Titel: Het leven en de dood in de ast
Schrijver:Stijn Streuvels
Streuvels werd geboren op 3 oktober 1871 in Heule, een dorp in de directe nabijheid van de stad Kortrijk als Franciscus Petrus Maria Lateur en zijn roepnaam was Frank. Hij was niet de zoon van een bakker, zoals vaak wordt beweerd, maar van een kleermaker. Deze kleermaker, Camille Lateur, was getrouwd met Louise Gezelle, een zuster van de grote dichter Guido Gezelle. De jonge Frank aardde niet binnen het keurslijf van het onderwijs en ging al vroeg aan het werk bij twee broers van zijn vader, die bakker waren. In hun bakkerij, waar de conversatie zeldzaam was, besteedde Frank zijn vrije uren aan het kennismaken met alle teksten, die hij maar kon vinden.
Streuvels geldt als een van de belangrijkste vernieuwers uit de Nederlandse letteren van die tijd. Hij was autodidact en las en sprak meerdere talen, o.a. Frans, Duits. Noors kon hij lezen maar Russisch kreeg hij nooit onder de knie. O.a. Tolstoi vertaalde hij aan de hand van Duitse vertalingen. Hij schreef naturalistische verhalen, geïnspireerd door Émile Zola en de grote Russen van die tijd (vooral Tolstoj).
Stijn Streuvels woonde bijna zijn hele leven in het dorp. Zijn liefde tot de natuur vormt de aanleiding tot een hardnekkig misverstand: de foute veronderstelling, dat zijn werk bestaat uit louter ellenlange natuurbeschrijving. Voor de lezer, die er op gesteld is, zich door snel te lezen vlot te informeren, is Streuvels een crime. Hij loopt vast in de traagheid van de verwikkeling.
Periode: beweging van tachtig, neoromantiek
Vlaamse letterkunde
Puntenaantal: 2
Samenvatting:
Vier mannen brengen de nacht door in de schuur met den ast om de vuren te onderhouden, en overpeinzen - elk op zijn manier - hun leven, hun streven en de waarde ervan.
Vijf mannen werken in een cichoreidrogerij. Maf en Lot, Blomme [bejaarde, sterke man], Hutsebolle [opperdroger] en Fliepo [lelijke man].
Het werk dat ze doen is zeer eentonig: ze hebben een vaste taakverdeling en ze werken van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.
Als het werk klaar is, gaan Maf en Lot weg. Blomme, Hutsebolle en Fliepo blijven in de drogerij. Er is nog even wat afleiding door jonge mensen die binnenkomen in de drogerij, maar even later jaagt de oude boer die weg. Nadat de boer even gepraat heeft met hen, gaat die ook weg. Even later horen ze de jonge boer wegrijden op zijn paard, het geld van zijn ouders uitgeven. Dan gaan ze allemaal peinzen over vroeger en over de toekomst. Ook Knorre, een arme zwerver, komt binnen om warmte te zoeken. Hij valt gelijk in slaap.
Blomme vertelt hoe hij vroeger een meisje versierde. Ook hoe hij daarna het met zijn ‘vaste’ vriendin uitmaakte omdat hij haar teveel vond zeuren.
Andere avonturen volgen. Hutsebolle mijmert dat de drang om uit je bol te gaan in ieder mens zit, en dat je het kan onderdrukken maar dat het toch weer boven komt.
Hutsebolle vertelt over de droom van z’n stoel. Blomme denkt aan de boerderij die hij wil kopen waarop hij zal werken, in plaats van de verveling op deze cichoreidrogerij.
Hutsebolle denkt aan de ongelijkheid die er bestaat. Even later wekt hij de andere twee mannen en gaan ze de bonen keren. Daarna gaan ze weer verder slapen. Er wordt nog een schouwspel van muizen opgevoerd, waarvan er een paar worden opgegeten. Dit illustreert het drama van het leven.
Fliepo droomt dat hij wegloopt uit de drogerij en dat hij het avontuur op gaat zoeken, samen met Knorre. Lekkere dingen hangen in de bomen en net als hij een hap uit een varkenskop wil nemen, wordt hij wakker gepord door Hutsebolle. Ze moeten weer de bonen draaien en de helft afscheppen.
Daarna gaan ze weer naar bed, gestoord door het zware snurken van Knorre, de oude zwerver. Hutsebolle droomt dat hij een duivenwedstrijd houdt en zijn duif bijna wint, maar door Knorres geluid verliest. Hij vecht met Knorre en vermoordt hem…
Blomme heeft ook schuldgevoel. Hij denkt dat Knorre stervende is, maar hij doet niks omdat hij niet durft. Ook is hij bang dat Knorre hem aan zal klagen, omdat hij Knorre nooit geholpen heeft. Dan droomt hij dat hij in een boom is geklommen waarin hij geld heeft gespaard voor zijn boerderij. Een reus zaagt de boom om en hij sterft. Hij staat voor God en God oordeelt over zijn leven en zegt, dat Blomme niet heeft geleefd voor Hem maar voor zichzelf. Blomme ziet al zijn zonden en schaamt zich. Als hij wakker wordt, denkt hij dat Knorre hem heeft behekst.
Ook Hutsebolle schaamt zich omdat hij Knorre heeft vermoord.
Fliepo droomt dat hij schipbreuk heeft geleden en dat Knorre is gestorven in de zee. En hij heeft gezorgd dat Fliepo zonder pastoor is gestorven.
Als Maf en Lot binnenkomen, de andere twee mannen van de drogerij, doen ze net alsof ze wakker worden en zien dat Knorre is gestorven. Knorre wordt meegenomen door de boer.
Hutsebolle en Blomme blijven allebei veranderd achter. Fliepo is niet veranderd, maar dromen en werken lopen bij hem in hem over. Hij ziet dat zijn droom in scherven is gevallen. Over de diepste gevoelens wordt niet gepraat, alleen oppervlakkige verhalen.
De titel: het leven en de dood in de ast.
De dood in de ast wijst op Knorre die is overleden en het leven wijst erop dat voor de andere twee mannen nog een kans is om het beter te gaan doen.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Ruikt naar copy paste...
14 jaar geleden
Antwoorden