weer...

C. Er komen geen flash-backs in het verhaal voor.

7. Motieven
De Oorlog is het belangrijkste motief. Het hele verhaal en het leven van Hanna gaan om de oorlog. Alles wat ze doet heeft er mee te maken en ook hoe ze wordt.
De Liefde is ook een motief. De liefde die Hanna voor Hugo krijgt heeft veel invloed op het verhaal.

8. Titel en Motto
A. Het meisje met het rode haar is Hanna de hoofdpersoon van het boek. Het gaat over dat zij in het verzet zit. En dat niemand verder mag weten wat ze allemaal doet. Maar door haar rode haar valt ze heel erg op en zo staat ze ook in alle politie verslagen. Ik denk dat de schrijver het daarom zo heeft genoemd. Dat je als je het boek niet gelezen hebt je ook niet weet over wie het gaat.
B. Het boek heeft geen motto.


10. Stijl
A.Het is ABN geschreveb, algemeen beschaafd Nederlands. Het is wel een best oud boek, en dat kan je ook merken aan hoe het geschreven is. De zinnen zijn soms op een wat ouderwetse manier geschreven.
Ook zijn sommige stukjes in het Duits, dat is vooral in het laatste deel. En er staat dan niet nog bij wat het in het Nederlands is. Dat is af en toe wel een beetje lastig.

Het stond op de kille, krenkende manier die de nazi’s bezigden, in alle kranten: de kuststrook man niet worden betreden.

‘Das sind Sie... oder nicht?’
Ik zweeg.
‘Wir wissen alles,’ zei hij toen, bijna luchthartig. ‘Sie konnen ruhig alles gestehen...’ Hij glimlachte weer scherp, in gweaande meerderheid. ‘Hier entwischt uns keiner.’
(pagina424)
B. De schrijver heeft het heel serieus geschreven. Hij vertelt het echt als een goed verhaal.

Hij schudde traag het hoofd; mijn opmerking scheen hem somber te verrassen.
‘Stalingrad is ver,’ zei hij, even gedempt als ik. ‘En wij hebben een westerde mentaliteit. Juffrouw S. De Russen zijn een ander volk dan wij.’
(pagina 35)

Juli ging voorbij in een onweer van tegenstrijdigheden. De bbc kwam met een uitgebreid nieuws over de opstand van een deel der hoge officieren tegen Hitler. Ze lieten het in Engeland voorkomen of die snaken in hun soort ook antifascisten waren, maar hoe vaker wij er op het hoofdkwartier over spraken, hoe duidelijker het mijwerd dat Hitlers generaals er hun eigen fascisme op na hielden – zij hadden graag zonder Schicklgruber gedaan, zij hadden graag vrede gemaakt met het Westen, zij hadden misschien zelfs tijdelijk gebukt voor het Oosten.
(pagina 282)


11. Eigen Mening
A. Het boek heeft mij veellees plezier gegeven. Ik heb er lang over gedaan doordat ik mijn concentratie snel weg ging door de manier waarop het geschreven is. Maar ik vond het een heel boeiend verhaal om te lezen.
B. Ik heb dingen te weten gekomen over het verzet uit de Tweede Wereldoorlog. Dat vind ik heel erg interessant. Dus het was leuk om daar meer over te lezen.
C. Ik vind het heel bijzonder hoe de schrijver Hanna heeft neergezet. En alle personen van het boek. Het boek heeft ook geen seconde verveelt. Elk stukje was boeiend en leuk om te lezen, en ook nuttig en belangrijk voor het verhaal.
D. Nee ik zou niks aan het verhaal willen veranderen. Dat zou het niet leuk maken. Het is goed zoals het nu is.
E. Mijn oordeel is hoog over het boek. Ik heb het met veel plezier gelezen. Mensen die de Tweede Wereldoorlog interessant vinden moeten het boek zeker lezen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het meisje met het rode haar door Theun de Vries"