Het gouden ei door Tim Krabbé

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Het gouden ei
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas havo | 3474 woorden
  • 28 oktober 2001
  • 58 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
58 keer beoordeeld

Boekcover Het gouden ei
Shadow

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Aut…

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, …

Rex pakte het polaroid-toestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation. Een grapje voor zometeen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: TOTAL-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Autoroute zal chauffeuren. De foto aan een punt houdend keek hij hoe het TOTAL station en de geparkeerde auto’s, haast of ze even leefden, uit de chemicaliën opdoemden.

Het gouden ei door Tim Krabbé
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A: Zakelijke gegevens: Titel: Het gouden ei
Auteur: Tim Krabbé Uitgever: Bert Bakker
Plaats: Amsterdam
Jaartal: 1998,16e druk
Jaar 1e druk: 1984
Genre: Roman B: Motivatie van mijn boekkeuze: Ten eerste heb ik dit boek gekozen, omdat ik een lijst met een ´top-honderd‘ heb, en in deze lijst staan de beste honderd boeken uit een enquête die scholieren hebben ingevuld. In deze enquête staat: het gouden ei, op de eerste plaats. Ten tweede het boek werd mij aangeraden door vrienden. Toen heb ik het boek in de bibliotheek geleend en ben het gaan lezen. C: Mijn eerste persoonlijke reactie: In Het begin vond ik het boek reuze saai en onbegrijpelijk omdat het verhaal een beetje door elkaar was gegooid. Maar naarmate ik het verhaal verder begon te lezen wilde ik toch wel weten hoe het precies zat dus toen begon het steeds spannender en interessanter te worden.
D: Korte samenvatting van de inhoud: H1: Rex en Saskia zijn met z’n tweeën op vakantie. Ze rijden over de Route du Soleil naar hun vakantiebestemming. De benzinemeter van Rex’s auto is stuk en daarom zit Saskia steeds zenuwachtig naar de meter te kijken. Drie jaar geleden toen ze ook op vakantie waren was zijn meter ook al stuk en toen stonden ze op een moment zonder benzine. Als kind had ze een nachtmerrie dat ze opgesloten zat in het gouden ei. Saskia is nu bang dat haar dat weer zal gebeuren. Onderweg stoppen ze even bij een benzinestation om te tanken en wat te gaan drinken. Rex tankt de auto vol en parkeert hem op een parkeerplaats even verderop. Als ze op de parkeerplaats staan wacht Rex bij de auto en gaat Saskia wat te drinken halen voor hun tweetjes. Na een tijdje was Saskia nog niet terug en begon Rex zich zorgen te maken. Hij wachtte nog een tijdje maar besloot toch om haar te gaan zoeken, maar zonder resultaat. Hij liep weer naar de auto maar daar was ze ook niet. Rex schreef op een briefje dat ze bij de auto moest blijven wachten als ze terug was. Hij deed het briefje onder de ruitenwisser. Rex zocht het hele parkeerterrein af en zocht nu ook in het benzinestation, maar daar kon hij haar ook niet vinden. Hij vraagt aan allerlei mensen of ze haar gezien hebben, maar niemand heeft haar gezien behalve de kassajuffrouw maar daar had Rex ook niets aan want zij kon zich niet veel herinneren. Hij belt dan de politie ene geeft haar signalement door. Maar verder zonder resultaat. H2: Acht jaar later is Rex op vakantie met Lieneke. Rex is met Lieneke op een verlaten stuk strand in een inham van rotsen. Zij zijn de enige die weten dat dit stuk strand er is. Na een tijdje gaan ze met de boot terug naar het grote drukke strand. Rex ziet daar een paar Fransen hun badminton- spullen pakken en een ze beginnen een potje te badmintonnen. Rex en Lieneke zijn redelijk goed in badminton en Rex kan het niet laten om te vragen of zij ook mee mogen doen. Ze beginnen met het spel en Saskia kijkt vanaf de zijlijn mee. Na een lange tijd hebben Rex en Lieneke op het randje nog van de Fransen gewonnen. Als het toernooitje afgelopen is worden Rex en Lieneke uitgenodigd door de Fransen om nog wat te gaan drinken bij de tent van de Fransen. Als Rex en Lieneke ’s avonds gaan slapen heeft Rex een nachtmerrie en hij schreeuwt steeds heel hard ‘’het gouden ei, het gouden ei’’ H3: Raymond Lemorne heeft zijn hele leven al nare gedachtes. Toen hij 16 was vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als hij van een balkon van een flat springt, hij probeert het en ligt dan 6 weken in het ziekenhuis. Eenentwintig jaar later is hij scheikunde leraar, getrouwd en heeft hij 2 dochters. Dan komt er nog een nare gedachte in hem op en vraagt hij zich af of hij in staat zou zijn om een misdaad te plegen. Hij besluit het te proberen. Hij doet net alsof hij een vakantiehuisje moet opknappen in het bos, maar zijn bedoeling is om daar zijn slachtoffers te gaan ontvangen. Hij heeft een plan bedacht om de vrouwen vanaf het benzinestation mee naar dit vakantiehuisje te lokken. Hij zou dan een mitella omdoen en net doen alsof hij een gebroken arm heeft. Daarna zou hij een vrouw vragen of ze hem wil helpen om zijn aanhangwagen aan zijn auto te koppelen. De aanhangwagen stond een eindje verderop en hij zou de vrouw voorstellen om in te stappen en even mee te rijden. De eerste pogingen mislukten, maar de daarop volgende poging lukte. Hij ontvoerde een vrouw en niemand weet wat er verder met haar gebeurd is. H4 en H5: Als Rex terug is van vakantie gaat hij een opsporingscampagne starten. Hij richt zich vooral op de mensen die 8 jaar geleden op die dag dat Saskia verdwenen is bij het benzinestation zijn geweest. Er komen veel reacties, maar ze zijn allemaal even onbruikbaar. Op een gegeven moment meldt zich een Fransman (Lemorne). Rex herkent hem nog als de man met de mitella. Hij wil Rex wel vertellen wat er met Saskia gebeurd is alleen dan moet Rex hetzelfde lot ondergaan. Rex gaat akkoord en ze rijden naar het benzinestation waar alles gebeurd is. Lemorne geeft Rex een slaapmiddel en belooft hem dan alles te vertellen. Als Rex wakker wordt ligt hij op een matras is een doodskist. Nu weet hij ook wat er met Saskia gebeurd is, ze zijn levend begraven. Lieneke zoekt Rex maar van Saskia en Rex is nooit meer iets vernomen. E: Bespreking van de volgende verhaalaspecten: -Spanning: De spanning in dit boek was heel goed te merken vooral doordat de hoofdstukken door elkaar waren was het spannend om snel verder te lezen. Ook door de rare verdwijningen en gedachtes van de personages is het spannend gemaakt. -Personages: Rex Hofman: Rex is een rustige, vrij serieuze man. Hij houdt ervan om spelletjes te spelen: zo plaagt hij Saskia graag en net als Lemorne doet hij graag gedachtespelletjes. In 1983 is hij medewerker van een wetenschappelijk jeugdtijdschrift, dan is hij 43 jaar oud. Hij heeft erg veel moeite met de verdwijning van zijn vriendin. Pas na acht jaar durft hij weer iemand ten huwelijk te vragen. Vlak daarna gaat hij grondig op zoek naar Saskia. Raymond Lemorne: Raymond is een Franse scheikundeleraar. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Aan het eind van het verhaal is hij 49 jaar. Hij heeft heel erg vreemde ideeën over het leven: zo vraagt hij zich af, hoe het is om van een flat af te springen. Hij redt een kind van de verdrinkingsdood en vraagt zich daarna af, hoe het is om iemand te doden. Hij doet dit dan ook zonder enig schuldgevoel. Hij houdt van het uitdenken van methoden en van experimenteren. Saskia Ehlvest: Saskia is acht jaar jonger dan Rex. Ze heeft last van claustrofobie en droomde als kind al dat ze gevangen zat in een Gouden Ei. Daar kon ze alleen uitkomen, door tegen een ander Ei te botsen. In het boek staat ook dat ze “roodgespoeld wriemelhaar” heeft, en heel erg ijdel is. Lieneke: Lieneke is de nieuwe vriendin van Rex. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar na de nachtmerrie over het Gouden Ei blijkt, dat Saskia altijd tussen hen in zal blijven staan. Lieneke is eigenlijk alleen belangrijk voor het verhaal vanwege haar relatie met Rex. -Thema: Moord en Roman. De verdwijning van Saskia, het is de rode draad die door het hele boek gaat. -Opbouw: De bouw van het verhaal vind ik best wel ingewikkeld, maar wel heel origineel. Dit komt doordat de hoofdstukken niet helemaal in chronologische volgorde staan. Ook komt dit doordat er steeds vrij grote tijdsbruggen worden overgestoken. Hierdoor moet je in het begin van een hoofdstuk even goed opletten hoe de situatie op dat moment is. Dit vind ik een super toffe manier om een verhaal op te bouwen en het doet me denken aan de manier waarop Tarantino-films, zoals Pulp Fiction en Recevoir Dogs, in elkaar zitten. Het verhaal komt vrij vlot op gang. Er gebeurt niet meteen iets, maar de hoofdpersonages worden wel meteen goed geïntroduceerd. Je ‘leert’ ze als het ware meteen goed kennen. Ik vind het verhaal uiterst spannend. Dit komt door de gebruikte manipulatie technieken die ik in vraag 6 heb uitgewerkt. Ik vond het een briljant eind. Echt onverwachts, dat Rex ook nog zou sterven. Ik was tot het eind nog aan het denken dat hij zich er wel uit zou redden. Gelukkig zat er niet zo’n ‘happy end’ aan, zoals bij die goedkope hollywood-films. Alles waar het verhaal omdraait wordt op het eind duidelijk. Je komt eindelijk te weten wat er met Saskia is gebeurt en hoe ze is omgebracht. -Tijd: Het verhaal speelt zich af vanaf 1950 tot ongeveer 1982. Tussen het begin en het einde van het boek zit +/- 32 jaar. Het Verhaal begint eigenlijk in 1950 als Lemorne 16 jaar oud een gedachtespelletje aan het doen is, waarbij hij van een balkon springt van de 2e etage: Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij sprong. Hij bedacht voors en tegens, met als gedachte dat hij al zou springen. Dat vond hij vreemd: hoe kon dat vast staan als springen zo duidelijk gekkenwerk was. Hij zat een halfuur op het hekwerk, denkend aan de tegenstrijdigheid en aan andere dingen, en sprong toen. Hij lag daarna 6 weken in het ziekenhuis. Het duurde 21 jaar voor er weer zoiets dergelijks in zich opkwam: De ontvoering. Dan is hij 41 jaar, in 1974. (de eerste 21 jaar wordt eigenlijk niet beschreven). 8 jaar later komt Rex Lieneke tegen (1982), maar hij kan zich nooit meer zo aan iemand hechten, als aan Saskia. Hij gaat dus verder met de zoektocht en komt Lemorne tegen. -De vertelsituatie: De vertelsituatie is betrouwbaar en past zich een beetje aan de hoofdpersoon. In het gedeelte met Rex als hoofdpersonage wordt niets verteld over Lemorne. En in het gedeelte met Lemorne als hoofdpersonage wordt niets verteld over Rex. De vertelsituatie zorgt zo voor een duidelijke scheidslijn tussen de twee verhaallijnen die langzaam naar elkaar toe werken. -Ruimte: het verhaal speelt zich op drie verschillende plaatsen af: het boek begint bij het benzinestation Total in Frankrijk. Het is een benzinestation met een veldje in de buurt waar Rex en Saskia uitrusten. Verder wordt er weinig over geschreven. Een andere plaats die in het boek genoemd wordt is het meertje Marina di Camerota in Italië waar Rex en Lieneke op vakantie zijn. Ze beschouwen het strandje van het eilandje dat in het meer ligt als hun strand. Bij de beschrijving van de geschiedenis van Raymond worden een aantal plaatsen in Frankrijk genoemd waarover niets verder verteld wordt. Wel wordt het tweede huisje van Raymond beschreven, wat hij helemaal opknapt: "Het huisje, afkomstig uit een tegenvallende erfenis van zijn vrouw, lag zesentwintig kilometer van Autun aan de rand van een gehucht dat Effours heette en direct aan de departementale weg, maar toch verscholen en alleen. Het bevatte drie kamers en een keuken en voor de deur bevond zich de trots: een oneffen grasveld ter grootte van een half voetbalveld, met aan de rand een akelig gat dat ooit had moeten veranderen in een zwembad." Tot slot wordt ook nog Rex' huis kort beschreven; "Hij woonde in een flatgebouw aan de rand van Buitenveldert, even aan de overkant van een kanaal dat bij zijn geboorte nog de grens van Amsterdam was geweest." De ruimten zijn niet echt belangrijk voor het verhaal, omdat het thema van het boek weinig te maken heeft met die ruimten. Als je de kist en het gouden ei ook zou opvatten als ruimten in het verhaal, dan zijn die zeker wel belangrijk, omdat die zorgen voor het gevoel van opgesloten zitten, wat een belangrijk punt uit het boek is. Het benzinestation, het meertje in Italië, het huisje van Raymond, de flat van Rex en de kist zijn beleefde ruimten, maar het gouden ei is een symbolische ruimte uit de droom van Saskia en Rex die de angst weergeeft voor het opgesloten zitten in kleine ruimten (claustrofobie). F: Grondige leesbeschrijving: 1. Onderwerp -Het is me duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. Het gouden ei, de titel, slaat terug op een droom/nachtmerrie die Saskia in haar jeugd heeft gehad. In deze droom zat ze opgesloten in een gouden ei waar ze niet dood in kon gaan maar wel kon ontsnappen door tegen het andere rondvliegende ei te botsen. -Ik verwachtte niet dat het onderwerp zo zou worden uit gewerkt. Toen ik de titel voor het eerst las, wist ik sowieso niet wat ik ervan moest verwachten, maar deze uitwerking vind ik toch wel erg verrassend. 2. De gebeurtenissen -De belangrijkste gebeurtenis in het boek is de verdwijning van Saskia. Dit gebeurt vrijwel gelijk in het begin. Vervolgens loopt het verhaal ineens een paar jaar verder door. Je weet dan nog steeds niet wat er toentertijd met Saskia is gebeurd. Dan springt het verhaal weer over naar een man die er helemaal niks mee te maken lijkt te hebben, maar schijn bedriegt. -De sfeer waarin de gebeurtenissen plaatsvinden vind ik best angstaanjagend. Je vraagt je telkens weer af wat er nou is gebeurd, en alles blijft maar zo geheimzinnig. In je hoofd probeer je vooruit te denken, maar dan slaat het verhaal ineens weer een hele andere weg in, zo verhoogt de schrijver de spanning steeds meer. 3. Personages -In sommige personages kan ik me heel goed verplaatsen. Zoals in Rex zou ik me wel kunnen verplaatsen. Maar in sommige ook weer niet, zoals Raymond Lemorne. -Een personage heeft een eigenschap die ik verafschuw. Namelijk de gedachtegang van Lemorne wekt echt angst op. Hij lijkt op zich erg aardig, maar hij blijkt een ijskoude moordenaar te zijn. 4. Bouw -Het verhaal vind ik best spannend, omdat de schrijver eerst de gebeurtenis beschrijft vervolgens je niets meer erover vertelt, datgene wat je ontzettend nieuwsgierig maakt, en tenslotte kun je al een beetje zelf opmaken wat er is gebeurd, terwijl de schrijver het je nog niet heeft verteld. Uiteindelijk bleek mijn voorspelling te kloppen. Het eind vind ik goed. Het is een open einde maar je kunt zelf de rest wel invullen. Als je erover na gaat denken dat valt ineens alles in elkaar. Rex ondergaat hetzelfde lot als Saskia heeft moeten ondergaan, namelijk levend begraven worden. De schrijver omschrijft het gevoel daarvan, je zit opgesloten in een helemaal donker kist ergens diep onder de grond waar weet je niet. Dit alles kun je vergelijken met de droom die Saskia had toen ze klein was. Opgesloten in een gouden ei(doodskist)niet dood kunnen gaan, ja op den duur wel natuurlijk. Het ergens rond zweven in het heelal, ergens onder de grond zijn begraven. Je hebt zo gelijk de titel verklaard. Haar droom over het gouden ei geeft de manier waarop ze zal dood gaan weer. 5. TAALGEBRUIK -Ik vond de tekst helemaal niet lastig om te lezen. Ik ben geen een probleem tegengekomen. Er wordt veel stilgestaan bij de gedachten en gevoelens van Rex, al is hij zelf niet degene die het verhaal vertelt. Er is sprake van een alwetende verteller. Dialogen komen af en toe voor, de gesprekken die gevoerd worden zijn natuurlijk en makkelijk te volgen. Deze komen allemaal in een juiste verhouding voor. Het taalgebruik vond ik normaal en dat past ook wel bij de personages. Ik zou niet weten wat er voor speciaal taalgebruik er bij dit onderwerp zou passen. Dit vond ik er ook gepast voor. G: Verwerkingsopdracht: Opdracht 4:Bespreek hoe het komt dat het verhaal spannend is. Laat zien welke open plekken worden gebruikt: Het verhaal bevat redelijk veel open plekken. De meeste open plekken zijn eigenlijk niet zo belangrijk voor het verhaal of de spanning van het verhaal. En in het begin van een nieuw hoofdstuk vraag je je eerst nog even af: ,,Waar gaat het nou weer over?”, maar later in het hoofdstuk wordt het dan steeds meer duidelijk. Er is eigenlijk maar één echt grote, belangrijke open plek. Die ene belangrijke open plek in het verhaal, waar het ook allemaal omdraait, is de plotselinge verdwijning van Saskia. Ze ging twee blikjes drinken halen in het winkeltje van het tankstation, maar kwam niet meer terug. Toen Rex toch maar eens ging kijken kon hij haar ook nergens meer vinden. Vragen die door deze open plek waren opgeroepen waren vragen zoals: waar was ze gebleven? Wat was er met haar gebeurd? Was ze ontvoert? Was ze er zelf vandoor gegaan, omdat ze Rex niet meer zag zitten? Leefde ze nog wel, of was ze misschien vermoord? In het voorlaatste hoofdstuk van het boek krijg je “het” antwoord hierop, doordat de moordenaar van Saskia een ontmoeting heeft met Rex en hem de kans biedt om alle antwoorden te weten te komen. Hij zou toestemmen om hetzelfde te ondergaan als Saskia met de dood tot gevolg, maar hij zou dan wel alles weten van wat er die ene avond met Saskia was gebeurd en hij zou er nooit meer naar hoeven te gissen. Wat er precies gebeurd is daarna, staat in m’n samenvatting vermeld. Er is nog één open plek in het verhaal dat verder ook niet wordt ingevuld. Misschien is het ook niet echt een open plek, maar meer iets wat ik niet zo goed begrijp. Deze open plek staat op p. 31-33. Hier vertelt Rex over zijn 3 draken die hij in Camerota had te verslaan. Zijn derde te verslane draak waren de 3 Fransen. Hij licht verder niet toe waarom dit draken voor hem zijn, en dus snap ik het niet goed. De schrijver heeft verschillende manipulatie technieken gebruikt om de spanning te verhogen. Deze technieken zijn: vooruitwijzing inlassen: dit gebeurt na het hoofdstuk dat vertelt over Raymond Lemorne. Op het eind van dit hoofdstuk (hoofdstuk 3) krijgt Lemorne Saskia te pakken, maar wat hij verder met haar doet blijft nog in het donker. Je weet niet of hij haar vermoordt of alleen misbruikt en daarna weer ergens afzet. Dit is dus op het eind van hoofdstuk 3 en daarna gaat hoofdstuk 4 gewoon weer een stuk verder in de tijd verder. Vertraging/uitstel: als Rex met Lemorne mee rijdt in zijn auto, opweg naar Frankrijk, om hetzelfde te ondergaan als Saskia, dan duurt het eerst nog een tijd voordat ze in Frankrijk op het benzine station aankomen en waar de ‘uitleg’ dus begint. In de tussen tijd wordt de reis er naar toe uitgebreid beschreven en wordt de lezer dus in spanning gehouden. tijdsprong: Tussen ieder hoofdstuk zitten enorme tijdsprongen. Op het eind van hoofdstuk 2 zit je ineens 8 jaar verder, terwijl je verwachtte een antwoord te krijgen op de vraag wat er nu met Saskia gebeurt was. Na hoofdstuk 2 krijg je nog geen antwoord, want in hoofdstuk 3 ga je weer terug naar vóór de verdwijning en wordt er een nieuw personage geïntroduceerd, genaamd Raymond Lemorne. Je komt er nu wel achter dat hij iets met Saskia’s verdwijning te maken heeft. Dan krijg je weer een sprong vooruit in de tijd en krijg je op het eind van hoofdstuk 4 ook eindelijk je antwoord. H: Informatie over de auteur: Biografie: Tim Krabbé is geboren op 13 april 1943 in Amsterdam, waar hij nog woont. Hij deed eindexamen 1960 HBS-B aan het Spinoza Lyceum. Hij leeft sinds 1967 van de pen. Hij is getrouwd geweest met Liz Snoijink, en heeft een zoon Esra. Zijn vader en grootvader waren en zijn bekende schilders, evenals zijn broer Jeroen, die ook acteur is. Zijn moeder is filmvertaalster en schrijfster. Hij heeft ook wat geacteerd, en een tijdje psychologie gestudeerd aan de GU in Amsterdam, maar van beroep is hij altijd schrijver geweest. Zijn debuten als schrijver en als journalist vielen samen in 1967. Zijn romans zijn in 12 talen vertaald, en vier ervan zijn verfilmd. 'Spoorloos', naar Het Gouden Ei, waar hij zelf het scenario voor schreef, won het Gouden Kalf 1988 voor de beste Nederlandse film. Hij wordt nog steeds gedraaid in Amerika, en in 1993 werd er daar een remake van gemaakt onder de titel 'The Vanishing.' Niet zo goed als het origineel. In maart 1998 zijn er drie films naar werk van hem in voorproductie; twee naar romans, de derde naar een oorspronkelijk scenario. Naast zijn romans, verhalen en journalistieke werk heeft hij vele artikelen en een paar boeken over schaken geschreven. Van 1967-1972 hoorde hij bij de beste twintig schakers van Nederland, maar nooit bij de beste tien. Bibliografie

1967 De werkelijke moord op Kitty Duisenberg, roman. 1970 Flanagan of het einde van een beest, roman. 1972 Fischer, schaakbiografie. 1973 Vijftien goede gedichten, poëzie. 1975 Red desert penitentiary novelle. 1978 De stad in het midden, verhalen. 1978 De renner, roman. 1984 43 Wielerverhalen, verhalen. 1984 Het gouden ei, roman. 1986 De man die de Babson task wilde maken schaakessay. 1991 De matador en andere verhalen. 1994 Vertraging, roman. 1995 De paardentekenaar, verhalen. 1997 De grot, roman

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het gouden ei door Tim Krabbé"