Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Geheime kamers door Jeroen Brouwers

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Geheime kamers
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3652 woorden
  • 16 januari 2005
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
13 keer beoordeeld

Boekcover Geheime kamers
Shadow
Geheime kamers door Jeroen Brouwers
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Technische gegevens Auteursnaam: Jeroen Brouwers
Titel: Geheime kamers
Ondertitel: - Eerste druk: oktober 2000
Gebruikt: 17e druk, mei 2003
Uitgever: Atlas – Amsterdam/Antwerpen 2. Motto en opdracht Het boek bevat geen motto of opdracht. 3. Titelverklaring De titel heeft betrekking tot de gedachten van Daphe. In het verhaal zegt ze tegen Jelmer dat ze geheime kamers heeft voor haar man Nico. Niemand weet iets van die geheime kamers af. Vroeger heeft ze een relatie gehad met Johann Farenfurth en daar weet Nico helemaal niets van af. Ook voor Jelmer heeft Daphne een geheime kamer. Er is letterlijk sprake van een geheime kamer. Paula en Jelmer slapen apart en ze hebben niets te zoeken in elkaar kamers. Ze houden de kamers voor elkaar geheim. 4. Soort literatuur(genre) Het boek behoort tot de psychologische romans, want het gaat vooral over de ontwikkelingen en gevoelens van Jelmer. Hij is getrouwd met Paula, maar eigenlijk is hij verliefd op Daphne. Telkens als hij met Daphne is, vertelt hij wat voor gevoelens er door zijn hoofd gaan.
5. Structuur Het boek is ingedeeld in drie delen: Deel I is ingedeeld in vijf kleinere hoofdstukken; - De eerste dag van de dood; - Kalenders; - Mijn glas loopt ras; - Geheime kamers; - Effata. Deel II (dit hoofdstuk heeft geen naam). Deel III (bericht aan de commissie). 6. Samenvatting Op verzoek van een onderzoekscommissie schrijft Jelmer van Hoff een verslag over de aanloop tot de moordaanslag op operazangers Daphne Uytwijk. Het verslag bevat het volgende relaas. Jelmer kent Daphnes echtgenoot Nico Sibelijn van hun studie geschiedenis. In die tijd zijn Jelmer en Nico in Creteur in de Ardennen geweest. Conservatoriumstudente Daphne, die Nico net had leren kennen, voegde zich daar later bij hen. Jelmer, die ook gevoelens voor het meisje koesterde, belandde doodziek in het ziekenhuis. Op zijn ziekbed toonde Nico hem een interview door ene G.V. (Guillaume (Willem) Valkman, blijkt later), waarin hij geportretteerd wordt met de vondst die hij intussen heeft gedaan: een oeroude steen vol inkervingen, die het aanvangsmoment van de prehistorie naar beneden bijstelt. Jaren later ontvangt Jelmer een uitnodiging voor Nico's inaugurele rede. Hijzelf is dan op grond van overspannenheid afgekeurd als leraar. Op de receptie laaien zijn oude gevoelens voor Daphne weer op. Maar ook een andere gast, ene Johann Fahrenfurt, staat in Daphnes belangstelling tot haar zoon Arne haar aandacht opeist: hij heeft zich aan een glasscherf gesneden toen hij zijn jojo opraapte. Op zoek naar de uitgang komt Jelmer in een zaal vol saurusgeraamten. In de verte ziet hij Daphne. Buiten haar gezichtsveld rolt de jojo de zaal binnen. Jelmer steekt het speelgoed in zijn zak. Kort na Nico's inauguratie vraagt Daphne Jelmer naar de begrafenis van J.J.J.J. Möser, de leermeester van Nico en Jelmer, te komen, maar een directe ontmoeting blijft uit. Wel overhandigt de directeur van de begraafplaats Jelmer een brief waarin Daphne de reden voor haar abrupte vertrek uitlegt: Nico moest onverwacht op reis en zijzelf moest die avond nog invallen. Willem Valkman, ook oud-student van Möser, geeft Jelmer een lift naar het station. De man spot met Nico's ontdekking: sommige inkervingen, zoals een hakenkruis en een vredesteken, vindt hij verdacht. Zouden die wel oud zijn? En hoe zit het met Jelmer en Daphne? Hebben zij soms een verhouding? In de zak van zijn pak vindt Jelmer Arnes jojo. Na Daphnes eerst brief volgen er meer. Ook belt ze, midden in de nacht: ze komt net van een etentje, waar ze Nico heeft achtergelaten, en nodigt Jelmer aanstaande zondag uit in Boelstede voor haar optreden in de Matthäus-Passion. Ze verzekert Jelmer dat Nico niet nieuwsgierig is naar wat ze doet. Maar halverwege het gesprek, als haar wederhelft thuiskomt, verandert Daphne van onderwerp. Het telefoongesprek wordt de volgende dag vervolgd. Nico was de afgelopen nacht erg boos op zijn vrouw geweest, niet alleen omdat ze het dineetje vervroegd had verlaten, maar ook omdat ze met Jelmer stond te bellen. Volgens Daphne is Nico's gedrag echter niet gebaseerd op wantrouwen, maar op stress: hij krijgt de laatste tijd nogal wat kritiek op zijn werk. Al met al acht ze het beter als Jelmer niet naar de Matthäus-Passion komt. Ook bellen en schrijven is te riskant: Nico's wereld zou instorten als hij van haar en Jelmer zou weten. Jelmer reageert verbaasd: ze hebben toch niets! Bezigheden op zondag zijn voor Jelmer trouwens uitgesloten: dan bezoekt hij zijn dochter Hanneke, die in Effata woont, een instituut voor verstandelijk gehandicapten. Die zondag hoeft hij niet met het openbaar vervoer, want hij kan de auto van zijn vrouw Paula lenen. Maar de dag is sneller voorbij dan normaal, want Hanneke, die voor het eerst ongesteld is, wordt weggevoerd voor een slaapkuurtje. Bij hun afscheid schenkt Jelmer het kind de jojo, die hij in zijn zak vindt. Nu heeft hij toch tijd om naar het concert te gaan, maar Gonneke, een moeder van een van de andere kinderen, vraagt hem een lift. Bij haar huis geeft de vrouw, die stiekem heeft gedronken, over op Jelmers broek en schoenen. Ze wast Jelmers kleren en na nog een glaasje vrijen ze. Als Jelmer eindelijk in Boelstede aankomt, is het concert afgelopen. Vanuit zijn auto ziet hij Daphne en Nico de stationsrestauratie ingaan. De twee ontdekken hem als hij bij het starten van zijn auto een hels kabaal maakt. De paar brieven die Jelmer zijn aanbedene nog schrijft, blijven onbeantwoord. Maar na een maand of vijf, zes nodigt Daphne zichzelf op de woonboot van Jelmer en Paula uit: ze vertelt Paula, die het telefoontje aanneemt, dat ze dan toch in de buurt is voor een zangconcours waarbij ze moet jureren. De volgende dag belt Jelmer Daphne om te weten te komen waarom ze weer contact heeft opgenomen: was het gevaar dat Nico iets zou ontdekken soms geweken? In plaats van te antwoorden neemt Daphne haar aanbidder in vertrouwen: al voor ze Nico leerde kennen, had ze een verhouding met haar grote liefde, haar docent Johann Fahrenfurt. Johann was echter getrouwd. Toen de verhouding te veel in het oog liep, is Daphne als dekmantel met Nico getrouwd. Haar huwelijk was tevens een vorm van wraak, omdat Johann het ook met andere studentes aanlegde en zijn echtgenote intussen hun derde kind verwachtte. Zolang Nico niet te kort komt, meent Daphne, vormt deze buitenechtelijke escapade geen probleem. Het gesprek wordt verstoord door Arne. De volgende dag haalt Jelmer Daphne voor het etentje op bij hotel Memphis te Eggelte waar de diva gedurende de zangwedstrijd logeert. Hij ziet een man met een fototoestel, maar verder let hij niet op. Tijdens de rit vertelt Daphne dat Arne haar bekentenis heeft gehoord, maar dat de jongen heus niets zal zeggen. Jelmer vraagt zich af of Daphne misschien weer de aandacht van haar verhouding met Johann wil afleiden door te laten doorschemeren dat zij en Jelmer iets hebben. Bij het etentje blijkt ook Paula's associé (compagnon) en behandelaar van haar man, dr. Psychiater A(rie) Weldon, aanwezig. Daphne heeft cadeautjes meegenomen, waaronder een Nintendo Game Boy voor Paula en Jelmers kind. Aan tafel vertelt Daphne dat wetenschappers de steen van Sibelijn (Lapis Sibelini ), zoals Nico's vondst wordt genoemd, de laatste tijd als omstreden beschouwen. Tijdens het eten komt de boot, die al eerder onheilspellend heeft getrild, definitief uit de modder. Terug bij het hotel nodigt Daphne Jelmer uit voor een drankje. Liggend op bed, Daphne naakt, drinken ze champagne. Daphne blijkt geen schaamhaar te hebben. Telefoontjes van Nico en Johann verraden dat ze om middernacht jarig is. Daphne liegt dat ze alleen is en stuurt haar aanbidder naar huis. Wel mag hij de volgende dag terugkomen voor het ontbijt. Weer thuis blijken Paula en Weldon te zijn vertrokken. Nog steeds deint de ark en zwaaien de deuren open en dicht. Voor het eerst sinds jaren betreedt Jelmer Paula's kamer. Tussen de lakens schittert een van Weldons contactlenzen; zijn onderbroek ligt onder het bed. De volgende dag verslaapt Jelmer zich. Als ook nog de accu van de auto leeg blijkt te zijn, belt hij Daphne om te zeggen dat hij later komt. Maar Daphne is vertrokken, weliswaar met achterlating van een boodschap. Per taxi reist Jelmer naar het hotel. Daar treft hij de fotograaf, in wie hij nu Valkman herkent. Deze heeft ook gehoord dat er een briefje voor Jelmer moet liggen, maar het schrijven is nergens meer te bekennen. Kort daarop bezoekt Jelmer Effata om Hannekes toekomst te bespreken. Gezien haar leeftijd moet het meisje naar een ander instituut. De jojo rolt uit Hannekes hoofdkussen en Jelmer gooit het speeltje in zijn tas. Hanneke duikt het achterna en vindt de Game Boy. Totaal onverwacht blijkt ze er heel goed mee om te kunnen gaan. Bang dat de directrice de wereld zijn dochter als medisch wonder zal tonen, verbreekt Jelmer het contact met de vrouw. Nu moet hij zonder haar hulp een nieuw tehuis zoeken. Kort daarop staan Daphne en Jelmer uitgebreid in SKICK, het roddelblad waar Valkman voor werkt. Zo'n anderhalve maand na haar verjaardag hervat Daphne de briefwisseling. Maar het eerste contact gaat over de telefoon. In de boodschap die zij in het Memphis had achtergelaten, vertelt ze, stond dat ze voor de schandaaltjeszoekende Valkman op de loop was gegaan, net zoals die keer op Mösers begrafenis. De zeker tien brieven die Jelmer sindsdien heeft geschreven heeft ze nooit gezien. Jelmer legt Daphne voor dat ze een leugenaar is: er blijkt helemaal geen zangwedstrijd te zijn gehouden! Haar bezoek aan de boot diende vast als alibi om haar verhouding met Johann te verdoezelen! Daphne doet of de lijn verstoord is. Een ander telefoontje komt van een Belgische journalist, die vraagt naar het tochtje naar België destijds met Nico. Als de man hoort dat Jelmer geen getuige is geweest van Nico's vondst, oppert hij de mogelijkheid dat Nico de hand in Jelmers ziekte van destijds had. Ook in de kranten wordt de echtheid van de steen al enige tijd in twijfel getrokken. Kort na dit telefoontje publiceert SKICK een artikel dat de steen van Sibelijn een vervalsing is. Kritiekloos nemen sommige dagbladen de beweringen over. Een van de gezaghebbendste kranten stelt dat Nico, die intussen rector van de universiteit en directeur van het prehistorisch museum is, uit zijn functies ontheven moet worden. En ook SKICK laat zich niet onbetuigd: het roddelblad meent dat Nico die arme Jelmer ten behoeve van de eigen wetenschappelijke carrière smadelijk buiten spel heeft gezet. Bovendien wordt er beweerd dat Nico de verhouding tussen zijn oud-studiegenoot en zijn vrouw oogluikend toelaat, in ruil voor zwijgzaamheid over de Belgische vakantie. Foto's, waarvan sommige getrukeerd, dienen als ondersteunend materiaal voor de gesuggereerde liefdesrelatie. Ook Hanneke staat afgebeeld. Intussen vraagt Jelmer Paula, die als arts de weg naar instellingen kent, om hulp bij het zoeken naar een nieuw tehuis voor hun dochter. In huize Sibelijn beginnen de fundamenten nu hevig te kraken: al dagen terug heeft Nico in het bed van zijn zoon Jelmers laatstverzonden brieven gevonden. Een daarvan was opengemaakt. Jelmer vermoedt dat dat net die ene was waarin hij aan Daphnes gladde venusheuvel refereert. Woedend heeft Nico de conclusie getrokken dat Daphne hem vast altijd al heeft belazerd! Daphne blijft volhouden recht op een eigen leven te hebben. Nog tijdens het telefoongesprek waarin Daphne hem dit alles meldt, slikt Jelmer een hand vol pillen. Tweeënhalf etmaal later komt hij bij. Als Paula, die meestal boven haar praktijk in het appartement van Weldon overnacht, na dagen thuiskomt, zegt ze te willen scheiden. Net als Nico gelooft ze de insinuaties van SKICK. De boot zal moeten worden verkocht. Ook bij de Sibelijntjes loopt alles definitief uit de hand als blijkt dat Arne zijn vader in vertrouwen heeft genomen. Woedend probeert Nico erachter te komen wie die minnaar van zijn echtgenote is. Niet Jelmer, want die heeft Daphne immers pas via hem leren kennen. Maar hoe kan die dan de meest intieme plekken van zijn vrouw beschrijven? Jelmer boekt een nacht in een hotel in Sterdrecht om de volgende dag op tijd te kunnen zijn voor een gesprek over plaatsing van Hanneke op het psychiatrisch instituut Nieuwenhagen te Asch, een voorstadje van Sterdrecht. In zijn tas vindt hij de jojo. Die avond bezoekt hij de Caroluskerk waar Daphne optreedt. Vanaf het balkon ziet hij beneden in de zaal Johann en familie en ook Nico met Arne. 's Nachts belt Daphne hem uit bed. Ze vertelt dat ze na het concert nog een etentje hebben gehad, waar Nico erg dronken is geworden. 'Geilmier Hopf' (p. 472) riep die, terwijl hij een trancheermes in het tafelblad ramde. Voor de laatste maal weet Daphne Jelmer over te halen haar te ontmoeten, nu in de kantine van het universiteitsgebouw. Als Arne stoort, verbreekt Jelmer het gesprek. De volgende morgen dwaalt Jelmer weer door het gebouw; de kantine blijkt gesloten wegens schilderwerk. Voor een aquarium in de zaal met de geraamtes ziet hij Daphne staan. In de veronderstelling dat ze hem zal vertellen dat ze haar leven met hem wil delen, rent hij op haar af. Maar dan is daar Nico, een geladen revolver in de hand. Eén kogel treft Daphne. Voordat het glas van het aquarium dat ook geraakt is, springt, lukt het Jelmer haar weg te dragen. Als zijn aanbedene met de ambulance wordt weggevoerd, blijkt de jojo om zijn enkel te zwabberen. In een witte schildersoverall en met een vuilniszak onder de arm waarin zijn besmeurde pak en de jojo zitten, verlaat Jelmer het gebouw. Niet lichamelijk, maar wel geestelijk gewond. 7. Tijd De verteltijd: 488 bladzijdes. De vertelde tijd: ongeveer twee jaar. Het verhaal begint bij de rede van Nico. Het hoofdstuk kalenders speelt zich bijna een half jaar later af. · Het verhaal speelt zich af eind twintigste eeuw. Er is een periode dat het erg slecht weer is. Jelmer legt uit dat hij ergens heeft gehoord dat het altijd slecht weer is op het einde van een eeuw. Hij geeft dan enkele jaartallen. · Het verhaal is in chronologische volgorde vertelt. Het wordt verteld in een rapport aan een commissie over Jelmers betrekkingen met Daphne. Er komen een paar belangrijke flashbacks in voor. Hierin wordt vertelt over de zoektocht van Jelmer en Nico in de Ardennen. En er wordt ook vertelt hoe Jelmer en Daphne elkaar hebben leren kennen. 8. Ruimte Het verhaal speelt zich voornamelijk af op drie plaatsen. - de woonboot van Jelmer en Paula - Sterdrecht, de woonplaats van Daphne en Nico. - Effata, de inrichting voor zwakzinnigen. De dochter van Jelmer en Paula is daar opgenomen. Er zijn ook nog andere plaatsen waar het verhaal zich afspeelt en dat zijn: Creteur(het plaatsje in de Ardennen), het huis van Gonneke, de plaats van de receptie van Nico, hotel Memphis, Daalbergen, Boelstede en Eggelte 9. Figuren Round characters Jelmer van Hoff: Jelmer is de hoofdpersoon van het verhaal. Jelmer was leraar en hij zit nu in de AOW. Hij is getrouwd met Paula, maar ze hebben geen goed huwelijk. Ze bedriegen elkaar met een andere vrouw. Jelmer mag Paula niet eens aanraken. Toch hebben ze samen een kind, Hanneke. Alleen Jelmer bezoekt haar elke zondag. Jelmer is sinds zijn studententijd al verliefd op Daphne, de vrouw van zijn vroegere vriend Nico, maar dat is nooit echt helemaal tot iets geworden.
Flat characters Paula: Ze is de vrouw van Jelmer. Samen met Jelmer wonen ze op een woonboot, maar ze slapen apart en houden veel voor elkaar geheim. Ze is arts en ze is helemaal bezig met haar werk. Ze wil helemaal niets met haar dochter te maken hebben en de relatie met Jelmer loopt dan ook niet echt goed. Ze lijkt jaloers te zijn op Jelmer, maar zelf heeft ze een relatie met A. Weldon. Daphne Uytwijk: Daphne is de vrouw van Nico. Ze heeft lichtblond haar en blauwe ogen. Ze is een beroemde operazangeres. Ze liegt erg veel. Vroeger is ze namelijk vreemd gegaan met Johann Farenfurth en daar weet Nico nu nog niets van af. Ze zegt ook dat ze nooit verliefd op Nico is geweest. Nico Sibelijn: Hij is getrouwd met Daphne en is een oude vriend van Jelmer. Hij heeft vroeger een steen gevonden met belangrijke inscripties en daardoor is hij beroemd geworden. Omdat Jelmer geen promotie maakte is hij hem een beetje vergeten. Hij heeft altijd een bril op die steeds over zijn neus schuift. Hanneke: De dochter van Paula en Jelmer. Ze heeft het Downsyndroom, ze zit daarom in de inrichting Effata. Vroeger kon ze nog wel op de woonboot leven. Jelmer bezoekt haar elke zondag, maar Paula wil niet met haar te maken hebben. Ze heeft een goede band met de hond. Psychiater dr. A. Weldon: Hij is de psychiater van Jelmer. Hij schrijft hem pillen voor, maar Jelmer slikt die nooit. Arie heeft een relatie met Paula. Gonneke: Ze heeft een kind die ook is opgenomen in Effata. Ze heeft daar Jelmer leren kennen en ze zijn elke zondag samen. Johann Fahrenfurth: Hij de zangleraar van Daphne en samen hadden ze een relatie. Hij was de eerste liefde van Daphne. Professor J.J.J.J. Möser: Een oud-leraar van Jelmer. Arne: De zoon van Nico en Daphne 10. Vertelsituatie Het verhaal is vanuit een ik-perspectief. Je ziet alle gebeurtenissen door de ogen van Jelmer. Je komt veel van zijn gevoelens te weten. Het verhaal wordt vertelt door Jelmer aan de commissie die de moord op Daphne onderzoekt. 11. Stijl Sommige zinnen in het boek zijn niet gemakkelijk te begrijpen. Er staan soms wat langere woorden, maar het leest toch wel gemakkelijk. Er worden ook een paar zinnen in het Duits vertelt. Ik weet niet precies waarom de schrijver dat doet, maar ik denk dat het met de Matthäus-Passion te maken heeft. 12. Thema De thema van het boek is vooral overspel. Er wordt veel overspel gepleegd. Daphne gaat vreemd met Johaan Farenfurth en Jelmer van Hoff. En Paula pleegt overspel met de psychiater Weldon. Nog enkele andere thema’s: - Liefde voor een kind - Leugens - Angst - Liefde - Jaloezie 13. Symboliek De jojo is een symboliek. Het staat symbool voor het gedrag van Daphne. Ze trekt makkelijk mannen aan, maar ze stoot hen ook weer net zo gemakkelijk af. Ook de kleur wit is een symboliek. Het staat symbool voor angst. Wit geeft geen kleur dus het heeft ook geen geheimen. Maar Daphne is erg bleek en ze heeft heel veel geheimen. 14. Biografische en Bibliografische gegevens: Biografie Jeroen Brouwers werd geboren op 30 april 1940 in Batavia, de hoofdstad van het voormalige Nederlands-Indië (tegenwoordig Djakarta, Indonesië). Na twee broers en een zus was Jeroen het vierde kind van Jacques Theodorus Maria Brouwers (1903-1964), boekhouder bij een architectenbureau, en Henriëtte Elisabeth Maria van Maaren (1908-1981), dochter van de musicus Leo van Maaren (1885-1945). Later werd nog een broertje geboren. Na de Japanse invasie in 1943 capituleerde het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), en werd vader Brouwers overgebracht naar een krijgsgevangenkamp in de buurt van Tokio. Enkele maanden later belandde Jeroen met zijn grootmoeder Elisabeth Henrica Pos (1885-1945), zijn moeder en zus eerst in het Japanse interneringskamp Kramat, en later in het kamp Tjideng, in een buitenwijk van Batavia. Zijn grootouders overleefden de kampen niet; Leo van Maaren stierf op 27 juli in het Jappenkamp Semarang, zijn echtgenote overleed in hetzelfde jaar in Tjideng. Na de oorlog verbleef het herenigde gezin op Balikpapan (Borneo, nu Kalimantan). Op 14 juni 1947 repatrieerde mevrouw Brouwers met haar kinderen per schip naar Nederland. Het gezinshoofd kwam in 1948 naar Nederland. Tot zijn tiende (1950) woonde Jeroen bij zijn ouders op enkele adressen in Den Bosch. Daarna kwam hij terecht op diverse roomskatholieke kostscholen. Eerst in het Pensionaat St. Jozef van de Fraters van Utrecht in Zeist (waar hij werd ingeschreven onder nummer 37), later in het jongenspensionaat St. Maria ter Engelen in Bleijerheide (Kerkrade). Hij haalde zijn MULO-diploma in Delft, waarheen zijn ouders in 1955 waren verhuisd. Op 22 mei 1958 moet Brouwers zich aanmelden voor zijn militaire dienst. Van 2 november 1959 tot 1 augustus 1961 werd hij bevorderd van dienstplichtig matroos der derde klasse tot kwartiermeester (korporaal) der Speciale Diensten: Marine Inlichtingen Dienst (MARID). Na zijn dienstplicht woont hij in Nijmegen en werkt hij als journalist. Op 13 maart 1961 voert hij een sollicitatiegesprek bij het krantenconcern De Gelderlander, waar hij op 7 augustus als leerling-journalist in dienst treedt. Binnen dit bedrijf werd hij toegevoegd aan de redactie van het soldatenblad Salvo. Per 1 juli 1962 trad hij in Amsterdam in dienst van de Geïllustreerde Pers, uitgever van onder meer het blad Romance (het latere Avenue), tot de redactie waarvan hij werd ingedeeld. Begin 1964 verhuist Brouwers naar Brussel, waar hij tot 1976 als redactie-secretaris en later als (hoofd)redacteur aan de slag gaat bij uitgeverij Manteau in Brussel. Hij krijgt twee zonen: Daan Leonard (1965) en Pepijn (1968). Met zijn gezin verhuist de schrijver naar het landelijke Vossem (tussen Brussel en Leuven), waar hij tot 1970/1971 blijft wonen. Daarna trekt hij naar Huize Krekelbos in Rijmenam (Mechelen). In januari 1976 neemt hij, na onenigheid met directeur Julien Weverbergh, ontslag bij Uitgeverij Manteau, verhuist naar Warnsveld (bij Zutphen) en wordt daar full-time schrijver. Een half jaar later vestigt hij zich in huize Louwhoek, Exel, in de Gelderse gemeente Lochem (Achterhoek). In 1980 wordt zijn dochter Anne geboren. In 1991 vestigt Brouwers zich op een woonboot in Uitgeest. In augustus 1993 verhuist hij naar het Belgisch-Limburgse Zutendaal, niet ver van Maastricht.
Bibliografie · Het mes op de keel (verhalen, 1964) · Joris Ockeloen en het wachten (roman, 1967) · De toteltuin (verhalen, 1968) · Groetjes uit Brussel (verhalen, 1969) · Zonder trommels en trompetten (novelle, 1973) · Zonsopgangen boven zee (roman, 1977) · Klein leed (verhalen, 1977) · Het verzonkene (roman, 1979) · Bezonken rood (roman, 1981) · Et in Arcadia ego (verhaal, 1981) · Verhalen en levensberichten (verhalen, 1983) · Winterlicht (roman, 1984) · De zondvloed (roman, 1988) · Zomervlucht (roman, 1990) · Anias Anias (verhalen, 1991) · Proefnummer. Feuilletons 1 (essays, dagboeken, verhalen, 1996) · Extra Edietzie. Feuilletons 2 (essays, dagboeken, verhalen, 1996) · De vervulling (verhalen, 1996) · Satans potlood. Feuilletons 3 (essays, dagboeken, verhalen, 1997) · De verliefden (verhalen, 1998) · Alles is iets. Feuilletons 4 (dagboekbladen en brieven, 1998) · Terug thuis. Feuilletons 5 (verhalen, essay, 1998) · Kalenders (verhalen, 1999) · Op de Middelburgse kermis (verhalen, 2000) · Geheime kamers (roman, 2000) · Palingen (verhalen, 2001) Hij heeft ook nog vele essays, drama’s, autobiografieën en bloemlezingen geschreven, die staan allemaal achteraan in het boek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Geheime kamers door Jeroen Brouwers"