Heren van de thee
Algemene informatie
Schrijver: Hella S. Haasse
Jaar van uitgave: 1992
Genre: psychologische roman, documentair-historische roman
Verteltijd: 302 pagina’s
Eerste zin
“Hier!” zei hij hardop.
Samenvatting
De 21-jarige Rudolf Kerkhoven gaat naar Nederland om chemische technologie te studeren. Op een dag krijgt Rudolf een brief van zijn vader waarin staat dat hij een stuk land heeft kunnen pachten voor een theeplantage. Rudolf besluit na zijn studie weer naar Indië terug te gaan om zijn vader op de plantage Ardjasari te helpen. Na het afstuderen krijgt Rudolf niet de uitnodiging die hij van zijn vader verwacht. Zijn enthousiasme wordt groter door de komst van zijn jongere broer August, die in Nederland gaat studeren. Rudolf boekt een reis en vertrekt richting Java. Bij aankomst blijkt dat Rudolfs hulp op Ardjasari niet nodig is. Rudolf krijgt de kans om zich te bewijzen als zijn ouders naar Batavia gaan om Bertha bij te staan bij haar bevalling. Hij beheert dan korte tijd de theeplantage van zijn vader. Als oom Eduard zijn kinderen naar Nederland brengt, mag Rudolf een tijdje de plantage Sinagar beheren. Hierna keert Rudolf terug naar Ardjasari, maar zijn vader heeft inmiddels een nieuwe werknemer aangesteld en zodoende is Rudolf weer werkloos. Bovendien heeft Cateau, een andere zus van Rudolf, zich met de landsadvocaat Joan Henny verloofd. Rudolf begint met het verwijderen van de koffieplanten op zijn plantage, Gamboeng, en legt een proeftuin aan voor theeplanten. Rudolf is tevreden over zijn plantage, maar teleurgesteld dat zijn ouders hem nog steeds niet zijn komen opzoeken. Bovendien had hij verwacht dat zijn vader hem, als oudste zoon, om advies zou vragen over de problemen met de plantage Ardjasari. Enkele weken later krijgt Rudolf het bericht dat Bertha in het kraambed is gestorven. Opnieuw vertrekken zijn ouders naar Batavia en neemt Rudolf het beheer van hun plantage over. Als Rudolfs ouders weer terugkeren, hebben ze eindelijk goed nieuws: Joseph van Santen is bereid financiële steun te bieden aan Rudolfs plantage. Kort daarna krijgt Rudolf officieel de erfpacht van Gamboeng. Van zijn ouders krijgt Rudolf het verzoek naar de familie Henny in Batavia te gaan. Cateau wordt bij de verzorging van Bertha’s kinderen door de zeventienjarige Jenny geholpen. Rudolf is op slag verliefd als hij Jenny ziet. Hij vraagt of hij haar brieven wil sturen. Jenny is bang dat haar vader geen toestemming zal geven. Een half jaar later ontmoeten Rudolf en Jenny elkaar weer. Rudolf besluit zijn vader over te halen om van Jenny’s vader toestemming voor een huwelijk te verkrijgen. Het verzoek wordt afgewezen, omdat Jenny nog te jong is. Rudolf is ontroostbaar. Op verzoek van Rudolf brengt vader Kerkhoven opnieuw een bezoek aan Jenny’s vader. Deze keer krijgt Rudolf wel toestemming voor het huwelijk en ze trouwen. In augustus 1879 wordt hun eerste zoon geboren. Rudolfs ouders en Joseph van Santen keren terug naar Nederland. Rudolf verwacht dathij het beheer over Ardjasari over moet nemen. Maar zijn vader heeft Augustus hiervoor aangewezen. Augustus weet, mede dankzij het leiderschap over Ardjasari verloofd te raken met Marie, de zus van Jenny. Opnieuw is Rudolf teleurgesteld: hij is weer niet betrokken geweest bij een beslissing van zijn vader. Rudolf brengt een onaangekondigd bezoek aan de plantage Ardjasari. Tot zijn spijt verwaarloost zijn broer de plantage. Jenny is inmiddels zwanger van haar tweede kind. De zwangerschap verloopt moeizaam: ze is ongelukkig Na een zwangerschap van zeven maanden wordt hun dochtertje geboren. Helaas sterft zij al na enkele uren. Rudolf krijgt het bericht dat Jenny’s vader is overleden. Uiteindelijk komt naar voren dat zus Marie iedere dag een goedje, die ze van een oud vrouwtje genaamd ‘Nènèk’ had gehad, door haar vaders drinken deed. Nènèk bleef ook maar zeggen dat om Jenny’s familie veel ongeluk en zielen van doden hingen. Dit goedje maakte Jenny’s vader rustig, maar hierdoor kreeg hij een hartstilstand. Jenny wordt steeds depressiever. Ze verlangt naar ontspanning, maar Rudolf geeft daar niets om. Marie heeft de verloving met August verbroken, omdat hij haar beloften deed, die hij niet nakwam. In 1890 sterft Rudolfs vader. In zijn wilsbeschikking waardeert hij de werkzaamheden van August hoger dan die van Rudolf. Jenny neemt haar twee oudste zoons mee naar Nederland. Ze zullen daar gaan studeren en ze kunnen bij de familie Henny wonen, maar Rudolf haalt na een contactbreuk met Joan Henny zijn twee zoons uit het gezin. Jenny lijdt intussen aan een zenuwziekte en heeft depressieve buien. Niet lang na haar terugkomst in Indië overlijdt ze aan een hartstilstand. Wat ze zelf veroorzaakt heeft omdat ze gif had ingenomen. Ook Rudolf voelt dat hij oud en ziek wordt. Hij wil dan ook nog één keer de plantage Gamboeng bezoeken. Als Rudolf bij Gamboeng aankomt, vertelt hij dochter Bertha dat hij op Gamboeng begraven wil worden.
Thematiek
Gevoelens
Rudolf is teleurgesteld dat zijn vader hem niet betrekt in het nemen van beslissingen. Deze gevoelens durft hij niet uit te spreken. Ook Jenny heeft moeite met het uiten van haar gevoelens. Ze is ongelukkig op Gamboeng, maar laat hiervan weinig merken. Deze onuitgesproken gevoelens leiden tot depressieve buien. Ook is tragiek een thema, maar eigenlijk zijn dit de gevoelens van Rudolf en Jenny. Rudolf komt aan het eind van zijn leven erachter dat zijn enige echte liefde zijn plantage was.
Eenzaamheid
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden