Het boek handelt over een meisje, Marga (die ook zelf de auteur is), die joods is. Het boek speelt zich af in de 2de wereldoorlog. Marga woont in Breda met haar familie wanneer de oorlog uitbreekt, haar vader vindt het nog niet nodig om te gaan onderduiken al ziet hij zelf dat de meeste joodse mensen in de buurt dat wel doen. De kinderen Dave (en zijn vrouw Lotte ), Bettie en marga waaronder Bettie al gearresteerd is,
worden wanhopig. De ouders die boven de 50 zijn worden gedeporteerd naar Amsterdam. Dave en Marga die door een doktersattest aan de deportatie ontkomen worden verplaatst naar een verzegeld huis in Amersfoort waar Lotte ook de toestemming krijgt om hen te verzorgen. Marga die het beu is om heel de tijd in het huis te verblijven beslist om haar ouders op te zoeken in Amsterdam wat illegaal is. De papa die een goede schuilplaats ontdekt had waar hij zich kon verstoppen wordt betrapt, Marga die daar ook zat kan nog op het nippertje vluchten via de achterdeur. Ze vlucht terug naar haar broer en naar Lotte waar ze dan op hun beurt aan de deur worden gezet. Ze willen dan naar een onderduikadres in Utrecht gaan. Bij het kopen van de kaartjes, dat elk van hen afzonderlijk doet, wordt Daves vrouw gearresteerd. Voordat Dave zich vrijwillig bij de Duitsers meldt, belt hij het adres in Utrecht op en brengt hij zijn tas met geld bij zijn niets vermoedende zuster in de trein. Pas in Utrecht hoort Marga van de arrestatie van haar schoonzuster Lotte en de reactie van haar broer. Als ze verneemt, dat ze op het Utrechtse adres niet kan blijven reist ze nog dezelfde dag weer naar Amsterdam. Daar woont een jongeman, Wout, die haar als eens hulp heeft geboden. Een kennis van Wout, oom Hannes, brengt haar naar een boerderij in de buurt van Aalsmeer. 's Middags fietst Marga, vergezeld door een jongen, naar een soort onderduikhuisje. Op dat adres zal ze zich een tijd kunnen schuilhouden, hoewel ze er niet met open armen wordt ontvangen.
Als het geld uit Daves tas bijna op is, komt Wout met een soort nieuwe identiteitskaart en brengt haar naar een onderduikadres in Heemstede. Na de bevrijding bezoekt ze een oom in Zeist, die, omdat hij met een niet-joodse vrouw getrouwd is, aan de deportatie en de vernietiging ontkomen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden