Geheid Deelder door Jules Deelder

Persoonlijke reactie:

Ik vond het boek erg leuk om te lezen. Het eerste verhaal paste al meteen bij me. Ik kon het me goed visualiseren en me er erg goed in inleven. Het enige moeilijke aan het boek, was dat Deelder spreektaal gebruikte. Soms was het erg verwarrend. Net zoals zijn ellenlange zinnen die soms wel een halve bladzijde lang waren! Ook gebruikt Deelder een hele leuke manier om zijn mening duidelijk te maken. (Zie citaat samenvatting verhaal 1: De Hellehemel)

Inhoud:

Verhaal 1: De Hellehemel

Een onbekende man komt uit het niets tevoorschijn. Hij begint tegen iedereen te praten over de Hel. De Hel is het beste waar je naartoe kunt gaan als je eenmaal dood bent. Hoewel er een oliecrisis is, is de Hel stukken beter dan de ‘Hemel’ waar je toch niks mag. “Het lijkt godverdomme wel een fractievergadering van het CDA daar in die Hemel.”

Verhaal 2: De Kabouterkwestie

Twee jeugdige delinquenten zien er uit als zwervers en reizen door Londen en de rest van Engeland. De jongens hadden de reis met beide handen aangepakt toen ze voor het schrijven van een boek daar inspiratie mochten gaan opdoen. Toevallig kenden zij beiden nog een oude vriendin die in Stanmore woont/werkt als au pair. De jongens gaan op bezoek, maar de oude vriendin is niet thuis. Na een aantal dagen te hebben gewacht gaan ze terug naar Londen en zoeken daar slaapplaatsen. Ze kunnen niks vinden en besluiten dus in een bedje van gras te gaan slapen. Ineens wordt één van de jongens wakker omdat hij iets raars voelde aan zijn been; een kabouter! Hij wil het zijn vriend laten zien, maar zodra die kijkt is de kabouter weg.

Verhaal3: Niet van Beethoven

Dit is een soort gedicht/mini verhaal over een gevecht tussen de hoofdpersoon en iemand anders.

Verhaal 4: Boedsex

De mannelijke hoofdpersoon gaat op vakantie in Boedapest. Hij had te horen gekregen dat het het Bangkok van Europa moest zijn. Hij reist door heel Boedapest om een goed bordeel te vinden. Het lukt niet echt. Overal waar hij komt, kan hij geen beurt krijgen. Terwijl hij blijft zoeken wordt er ook nog eens een onderzoek gehouden naar de prostituees en hun ‘seksbazen’. Hij ziet het allemaal niet meer zitten. Zijn hele vakantie is verpest. Geen seks waar hij op had gehoopt, zelfs geen pornofilm om zich op te rukken. Conclusie: Boedapest is een prachtige stad, maar voor de seks kun je beter in Nederland blijven.

Verhaal 5: De (H)aringtwisten

Meneer Hendrikus Aring is een zeer gewaardeerd man als hij ontdekt dat de haring een goed wapen is in de strijd tegen de Kabeljauwers. De Kabeljauwers kun je een beetje vergelijken met de tegenwoordige Republikeinen; zolang zij er profijt van hebben is het goed. De Kabeljauwers gaan in strijd met de troepen van Hendrikus Aring. Zoals verwacht winnen de Kabeljauwers. De Kabeljauwers gaan het vieren en komen pas bij zonsopgang het café uit. Ondertussen hebben de mensen van Aring overal haringen op de grond gegooid. De Kabeljauwers lopen nietsvermoedend naar buiten en meteen vallen ze allemaal op de grond. De grond is zo glibberig dat ze niet op kunnen staan, maar de mensen van Aring hebben betere schoenen aan en kunnen daardoor naar iedereen toelopen die op de grond ligt. Aring en zijn mannen beginnen met de onthoofdingen en hebben gewonnen.

Verhaal 6: Geheid Deelder

Jules krijgt via het management een aanbod om een eerste paal in de grond te slaan. Het geld dat Jules ervoor vraagt is veel te veel en wordt in eerste instantie afgewezen. Twee dagen later wordt het management alweer gebeld met de mededeling dat fl 5.000,- toch oké is. Uiteindelijk krijgt Jules zijn uitnodiging waarop staat: Aanvang 21 uur. Jules vindt het maar een raar tijdstip maar gaat toch gewoon. De plek waar hij moet zijn is ergens in een polder, op een uur afstand van de stad. Moet dan maar hè? Jules rijdt naar de polder, maar het opgekregen adres bleek met geen mogelijkheid te vinden. Toch maar even ronddwalen in de hoop iets te vinden, begint het nog te regenen ook en hard! Zo hard dat de ruitenwissers het niet aankunnen. Opeens zien Jules en zijn manager een gigantische flits, waarna een grote berg tevoorschijn komt. Achter de berg zagen ze een silhouet van een heistelling; daar moesten ze zijn! Limousine geparkeerd, uitgestapt en meteen naar de bar toe voor iets te drinken. Helaas, de bar is nog dicht. Als de organisator met haar spraakgebrek een gesprek begint te voeren met Jules, komt ze erachter dat Jules nog niks te drinken heeft gehad. Meteen krijgen Jules en zijn manager wat te drinken en neemt Het Monster (de organisator) de manager mee om het draaiboek te bekijken. Eindelijk is het dan zover; de paal moet de grond in! Zodra Jules naar de paal kijkt ziet hij waarom ze per se hém wilde hebben: er stond met koeienletters ‘Geheid Deelder ‘ op de paal. Nadat de paal erin zit gaat Jules nog wat drinken en raakt aan de praat. Hij besluit zijn gedichten over Rotterdam voor te lezen en hebben met z’n allen nog een geweldige nacht.

De verhalen spelen zich af in Nederland, Groot-Brittannië en Hongarije, Boedapest.

Het zijn redelijk hedendaagse verhalen, ook al stamt het af van de jaren ’90.

Een milieu kan ik niet echt benoemen. Misschien iets van: de rare gedachtengang van Jules Deelder?

Verhaal 1: de hoofdpersoon heeft geen naam. Eigenschappen: eerlijk en spontaan

Verhaal 2: de jeugdige delinquenten. Eigenschappen: impulsief

Verhaal 3: de hoofdpersoon heeft geen naam. Eigenschap: impulsief

Verhaal 4: de hoofdpersoon heeft geen naam. Eigenschappen: impulsief en eerlijk

Verhaal 5: Hendrikus Aring. Eigenschappen: machtig, slim en vastberaden

Verhaal 6: Jules Deelder. Eigenschappen: impulsief, eerlijk en grappig

De enige bijfiguur is de manager van verhaal 6 Geheid Deelder.

De grondgedachte van dit boek is: Zes verhalen geschreven ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van De Bezige Bij.

Ik zou het een humoristisch verhaal noemen omdat ik het persoonlijk erg grappig vind.

De verhaaltechnieken:

Verhaal 1: informatieve opening.

Verhaal 2: opening in de handeling.

Verhaal 3: opening in de handeling.

Verhaal 4: informatieve opening.

Verhaal 5: opening in de handeling.

Verhaal 6: opening in de handeling.

Verhaal 1: open einde.

Verhaal 2: gesloten einde.

Verhaal 3: open einde.

Verhaal 4: gesloten einde.

Verhaal 5: gesloten einde.

Verhaal 6: gesloten einde.

Verhaal 1: een aantal uur.

Verhaal 2: ongeveer een week.

Verhaal 3: een aantal minuten.

Verhaal 4: ruim een week

Verhaal 5: een aantal dagen.

Verhaal 6: een dag.

Verhaal 1: chronologisch.

Verhaal 2: chronologisch.

Verhaal 3: chronologisch.

Verhaal 4: chronologisch.

Verhaal 5: niet-chronologisch.

Verhaal 6: chronologisch

Verhaal 1: commentaarverhaal.

Verhaal 2: commentaarverhaal.

Verhaal 3: ik verhaal.

Verhaal 4: ik verhaal.

Verhaal 5: commentaarverhaal.

Verhaal 6: ik verhaal.

Algemeen:

De titel ‘Geheid Deelder’ zegt over het boek dat het echt een verhaal geschreven is door Deelder. Niemand anders kan zo schrijven. Ook verklaart het dat dit echte Deelder-onderwerpen zijn.

Deelder werd geboren te Rotterdam op 24 november 1944, in de wijk Overschie. Na de HBS studeerde hij enkele jaren voor de akte Nederlands. Op zijn elfde schreef hij zijn eerste gedicht met de titel 'Hoort, men werpt een atoombom' en in 1962 debuteerde hij in het Algemeen Handelsblad met het gedicht "Straat". Hij werd ontdekt door Simon Vinkenoog (door Deelder steevast aangeduid als "ene Simon V. te A.") die hem uitnodigde als deelnemer aan een poëzie-manifestatie in het Amsterdamse theater Carré in 1966. Drie jaar later verscheen zijn debuutbundel Gloria Satoria (1969). Diverse bundels volgden, en Deelder ging ook korte verhalen schrijven. In de jaren negentig trad hij veelvuldig op met Herman Brood en met collega-dichter Bart Chabot.