1. Jan Jacob Slauerhoff (1889 – 1936)
2. Het leven op aarde
3. Nijgh & van ditmar’s paperbacks, Den Haag, 1943, zesde druk
4. De hoofdpersoon is Cameron, een Ierse marconist op een oude stomer die op China vaart, de Tsji Sjang. Hij gaat aan de Chinese kust aan land, omdat als in Amoy de vijftienhonderd Chinezen van boord zijn gegaan, hij zich moe van de zee en eigenlijk moe avn alles voelt. Een onweerstaanbaar verlangen bekruipt hem om te midden van deze mensen een nieuw leven te beginnen.
Via Amoy en Ning Po komt hij in Tai Hai waar hij een rijk koopman Hsie ontmoet, die hem chartert voor een groet toch naar Tsjong King in het Chinese binnenland. Drie maanden na deze ontmoeting begnit de tocht, die bestaat uit het brengen van wapens en kogels naar Tsjong King. De tocht begint over rivieren in Min Yang waar het kermis is gaan ze aan land om ongemerkt de ander leden van de “bende” aan boord te krijgen. Ze vervolgen hun weg en voor de kust van Tang Tsjeon gaan ze aan land om via de dorre woestijn Tsjong King te bereiken. De groep bestaat uit kamelen die de last moeten dragen, kloelies en de andere leden.
Het is een eindeloze tocht door doodse landstreken. De kamelen zijn voor Cameron zinnebeeld van rust en beheersing. Als ze Tsjong King genaderd zijn, blijkt dat ze omsingeld zijn door soldaten. Ze worden gevangen genomen, en een voor een worden ze voor de heerser Toe Tsjoen gebracht. Ze krijgen allemaal een raar soort gevangenschap afgelegd, ze moeten namelijk elk hun oude beroep opnemen. Godonow die vroeger krijgslieden africhtte moet nu de Chinezen africhten, en hun het hanteren van wapens leren. Sylvain moet een arsenaal gaan leiden en Cameron moet een radio in elkaar zien te zetten. Dit heeft heel wat voeten in de aarde.
Hij kan erg moeilijk aan het materiaal komen, maar met opium lukt veel. Hij krijgt er een maand de tijd voor. In die maand zwerft hij heel wat af en komt terecht op een boorveld; waar hij aan een van de leiding een plek aanwijst, waar volgens hem olie zit.
Als de maand om is en de radio net klaar is, wordt hij weer voor de Toe Tsjoen gehaald, die er een heel feest rond heeft gebouwd. Het is een spannend ogenblik als de eerste geluiden door de radio klinken, en iedereen is doodsbenauwd. Dan wordt plotseilng het feest onderbroken door een melding dat de gele vloed (olie) de aarde is uit gekomen en de stad overstroomt.
Iedereen geeft de shuld aan Cameron, die volgens hun de boze geesten uit de onderwereld met de radio heeft opgewekt. Ze vluchten allen.
Cameron vlucht naar Wan Tsjen de monnik, waar het land van de sneeuw hem wenkt. Hij betreedt dit echter niet, maar belandt eerst in het westerlijke paradijs, het land van de papavers, waar de opium hem naamloos en gedachtenloos maakt, zonder ervaringen en herinneringen. Dan roept het leven van de overkant hem, en het westerlijke paradijs verdwijnt. Wan Tsjen wijst hem dan de andere mogelijkheden: leven in de moderne wereld of leven in het land van de sneeuw.
Hij is bereid het land van de sneeuw binnen te treden, maar volgens Wan Tsjen is hij hier veel te zwak voor. Leven in de moderene wereld, kan hij ook niet.
Dan komt de derde en laatste mogelijkheid: ‘Het land van het midden’.
Het is een Chinees gedacht Middenrijk, midden tussen een bedrijvig georganiseerd Europa en een zuiver vergeestelijkt mystiek rijk. Daar heeft het leven maar 1 zin zijn eigen bestaan,
zijn “Leven op Aarde”.
5. Hoofdpersoon: Cameron.
Cameron, de marconist van Ierse afkomst. Zijn uiterlijk heeft weinig vweg van een vastberadene. Hij wordt in het verhaal gerangschikt onder de zwaksten, die zo vaak met het zwaarste lot belast worden. Zijn hoogste geluk vindt hij op de eindeloze tochten door doodse landstreken: rust en ruimte een nimmer eindigende voortbeweging over een grenzeloos land. Hij is individualist. Met anderen in aanraking komen, betekent voor hem leveni n de buurt van de volkomen ondergang nooit wezenlijk worden genomen en steeds op het armzalige worden aangewezen.
Hij is natuurlijk ook een romanticus (Slauerhoff). Tenslotte wilhij niet meer met de mensen samenwonen, wel leven op aarde maar, alléén. Hij houdt erg van zijn laatste metgezel Wan Tsjen, waar hij altijd naar zal blijven verlangen.
Volgens G. Kwuvelber is Cameron een sprekende naam, waarschijnlijk duidt dit op de Engelse ontdekkingsreiziger Verney Lovett Cameron. Deze onderdrukte de slavenhandel (koelies). Hij was de eerste Europeaan die de tocht van Oost naar West Afrika heeft volbracht. (Slauerhoff schreef leven op aarde in Tanger (Afrika).
Ik vind Cameron een type. Je komt wel veel te weten waarover hij denkt maar in dit boek wordt hij toch als een type beschreven. Ook als je het boek leest door al de dingen die hij mee maakt krijgt je echt een bepaald beeld van zijn type mens, hij wil graag alleen zijn.
6. Hsioe:
Hij is een dikke welgestelde koopman, van Chinese afkomst. Het is een opiumroker. Heeft een gastvrij huis waarin hij de mensen die hij chatert voor tochten gastvrij ontvangt.
Hij handelt in alles, zo gek niet om op te noemen, o.a.: geld, opium, wapens, soja, mensen. Hij zorgt er wel voor dat hij niet gesnapt wordt. Hij is wel mild en vertrouwend
Fong Sjen (bijnaam ‘de prinses’):
Een gelaat van grote schoonheid. Zuiver ovaal gezicht, ronde kin en neus met plat openstaande neusgaten. Onder het linkeroog had ze een rood en ruw gezwel. Moet als ze gevangen is toestaan dat de Toetsjoen haar kmt bezoeken. Leidt verder een welgesteld leven.
Sylvain:
Sylvain en de opium waren onafscheidelijk. Hij was vroeger marine officier en werktuigkundige. Moet als hij gevangen is, een arsenaal leidden. Helpt Cameron met materiaal voor radio.
Godonow:
Bekwaam in africhten van krijgslieden en hanteren van wapens. Aanvoerder van de bende. Moet in gevangenschap koelies op leiden tot soldaten.
Wan Tsjen:
Monnik leidde klooster in het land van de sneeuw. Is op aandringen van Kia So naar Tsjoen King teruggekeerd. Tracht Cameron de goede weg te wijzen. Cameron noemt hem zjin laatste metgezel, heeft een diepe indruk op hem gemaakt.
7. De ruimte speelt een belangrijke rol in deze roman en staat in verband met het thema. De zee is symbool voor Camerons verleden, waarmee hij wil breken. Zoals je in de samenvatting al kan lezen reist hij van hot naar her om zijn eigen plek te vinden.
8. Ideling van het verhaal: deel I blz. 5-94 deel II blz. 95-170 (allebei ongeveer gelijk verdeeld in acht hoofdstukken) Epiloog blz. 95-179 Het verhaal wordt overwegend chronologisch verteld. Alleen hoofdstukken IX en X gaan over eerdere gebeurtenissen (de geschiedenis van Tsjong King en de brief van Kia So). Ook het begin van hoofdstuk XVI is niet chronologisch, wnat hier wordt verteld over de gebeurtenissen die een paar dagen eerder hadden plaatsgevonden. De snelheid waarmee het verhaal verteld wordt, is wisselend. Sommige gebeurtenissen worden van dat tot dag weergegeven, andere gebeurtenissen worden globaal verteld(bijvoorbeeld de drie maanden meditatie en vooral de gebeurtenissen in de Epiloog, die een tijdloos karakter lijken te hebben).
De verteltijd is 191 bladzijden. De vertelde tijd is moeilijk te bepalen. Globaal kan je zeggen dat de vertelde tijd in de delen I en II ligt tussen de anderhalf en drieeneenhalf jaar.
9. Het Thema van de roan is de vraag naar de zin van het leven. Dit thema wordt gepersonifieerd door Cameron, die op aarde zoekt naar een onaardse bestemming en daardoor zwerft zonder iets te vinden. Cameron komt wel heel dicht bij zin onaardse bestemming: het Land der Sneeuw, maar dat blijft toch onbereikbaar voor hem. Hij blijft zwerven in het Rijk van het Midden en berust erindat hij geen andere zin voor zijn leven op aarde heeft gevaonden dan zichzelf. Toch blijft hij hopen dat hij “onderweg” sterft en zo in de vaart toch nog bij Wan Tsjen in het Land der Sneeuw kkomt “om daar de strijd voort te zetten van hem die nietkan sterven noch delen het kommer- en vormloos bestaan van de ware onsterfelijken” (slotzin).
10. “Het leven op aarde”. De titel ontleende hij aan het in “Laatste verschijning van Camoës” terloops genoemde. Eenmaal Camoës beschreven te hebben, neemt hij afscheid avn hem. In hem nam hij afscheid van het verleden om te willen leven “het leven op aarde”.
Slauerhoff beschrijft in het boek het zoeken naar zijn leven op aarde. Hij zoek naar die ene plek waar hij eindelijk kan leven. Zijn conclusie is: Niet meer met de mensen samenwonen, wel leven op aarde, maar dan alleen. Hij vindt geen andere zin voor zijn leven op aarde, dan zichzelf rondtrekkend als naamloze zwerver, zonder aan het leven der anderen wezenlijk deel te nemen.
11. Jan Jacob Slauerhoff leefde van 1889 tot 1936. Als shceeparts maakte hij vele reizen. Hij schreef twee romans: Het verboden rijk (1932) en Het leven op aarde (1934). Hij schreef ook verhalen bundels (o.a. Schuim en Asch, 1930) en poezie (o.a. Archipel, 1923 en Saturnus, 1930).
De schrijver Slauerhoff was een romanticus. In onvrede met de realiteit zocht hij, zwervend, een soort “aards paradijs”. Dit is het duidelijkst verwoord in Het leven op aarde, maar het speelt ook een belangrijke rol in Het verboden rijk, waarin het heden ontvlucht wordt in het verleden. Deze tweer romans staan duidelijk in verband met elkaar: allebei spelen ze in het “rijk van het midden” en Cameron komt voor in Het verboden rijk, al heet hij dan nog niet zo. Het romantische van Slauerhoff is niet zoetig, sentimenteel, maar weerbarstig, demonisch; hierin komt hij overeen met de Franse romantici van een eeuw daarvoor.
12. Slauerhoff schreef het boek om afscheid te nemen van het verleden, en om dan alleen en zonder herinnering te willen leven. De aangewezen plaats hiervoor is China, waar hij kan leven bij de oudste wijsheid, de verhevenste natuur en het zuiverste genot.
Met Cameron als hoofdpersoon beschrijft hij op zeer eigenwijze China, de mensen die daar leven, hun levensstijl, hun cultuur en de invloed die Cameron hiervan ondergaat.
13. –
14. Ik denk dat dit een psygologische roman is, ‘Het leven op aarde’. Het boek gaat over een plek waar de hoofdpersoon kan leven. Je weet zijn gedachten en waar hij zich druk om maakt en wat hij daar aan doet.
15. Bronnen:
- www.schrijversnet.nl (biografie) [1]
- ingeboekt, pagina 291 t/m 297. (uittrekselboek) [2]
16.
1 2
inhoud samenvatting n.v.t goed
inhoud plaats en tijd ruim
inhoud verklaring van titel n.v.t.
inhoud hoofdpersoon goed, uitgebreid
inhoud bijpersonen staat in een verhaal, rommelig
inhoud genre n.v.t
inhoud auteur goed, belangrijkste data staan erin plus een uitgebreid verhaal kort stuk
inhoud thema uitgebreid
inhoud eigen mening -
opmerkingen
Over dit boek waren weinig dingen te vinden, ik denk dat dit komt doordat dit boek in 1934 geschreven is.
REACTIES
1 seconde geleden