1.Titel.
De titel van het boek is heren van de thee.
2.Naam van de auteur.
Het boek is geschreven door Hella S. Haasse.
3.In welk jaar is het boek uitgegeven?
Het boek is geschreven in het jaar 1992. Dat was de eerste druk. In het boek staat niet hoeveelste druk het is, maar het is geschreven in 2004.
4.de naam van de uitgever.
De naam van de uitgever van het boek is Grote lijsters.
5.gegevens van de auteur.
Hella S Haasse staat is niet in Nederland geboren, maar in Nederlands-Indië. Om precies te zijn in Batavia. Ze is geboren op 2 februari 1918. Ze is een dochter van Willem Hendrik Haasse die ook boeken schreef. Hoewel ze nu al 93 jaar oud is, blijft ze nu nog steeds schrijven.Ze schreef een aantal boeken met het onderwerp over Nederlands-Indië, zoals Oeroeg en heren van de thee.
- huurders en onderhuurders 1971
- zwanen schieten 1997
- Oeroeg 2009
6.Genre.
Historische roman, omdat je in het boek telkens hoofdstukken zie waar ook een tijd bij staat.
7.Wat is het thema?
Het thema is gevoelens en eenzaamheid, omdat Rudolf meer aan zijn gezin had moeten besteden, maar dat deed hij niet. Nu voelt hij zich daardoor eenzaam.
8.Wie is de hoofdpersoon van het boek?
De hoofdpersoon van het boek is Rudolf Kerkhoven. Rudolf is klein, heeft een hoog voorhoofd en is donkerblond.
11. Leg de keuze van de titel uit.
De titel heet de heren van de thee, omdat er mensen zijn die een thee plantage willen beginnen in Nederlands-Indië.
12.Maak een samenvatting van het boek.
13.Hoe behandelt de schrijver het begrip tijd?
A.
De schrijver gebruikt flash forwards, dat kan je zien aan de pagina's waarop een andere plaats en tijd staat.
Taferelen van voorbereiding BLZ. 19
Het paar BLZ. 147
B.
Het vertelde verhaal duurt 45 jaar, omdat het verhaal begint in 1873 en eindigt in 1918. Dat zie je aan de tijd bladzijden.
C.
Tijdversnelling.
14.Wat is het perspectief van het boek?
Het perspectief van het boek is de personale vertelsituatie, omdat je de dingen maar van 1 persoon weet.
Hij vond dat hij er te jong uitzag voor een eenentwintigjarige. BLZ. 21
Al vond Rudolf dat hij zich iets te nadrukkelijk liet... BLZ. 157
15.Beschrijf uitgebreid je leeservaring.
a. Het onderwerp spreekt mij eigenlijk niet aan. Ik heb er ook nog nooit over nagedacht.
b. Ja, dat je niet met je problemen moet blijven zitten. Het kan dus zover komen dat je zelfmoord pleegt. (Jenny)
c. De schrijfster vind het een boek waar je van kan leren. Dat ben ik het met haar eens.
d.Volgens mij hebben alle kanten evenveel aandacht gekregen.
di.
Gebeurtenissen
a. Nee, het begint al gauw saai te worden. Je hebt wel doorzettingsvermogen nodig om het uit te kunnen lezen.
b. verrassend, omdat je in het begin niet verwacht dat er iemand zou komen te overlijden.
c. Dat Jenny zelfmoord heeft gepleegd. Dat had ik niet verwacht.
Personen.
a. Nee, hij geeft te weinig aandacht aan zijn gezin.
b. Van Rudolf kom je het meeste te weten. Hij is op het einde eenzaam, omdat hij geen vrienden om zich heen heeft.
c. goed, ik zou hetzelfde gedaan hebben.
a. Het verhaal is lastig om te begrijpen. Dat komt door de manier van schrijven.
b. Nee, dat is makkelijk, anders lees je de hele tijd dingen die al gebeurt zijn.
c. Ik zou het een open eind willen noemen, omdat Rudolf zegt dat hij op zijn grond (in Nederlands-Indië wil sterven. Daarna kan nog van alles gebeuren.
Taalgebruik
a. Ik vind het lastig om te lezen, omdat de taal moeilijk is.
b. De taal is moeilijk, omdat er veel woorden in staan die je niet begrijpt.
c. Ja, omdat de tijd waarin ze leven ze dit taal gebruikten. Ook de plaats waar ze leven past bij ze.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden