Een motto is er niet. 3. Genre
Het meisje met de rode haren is een oorlogsroman. 4. Thema, idee en motieven. Het boek gaat over de oorlog. De 2e Wereld oorlog. Over het verzet in die oorlog. In de vijf hoofdstukken/boeken gaat het steeds over een ander idee. Het 1e boek gaat over het begin van de oorlog. En waarom ze het verzet in gaat. In het 2e boek is ze aan het werk, In het 3e boek werkt ze met Hugo. In het 4e boek is Hugo dood en doet ze ander werk. En het laatste boek gaat over haar gevangenschap en haar dood. 5. Opbouw structuur, spanning. Het boek bestaat uit vijf hoofdstukken. Het boek begint met het leven, en eindigt met de dood. Dat zegt ook gelijk dat het een gesloten eind is. Het meisje met het rode haar is dood. Einde verhaal. Het boek is wel in chronologische volgorde geschreven. Er is een centrale verhaallijn, dat komt ook omdat de hoofdpersoon de ik-figuur is. Er zat wel spanning in het boek. Elke keer met een aanslag kon het misgaan. Één ding vond ik iets minder, ik had de achterkant al gelezen van het boek. En daar stond op dat de hoofdpersone het met haar leven moest bekopen. Dat was wel jammer dat ik dat alvast wist. 6. Personages
Het boek gaat vooral over de hoofdpersone Hanna Schaft. Het enige wat we van haar weten, is dat ze rode haren heeft. Verder wordt er niet veel over haar gezegd. (terwijl andere personages, vooral de mensen de ze moesten elimineren, toch uitgebreid worden beschreven )Ze woont in Amsterdam, en als de oorlog begint gaat ze met haar vriendinnen Judith en Tanya in Haarlem wonen, bij haar ouder. Ze wordt vaak als moedig en als een sterke vrouw omschreven (door andere verzetsstrijders). Verder heeft Hugo ook nog een rol in het verhaal. Hij zou na de oorlog met Hanna verder het leven doorgaan. Hugo. Een sterke , gespierde man. Blonde haren, nergens bang voor. Maar toen Hugo neer werd geschoten, werd Hanna’s leven voorgoed veranderd. 7. Tijd
Het verhaal speelt zich af in de 2e Wereldoorlog, de jaren ’42 tot en met ’45. De vertelde tijd is ongeveer 3 jaar. (april ’42, tot april ’45. In april ’45 werd ze vermoord. De verteltijd is 433 pagina Het verhaal is gewoon chronologisch verteld. Er zitten wel wat kleine tijdsprongen in, maar die merk je niet echt. Soms denkt ze wel eens terug of vooruit,. Maar dan is er niet echt sprake van een flash-back of een flash-forward. 8. Perspectief en vertelsituatie. Het perspectief ligt bij Hanna Schaft. De studente uit Haarlem. Het verhaal wordt verteld door haarzelf. Er is sprake van een ik-verteller. 9. Ruimte
Het verhaal speelt zich vooral af in het Westen van Nederland, Zuid-Holland Noord-Holland. Amsterdam, Haarlem, Den-Haag. Veel van die plaatsen komen aan bod. Maar ook andere plaatsen, zoals bijvoorbeeld Bilthoven. Vaak is Hanna buiten. Op het platteland. Dat wordt ook uitvoerig verteld dan. De ruimte, de plaats waar het zich afspeelt is dan van groot belang 10. Taalgebruik en stijl. Het taalgebruik in het boek is niet moeilijk. Er werden soms wel moeilijke woorden in gebruikt, maar in de context kon je die woorden wel vertalen. Wel was er aan het eind van het boek sprake van een andere taal. Duits. Er werden veel dialogen gevoerd met Hanna. In het Duits. Hanna kon dat wel verstaan, maar ik niet altijd. Ik vond wel jammer dat er dan geen vertaling onderstond. Want Duits is niet mijn sterkste taal. Verder werden er best lange zinnen gebruikt. D. Achtergrondinformatie van de schrijver. Theun de Vries
Op 26 april 1907 wordt Theunis Uilke de Vries in het Friese Veenwouden geboren als enig kind van Sjoerd de Vries en Elisabeth Dijkstra. Zijn ouders kwamen uit een landbouwersmilieu. Zijn vader besloot zuivelhandelaar te worden en het gezin De Vries verhuisde naar Apeldoorn. Theun de Vries verliet voortijdig het gymnasium en werd na verschillende baantjes uiteindelijk bibliotheek-beambte in Sneek. In 1932 trouwde hij met Aafje Maria Vernes en uit het huwelijk kwamen twee kinderen voort: Rene en Alexandra. Door zijn belangstelling voor historische en maatschappelijke ontwikkelingen werd De Vries tot het communisme gebracht. In 1936 werd hij lid van de CPN (Communistische Partij Nederland) en in 1937 werd hij redacteur van de partijkrant. Vanaf dat moment gaat hij in Amsterdam wonen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij verzetsman en doordat hij door de Duitsers gevangen genomen werd moest hij naar kamp Amersfoort. Na de oorlog werkte hij voor de CPN, o.a. als Tweede Kamerlid en maakte hij grote reizen naar communistische landen. Langzamerhand werd hij kritischer tegenover de CPN en werd hij een partijloos marxist. De Vries begon als dichter maar na enige tijd ging hij op proza over. Hij publiceerde onder verschillende pseudoniemen (pseudoniem = schuilnaam) namelijk: Sybrand Vos, A. Th. van Nieulandt, M. Swaertreger en Ibn-Askari. Hij heeft vele prijzen voor zijn werken gekregen, o.a. de Verzetsprijs in 1987 om zijn persoonlijkheid te eren. Inleidend. Ik heb dit boek gekozen en gelezen, omdat ik er een keer een stukje film over heb gezien. Ik houd wel van oorlogsfilms en oorlogsboeken, dus dit sprak me wel aan. Het lezen gin aardig vlot. Het waren wel 440 pagina’s, maar daar las je zo doorheen. Ik denk dat ik er zo’n 8 uur aan heb gelezen. Wat gebeurt er. De gebeurtenissen zijn wel geloofwaardig. Het gaat over een jonge vrouw in het verzet. Ik denk dat veel mensen zoals haar hebben gehandeld. Ik heb ook veel films over de 2e Wereldoorlog gezien (escape from Sobibor, Saving private Ryan) en ik elke film zie je de ongelooflijke haat tegen de Duitsers. De Duitsers die zo fel optreden tegen de “vijand”. Daar heeft Hanna ook mee te maken in dit boek. In het begin van het boek komt ze in aanraking met de RVV. “Ik wil zo snel mogelijk aan het werk”. Dit geeft aan hoe snel ze wou helpen met vechten tegen de Duitsers. Hanna kon ook niet stilzitten. Toen de RVV een verbod kreeg om even op te treden, wou ze perse weer aan de slag, ze sloot zich aan bij Hugo. Één passage uit de tekst om een beeld te krijgen hoe ze erover dacht: “Je moet me bij Hugo brengen, Floor,” zei ik, “ Jij weet waar hij uithangt. Ik wil met Hugo werken, of op zijn aanwijzing. Ik wil schieten! De rotte plekken wegbranden die er in ons volk zitten. Moffen interesseren mij maar half, nou weet je’t. Maar ik word ziek van de verraders en zielverkopers in ons midden. Nederlanders! Die goede patriotten en argeloze burgers aan de beul overleveren. Zo iets verbeurt het recht om te leven. Weet je, wat ik eens bij Maxim Gorki heb gelezen: Zelfs een tyfusbacil zou zich schamen als hij met een landverrader vergeleken werd. Ik wil net als Hugo: dát crapule wegvagen!” Ze wou weer aan de slag, ze benijdde Hugo om het werk wat hij deed. Het eind van het boek geeft ook precies aan hoe Hanna was. Toen ze werd ondervraagt door een SS-officier en door de vrouwelijke cipier, begon ze ineens te spreken, en ze spuwde de SS-er in zijn gezicht. Opstand tegen de Duitsers, ookal weet ze wat er gaat gebeuren.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
Ziet er goed uit!
Alleen noem je het boek: Het meisje met de rode haren. Het heet Het meisje met het rode haar.
Ik vond het toch even het vermelden waard.
12 jaar geleden
Antwoorden