Eindhalte door Henk Florijn

Algemene gegevens
Titel: Eindhalte.
Uitgever: Den Hertog
Jaar van eerste druk: 2000.

Iets over de schrijver:

Henk Florijn.
29 juni 1954 geboren in Gorinchem. Hij was leraar op een voortgezet onderwijs. Later werd hij nog leraar van godsdienst en nederlands.
Hij schreef nog: Kleine kerkgeschiedenis.
Nadere reformatie.
De tempel
Joodse wijsheiden.
Hij heeft 4 kinderen woont in Scherpenzeel.

Hoofdpersoon:

Rutger Kooiman:
Lange jongen, donker haar, 6 vwo leerling op de Calvijnscholengemeenschap.
Rutger heeft geen vader meer die is overleden maar nog wel een moeder waar hij geen contact mee heeft omdat zijn moeder hem helemaal niet wou. Hij woont nu in een pleeggezin hij noemt die mensen tante en oom.
Leanne de Hartog:
Zit in 6 vwo. Haar vader is ouderling. Lang blond haar en blauwe ogen. Ze heeft veel inzicht. Ze trekt op met Hanna van Gelder.

Bijpersoon:

Joke van der Molen: Gymlerares op school.
Andreas de Zeeuw: Nederlandse leraar op school en leerlingenbegeleider.
Hanne van Gelder: Is een vriendin van Leanne de Hartog.
Niels: De dikke jongen ook wel genoemd hij treiterd Leanne en Rutger erg veel.
Andere leraren: Van der Heijden, Keuchenuis.

Titelverklaring:

Eindhalte dat is het einde van de reis naar school toe waar Leanne en Rutger vaak worden uitgescholden en worden geslagen omdat ze op een rokjes school zitten.
aan het eind van het boek is de Eindhalte een nieuw begin van hun leven.

Flashbacks

Er zitten flashbacks in zoals hij terug kijkt hoe hij vaak in het schuurtje heeft opgesloten gezeten.

Samenvatting:

Leanne gaat elke dag met de tram naar school. Ze zit op een christelijke school waar ze rokjes moeten dragen. Ze word vaak uitgescholden omdat ze een rok draagt.
Daarom gaat ze liever ook niet met de tram naar school. Vaak zitten er 5 jongens in de tram die haar treiteren.
Op een dag als ze weer lastig word gevallen door de jongens in de tram komt er een jongen tussen. Die jongen is Rutger. Als Leanne de volgende dag weer op school komt gaat ze Rutger bedanken omdat hij haar geholpen heeft met het voor geval. Ze praten dan nog er over of ze vaker word lastig gevallen enz. Leanne ziet op Rutger zijn rechterhand allemaal littekens ze vraagt zichzelf af hoe dat komt maar ze durft het niet aan Rutger te vragen. Nadat ze dat gesprek gehad hebben gaan ze allebij weer naar de klas. Rutger denkt terug aan hoe zijn vader hem mishandeld heeft. Hij zat vaak opgesloten in een schuurtje.
Op een dag gaan ze op excursie naar een museum. Leanne zit erg vaak naar Rutger te kijken en merkt dat ze Rutger wel heel erg leuk vind. In het museum krijgen ze een rondleiding. Daarna hebben ze even de tijd om rond te kijken dan komt ze Rutger weer tegen en gaat ze een praatje maken met hem. Dan gaat hij vertellen dat hij vroeger altijd een groene fles had waar hij een plantje liet groeien. Leanne vraagt of hij die fles nog heeft. Dan word hij stil. Hij zegt: Nee die was gevallen. Maar hij vertelt niet wat er echt gebeurd was.
Als ze weer terug komen in de bus zit Leanne nog veel meer aan Rutger te denken. Het valt van der Molen op en ze zit Leanne op dat moment te bestuderen. Leanne heeft het gevoel dat Rutger echt haar ware liefde word. Al weet ze nog zo weinig van hem. Nadat ze de lijst hebben gehad van de tentamens gaat Leanne met Rutger mee reizen op die dag met de tram.
Rutger zijn vader was alcoholist. Hoe meer zijn vader dronk hoe oppervlakkeriger zijn gesprek waren. Als Rutger al iets kleins deed werd hij al woedend. Bij iets heel kleins trapte hij al een stoel weg en sloeg hij Rutger waar hij hem maar raken kon. Als hij weer nuchter was had hij spijt en kon Rutger alles krijgen wat die hebben wou. Daardoor was de afstand tussen zijn vader hem groter geworden. Doordat z'n vader zoveel dronk werd hij ziek. Rutger had nog geprobeerd om contact met hem te zoeken maar hij trok zijn hand weg toen hij de hand op de zijne legde. Hij was weggelopen keek nog een keer om en die nacht raakte zn vader in coma en de volgende dag was die overleden. Op de tentamendag reizen ze met z'n 2en. Bij de volgende halte stond de dikke jongen Niels. In dezelfde tram zit ook hun leraar de Zeeuw. De dikke jongen schold ze uit en vloekte een paar keer. Toen de tram stopte zag ze hoe de Zeeuw snel weg liep. Ze moest van Rutger alvast naar school lopen maar ze bleef stil staan ze kon het hem dit niet aan doen.
Toen Rutger niks terug deed liep het groepje al snel weg en liepen Leanne & Rutger snel naar school. Die les heeft de Zeeuw het nergens over. Als ze haar tentamen heeft gemaakt en op de gang zit komt mevrouw van de Molen naar haar toe om een praatje te maken. In dat gesprek komt er op neer dat Leanne van Rutger houd. Ze zijn net te laat voor de bus dus moeten wachten. Dan vraagt Leanne hoe Rutger aan die littekens komt op zijn rechterhand. Dan begint Rutger te vertellen, Zijn vader had hem geslagen toen hij dronken was. Hij had een groene fles met wat plantjes erin. Die heeft hij kapot geslagen op mijn hoofd. Hij had naar zijn hoofd gegrepen en heeft de tweede slag waarschijnlijk mijn had geraakt. Hij vertelde nog veel meer wat er allemaal gebeurd was. Over de dronkenschap en de geweldadigheid van zijn vader, minachting van zijn moeder. Hoe zijn moeder begon te drinken en hoe ze in geldnood kwamen. Heeft dan verder niemand je geholpen vroeg Leanne? God hielp me zei hij. Naar dat gesprek kuste Leanne, Rutger. Je moest eens weten hoeveel ik van je houd zei ze. Bij de halte stond: Halte de Rokkenschool. De eindhalte die tegelijk het begin was van de route naar huis.

Genre:
Romantiek.

Tijd in het verhaal:

Het zou zich in deze tijd af kunnen spelen.

Ruimte:

Het verhaal speelt zich af vooral in de tram, bij de halte, op school, bij Rutger z'n oude huis, museum.

Bedoeling:

Je kunt niet weten waarom hij het geschreven heeft.
Maar wat ik denk is dat iedereen er mag zijn zoals hij/zij is. Met zowel onchristelijke als christelijk achtergrond. Met een fijne jeugd met een niet fijne jeugd etc.

Belangrijke dingen:

1. Met wie was Rutger in het schuurtje als hij opgesloten zat?
- Met God.
2. Wat heeft het kleur groen in het boek te maken?
- Hij had een fles die groen was daar hield die een plantje in en hij vond het heel mooi als de zonlicht op het glas scheen want dat glinsterde mooi.