Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Geweten door René Appel

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
Boekcover Geweten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 1881 woorden
  • 31 juli 2007
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
10 keer beoordeeld

Boekcover Geweten
Shadow
Geweten door René Appel
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Het boek gaat over een man, Peter van Galen, die woont in Amsterdam. Hij heeft iets ergs meegemaakt in zijn jeugd, iets wat met de bevrijding te maken heeft. Omdat hij de koppen met bevrijding, 5 mei, mauser of vuurtoren zoveel mogelijk probeert te vermijden. Zijn bedrijf is failliet gegaan en hij met pensioen dus daarom zit hij nu zo’n drie maanden elke dag bij zijn vrouw thuis. Dit komt hun relatie van al 40 jaar niet ten goede. Astrid (de vrouw van Peter) gooit zelfs met opzet hun huwelijksschaal aan diggelen. Ze kon er niet goed tegen dat Peter nu altijd thuis was. Peter ging naar een café een bakje koffie drinken. Hij ziet een krant schuift die snel weg, maar na een tijdje pakt hij toch de krant. Hij begint stukjes over de bevrijding te lezen en ineens krijgt hij het gevoel dat hij iets in moet halen en zoekt verder naar noch meer stukjes. Peter had vijf vrienden. Ze waren vrienden voor het leven. Maar nu niet meer ergens was er iets fout gegaan waar?, wanneer?, hoe? Om op die vragen antwoord te krijgen gaat hij gaat terug naar zijn geboorteplaats, waar hij ook is opgegroeid. Hij loopt wat rond en ziet dat er veel is veranderd: een nieuwe wijk, de school waar hij op had gezeten was nu tot zijn grote verbazing een politie bureau en zo nog veel meer. Peter komt een gebouw tegen waar een bedrijf genaamd “Duindam en Partners” was gevestigd. Één van zijn vrienden van vroeger hete Henk Duindam. Hij had ook een zusje Ineke Duindam, waar Peter in zijn jeugd een relatie mee had gehad. Hij dacht hier misschien, bij dit gebouw, één van zijn vrienden te vinden. En dus ging hij naar binnen en vroeg naar Henk Duindam. Peter moest even wachten Henk zou zo komen. Het gesprek tussen de twee mannen kwam slecht opgang, maar dat had misschien ook een beetje met het verleden te maken. Peter bleef een overnachten bij Henk. Toen Peter niet goed kon slapen ging hij naar beneden daar trof hij Henk. Henk vertelde dat hij elke nacht hier eigenlijk zat te wachten op Trudy en Sytze (twee vrienden van vroeger). Het was zomaar op een nacht begonnen en sindsdien denkt hij elke nacht aan Sytze en Trudy. En slapen kan hij dan niet meer, hij heeft van alles geprobeerd maar niks helpt. Behalve dan slaappillen, maar als hij die neemt wordt hij ’s morgens zo hartstikke beroerd wakker. De volgende dag ging Peter weer terug naar huis, naar Amsterdam. Maar hij wilde al gauw weer terug. Hij zoekt in een telefoonboek de nummers en adressen van Ineke en Johan op. Henk had verteld dat deze twee vrienden van vroeger noch in dit dorp woonden. Ineke had in een diep zwart gat gezeten en Johan was arbeidsongeschikt geworden. Op de mulo was Johan leraar geweest, dat was helemaal niks voor hem geweest had Henk gezegd. Peter had zichzelf voorgenomen om als eerst naar Johan te gaan als hij als eerst een man op straat zou zien en naar Ineke als hij als eerst een vrouw zou zien. Het werd Johan. Hij kwam in een nieuwbouwwijk om precies te zijn in de Roerdompstraat, waar Johan moest wonen. Bij nummer 18 bleef hij stilstaan noch voor hij kon aanbellen kwam er een man met een bril naar buiten. Hij riep: “Peter”. Peter herkende Johan eerst niet qua uiterlijk, omdat Johan nu een bril had en vroeger niet. Maar de stem herkende hij wel. Hij wordt niets wijzer over het verleden van het gesprek met Johan. Dan gaat Peter naar Ineke de eerste keer is ze er niet, maar als Peter een tijdje later weer aanbelt opent ze de deur. Na een tijdje te hebben gepraat gaat Peter weer met de trein naar Amsterdam. Eenmaal daar aangekomen komt hij tussen de ajaxsupporters terecht. Opeens keert hij zich om, en haalt noch net de trein terug. Hij overnacht bij Ineke. De volgende dag gaat Peter naar de begraafplaats en bezoekt de graven van Trudy en Sytze. Peter gaat eerst bij Henk later bij Johan om over vroeger te praten. Bij Johan wordt hij “volgegoten” met drank. Hij wordt beroerd weer wakker bij Ineke thuis. Peter had met zijn vrouw Astrid afgesproken dat zij met de trein zou komen. En in dat restaurant daar zouden even met elkaar praten. Peter deelde haar mee dat hij van haar wilde scheiden. Astrid wilde perse met Ineke praten en dat gebeurde terwijl Peter boven zat. Op een gegeven moment komt Ineke bij hem en ze zegt: “het is oké”. Als Peter en Ineke weer eens over vroeger praten verteld Ineke dat Trudy zwanger was. Iets wat alleen Ineke, Johan en natuurlijk Trudy zelf wisten. Peter kwam na lang doorzeuren te weten dat Johan de sleutel van de vuurtoren (waar Sytze zogenaamd vanaf was gesprongen en zelfmoord had gepleegd) aan Ineke had gegeven. Henk vertelde dat Ineke op de fatale nacht met een smoesje weg was gegaan dat Henk haar had gezocht, maar niet gevonden. Als Peter weer eens bij Johan wil langsgaan, vindt hij hem dood met “het pistool”, de mauser. Zelfmoord. Peter gaat noch een keer met Ineke praten over de dood van Sytze. Na een tijdje bekent ze dat ze Sytze mee had gelokt (Sytze was verliefd op Ineke) en hem van de vuurtoren heeft gegooid. Peter weet nu hoe het gelopen is. Omdat Ineke nog al boos was besloot hij met de trein weg te gaan. Waarheen hij had geen idee. Eenmaal in de trein ging Ineke naast hem zitten en ze zei:”ik ga met je mee”. Het volgende is er allemaal gebeurd in de jeugd van Peter: Na de bevrijding trekt een groepje jongeren (Johan, Trudy, Ineke, Sytze, Henk en Peter) alleen nog maar met elkaar op, omdat ze zich vervelen en zich sterk met elkaar verbonden voelen. Ze spreken eerst regelmatig af bij de bunker, waar ze in contact komen met alcohol en sigaretten. Vervolgens gaan ze voor het spannende gevoel (de kick) inbreken bij leraren: niets stelen, maar gewoon schilderij op de kop hangen en later zo dicht mogelijk bij de slapende leraren in de buurt te komen. Ze kwamen er binnen, omdat de oom van Johan iets in de ijzerhandel deed en sleutels kon (na)maken. Ze kregen regelmatig huisarrest. Tijdens een van hun “inbraken” worden ze door hun leraar betrapt. Johan neemt vaak zijn pistool (Mauser) mee dat hij bij hem thuis op zolder gevonden heeft. Ze vinden een nieuwe plek, de zolderkamer in de vuurtoren, waar ze afspreken dat ze geen van allen zullen gaan slagen. En inderdaad ze slagen geen van allen. Trudy komt er later achter dat ze zwanger is van Johan. Ze vertelt het aan Johan, die is boos, maar weet aan de andere kant dat het ook een beetje zijn schuld is. Kort daarna worden ze door een agent ontdekt in de vuurtoren en hun sleutel wordt afgepakt. Ze moeten noodgedwongen vervolgens weer naar de bunker verhuizen. Op een avond zien ze geen uitweg meer in hun benarde situatie en spreken daarom af om allemaal zelfmoord te plegen. In groepen van twee. Sytze en Trudy moeten als eerste gebruik maken van de Mauser van Johan, omdat zij de twee kortste takjes hadden gepakt. Sytze vermoordt Trudy en durft daarna zichzelf niet meer van kant te maken. Hij draait helemaal door en wordt door Ineke, waar hij verliefd op is, naar de vuurtoren geleid en er door haar vanaf geduwd. René Appel René Appel werd geboren in 1945 in Hoogkarspel, een dorpje tussen Hoorn en Enkhuizen. Hij bezocht de Rijks HBS te Enkhuizen, waar hij in 1962 het diploma HBS-B behaalde. Na een korte, maar teleurstellende studie Scheikunde van een half jaar, schreef hij zich in voor de universitaire studie Nederlands MO. Het diploma Nederlands MO-B behaalde hij in 1967. Tijdens de studie Nederlands ontwikkelde hij - zoals veel collega studenten - een voorzichtige ambitie om te gaan schrijven, maar hij publiceerde nooit iets. Na een korte militaire carrière van 2½ maand, voortijdig afgesloten wegens gebleken psychische instabiliteit, werd hij leraar Nederlands op de Gemeentelijke Scholengemeenschap te Hilversum. In 1969 pakte hij zijn studie Nederlands weer op, waarbij hij zich ging specialiseren op de Nederlandse taalkunde, vooral omdat - naar eigen zeggen - al z'n vrienden zich al met letterkunde bezighielden. In 1970 hield hij op met lesgeven en werd kandidaat-assistent bij de Faculteit der Letteren, aanvankelijk bij Nederlandse Taalkunde, later bij Algemene Taalwetenschap. In 1972 studeerde hij af bij Algemene taalwetenschap, waar hij zich voornamelijk met de onderdelen taalverwerving en sociolinguïstiek bezighield. Hij werd wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Utrecht. In de loop van de jaren zeventig ging hij zich binnen zijn universitaire werk vooral richten op de tweede-taalverwerving van allochtonen en het Nederlandse taalonderwijs voor deze groep. Begin jaren zeventig leidde de ambitie om te gaan schrijven ook tot daadwerkelijke productie. Hij schreef korte verhalen in onder meer studentenweekblad Propria Cures (was ook een tijdje aspirant-redacteur), Hollands Maandblad en Maatstaf. Daarnaast publiceerde hij enkele gedichten in Hollands Maandblad. In deze periode was hij ook enige tijd freelance voetbalverslaggever bij de Volkskrant. Met name door persoonlijke omstandigheden stopte de (korte) stroom aan eigen creatief werk. Vanaf 1976 was hij wel recensent voor misdaadliteratuur van NRC-Handelsblad, een functie die hij tot 1986 uitoefende. Wat betreft zijn academische activiteiten het volgende. In 1980 keerde hij terug naar de vakgroep Algemene Taalwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. In 1984 promoveerde hij daar cum laude op Immigrant children learning Dutch; sociolinguistic and psycholinguistic aspects of second language acquisition. Mede op basis van dat proefschrift ontwikkelde hij zich steeds meer tot een (landelijk erkend) deskundige op het gebied van taal en minderheden. Hij heeft dan ook verschillende publicaties op zijn naam staan over dit en aanpalende onderwerpen, vaak geschreven in samenwerking met collega's, zoals het boek Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs (met Folkert Kuiken en Anne Vermeer) en Bilingualism and language contact (met Pieter Muysken). Van 1994 tot 2003 was René Appel bijzonder hoogleraar 'Verwerving en didactiek van het Nederlands als tweede taal' namens de Gemeente Amsterdam. Vanaf 2003 werkt hij (bijna) fulltime als schrijver. Sinds 2004 is hij voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen, de beroepsvereniging van schrijvers en vertalers in Nederland. Rond 1985 werd de ambitie om zelf fictie te gaan schrijven weer groter, met name omdat het bespreken van boeken van anderen op den duur weinig bevredigend was. Daar kwam bij dat René Appel als recensent had kennis gemaakt met psychologische thrillers van auteurs als Patricia Highsmith en Ruth Rendell, die hem mede inspireerden tot het schrijven van een misdaadroman. Dat werd Handicap, dat in 1987 verscheen (zie verder de bibliografie op deze site, ook voor vertalingen, nominaties voor prijzen e.d.). Na een flinke serie boeken voor volwassenen verscheen in 1999 zijn eerste (spannende) kinderboek, Complot voor de leeftijdsgroep 10+. Daarna verscheen nog een boek voor dezelfde leeftijdscategorie, Foute boel. In 1997 schreef hij het scenario voor de korte tv-film Betaalde liefde, uitgezonden door de IKON.Sinds 2003 is hij zich meer gaan richten op scenario's enz.: hij schreef een toneelstuk (Recht van Overpad, opgevoerd door Productiehuis Brabant), een aflevering voor de politieserie Grijpstra en De Gier (Lekkere jongens) en hij is bezig met een scenario op basis van zijn eigen thriller Tweestrijd. René Appel is getrouwd en heeft twee kinderen. Hij woont in Amsterdam.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Geweten door René Appel"