Bij afwezigheid van mannen’ is een boek geschreven door Philippe Besson. Het speelt zich af in Parijs in 1916. Eigenlijk bestaat het boek uit een opeenvolging van 3 romans, zij behandelen de seksuele verkenning van Vinsent. Hij weet dat hij homo is en maakt daar geen punt van. Maar in die tijd was homofilie een taboe, iets wat volgens velen niet strookte met het ‘normale’ en dus ook niet aanvaard kon worden. Op de achtergrond van het verhaal speelt zich ook nog eens de oorlog af, die op een natuurlijke manier verworven wordt in het leven van Vincent.
Citaat
- ‘En u praat over de zee. U bent onuitputtelijk. U zegt: er zouden slechts boeken geschreven moeten worden waarin er sprake is van de zee. Het enige wat telt is praten over de zee. En het is moeilijk goed over de zee te spreken, dat kun je je niet voorstellen.’
Ik heb dit citaat gekozen omdat het een perfecte weergave is van de vriendschap tussen Vinsent en de oudere schrijver Marcel. In het begin van het verhaal is deze vriendschap nogal verontrustend, maar wanneer de relatie zich verder ontwikkeld is het duidelijk dat deze puur platonisch blijft. Ik zou zelfs durven zeggen dat hiermee verwezen wordt naar Marcel Proust. Omwille van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, en de verwijzing naar de homoseksualiteit van Marcel. Toch wordt dit nergens in het boek vermeld.
Dit citaat komt uit het eerste deel van het boek, zoals u merkt is het geschreven in een vrij bizarre stijl. Vooral de elementen zoals ‘ik zeg u’, en ‘u zegt’ zijn zeer storend, in het tweede en het derde deel bestaat het verhaal voornamelijk uit brievenwisselingen tussen Arthur, Vincent en Marcel. De brieven lijken aan de lezer gericht waardoor de inleving in het verhaal makkelijker is.
- ‘Nee. Het antwoord is ongetwijfeld nee. Nee, marcel, u zult nooit tot rust komen. U brengt zo nu en dan bepaalde angsten en een zekere pijn tot rust. U zult van tijd tot tijd de betovering van de verloren jaren hervinden. Maar u zult niet ontkomen aan deze langzame doodsstrijd. U zult de onvermijdelijke nederlaag ondergaan die de Tijd ons oplegt. Alles is verloren. Alles is op voorhand verloren. Nee, Arthur, jij zult je niet onttrekken aan de vloek van de oorlog. Of je hem overleeft of niet, de oorlog zal je voor eeuwig tekenen. Je beleeft met mij de ogenblikken waarop je je aan je ellende onttrekt, maar dat zijn slecht s vluchtige ogenblikken. Nee, wij zullen nooit tot rust komen.
Ja. Het antwoord is beslist ja. Ja, Marcel, u zult tot een soort rust komen. Leven met uw doden, het teruggaan in de tijd geeft u de moed om te leven, een toekomst te bedenken, er ondanks alles nog te zijn. Ja, Arthur, je kunt het overleven. Met wat geluk kunt je het overleven, aan de slachting ontkomen. Dat is allemaal mogelijk. Het leven zal mooi zijn. De ochtenden zullen stralend zijn. Alles zal opnieuw beginnen. Alles begint altijd opnieuw. Ja, uiteindelijk komen we tot rust.
Ik weet het niet. Ik weet het niet. Hoe zou ik het moeten weten?’
Ik heb als tweede citaat dit citaat gekozen. Allereerst om het verschil aan te duiden in schrijfstijl in het tweede deel van het boek. Maar ook om het filosofische aspect in het boek aan te tonen, Vincent is een pientere jongeman van zestien jaar. Dit fragment heeft mij zeker aangesproken omdat het aanvoelt als een vraagstuk, je wordt als lezer gedwongen om zelf een keuze te maken. Dit is een direct gevolg van de stijl van het boek waarin de nadruk wordt gelegd op emotie en impressie.
- ‘Mevrouw,
Ik heb de uiterst droevige plicht u het overlijden mee te delen van uw zoon, Arthur Valès, soldaat der tweede klasse van mijn compagnie. Hij heeft de dood gevonden in de dappere strijd om door de vijand bezet gebied te heroveren.
Ik hecht eraan dat u gelooft dat onze soldaten, hier en op het hele nationale grondgebied, ten koste van hun eigen leven een heroïsche strijd leveren om dor de vijand bezette gebieden te heroveren en Frankrijk zijn onschendbaarheid en eer terug te geven.
Ik wil u zeggen hoe dankbaar het vaderland uw zoon is en zal blijven. Zijn stoffelijk overschot zal zo spoedig mogelijk door de militaire autoriteiten worden overgebracht naar de plaats die u zo goed zult zijn ons aan te wijzen.
Ik verzoek u, mevrouw, mijn meeste oprechte deelneming, uit eigen naam en die van het Franse leger, te aanvaarden.
Commandant Georges Gallois’
Dit is het moment waarop Vincent erachter komt dat Arthur gestorven is.
Ik heb dit fragment gekozen omdat het een einde maakt aan de langdradigheid van deel twee. Het is tijdens dit fragment dat ik besloten heb dat Philippe Besson geen slechte schrijver is, hij schrijft vlot lezend proza en houdt gedurende het volledige boek dezelfde toon vast, maar door niet te investeren in levensechte details blijft een gedreven lezer op zijn honger zitten.
Titel
De titel ‘Bij afwezigheid van mannen’ kan op verschillende manieren verklaard worden. Allereerst zijn de meeste mannen vertrokken naar het front, de vrouwen en kinderen blijven alleen achter en moeten zichzelf maar zien te behelpen. Een tweede verklaring kan zijn dat Vincent de aanwezigheid van Arthur mist, omdat Arthur ‘de man’ in het leven van Vincent is, kan hij gelijkgesteld worden aan ‘alle mannen’.
Als titel zou ik ‘Desalniettemin’ nemen, niet enkel omdat het mijn favoriete woord is. Maar ook omdat het mogelijk is om het woord in elke context van het verhaal te plaatsen, ‘Soldaat zijn wordt voorgesteld als het meest mannelijke beroep, desalniettemin is Arthur homoseksueel’, etc… Het woord desalniettemin bevat ook een bepaalde complexiteit, mensen zouden perfect een ander woord kunnen gebruiken maar toch beslissen ze om desalniettemin te gebruiken. Ik denk net die complexiteit de situatie die zich hier voordoet perfect omschrijft; het had allemaal makkelijker gekund maar Vincent kiest er bewust voor om de situatie complexer te maken dan nodig is, bijvoorbeeld in de confrontatie met de moeder na de dood van Arthur.
REACTIES
1 seconde geleden