Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Eilandgasten door Vonne van der Meer

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Eilandgasten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 4197 woorden
  • 2 januari 2017
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
24 keer beoordeeld

Boekcover Eilandgasten
Shadow

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven e…

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze …

In Duinroos, een eenvoudig maar gastvrij huurhuis op een Waddeneiland, volgen de vakantiegangers elkaar op. De tijdelijke bewoners van Duinroos kennen elkaar niet, maar doordat ze aan dezelfde tafel eten, in hetzelfde bed slapen en in het gastenboek schrijven, komen ze met elkaar in aanraking. Zonder het te weten en haast onmerkbaar beïnvloeden ze elkaars leven en voegen ze zich tot één verhaal. De werkster, die het huis aan het begin van de zomer schoonmaakt en aan het eind van de zomer winterklaar afsluit, beziet van een afstand het komen en gaan. Alleen de lezer is getuige van alle dromen en geheimen die schuilgaan achter de zinnetjes in het gastenboek.

Eilandgasten door Vonne van der Meer
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1: Samenvatting van de inhoud
Duinroos is een huurhuisje op Vlieland. Van het voorjaar tot september logeren er verschillende personen die elkaar niet kennen. Door het huisje, het gastenboek en verscheidene voorwerpen komen ze toch een beetje met elkaar in aanraking. Bijna elk personage heeft een probleem. Dit wordt door of tijdens het verblijf in Duinroos opgelost.
Naast de gasten is er ook een schoonmaakster. Zij zorgt er aan het begin van het seizoen voor dat Duinroos bewoonbaar is en aan het eind maakt zij het huisje winterklaar. Tussendoor gaat zij nog een paar keer naar binnen om te kijken hoe alles erbij staat. Ze voelt zich erg verbonden met het huisje.
Voor de gasten die in dit boek besproken worden, was het echtpaar Klaphek een aantal jaren te gast in Duinroos. Zij hebben hun zoon verloren. Deze mensen leer je via het gastenboek kennen.

De eerste gasten zijn: Chiel, Dana en hun zoontje Floris. Chiel heeft Dana bedrogen met een Duitse vrouw toen hij voor zijn werk in Berlijn moest zijn. Dana probeert dit te verwerken en gewoon verder te gaan met haar leven. Chiel doet erg zijn best om vergeven te worden, maar het gaat allemaal erg langzaam.
Daarna komen Martine en Sanne. Martine zou in de eerste instantie samen met de moeder van Sanne, Jetta, gaan, maar zij kon op het laatste moment niet. Martine baalt daar in het begin een beetje van. Sanne is erg stil en Martine moet daar even aan wennen. Ze weet niet dat Sanne zwanger is en daardoor verloopt de omgang met haar wat stroef. Sanne weet niet of ze het kind moet houden en zit daar heel erg mee. Wanneer Martine erachter komt dat Sanne zwanger is, krijgen ze steeds meer een band. Uiteindelijk besluit Sanne om het kind te houden.
De derde gast is een oudere man die zelfmoord wil plegen. Zijn vrouw is overleden en hij heeft geen plezier meer in het leven. Tijdens zijn verblijf op Vlieland en de voorbereidingen voor zijn dood leert de man stukje bij beetje weer van het leven te genieten en besluit dat het leven te bijzonder is om weg te gooien.
Dan is er Nils die zich voorbijgelopen voelt door een jongere collega. De jongere collega krijft een baan toegewezen die hij volgens Nils niet goed kan doen. Nils is samen met zijn vrouw Simone en zijn dochters Karlien en Roos op Vlieland. Het gezin valt een beetje uit elkaar doordat Nils chagrijnig is en Simone hem niet echt kan begrijpen. Wanneer ze nog een week hebben bedaart Nils.
Walter, Willemijn en Tom verblijven als vijfde in Duinroos. Ze weten alledrie niet wat ze met de gevoelens voor elkaar aan moeten. Willemijn en Walter kennen elkaar via hun studie en wonen samen in Groningen. Tom is verliefd op Willemijn, maar denkt geen kans te maken. Walter heeft wel gevoelens voor Willemijn. Hij weet alleen niet precies wat voor gevoelens.
Wanneer Tom en Willemijn iets krijgen voelt Walter zich buitengesloten.
De laatste gast is Marleen, een doodzieke vrouw. Zij is alleen naar Vlieland gekomen, omdat ze de laatste jaren nooit alleen heeft kunnen zijn. De vrouw gebruikt het gastenboek als dagboek. Ze wil voordat ze sterft haar moeder vergeven. Wanneer ze vertrekt heeft ze vrede met haar ziekte, zichzelf en haar moeder.
  2: Titelverklaring
De titel “Eilandgasten” slaat op de bezoekers van het eiland Vlieland. Deze gasten verblijven in het vakantiehuisje Duinroos.
  4. Motto
Niet aanwezig
  3: Thema
Het thema van dit boek is verbondenheid. Alle bewoners van het vakantiehuisje zijn verbonden door dit huisje, het gastenboek, de schoonmaakster en verschillende voorwerpen die ze in het huis achterlaten, zoals het veertje.
 
5. Motieven
Verschillende levensverhalen
Bij elke nieuwe gast/ gasten komt weer een ander levensverhaal aan bod.
 Samenbindend gastenboek
De meeste gasten schrijven er iets in en dit wordt gelezen door andere gasten en door de schoonmaakster. ‘All shall be well, alles zal goed komen, had ene Sanne in grote zwarte viltstiftletters geschreven, nog maar een paar dagen geleden, in ditzelfde huis
Het vakantiehuisje Duinroos
Iedereen woont in dit huis. In dit huis is de deur met het opschrift “PRIVÉ” erop belangrijk. Veel bezoekers komen deze deur tegen.
Zorgzame schoonmaakster
De eilandgasten komen allemaal de schoonmaakster wel een keer tegen. Dit komt doordat ze altijd even langsfietst of even een praatje maakt. ‘”Fris windje, hè?” “Ja”. Martine wendde haar blik af, ze was niet in de stemming voor praatjes met vreemden. Blz. 44. De vreemde is waarschijnlijk de schoonmaakster.
Het veertje
Het veertje zit in het gastenboek en daardoor komt iedereen het wel tegen. Sanne betrekt dat veertje heel erg tot zichzelf en haar kindje in haar buik: ‘… en streek met een veertje dat ze tussen de bladzijden van het gastenboek had gevonden langs haar buik. Een veertje was het, nog niet eens, dat daarbinnen.’…‘Veertje, zo moest ze het voorlopig maar noemen, want elke andere benaming was al zo echt,…’ blz. 45. ‘Ze haalde het veertje achter haar oor vandaan en streek ermee langs haar ruwe lippen.’ Blz. 146.
 
6. Vertelsituatie
De vertelwijze is één van de opvallende dingen aan dit boek. Als je leest vanuit het perspectief van de schoonmaakster wordt het verhaal verteld vanuit de ik-vorm. Maar als je leest vanuit het perspectief van de gasten wordt het verhaal verteld vanuit de verborgen ik-vorm, maar ook uit een hij/zij perspectief. Ook komt elke figuur ‘aan het woord’. Als gasten in het gastenboek gebeurtenissen vertellen, staat het in de ik-vorm.
  7. Tijd
De gebeurtenissen spelen zich af in deze tijd, bijvoorbeeld in 1999. Het zou zich in elk geval op dit moment af kunnen spelen.
De verhaaltijd van het boek is ongeveer vijf maanden, een zomerseizoen
  8. Ruimte
De gebeurtenissen spelen zich af op Vlieland, het meeste van de tijd in het vakantiehuisje Duinroos. In Duinroos wordt namelijk het meeste gepraat tussen de verhaalfiguren en denken de verhaalfiguren veel na. Ze maken gebruik van de spullen (gastenboek, veertje) die in het huis liggen. Deze spullen verbinden de verhaalfiguren onbewust aan elkaar.
  9. Verhaalfiguren
Omdat er in dit boek meerdere verhalen verteld worden zijn er ook veel belangrijke personen. Het huis speelt in alle verhalen eigenlijk de hoofdrol. Maar het huis valt niet te beschrijven, dus denk ik dat de hoofdpersoon de schoonmaakster is. Zij maakt van alle verhalen een passend geheel, zorgt dat er een verband ontstaat. Zij overziet het komen en gaan van alle personen en is dus de enige die alle verhalen kent. Ook begint zij in het boek en sluit het huisje en daarmee ook het verhaal. Hieronder worden alle personen besproken: De werkster
Zij is een oudere vrouw, die al jaren vakantiehuisjes schoonmaakt. maar nu alleen nog maar Duinroos, omdat ze het niet meer trekt, maar een voorliefde heeft voor Duinroos. Ze is ook steeds heel erg met de bewoners en de gebeurtenissen bezig, zo erg dat ze elke dag langs het huis fietst om te kijken hoe het er voor staat. Ze woont alleen, maar heeft Jelte, haar man of zoon, verloren. Ze is erg pietluttig in dingen, alles nog even nalopen. Ze identificeert zich ook met het huis, het huis is haar leven voor een groot gedeelte, alle zorg die ze niet meer aan een gezin kwijt kan, stopt ze in het huis. Dana

Een jonge vrouw, die te maken krijgt met een crisis in haar huwelijk. Samen met haar zoontje (Floris) en man (Chiel) gaat ze daarom naar Duinroos. Over de affaire doet ze heel laconiek en ze lijkt ook wel vergevingsgezind, maar ook in het huis zijn er veel dingen die haar hieraan doen herinneren… die haar soms tot wanhoop drijven of verdrietig en boos maken.
Chiel, een jonge man, die op en zakenreis in Duitsland een vrouw ontmoette waar hij dezelfde avond nog het bed mee deelde. Hij kan en wil niet liegen en doet dit dus ook niet. In het huisje geeft hij zich helemaal voor zijn vrouw en zoontje. Martine
Een carrièrevrouw van 43. Zij voelt zich eerst niet erg gelukkig in het huisje, ze zou namelijk met haar vriend Bas gaan, maar deze ging plotseling naar Osaka. Ook haar vriendin Jetta bleek op het laatste moment niet mee te gaan, dus nu voelt ze zich opgescheept met Sanne, Jetta’s dochter.
Sanne is 20 jaar en uit zich niet tegenover Martine. Ze heeft een groot probleem omdat ze zwanger is en dit aan niemand heeft verteld. Ze weet niet goed of ze het kindje wel moet houden. Oude weduwnaar
Deze man heeft – voordat hij naar Duinroos ging – een weloverwogen beslissing gemaakt. Op dit eiland zou hij namelijk zijn laatste dag beleven, want hier zou hij een einde aan zijn leven maken. Hij is het leven zat omdat hij zijn vrouw, Johanna, is verloren.
Maar net op het laatste moment begint hij weer van de dingen in het leven te genieten. Nils
Nils is een gestreste zakenman, die zich alles erg aantrekt en die opvliegerig is. Ook al kwam werk namelijk op de tweede plaats, toch trekt hij het niet als een jongere collega de hogere functie krijgt. Met als gevolg dat zijn vrouw Simone en twee dochters Roos en Karlien het zwaar te verduren krijgen.
Simone is erg verdraagzaam en voelt haar man Nils goed aan. Er komt geen ruzie ondanks de benarde situatie waarin haar man Nils jaloers is op iemand anders en zijn humeur hierdoor helemaal omslaat. Ze ontvant steun door de verhalen uit het gastenboek. Walter
Walter is een jonge student. Hij woont samen op een kamer met Willemijn. Iedereen ziet ze als een stel, en Walter vind dit totaal niet erg, hij is er trots op. Toch heeft hij niet de juiste gevoelens voor Willemijn. Willemijn
Willemijn (wordt ook wel Wim genoemd)  is niet zo verknocht aan Walter, als hij aan haar is. Als zij te kennen geeft, dat ze iemand leuk vind, trekt Walter zich terug. Zij heeft wat dat betreft een overheersende positie. Tom

Tom is een jonge leraar die, gelijk nadat hij met haar heeft kennis gemaakt, helemaal gek is op Willemijn. Maar hij laat dit niet blijken, omdat hij niet tussen Walter en Willemijn wil komen. Hij is rustig en verstandig.. Een zieke vrouw
Deze vrouw is van plan op adem te komen op het eiland, maar dat niet alleen. Ze verwacht niet lang meer te leven en wil nog wat dagen, zonder haar man, op het eiland besteden, omdat hier veel herinneringen van haar liggen. Herinneringen aan haar moeder, haar kinderen die ze er zag opgroeien.
  10. Taalgebruik
Het boek is goed leesbaar, er worden geen moeilijke woorden gebruikt. De personages praatten op een volwassen manier met elkaar.
Het taalgebruik is over het algemeen netjes.
11. Biografische gegevens over de auteur
Van der Meer was het jongste kind in een gezin van drie. Na haar eindexamen ging ze een jaar naar de Verenigde Staten, waar haar liefde voor het toneel werd aangewakkerd door de acteerlessen die ze volgde.
Van der Meer volgde de regieopleiding aan de Amsterdamse Theaterschool. In 1976 werd haar monoloog De Behandeling uitgevoerd door Toneelgroep Centrum. In 1978 werd Van der Meer regieassistent van Frans Marijnen bij het Ro Theater waar ze ook zelf stukken ging regisseren, waaronder van Goethe, Osborne, Frisch en een bewerking van Plato's Symposium. Daarna regisseerde ze een kleine tien jaar bij uiteenlopende gezelschappen als Baal, Centrum, De Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk Weiger nooit een dans in premiere. In 1985 verscheen haar eerste verhalenbundel, Het limonadegevoel en andere verhalen, waarna ze ongeveer elke twee jaar een boek uitbracht. Als haar doorbraak wordt gezien de roman Eilandgasten, waarin zes verhalen staan, met als verbindend element een vakantiehuisje op Vlieland. Het werd het eerste deel van een succesvolle trilogie met dit basisgegeven; later volgden De avondboot en Laatste seizoen. De eerste twee delen werden verfilmd door Karim Traïdia. Met haar werk heeft Van der Meer zowel in binnen- als buitenland een groot lezerspubliek bereikt. In september 2013 is Het smalle pad van de liefde verschenen, een roman over een onmogelijke liefde die de weg vrijmaakt naar een ander verlangen. In het najaar van 2014 was zij twee maanden gastschrijver in Brussel, met een lesopdracht (proza schrijven) aan het Rits. In 2015 keerde ze terug naar het Rits om les geven aan de Masterstudenten, en ook in 2016 zal zij daar weer met studenten werken.
In oktober 2015 is Winter in Gloster Huis verschenen.

Levensovertuiging
Vonne van der Meer bekeerde zich in 1994 tot het katholieke geloof. Haar echtgenoot, de eveneens bekende schrijver van toneelstukken en romans, Willem Jan Otten, bekeerde zich enige tijd later ook. Zo wordt er ook gezegd in een interview: In de enige recensie die u ooit geschreven heeft, vertelt u dat u interesse hebt gekregen voor het christelijk geloof toen u na ging denken. Dat in tegenstelling tot al die mensen die zijn afgehaakt toen zij na gingen denken.
“Ik maakte zelf het een en ander mee. Ik zag mensen ziek worden, diep ongelukkig zijn, terwijl ik niet kon helpen. Op zekere dag merkte ik dat ik aan het bidden was. Een impuls waarmee ik niet was opgevoed. Ik wilde aan die impuls consequenties verbinden en ben mij toen in het geloof gaan verdiepen. Dat heeft ertoe geleid dat ik mij heb laten dopen in de Rooms-Katholieke Kerk. Dat is inmiddels al weer dertien jaar geleden.” Van der Meer is lid van het Comité van aanbeveling van Siriz (voorheen Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind), een stichting die zich bezighoudt met de bescherming van ongeboren leven.   12. Interview met auteur
Vonne van der Meer
Vonne van der Meer (56) is schrijfster van fictieverhalen. Haar ware doorbraak naar het publiek kwam met ‘Eilandgasten’, ‘De Avondboot’ en ‘Laatste seizoen’. Onlangs verscheen haar laatste roman ‘Zondagavond’, waarin geloof, hoop en liefde een grote rol spelen.
Waar geloof je in?
“Waar geloof ik in? Wanneer ik hierover nadenk zou ik wel duizend antwoorden kunnen bedenken. Het is zo’n abstracte vraag. Zo losgezongen. Maar soms kan een vraag van een ander je naar iets interessants brengen. Dus geef me even, waarom heb ik hier nou zo’n moeite mee? Zelf zou ik me deze vraag nooit stellen. Ik geloof niet in één ding. Geloof is bij mij altijd toegespitst op bepaalde situaties. Zoals wanneer een vriendin ziek is. Dan geloof ik dat zij de kracht heeft om haar ziekte te dragen en er sterker uit te komen. Dat geloof heeft alles met vertrouwen te maken. Ik ben wel iemand die vanuit vertrouwen leeft, ja.”
Waaruit put je dat vertrouwen?

“Door te bidden en me te richten tot God. En ook tot Maria. Als moeder met de moederzorgen richt ik me vaak tot haar. Niet alleen voor het eten en in de kerk. De stilte en het naar binnen gaan geeft me kracht. Een ander noemt het misschien mediteren. In mijn gebeden kom ik niet met concrete vragen, zoals Janis Joplin die ooit zong (zingend met onvervalst Western-accent): ‘Oh, Lord, won’t you buy me a Mercedes-Benz?’ Geestig vond ik dat. Er zijn ook wel mensen die denken dat bidden louter en alleen over dit soort vragen gaat. In zware tijden wordt mijn vertrouwen op de proef gesteld. Angst en wanhoop liggen dan op de loer. En als het niet mijn eigen lijden is, dan is het wel het lijden van een ander. Er is altijd wel iemand in mijn omgeving die door zijn hoeven zakt of het zwaar heeft. Dat heeft waarschijnlijk ook wel met het ouder worden te maken. Je bent nu eenmaal geen eiland en daardoor altijd betrokken bij het verdriet van je omgeving. In mijn gebeden geef ik me eerder over, waarbij ik te kennen geef dat ik het zelf niet meer weet. Niet meer zoveel kan.  Dan vraag ik om zaken als geduld om vol te houden, inzicht om te begrijpen en de kracht om te doorstaan. Maar ik uit ook vaak mijn dankbaarheid voor de vele goede dingen in mijn leven. ‘Je kunt je dankbaarheid niet in een gat gooien,’ schrijft de hoofdpersoon Robert in ‘Zondagavond’ ook aan zijn dochter. Dankbaarheid is een hele krachtig emotie in mijn leven.”
Je bent op later leeftijd katholiek geworden en hebt jezelf laten dopen. Vanwaar deze keuze?
“Dat was een bewuste keuze, aangezien ik uit een agnostisch nest kom. Ik merkte op zeker moment dat ik altijd in moeilijke tijden mijn toevlucht zocht in het gebed. Dat ging vanzelf. Dan maakte ik een speciaal tafeltje met een kaars en wat al niet meer en las ik mooie teksten van mystici, niet speciaal uit de bijbel. Ik merkte dat ik daar een enorme honger naar had. Omdat ik meer wegwijs in het geloof wilde raken, ben ik toen een paar jaar theologie gaan studeren. Niet om iets in de theologische sferen te gaan doen, meer om gevoed te worden. Op een gegeven moment was ik op een eiland bij Ierland. Daar was een kerkje waar ik als het ware naar toe werd getrokken en vervolgens een mis heb bijgewoond. Ik dacht eerst nog dat deze vervoering met de romantiek van Ierland te maken had, maar het bleek toch dieper te zitten. Een jaar later voelde ik weer sterk de behoefte om ook hier in Naarden de katholieke kerk te bezoeken. Daar ben ik nooit meer weggegaan. Wat mij aantrekt in het katholieke geloof is het liturgische: de rituelen en sacramenten. Het doet een beroep op alle zintuigen en ik ben zelf ook heel zintuiglijk ingesteld. Ik voel me erbij thuis. Ook omdat het een volksgeloof is waarin je allerlei soorten mensen tegenkomt. Daarbij komt dat ik de sacramenten heel wezenlijk ben gaan vinden. Zoals het sacrament van bijvoorbeeld de doop, het huwelijk en het sacrament voor het sterven, dat ik in mijn laatste boek beschrijf.”
Kan je ons iets vertellen over het sacrament van de liefde?
“Mijn man (Willem Jan Otten, rc) en ik zijn destijds niet in de kerk getrouwd omdat we toen nog geen van beiden katholiek waren. Toen ik katholiek werd – en hij een aantal jaren later ook – vroegen we ons af of we ons huwelijk niet over moesten doen ten overstaan van de kerk, van God. Net zoals we destijds in de kerk gedoopt zijn. Maar toen werd ons verteld dat in de katholieke kerk het sacrament van het huwelijk het enige sacrament is dat twee mensen elkáár geven. Je geeft elkaar het jawoord en gaat niet alleen een levensverbond maar ook een lichamelijk verbond aan. Het ís al een sacrament en geldt ook als je , zoals wij, alleen voor de Burgerlijke stand bent getrouwd.
Verder vind ik liefde een veelomvattend begrip. Bij liefde denk ik toch eerst aan de liefde voor mijn man, mijn twee zonen, familie en vrienden. Met het gebod uit de bijbel van “Gij zult uw naasten lief hebben”, waarmee in feite iedereen wordt bedoeld, heb ik wel moeite. Eerlijk gezegd vind ik het lastig om liefde te voelen voor volkomen vreemden. Met aandacht voor een ander kom je al heel ver. Als je aandachtig naar iemand kijkt en luistert, ontstaat er al snel iets als betrokkenheid. Dat is zeker iets om in jezelf wakker te houden.”
Waar hoop je op?
“Ook met mijn gevoelens van hoop is het zo dat ze heel erg met het moment hebben te maken. Op dit moment word ik volledig in beslag genomen door het lijden van een  van mijn dierbaren. Ik wil daar niets over zeggen, behalve dan dat ik niet anders kan dan hopen dat het goed komt.”
Vonne van der Meer, Zondagavond, uitgeverij Contact, ISBN9789025429669   13. Bronvermelding Lanser, J (2015). Samenvatting van de inhoud. Geraadpleegd op 9 januari 2016, http://boekenblogjitske.blogspot.nl/2015/10/boekverslag-eilandgasten.html
Saskia (2001). Eilandgasten. Geraadpleegd op 9 januari 2016,
http://www.scholieren.com/boekverslag/45624
Heleen (2006). Bespreking van het werk. Geraadpleegd op 16 januari 2016, http://www.scholieren.com/boekverslag/60919
Josefs, W (z.d.). Vonne van der Meer. Geraadpleegd op 16 januari 2016, http://www.vonnevandermeer.nl/page_bio.htm
Wikipedia (2015). Literaire loopbaan. Geraadpleegd op 16 januari 2016, https://nl.wikipedia.org/wiki/Vonne_van_der_Meer
Roxanecatz (2009). Vonne van der Meer. Geraadpleegd op 3 februari 2016, http://www.roxanecatz.nl/html/interviews/happinez/vonne-van-der-meer.html   14. Citaten
• Keuzes van de personages
Blz. 70: ‘Ik begrijp dat je een kind wilt,’ hoorde ze Marine in het donker zeggen. Hiervoor heeft Sanne bekend gemaakt de ze het kind wil houden en geen abortus gaat doen. Blz. 119: ‘Toen hij de zin overlas, wist hij dat het waar was: dat hij zijn dochters wilde terugzien.’ De oude man was van plan zelfmoord te plegen maar maakt uiteindelijk toch de  beslissing dit niet te doen. Hij wil namelijk nog heel graag genieten van zijn dochters en de rest van het leven. Blz. 169: ‘Walter aarzelde. De avond was nog lang. Wat had hij te verliezen? Hij was wel benieuwd hoe snel Tom zou toehappen, en waartoe dat zou leiden.’ Walter besluit aan Tom te vragen wat hij van Willemijn vind, een vraag waarvan hij zich al lang afvraagt of hij hem wel of niet moet stellen.   • Houding t.o.v. medemens
Blz. 82: ‘Hij wilde zijn kinderen en kleinkinderen niet opadelen met de vraag of ze het niet hadden kunnen voorkomen. En waarom hij geen afscheid genomen had?’ De oude man die zelfmoord wil plegen gedraagt zich absoluut niet netjes tegenover zijn (klein)kinderen. Het maakt hem niet uit dat ze geen afscheid van hem kunnen nemen. Blz. 110: ‘Een vrouw in een bruine winterjas reed onder het raam voorbij en keek zijn kant op, vrij lang, vond hij, voor iemand op de fiets.’ De werkster gaat elke dag een paar keer langs Duinroos, deels omdat zij de mensen daar in de gaten wil houden. Ze vertrouwd haar medemens niet goed. Blz. 126: ‘Ze keek hem vragend aan, maar hij ontweek haar blik en bleef op enige afstand van hun tafel staan.’ Nils is jaloers op een jongere collega die een hoge baan krijgt. Hij negeert hierdoor zijn vrouw en Simone wordt daar boos om. Hij gedraagt zich hier niet goed tegenover zijn medemens. Blz. 135: ‘Hij had gelijk, ze was te toegeeflijk. Ze verwende de kinderen schromelijk met als resultaat dat ook zij steeds ontevredener worden.’ Simone geeft haar kinderen alles wat ze willen om maar niet te laten merken dat het tussen haar en Nils niet zo lekker loopt. Ze is ook tegen andere mensen veel te toegeeflijk.   • Ideeën over de samenleving

Blz. 84: ‘Hij tilde zijn koffer op en mompelde zacht voor zich uit: ‘Wat moet een mens toch veel.’ De oude man laat met deze gedachte duidelijk zien dat hij vind dat een mens te veel  moet. De samenleving is veel te druk volgens hem. Blz. 127: ‘Dennis Bokhoven is commercieel directeur geworden.’ ‘… En, is dat erg? Dat hij wel, en jij niet?’ Nils is jaloers op zijn jongere collega die een hoge baan krijgt, hij denkt dat het in de samenleving oneerlijk verdeelt is. Blz. 205: ‘Wie scheurt er nu zomaar zes, zeven bladzijden uit een boek?’ De werkster verbaast zich over rare mensen van deze wereld. De samenleving bestaat uit rare mensen en normale mensen, aldus haar.   • Houding t.o.v. God
Blz. 60: ‘wat doe je als je het niet vanzelf kwijtraakt? Martine heeft in het verleden een abortus ondergaan en raad dit Sanne ook aan die nog erg jong is. Op blz. 60 vraagt ze Martine aan Sanne hoe ze het kind wil weg doen.  Dit gaat lijnrecht tegen de geboden van God in. Blz. 91: ‘Waarom wist hij niet, maar het ergerde hem wanneer hij iemand in een kerkbank zag knielen, een gebed zag prevelen of devoot naar een kruis zag opkijken.’ De oude man geeft hiermee aan dat hij tegen het kerkleven/geloof ik God is. Hij ergert zich er namelijk aan. Blz. 123: ‘Jezus bedoel je’, zei Simone op gedempte toon. ‘Ja, Jezus.’ ‘Laat dat boek voortaan maar thuis lieverd.’ Simone hoort hier van haar dochter dat die graag uit de Bijbel voorgelezen wil worden. Simone vind dit onzin en geeft aan niets met het geloof te hebben. Blz. 131: ‘Hoeveel duizenden guldens Dennis meer ging verdienen. Hoeveel meer dan eerst en hoeveel meer dan hij.’ Nils is ontzettend jaloers op zijn jongeren collega. Hiermee gaat hij lijnrecht tegen de Bijbel van God in die ons er op wijst dat wij niet jaloers moeten zijn. Blz. 149: ‘Alsof er werkelijk ‘een gemeenschap van gestorvenen’ bestaat zoals ik met Allerzielen wel eens heb horen zeggen, een gemeenschap waar onze Evert nu toe behoort.’ Herman Slaghek geeft aan niet in het bestaan van een God te geloven maar wel in een leven  na de dood.    

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eilandgasten door Vonne van der Meer"